Regeling vervallen per 13-02-2012

Algemeen Mandaatbesluit 2010

Geldend van 01-10-2010 t/m 31-12-2010

Intitulé

Algemeen Mandaatbesluit 2010

Het college van burgemeester en wethouders en de burgemeester van de gemeente Bergen op Zoom, ieder voor zover het zijn bevoegdheden betreft,

gelet op het bepaalde in de Gemeentewet en afdeling 10.1.1. van de Algemene wet bestuursrecht

(Awb);

Overwegende dat het uit het oogpunt van doelmatigheid, efficiency en een betere dienstverlening aan de burgers wenselijk is daarvoor in aanmerking komende bevoegdheden van het college op te dragen aan het college ondergeschikte ambtenaren of aan anderen alsmede enkele bevoegdheden van de burgemeester op te dragen aan ambtenaren of aan anderen;

besluiten:

onverminderd het bepaalde in

de Regeling budgethouderschap gemeente Bergen op Zoom,

de Mandaatregeling personele zaken 2010

de mandaten aan de heffingsambtenaar en de invorderingsambtenaar

I.

Het mandaatbesluit d.d. 2008 en de mandaatregeling in het kader van de wegsleepregeling Bergen op Zoom 2003, vastgesteld bij besluit van 11 maart 2003 in te trekken;

II.

De uitoefening van de bevoegdheden die staan vermeld in de bij dit besluit behorende lijst met mandaten te verlenen aan de daarin genoemde functionarissen onder de daarbij vermelde specifieke bepalingen, mits over de met een asteriks aangeduide zaken vooraf de desbetreffende portefeuillehouder is gehoord;

III.

De aan de afdelingsmanagers opgedragen mandaten worden eveneens opgedragen aan de algemeen directeur en directeur.

III.

Ten aanzien van de uitoefening van de onder punt II van dit besluit bedoelde mandaten een aantal hieronder volgende algemene bepalingen vast te stellen;

IV.

te bepalen dat dit besluit in werking treedt op 1 juli 2010.

Ondertekening

Bergen op Zoom,

De burgemeester voornoemd,

Het college van burgemeester en wethouders.

burgemeester

secretaris

MANDAATLIJST

Alle afdelingsmanagers

  • 1

    Het toezenden van stukken in het kader van een rechtszaak aan de betrokken instanties/personen.

  • 2

    Het stellen van bezwaarschriften in handen van de adviescommissie voor de bezwaarschriften.

  • 3

    Het beslissen over verlengingen van de beslistermijn van een beschikking op grond van artikel 4:14 Awb.

  • 4

    Het bevestigen van de ontvangst van een bezwaarschrift op grond van art. 6:14 Awb.

  • 5

    Het doorzenden van een bezwaar- of beroepschrift aan het bevoegde orgaan alsmede het doen van mededelingen aan de indiener van het bezwaar- of beroepschrift inzake die doorzending op grond van art. 6:15 lid 1 en 2 Awb.

  • 6

    Het doen van mededelingen aan de indiener van een bezwaarschrift en andere belanghebbenden inzake het horen op grond van art. 7:2 lid 2 en 7:16 lid 2 Awb.

  • 7

    Het doen van mededelingen inzake de verdaging van de beslissing op een bezwaar- of beroepschrift op grond van art. 7:10 lid 3 en 7:24 lid 4 Awb.

  • 8

    Het vragen van uitstel voor het indienen van een verweerschrift.

  • 9

    Het indienen van een verweerschrift.

  • 10

    Het intrekken en herzien van het primaire besluit op grond van artikel 6:18 van de Awb.

  • 11

    Het beantwoorden / afhandelen van acquisitiebrieven (algemene en projectgerichte).

  • 12

    De toezending van afschriften van besluiten van bestuursorganen aan derden (ter kennisneming).

  • 13

    Het doen van mededeling van de goedkeuring van raadsbesluiten door gedeputeerde staten aan derden.

  • 14

    Het toezenden van officiële en andere publicaties aan dag / weekbladen en de Nederlandse Staatscourant.

  • 15

    Hetzij het vragen van inlichtingen, hetzij het desgevraagd of eigener beweging verstrekken van inlichtingen van informatieve aard inzake aangelegenheden de afdeling betreffende.

  • 16

    Het nemen van besluiten in het kader van de Wet dwangsom en beroep bij niet tijdig beslissen (par. 4.1.3.1 en 4.1.3.2 Awb) voor zover deze beslissingen betrekking hebben op de onderliggende aanvragen/bezwaren voor zover het hun afdeling betreft.

  • 17

    Het beslissen om verbeurde dwangsommen in te vorderen op basis van de Invorderingsbeschikking en artikel 5:37 Awb.

  • 18

    Het beslissen op het invorderen van de kosten bestuursdwang op grond van de kostenbeschikking en artikel 5:25, lid 6 Awb.

  • 19

    Het beslissen op het doen van een betaling in verband met een bestuurlijke geldschuld op grond van artikel 4:86 Awb.

Afdelingsmanager Middelen

Gemandateerd door het college

  • 1.

    Het doen van aangiften van rijksbelastingen en andere heffingen.

  • 2.

    Het indienen van bezwaar- en beroepschriften tegen aan de gemeente opgelegde belastingaanslagen inclusief de verdere behandeling daarvan.

  • 3.

    Het uitvoeren van de Verordening jubileumsubsidies.

  • 4.

    Het toepassen van artikel 63 van de Algemene wet rijksbelastingen (hardheidsclausule)

  • 5.

    Het toepassen van artikel 66 van de Algemene wet rijksbelastingen (kwijtschelding van bij beschikking opgelegde boetes)

  • 6.

    Cassatie bij de Hoge Raad in te stellen in procedures met betrekking tot gemeentelijke belastingen

  • 7.

    Cassatie bij de Hoge Raad in te stellen in procedures met betrekking tot de uitvoering van de Wet waardering onroerende zaken

  • 8.

    Verweer te voren in de onder 6 en 7 genoemde geschillen

  • 9.

    Het geheel of gedeeltelijk oninbaar verklaren van belastingen als bedoeld in artikel 255, vijfde lid van de Gemeentewet, voor zover dit belastingen betreft waarvoor hij uit hoofde van zijn functie als invorderingsambtenaar verantwoordelijk is.

    Ondermandaat van de bevoegdheden 4 tot en met 9 is niet mogelijk.

  • 10.

    Het aanvragen van justitiële gegevens ten behoeve van Koninklijke onderscheidingen.

  • 11.

    In het kader van het bijhouden van een register en een registratie van adressen en gebouwen op grond van de Wet basisregistraties adressen en gebouwen voor het opmaken van schriftelijke verklaringen strekkende tot het signaleren van wijzigingen in de feitelijke situatie die van invloed zijn op de gebouwenregistratie en die niet in een ander krachtens de Wet basisregistraties adressen en gebouwen aangewezen brondocument zijn opgenomen

Afdelingsmanager Informatieve Diensten

Gemandateerd door het college

  • 1.

    Het uitvoeren van de Verordening jubileumsubsidies.

  • 2.

    In het kader van het bijhouden van een register en een registratie van publiekrechtelijke beperkingen op onroerende zaken op grond van de Wet kenbaarheid publiekrechtelijke beperkingen op onroerende zaken voor:

    • a.

      Het toetsen van de brondocumenten aan vereisten voor inschrijving;

    • b.

      Het uitgeven van inschrijfnummers en identificatienummers;

    • c.

      Het inschrijven van documenten in het register en het opnemen van gegevens daarover in de registratie;

    • d.

      Het plaatsen van aantekeningen op het brondocument;

    • e.

      Het verwerken van kadastrale mutaties in de administratie;

    • f.

      Het verstrekken van een bewijs van inschrijving;

    • g.

      Het waarmerken van afschriften van brondocumenten, waarbij publiekrechtelijke beperkingen zijn opgelegd;

    • h.

      Het op verzoek verstrekken van afschriften of uittreksels uit het register en registratie;

    • i.

      Het verstrekken van verklaringen, dat uit het register blijkt, dat op het betreffende aangevraagde perceel geen publiekrechtelijke beperking van toepassing zijn;

    • j.

      Het herstellen van fouten en doorvoeren van correcties;

    • k.

      Het (doen) verstrekken van berichten aan de landelijke voorziening.

  • 3.

    In het kader van het bijhouden van een register en een registratie van adressen en gebouwen op grond van de Wet basisregistraties adressen en gebouwen voor:

    • a.

      het opstellen van de ‘ambtelijke verklaringen’;

    • b.

      het toetsen van (overige) brondocumenten aan de vereisten voor inschrijving ingevolge artikel 11 van de Wet basisregistraties adressen en gebouwen;

    • c.

      het uitgeven van inschrijfnummers en identificatienummers;

    • d.

      het, op grond van het bepaalde in artikel 10, tweede lid, van de Wet basisregistraties adressen en gebouwen, inschrijven van de in of op grond van artikel 10, eerste lid van de Wet basisregistraties adressen en gebouwen aangewezen brondocumenten in het adressenregister dan wel het gebouwenregister;

    • e.

      het ingevolge artikel 9 van de Wet basisregistraties adressen en gebouwen verzorgen van een zodanige opzet van het adressenregister en het gebouwenregister, dat de inhoud daarvan duurzaam kan worden bewaard en te allen tijde binnen een redelijke termijn raadpleegbaar en beschikbaar is;

    • f.

      het op basis van de brondocumenten opnemen van gegevens in de adressenregistratie en de gebouwenregistratie overeenkomstig de voorschriften uit de artikelen 14A en 15 van de Wet basisregistraties adressen en gebouwen;

    • g.

      het ontvangen, doorgeleiden en afhandelen van meldingen zoals bedoeld in artikel 37 en verzoeken zoals bedoeld in artikel 38 van de Wet basisregistraties adressen en gebouwen, inclusief de verwerking daarvan zoals bedoeld in de artikelen 31, 39, 40 en 41 van de Wet basisregistraties adressen en gebouwen;

    • h.

      het onderhouden dan wel doen onderhouden van het berichtenverkeer met de Landelijke Voorziening basisregistraties adressen en gebouwen zoals bedoeld in artikel 31 van de Wet basisregistraties adressen en gebouwen;

    • i.

      het op verzoek aan eenieder verlenen van inzage in het adressenregister, het gebouwenregister, de adressenregistratie en de gebouwenregistratie, alsmede het aan eenieder verstrekken van de in de adressenregistratie respectievelijk de gebouwenregistratie opgenomen gegevens zoals bedoeld in artikel 32, eerste lid onder a van de Wet basisregistraties adressen en gebouwen;

    • j.

      het bevorderen van de nakoming van de gemeentelijke verplichtingen in het kader van de Wet basisregistraties adressen en gebouwen, met inbegrip van de inrichting van de processen, de conformiteit van het gebruikte informatiesysteem en de beveiligingsmaatregelen alsmede het rapporteren over die nakoming daarvan aan burgemeester en wethouders.

    • k.

      Het vaststellen van de definitieve geometrie van de BAGobjecten zoals bedoeld in artikel 8 van de Wet basisregistraties adressen en gebouwen.

    • l.

      het, ingevolge artikel 14 van de Wet basisregistraties adressen en gebouwen, zorg dragen voor een goede beschikbaarheid, werking en beveiliging van de adressenregistratie respectievelijk de gebouwenregistratie;

Afdelingsmanager Ruimtelijke Ontwikkeling

Gemandateerd door het college en de burgemeester

Bouwregelgeving

  • 1

    De controle van statische berekeningen met bijbehorende tekeningen ten behoeve van bouwvergunning.

  • 2

    Het beslissen op verzoeken om vrijstelling op grond van de Bouwverordening.

  • 3

    Het geven van een reactie op een melding sloopvoornemen als bedoeld in artikel 8.2.1. van de bouwverordening / afgeven van sloopvergunningen (ex artikel 8.1.1. gemeentelijke bouwverordening).

  • 4

    Het op een andere naam overschrijven van bouwvergunningen (artikel 10.3 en 10.4 Bouwverordening – Overdragen vergunningen en Overdragen mededeling).

  • 5

    Het beslissen op aanvragen om bouwvergunningen (ex artikel 40 Woningwet).

  • 6

    Het aanvragen van verklaringen van geen bezwaar als bedoeld in de artikelen 50, lid 5 en 51 lid 3 van de Woningwet.

  • 7

    Het verlenen van bouwvergunningen ex artikel 51, lid 3 van de Woningwet indien en voor zover Gedeputeerde Staten de vereiste verklaring van geen bezwaar hebben afgegeven.

  • 8

    Het intrekken van een bouwvergunning (ex artikel 59 van de Woningwet), alsmede het nemen van beslissingen tot het niet-ontvankelijk verklaren van bouwaanvragen.

  • 9

    De beoordeling of een bouwplan voor een licht-vergunningplichtig bouwwerk niet in strijd is met redelijke eisen van welstand (als bedoeld in artikel 9.7, lid 4, van de Bouwverordening).

  • 10

    Het beslissen op bezwaarschriften tegen besluiten op aanvragen om bouwvergunning al dan niet met (binnenplanse) ontheffing, indien en voor zover het advies van de adviescommissie voor de bezwaarschriften wordt gevolgd en niet gehandeld wordt in strijd met het bepaalde in artikel 10:3, lid 3, van de Algemene wet bestuursrecht.

Wet ruimtelijke ordening

  • 1

    Het beslissen op verzoeken om ontheffing als bedoeld in artikel 3.6, lid 1, onder c, van de Wro, waarbij verlenen alleen mogelijk is indien en voor zover er tijdens de tervisielegging geen zienswijzen zijn ingediend.

  • 2

    Het beslissen op verzoeken om aanlegvergunningen als bedoeld in artikel 3.16 van de Wro.

  • 3

    Het beslissen op verzoeken om ontheffing als bedoeld in artikel 3.22 van de Wro, waarbij verlenen alleen mogelijk is indien en voor zover er tijdens de tervisielegging als bedoeld in artikel 3.24 Wro geen zienswijzen zijn ingediend.

  • 4

    Het beslissen op verzoeken om ontheffing als bedoeld in artikel 3.23 van de Wro, waarbij verlenen alleen mogelijk is indien en voor zover er tijdens de tervisielegging als bedoeld in artikel 3.24 Wro geen zienswijzen zijn ingediend.

  • 5

    Het beslissen op bezwaarschriften tegen besluiten tot het al dan niet verlenen van binnenplanse ontheffingen (gebruiksvrijstellingen), indien en voor zover het advies van de adviescommissie voor de bezwaarschriften wordt gevolgd en niet gehandeld wordt in strijd met het bepaalde in artikel 10:3, lid 3, van de Algemene wet bestuursrecht..

  • 6

    Het afwijzen van aanvragen om een projectbesluit te nemen op grond van artikel 3.12.

  • 7

    Het elektronisch waarmerken en publiceren van Wro-instrumenten conform Bro artikel 1.2.1 lid 1, Bro artikel 1.2.2 lid 2 en de Regeling standaarden ruimtelijke ordening 2008.

Stedelijke vernieuwing

Het beslissen op aanvragen tot toekenning van een bijdrage tot verbetering van woningen in het kader van de ISV.

Wet basisregistraties adressen en gebouwen

In het kader van het bijhouden van een register en een registratie van adressen en gebouwen op grond van de Wet basisregistraties adressen en gebouwen voor het opmaken van een proces-verbaal van constatering zoals bedoeld in art. 10, eerste lid, onder b van de Wet basisregistraties adressen en gebouwen en voor het opmaken van schriftelijke verklaringen strekkende tot het signaleren van wijzigingen in de feitelijke situatie die van invloed zijn op de gebouwenregistratie en die niet in een ander krachtens de Wet basisregistraties adressen en gebouwen aangewezen brondocument zijn opgenomen.

Wet Milieubeheer

De procedurele afhandeling van aanvragen om een milieuvergunning ingevolge de Wet Milieubeheer.

Handhaving

  • 1

    Het ondertekenen van een voorwaarschuwing.

  • 2

    Het ondertekenen van een boetebeschikking (bestuurlijke boete).

  • 3

    Het beslissen op een verzoek tot afgifte van een gedoogbeschikking.

  • 4

    Het beslissen over het verlengen van de begunstigingstermijn van een handhavingsbesluit.

  • 5

    Het beslissen over het uit- en afstellen van het effectueren van een handhavingsbesluit.

  • 6

    Het intrekken van een bestuursrechtelijk dwangbesluit (na constatering dat voldaan is aan de lastgeving of er een andersluidend besluit dient te worden genomen).

  • 7

    Het afwijzen van een verzoek om over te gaan tot handhaving.

  • 8

    Het aanwijzen van toezichthouders zoals bedoeld in artikel 5.11 van de Algemene wet bestuursrecht. Ondermandaat van de hierboven opgenomen bevoegdheid onder punt 8 is niet mogelijk.

Brandbeveiligingsverordening 2009

  • 1

    Het beslissen op aanvragen om een gebruiksvergunning zoals bedoeld in artikel 2.1 Brandbeveiligingsverordening 2009.

  • 2

    Het verbinden van voorwaarden aan een gebruiksvergunning, zoals bedoeld in artikel 2.2 Brandbeveiligingsverordening 2009.

  • 3

    Het wijzigen van de voorwaarden, indien het belang waarvoor de gebruiksvergunning is verleend dit vereist op grond van een verandering van inzichten of verandering van omstandigheden gelegen buiten de inrichting opgetreden na het verlenen van de gebruiksvergunning, zoals bedoeld in artikel 2.3 van de Brandbeveiligingsverordening 2009.

Monumenten

  • 1

    Het beslissen op aanvragen om een monumentenvergunning als bedoeld in artikel 11 en 12 van de Monumentenwet 1988, waarbij verlenen alleen mogelijk is indien en voor zover er tijdens de tervisieligging geen zienswijzen zijn ingediend.

  • 2

    Het beslissen op aanvragen om een monumentenvergunningen als bedoeld in artikel 5 en 6 van de Gemeentelijke Monumentenverordening, waarbij verlenen alleen mogelijk is indien en voor zover er tijdens de tervisieligging geen zienswijzen zijn ingediend.

  • 3

    Het beslissen op aanvragen om sloopvergunningen als bedoeld in artikel 37 van de Monumentenwet 1988.

Afvalstoffen

De uitoefening van de bevoegdheid tot bestuursrechtelijke handhaving door middel van bestuursdwang of dwangsom indien en voor zover sprake is van overtreding van de bepalingen in de Afvalstoffenverordening van de gemeente Bergen op Zoom 2007.

Procedureverordening Advisering Planschade 2008

  • 1

    Het versturen van een ontvangstbevestiging naar aanleiding van de ontvangst van een planschadeverzoek.

  • 2

    Het aanwijzen van de adviseur(s) en het verstrekken van de opdrachtverlening.

  • 3

    Het aanwijzen van de contactambtenaar.

  • 4

    Het reageren op concept planschadeadviezen.

Wet Kenbaarheid Publiekrechtelijke Beperkingen

In het kader van het bijhouden van een register en een registratie van publiekrechtelijke beperkingen op onroerende zaken op grond van de Wet kenbaarheid publiekrechtelijke beperkingen op onroerende zaken voor:

  • a.

    Het verstrekken van een bewijs van inschrijving;

  • b.

    Het waarmerken van afschriften van brondocumenten, waarbij publiekrechtelijke beperkingen zijn opgelegd;

  • c.

    Het op verzoek verstrekken van afschriften of uittreksels uit het register en registratie;

  • d.

    Het verstrekken van verklaringen, dat uit het register blijkt, dat op het betreffende aangevraagde perceel geen publiekrechtelijke beperking van toepassing zijn.

Wegslepen van voertuigen

  • 1

    De bevoegdheid tot toepassing van bestuursdwang door middel van het overbrengen en in bewaring stellen van een op de weg geplaatst voertuig, zoals bedoeld in artikel 170, eerste lid van de Wegenverkeerswet, alsmede het op schrift stellen van het bestuursdwangbesluit.

  • 2

    De bevoegdheid om een bewaringsregister van de weggesleepte voertuigen bij te houden zoals bedoeld in artikel 170 vierde lid van de Wegenverkeerswet 1994.

  • 3

    De bevoegdheid om de kosten, verbonden aan de bestuursdwang terug te betalen zoals bedoeld in artikel 172, lid 3 van de Wegenverkeerswet 1994.

  • 4

    De bevoegdheid, als bedoeld in artikel 11 van het Besluit wegslepen van voertuigen, om aan belanghebbenden op verzoek gegevens uit het bewaringsregister te verstrekken.

  • 5

    De bevoegdheid, als bedoeld in artikel 5:29 van de Algemene wet bestuursrecht, tot het opmaken van een proces-verbaal, overeenkomstig het bepaalde in artikel 5 van het Besluit wegslepen van voertuigen.

Verkeer en parkeren

  • 1

    Het beslissen op aanvragen om verstrekking of verlenging van een gehandicaptenparkeerkaart en -plaats, inclusief intrekking (art. 49 Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer) en de bevoegdheid ex artikel 18 lid 1 sub d van de Wegenverkeerswet 1994 tot het nemen van verkeersbesluiten, voor zover het betreft het al dan niet plaatsen of verwijderen van bord E6 (gehandicaptenparkeerplaats) met onderbord uit bijlage 1 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990.

  • 2

    De berichtgeving aan belanghebbenden inzake het opnemen op de wachtlijst van belanghebbenden parkeren.

  • 3

    Het beslissen op aanvragen om afgifte van een vergunning ingevolge de parkeerregeling belanghebbenden.

  • 4

    Het beslissen op aanvragen om tijdelijke parkeervergunningen.

Diversen

  • 1

    Het met toepassing van artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht nemen van een besluit tot het niet in behandeling nemen van een aanvraag.

  • 2

    Het beslissen op aanvragen om vergunning voor het aanbrengen van duikers.

  • 3

    Het indienen van aanvragen om diverse vergunningen en subsidies ten behoeve van de realisatie van projecten, inclusief de administratieve afhandeling daarvan.

  • 4

    Het houden van overleg met groepen bewoners of vertegenwoordigende organisaties over het onderhoud, de herinrichting en de aanleg van wegen, riool-, groen- of speelvoorzieningen.

  • 5

    Het houden van overleg met groepen bewoners of vertegenwoordigende organisaties over ruimtelijke plannen.

  • 6

    Het toekennen, het wijzigen en het intrekken van een nummer aan een object of een te onderscheiden deel daarvan, zoals bedoeld in artikel 3 van de Verordening naamgeving en nummering (adressen).

  • 7

    Het aangaan en ondertekenen van overeenkomsten tot verkoop van weggesleepte aanhangers/caravans, die op grond van artikel 5:30 van de Algemene wet bestuursrecht na 13 weken mogen worden verkocht, tot een maximumbedrag van € 2.500,--, inclusief het opstellen en ondertekenen van een vrijwaringsverklaring ten aanzien van de te verkopen objecten waarvoor een kentekenbewijs verplicht is.

  • 8

    Het beslissen op aanvragen om toekenning van een VROM Starterslening op grond van de Verordening VROM Startersregeling 2007.

Omgevingsregelgeving algemeen

  • 1.

    Het ondertekenen van een bewijs van ontvangst van aanvragen voor vergunningen en ontheffingen zoals bedoeld in artikel 3.1 lid 2 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.

  • 2.

    Het ondertekenen van het bericht van ontvangst als bedoeld in artikel 3.1 van de Wabo.

  • 3.

    Het beslissen om het indienen van schriftelijke stukken behorende bij een aanvraag toe te staan (artikel 4.3 lid 2 Bor).

  • 4.

    Het beslissen tot aanhouding aanvraag en het ondertekenen van de mededeling daarvan (artikel 3.3. t/m 3.6 Wabo).

  • 5.

    Het verlengen van de beslistermijn op een aanvraag om omgevingsvergunning (artikel 3.9 lid 2 en 3.12 lid 8 Wabo).

  • 6.

    Beslissen over de wijziging van een omgevingsvergunning 1e fase (artikel 2.5 lid 6 Wabo).

  • 7.

    Het aanvragen van advies als bedoeld in artikel 2.26 van de Wabo.

  • 8.

    Het aanvragen van en adviseren over aanvragen om verklaringen van geen bedenkingen als bedoeld in artikel 2.27 van de Wabo.

  • 9.

    Het verlenen van een omgevingsvergunning ex artikel 2.27 en 2.28 van de Wabo indien en voor zover de vereiste verkalring van geen bedenkingen is afgegeven.

  • 10.

    Het weigeren, wijzigen en intrekken van een omgevingsverguning (ex artikel 2.29 tot en met artikel 2.33a Wabo), alsmede het nemen van beslissingentot het niet-ontvankelijk verklaren van aanvragenomgevingsvergunning.

    Omgevingsregelgeving voor de activiteit bouwen

  • 11

    Het beslissen op aanvragen om omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen (ex artikel 2.1 Wabo).

  • 12

    De beoordeling of een activiteit bouwen voor een activiteit als bedoeld in artikel 2.3 en 2.7 (en bijlage II) van het Besluit omgevingsrecht (besluit van 25 maart 2010) in strijd is met redelijke eisen van welstand.

  • 13

    De controle van statische berekeningen met bijbehorende tekeningen.

  • 14

    Het beslissen op verzoeken om vrijstelling op grond van de Bouwverordening.

  • 15

    Het beslissen op ontheffing op grond van artikel 1.11 van het Bouwbesluit 2003.

  • 16

    Het op een andere naam overschrijven van omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen (artikel 10.3 en 10.4 Bouwverordening - overgedragen vergunningen en overdragen mededeling).

  • 17

    Het beslissen op bezwaarschriften tegen besluiten op aanvragen om omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen al dan niet in combinatie met een afwijkingsactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, lid 1c van de Wabo, indien en voor zover het advies van de Adviescommissie voor de bezwaarschriften wordt gevolgd en niet gehandeld wordt in strijd met het bepaalde in artikel 10:3, lid 3 van de Algemene wet bestuursrecht.

    Omgevingsregelgeving voor de activiteit afwijken (bestemmingsplan)

  • 18

    Het beslissen op een aanvraag om omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.1, onder b van de Wabo.

  • 19

    Het beslissen op aanvragen om omgevingsvergunning voor de activiteit gebruiken ex artikel 2.1 eerste lid onder c van de Wabo zoals bedoeld in artikel 2.12 eerste lid, sub a, onder 1°, 2° van de Wabo.

  • 20

    Het afwijzen van een aanvraag om omgevingsvergunning voor de activiteit gebruiken ex artikel 2.1 eerste lid onder c van de Wabo zoals bedoeld in artikel 2.12 eerste lid, sub a, onder 3° van de Wabo.

  • 21

    Het beslissen op aanvragen om omgevingsvergunning voor de activiteit gebruiken ex artikel 2.1 eerste lid onder c van de Wabo zoals bedoeld in artikel 2.12 tweede lid van de Wabo.

  • 22

    Het elektronisch waarmeren en publiceren van Wro-instrumenten conform Bro artikel 1.2.1. lid 1, Bro artikel 1.2.2. lid 2 en de Regeling standaarden ruimtelijke ordening 2008.

    Omgevingsregeling voor de activiteit gebruiken (brandveiligheid)

  • 23

    Het beslissen op aanvragen om omgevingsvergunning voor de activiteit gebruiken ex artikel 2.1 eerste lid onder d Wabo).

    Omgevingsregelgeving voor de activiteit milieu

  • 24

    Het beslissen op aanvragen om omgevingsvergunning voor de activiteit milieu ex artikel 2.1 eerste lid onder 3 Wabo;

    1° het oprichten,

    2° het veranderen of veranderen van de werking of

    3° het in werking hebben

    van een inrichting op mijnbouwwerk.

    Omgevingsregelgeving voor de activiteit slopen

  • 25

    Het beslissen op een aanvraag omgevingsvergunning voor de activiteit slopen als bedoeld in artikel 2.1, lid 1, onder f. tot en met i. van de Wabo:

    f. het slopen, verstoren, verplaatsen of in enig opzicht wijzigen van een beschermd monument of het herstellen, gebruiken of laten gebruiken van een beschermd monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht;

    g. het slopen van een bouwwerk in de gevallen waarin dat in een bestemmingsplan, beheersverordening of voorbereidingsbesluit is bepaald;

    h. het slopen van een bouwwerk in een beschermd stads- of dorpsgezicht of;

    i. het verrichten van een andere activiteit die behoort tot een bij algemene maatregel van bestuur aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving.

  • 26

    Het beslissen op een aanvraag omgevingsvergunning voor de activiteit slopen als bedoeld in artikel 2.2, lid 1, onder a. tot en met c., van de Wabo (ingevolge provinciale of gemeentelijke verordening);

    a. een bouwwerk te slopen;

    b. een monument als bedoeld in een zodanige verordening;

    1° te slopen, te verstoren, te verplaatsen of in enig opzicht te wijzigen of

    2° te herstellen, te gebruiken of te laten gebruiken op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht,

    c. een bouwwerk te slopen in een krachtens een zodanig aangewezen verordening aangewezen stads- of dorpsgezicht.

  • 27

    Het afgeven van asbestmeldingsformulieren zoals bedoeld in artikel 8.2.1 van de Bouwverordening.

    Omgevingsregelgeving voor de overige Wabo activiteiten

  • 28

    Het beslissen op een aanvraag om omgevingsvergunning voor de activiteit aanleggen of veranderen van een weg als bedoeld in artikel 2.2., lid 1 onder d, van de Wabo.

  • 29

    Het beslissen op een aanvraag om omgevingsvergunning voor de activiteit maken, hebben of veranderen van een uitweg, als bedoeld in artikel 2.2, lid 1 onder e, van de Wabo.

  • 30

    Het beslissen op een aanvraag om omgevingsvergunning voor de activiteit vellen of doen vellen van houtopstand als bedoeld in artikel 2.2, lid 1 onder g, van de Wabo.

  • 31

    Het beslissen op een aanvraag om omgevingsvergunning voor het op of aan een roerende zaak maken van handelsreclame met behulop van een opschrift, aankondiging of afbeelding in welke vorm dan ook, die zichtbaar is vanaf een openbare plaats, zoals bedoeld in artikel 2.2, lid 1 onder h van de Wabo.

    Algemene Plaatselijke Veordening

    Het beslissen op aanvragen om vergunning, ontheffing, verlof, vrijstelling, toestemming, verklaring van geen bezwaar en dergelijke, alsmede het intrekken daarvan, op grond van de Algemene Plaatselijke Verordening, m.u.v. de ontheffing als bedoeld in artikel 5.34 APV (stoken van vuur).

Afdelingsmanager Openbare Ruimte

Gemandateerd door het college en de burgemeester

Verkeer en parkeren

  • 1

    Het beslissen op aanvragen tot het verlenen van ontheffingen op grond van artikel 87 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990.

  • 2

    Het beslissen op aanvragen tot het verlenen van ontheffing van gebruik van de openbare ruimte door motorvoertuigen op grond van artikel 149 van de Wegenverkeerswet (WVW1994) en artikel 87 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990.

  • 3

    Het (beslissen op aanvragen tot het) nemen van (tijdelijke) verkeersbesluiten op basis van artikel 18 van de Wegenverkeerswet (WVW1994).

  • 4

    Het (beslissen op aanvragen tot het) nemen van tijdelijke verkeersmaatregelen volgens artikel 34 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW).

  • 5

    Het verlenen van toestemming aan de Rijksdienst voor het Wegverkeer als bedoeld in artikel 1, lid 4 en lid 5, van het mandaatbesluit van 25 maart 1997 voor het verlenen van ontheffing voor bijzondere transporten.

  • 6

    Het toezenden van afschriften van verkeersbesluiten aan de betrokken instanties / derden.

  • 7

    Het beslissen op aanvragen om vergunning tot het aanbrengen van routeaanduidingen t.b.v. festiviteiten, bedrijven en bouwplaatsen.

  • 8

    Het beslissen op aanvragen om toestemming voor het leggen en houden van kabels en leidingen in gemeentegrond.

  • 9

    Het beslissen op verzoeken om toestemming voor georganiseerde activiteiten in gemeentelijke groen-, bos-, en natuurterreinen (b.v. droppings, wandeltochten, “school in bos” e.d.).

Lijkbezorging/begraafplaatsen

  • 1

    Het nemen van besluiten ingevolge de Beheersverordening gemeentelijke begraafplaats.

  • 2

    Het beslissen op aanvragen om toestemming voor het verstrooien van asresten op gemeentelijke gronden op grond van de Wet op de Lijkbezorging.

Afvalstoffen

Het beslissen op aanvragen om vergunning, ontheffing, verlof, vrijstelling, toestemming, verklaring van geen bezwaar en dergelijke, alsmede het intrekken daarvan, op grond van de Afvalstoffenverordening van de gemeente Bergen op Zoom 2007.

Diversen

  • 1

    Het met toepassing van artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht nemen van een besluit tot het niet in behandeling nemen van een aanvraag.

  • 2

    Het indienen van aanvragen om diverse vergunningen en subsidies ten behoeve van de realisatie van projecten, inclusief de administratieve afhandeling daarvan.

  • 3

    Het afhandelen van schriftelijke, telefonische en mondelinge klachten en verzoeken om informatie over het functioneren en het onderhoud van de gemeentelijke openbare voorzieningen.

  • 4

    Het houden van overleg met groepen bewoners of vertegenwoordigende organisaties over het onderhoud, de herinrichting en de aanleg van wegen, riool-, groen- of speelvoorzieningen.

  • 5

    Het beslissen op verzoeken van bewoners om toestemming voor het zelfwerkzaam zijn bij de inrichting en het onderhoud in het openbaar groen in hun directe woonomgeving, onder voorwaarde dat het openbare karakter blijft behouden en de zelfwerkzaamheid niet leidt tot gemeentelijke (des)investeringen.

  • 6

    Het doen van subsidieaanvragen inzake aanleg / verbetering riolering.

  • 7

    Houden van inschrijvingen en gunning houtverkoop gemeentebossen.

  • 8

    Het aangaan van inscharings - en andere tijdelijke overeenkomsten inzake het beheer van groen-, bos- en natuurterreinen, dijken en braakliggende gronden.

  • 9

    Het beslissen op het doen van een betaling in verband met een bestuurlijke geldschuld op grond van artikel 4:86 Awb.

Afdelingsmanager Economie, Cultuur & Educatie

Gemandateerd door het college en de burgemeester

Algemeen

  • 1

    Het intrekken en herzien van het primaire besluit op grond van artikel 6:18 van de Algemene wet bestuursrecht.

  • 2

    Aanvragen van en afrekenen van rijksbijdragen.

  • 3

    Het doen van kennisgeving van (de resultaten van) afhandeling van subsidievoorstellen door gemeenteraad en gedeputeerde staten.

  • 4

    Het beslissen op bezwaarschriften tegen bij mandaat genomen besluiten, indien en voor zover het advies van de adviescommissie voor de bezwaarschriften wordt gevolgd en niet gehandeld wordt in strijd met het bepaalde in artikel 10:3, lid 3, van de Algemene wet bestuursrecht.

Algemene Plaatselijke Verordening

Het beslissen op aanvragen om vergunning, ontheffing, verlof, vrijstelling, toestemming, verklaring van geen bezwaar en dergelijke, alsmede het intrekken daarvan, op grond van de Drank- en Horecawet en de Drank- en Horecaverordening.

Drank- en Horecaregelgeving

  • 1

    Het beslissen op aanvragen om vergunning, ontheffing, verlof, vrijstelling, toestemming, verklaring van geen bezwaar en dergelijke, alsmede het intrekken daarvan, op grond van het Activiteitenbesluit.

  • 2

    Het beslissen op aanvragen om vergunning, ontheffing, verlof, vrijstelling, toestemming, verklaring van geen bezwaar en dergelijke, alsmede het intrekken daarvan, op grond van de Verordening inzake de aanwijzing van dagen/dagdelen, waarop de geluidsnormen, voortvloeiende uit het “Activiteitenbesluit” niet gelden voor horecabedrijven gelegen in het centrum van Bergen op Zoom.

  • 3

    Het beslissen op aanvragen om vergunning, ontheffing, verlof, vrijstelling, toestemming, verklaring van geen bezwaar en dergelijke, alsmede het intrekken daarvan, op grond van de Verordening inzake de aanwijzing van dagen/dagdelen, waarop de geluidsnormen, voortvloeiende uit het “Activiteitenbesluit” niet gelden voor horecabedrijven gelegen in het Havenkwartier van Bergen op Zoom.

  • 4

    Het beslissen op aanvragen om vergunning, ontheffing, verlof, vrijstelling, toestemming, verklaring van geen bezwaar en dergelijke, alsmede het intrekken daarvan, op grond van de Verordening inzake de aanwijzing van dagen/dagdelen, waarop de geluidsnormen, voortvloeiende uit het “Activiteitenbesluit” niet gelden voor horecabedrijven gelegen in het centrum van Halsteren en in het centrum van Lepelstraat.

  • 5

    Het beslissen op aanvragen om vergunning, ontheffing, verlof, vrijstelling, toestemming, verklaring van geen bezwaar en dergelijke, alsmede het intrekken daarvan, op grond van de Verordening inzake de aanwijzing van dagen/dagdelen, waarop de geluidsnormen, voortvloeiende uit het “Activiteitenbesluit” niet gelden voor horecabedrijven gelegen buiten de centra van Bergen op Zoom, Halsteren en Lepelstraat.

  • 6

    Het beslissen op aanvragen om vergunning, ontheffing, verlof, vrijstelling, toestemming, verklaring van geen bezwaar en dergelijke, alsmede het intrekken daarvan, op grond van de Verordening inzake de aanwijzing van dagen/dagdelen, waarop de geluidsnormen, voortvloeiende uit het “Activiteitenbesluit” niet gelden voor sportkantines, sportterreinen (met inbegrip van verlichting), buurthuizen, campings, zwembaden en andere in het besluit genoemde inrichtingen geen horecabedrijven zijnde, voor zover deze inrichtingen onder de werkingssfeer van de Wet milieubeheer vallen.

Markten

Het beslissen op aanvragen om vergunning, ontheffing, verlof, vrijstelling, toestemming, verklaring van geen bezwaar en dergelijke, alsmede het intrekken daarvan, op grond van de Marktverordening.

Stand- en ventplaatsen

Het beslissen op aanvragen om vergunning, ontheffing, verlof, vrijstelling, toestemming, verklaring van geen bezwaar en dergelijke, alsmede het intrekken daarvan, op grond van de Verordening op het verlenen van standplaats- en ventvergunningen en het innemen van standplaatsen 1999.

Haven

Het beslissen op aanvragen om vergunning, ontheffing, verlof, vrijstelling, toestemming, verklaring van geen bezwaar en dergelijke, alsmede het intrekken daarvan, op grond van de Havenverordening en het Uitvoeringsbesluit Havenverordening.

Kansspelen

Het beslissen op aanvragen om vergunning, ontheffing, verlof, vrijstelling, toestemming, verklaring van geen bezwaar en dergelijke, alsmede het intrekken daarvan, op grond van de Wet op de Kansspelen, de Speelautomatenverordening en de Speelautomatenhallenverordening.

Winkeltijden

Het beslissen op aanvragen om vergunning, ontheffing, verlof, vrijstelling, toestemming, verklaring van geen bezwaar en dergelijke, alsmede het intrekken daarvan, op grond van de Verordening inzake de Winkeltijdenwet 2007.

Wegslepen van voertuigen

  • 1.

    De bevoegdheid tot toepassing van bestuursdwang door middel van het overbrengen en in bewaring stellen van een op de weg geplaatst voertuig, zoals bedoeld in artikel 170, eerste lid van de Wegenverkeerswet, alsmede het op schrift stellen van het bestuursdwangbesluit.

  • 2.

    De bevoegdheid om een bewaringsregister van de weggesleepte voertuigen bij te houden zoals bedoeld in artikel 170 vierde lid van de Wegenverkeerswet 1994.

  • 3

    De bevoegdheid om de kosten, verbonden aan de bestuursdwang terug te betalen zoals bedoeld in artikel 172, lid 3 van de Wegenverkeerswet 1994.

  • 4

    De bevoegdheid, als bedoeld in artikel 11 van het Besluit wegslepen van voertuigen, om aan belanghebbenden op verzoek gegevens uit het bewaringsregister te verstrekken.

  • 5

    De bevoegdheid, als bedoeld in artikel 5:29 van de Algemene wet bestuursrecht, tot het opmaken van een proces-verbaal, overeenkomstig het bepaalde in artikel 5 van het Besluit wegslepen van voertuigen.

Verkeer

Het beslissen op aanvragen om vergunning tot het aanbrengen van routeaanduidingen t.b.v. festiviteiten, bedrijven en bouwplaatsen.

Leegstandswet

Het beslissen op aanvragen om vergunning, ontheffing, verlof, vrijstelling, toestemming, verklaring van geen bezwaar en dergelijke, alsmede het intrekken daarvan, op grond van de Leegstandwet.

Educatie en Sport

  • 1

    Het uitvoeren van de verordening jeugdsportsubsidies.

  • 2

    Het ondertekenen van declaraties en jaarverantwoordingen bij en ten behoeve van het ministerie belast met sport.

  • 3

    Het beslissen in het kader van de vergoeding c.q. deelname in van gemeentewege geregeld vervoer ingevolge de onderwijswetgeving.

  • 4

    Het toestaan van vervangende leerplicht op grond van artikelen 3a en 3b van de Leerplichtwet en het verlenen van vrijstelling van de leerplicht op grond van artikel 5, 5A en 15 van de Leerplichtwet;

Cultuur

  • 1

    Definitieve afrekening van subsidies van verenigingen, instellingen en groepen voor zover deze vaststelling overeenkomt met of lager is dan het toegekende subsidie.

  • 2

    Het beslissen op aanvragen tot het verlenen van voorschotten op toegekende subsidies.

  • 3

    Het aanvragen en afrekenen van rijksbijdragen.

  • 4

    Het beslissen op aanvragen om subsidie conform de vastgestelde richtlijnen en normen in de Beleidsregels Cultuursubsidies krachtens de Subsidieverordening kunst en cultuur. Bij afwijken van de vastgestelde richtlijnen en normen alsook bij afwijzing van een subsidieverzoek uitsluitend met voorafgaande toestemming van de portefeuillehouder.

  • 5

    Het beslissen op aanvragen van gesubsidieerde instellingen om toestemming voor het doen van kleine investeringen binnen het raam van de begroting/subsidiebedrag.

  • 6

    Het beslissen op aanvragen van gesubsidieerde instellingen om toestemming voor het vorm van bestemmingsreserves en de maximale hoogte daarvan.

  • 7

    Het beslissen op aanvragen van gesubsidieerde instellingen om uitstel voor het indienen van subsidieaanvragen en subsidieverantwoordingen.

  • 8

    Het verlengen van een bestaande uitvoeringsovereenkomst als onderdeel van een subsidiebeschikking op het terrein van cultuur conform de vastgestelde richtlijnen en normen van de beleidsregels cultuursubsidies krachtens de subsidieverordening Kunst en Cultuur. Bij afwijken van de vastgestelde richtlijnen en normen uitsluitend na voorafgaande toestemming van de portefeuillehouder Cultuur.

  • 9

    Het uitvoeren van de verordening jubileumsubsidies.

  • 10

    Het uitvoeren van de regeling zaalhuursubsidies.

  • 11

    ingetrokken.

  • 12

    Het aanvragen van subsidies ten behoeve van cultuurstimulering, cultuurparticipatie en stimulering van cultuur in het algemeen.

Jacht- en visserijregelgeving

  • 1

    Het beslissen op aanvragen tot het verlenen van vergunningen als bedoeld in artikel 8, lid 3 van de Jachtwet (jachtvergunning schadelijk wild) aan de in de gemeente Bergen op Zoom werkzame milieu-inspecteurs.

  • 2

    Het beslissen op aanvragen tot verlenging van de vergunning tot het vissen in de Theodorushaven (beroepsvissers).

  • 3

    Het vaststellen van de jaarlijkse huurprijs voor het visrecht in de Theodorushaven.

  • 4

    Het beslissen op aanvragen tot verlenging van jacht- en visserijcontracten en het beslissen omtrent de goedkeuring van de daarin geëiste jacht- en visserijplannen.

Stedelijke vernieuwing

Het beslissen op aanvragen tot toekenning van een bijdrage in de restauratiekosten van gebouwen in het kader van de ISV.

Dierenbescherming

Het beslissen op een aanvragen om vergunning, alsmede het intrekken daarvan, op grond van de Wet op de dierenbescherming.

Luchtvaartwet

Het beslissen op aanvragen om ontheffingen/verklaringen van geen bezwaar in het kader van de Luchtvaartwet.

Diversen

  • 1

    Het met toepassing van artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht nemen van een besluit tot het niet in behandeling nemen van een aanvraag.

  • 2

    Het indienen van aanvragen om diverse vergunningen en subsidies ten behoeve van de realisatie van projecten, inclusief de administratieve afhandeling daarvan.

  • 3

    Het afhandelen van schriftelijke, telefonische en mondelinge klachten en verzoeken om informatie over het functioneren en het onderhoud van de gemeentelijke openbare voorzieningen.

  • 4

    Het beslissen op het doen van een betaling in verband met een bestuurlijke geldschuld op grond van artikel 4:86 Awb.

Directeur Markiezenhof

  • 1.

    Het aanvragen van subsidies in verband met het aankopen van kunst en (kunst)historische voorwerpen ten behoeve van de cultuurhistorische gemeentelijke collectie.

  • 2.

    Het stellen van nadere regels omtrent de raadpleging van archiefbescheiden op grond van artikel 6 van het Besluit Informatiebeheer.

De Afdelingsmanager Vastgoed & Projecten

Gemandateerd door het college en de burgemeester

Vastgoed

  • 1.

    Het afhandelen van schriftelijke, telefonische en mondelinge klachten en verzoeken om informatie over het functioneren en het onderhoud van gemeentelijke panden;

  • 2.

    Het verrichten van handelingen, treffen van voorzieningen en het afwikkelen van beschikkingen zoals hieronder omschreven en met inachtneming van de Wet op het primair onderwijs, de Wet op het voortgezet onderwijs, delen I en II en de gemeentelijke verordening voorzieningen huisvesting onderwijs (nader te noemen: huisvestingsverordening) zoals die vanaf en na 1 januari 1997 (zullen) luiden:

    • b)

      behandeling van aanvragen/voorstellen (waaronder coordinatie, voorbereiding, beoordeling en toetsing inhoud en voeren van overleg met betrekking tot aanvragen/voorstellen) om (tijdelijke) voorzieningen in de huisvesting, incl. (het voorstel tot) medegebruik, (het voorstel tot) vordering en (ver)huur dan wel beëindiging daarvan ingevolge de huisvestingsverordening;

    • c)

      uitwerken en afwikkelen incl. het verlenen van subsidievoorschotten, van beschikkingen, die voortvloeien uit de hiervoor onder a) bedoelde aanvragen of voorstellen voor zover zich geen ingrijpende wijziging van feiten en omstandigheden heeft voorgedaan ten opzichte van feiten en omstandigheden ten tijde van de vaststelling van het huisvestingsprogramma en ook overigens geen weigeringsgronden aanwezig zijn;

      • 0.

        onder het hiervoor onder a) bedoelde overleg valt niet het bestuurlijk overleg met betrekking tot het huisvestingsprogramma en overzicht, omschreven in de huisvestingsverordening, het op overeenstemming gericht overleg met betrekking tot de wijziging van de huisvestingsverordening en het overleg gericht op alsmede het vragen van advies aan de Onderwijsraad, met inbegrip van het vaststellen van de verslagen van dergelijk overleg;

  • 3.

    Het indienen van aanvragen om diverse vergunningen en subsidies ten behoeve van het onderhoud van gemeentelijk vastgoedbezit inclusief de administratieve afhandeling daarvan.

Grondzaken

Het uitvoeren van de artikelen 7, tweede lid, 8, 9 en zesde lid en 12, eerste lid van de Wet voorkeursrecht Gemeenten.

Projecten

  • 1

    Het indienen van aanvragen om diverse vergunningen en subsidies ten behoeve van de realisatie van projecten, inclusief de administratieve afhandeling daarvan.

  • 2

    Het afhandelen van schriftelijke, telefonische en mondelinge klachten en verzoeken om informatie over het functioneren en het onderhoud van de gemeentelijke gebouwen en projecten.

  • 3

    Het houden van overleg met groepen bewoners of vertegenwoordigende organisaties over de inrichting van projecten.

Diversen

  • 1

    Het met toepassing van artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht nemen van een besluit tot het niet in behandeling nemen van een aanvraag.

  • 2

    Het beslissen op het doen van een betaling in verband met een bestuurlijke geldschuld op grond van artikel 4:86 Awb.

Afdelingsmanager Sociale Zaken

Sociale Zaken

  • 1.

    Het beslissen op aanvragen ingevolge de Wet werk en bijstand alsmede de afdoening en ondertekening van aangelegenheden verband houdende met de uitvoering van die wet en hierop betrekking hebbende verordeningsbepalingen.

  • 2.

    Het beslissen ingevolge de Wet investeren in jongeren alsmede de afdoening en ondertekening van aangelegenheden verband houdende met de uitvoering van deze wet en hierop betrekking hebbende verordeningsbepalingen.

  • 3.

    Beslissen over en de regie over de uitvoering van de Wet Sociale Werkvoorziening.

  • 4.

    Afdoening van vorderingen op grond van de Wet Werkloosheidsvoorziening.

  • 5.

    Met betrekking tot de Wet op de lijkbezorging het beslissen over de feitelijke lijkbezorging en de daarmee verband houdende kostenafwikkeling.

  • 6.

    Het beslissen op aanvragen ingevolge de Wet Inkomensvoorziening Oudere en Gedeeltelijke Arbeidsongeschikte Werkloze Werknemers en aanverwante verordeningen.

  • 7.

    Het beslissen op aanvragen ingevolge Wet Inkomensvoorziening Oudere en Gedeeltelijke Arbeidsongeschikte Gewezen Zelfstandigen en aanverwante verordeningen.

  • 8.

    Het beslissen op aanvragen ingevolge de GKB;

  • 9.

    Het beslissen op aanvragen ingevolge de Wet Inkomensvoorziening Oudere en Gedeeltelijke Arbeidsongeschikte Gewezen Zelfstandigen alsmede de afdoening en ondertekening van aangelegenheden verband houdende met de uitvoering van deze verordening en aanverwante verordeningen.

  • 10.

    Het beslissen ingevolge de Verordening Wet inburgering in het kader van de Wet inburgering nieuwkomers en Wet inburgering alsmede de afdoening en ondertekening van aangelegenheden verband houdende met de uitvoering van deze wetten en verordening

  • 11

    Het nemen van beslissingen op grond van Verordening bijdrageregeling sociaal culturele activiteiten.

  • 12

    Het ondertekenen van declaraties en jaarverantwoording bij en ten behoeve van het ministerie inzake de Wet Inburgering Nieuwkomers, de Wet Inburgering, de Tijdelijke regeling Outkomers en de regeling PAVEM.

  • 13.

    Het beslissen op aanvragen ingevolge de Wet Kinderopvang en Verordening Kinderopvang 2004 alsmede de afdoening en ondertekening van aangelegenheden verband houdende met de uitvoering van deze voorschriften.

  • 14.

    Het beslissen ingevolge het Besluit bijstandverlening zelfstandigen 2004.

  • 15.

    Het beslissen op bezwaarschriften tegen bij mandaat genomen besluiten, indien en voor zover het advies van de adviescommissie voor de bezwaarschriften wordt gevolgd en niet gehandeld wordt in strijd met het bepaalde in artikel 10:3, lid 3, van de Algemene wet bestuursrecht.

  • 16.

    Het uitvoeren van de Verordening jubileumsubsidies;

  • 17.

    Het benoemen van leden van de cliëntenraad;

  • 18.

    Aanvragen en afrekenen rijksbijdragen;

  • 19.

    Het doen van kennisgeving van (de resultaten van) afhandeling van subsidie-voorstellen door gemeenteraad en gedeputeerde staten.

  • 20.

    Het beslissen op aanvragen om verlof, vrijstelling, toestemming, verklaring van geen bezwaar en dergelijke, alsmede het intrekken daarvan, op grond van de Verordening Kinderopvang.

Afdelingsmanager Maatschappelijke Dienstverlening

Gemandateerd door het college

Algemeen

  • 1

    Het uitvoeren van de Verordening jubileumsubsidies;

  • 2

    Aanvragen en afrekenen rijksbijdragen;

  • 3

    Het vragen van uitstel bij aanvraagprocedures inzake subsidies en aanverwante regelingen.

  • 4

    Het doen van kennisgeving van (de resultaten van) afhandeling van subsidie-voorstellen door gemeenteraad en gedeputeerde staten.

  • 5

    Het beslissen op bezwaarschriften tegen bij mandaat genomen besluiten, indien en voor zover het advies van de adviescommissie voor de bezwaarschriften wordt gevolgd en niet gehandeld wordt in strijd met het bepaalde in artikel 10:3, lid 3, van de Algemene wet bestuursrecht.

Welzijn, Zorg en Veiligheid

  • 1.

    Het beslissen op aanvragen om subsidie tot een bedrag van € 5.000,-- conform vastgestelde beleidsregels inzake welzijn en zorg.

  • 2.

    Definitieve afrekening van subsidies van verenigingen, instellingen en groepen voor zover deze vaststelling overeenkomt met of lager is dan het toegekende subsidie.

  • 3.

    Het verlenen van voorschotten op toegekende subsidies.

  • 4.

    Wijzigingen personeelsformatie van gesubsidieerde instellingen en toestemming voor kleine investeringen binnen het raam van de begroting/subsidiebedrag.

  • 5.

    Het aan gesubsidieerde instellingen geven van toestemming voor het doen van kleine investeringen binnen het raam van de begroting/subsidiebedrag.

  • 6.

    Het verlenen van uitstel aan gesubsidieerde instellingen voor het indienen van subsidie-aanvragen en (financiële) verslagen.

  • 7.

    Het doen van kennisgeving van (de resultaten van) afhandeling van subsidie-voorstellen door gemeenteraad en gedeputeerde staten.

  • 8.

    Het vaststellen van besluiten tot het verlenen van subsidies op basis van de “Beleidsregel subsidieverlening activiteiten in het kader van het vrijwilligersbeleid en mantelzorg” tot een bedrag van € 5.000,--.

  • 9.

    Het benoemen van en het bevestigen van het aftreden van leden van de Ouderenadviesraad, de gehandicaptenadviesraad, de Integratie Advies Raad en de Jeugdraad;

  • 10.

    Het beslissen op aanvragen ingevolge de Wet Maatschappelijke Ondersteuning alsmede de afdoening en ondertekening van aangelegenheden verband houdende met de uitvoering van die wet.

  • 11.

    Het beslissen op aanvragen ingevolge de Wet voorzieningen gehandicapten alsmede de afdoening en ondertekening van aangelegenheden verband houdende met de uitvoering van die wet, indien deze wet op grond van de overgangsbepalingen Wmo van toepassing is.

  • 12.

    Het beslissen in het kader van de Wet kinderopvang of het gastouderbureau naar aanleiding van de resultaten van het GGD onderzoek opvang mag aanbieden.

  • 13.

    De uitvoering van hoofdstuk 3, 4 en 5 van de Wet Kinderopvang, met uitzondering van de bevoegdheid om ambtenaren van de GGD aan te wijzen als toezichthouders (artikel 61, lid 1 Wet Kinderopvang).

  • 14.

    De uitvoering van de Verordening Kwaliteitsregels Peuterspeelzaalwerk, met uitzondering van de bevoegdheid om ambtenaren van de GGD aan te wijzen als toezichthouders (artikel 17, Verordening Kwaliteitsregels Peuterspeelzaalwerk).

  • 15.

    Het geven van een opdracht aan de GGD West-Brabant voor het uitvoeren van een onderzoek bij de gastouder (na aanvraag tot registratie in het register kinderopvang).

  • 16.

    Het beslissen op de aanvraag tot registratie als gastouderbureau in het register kinderopvang.

  • 17.

    Het vaststellen en indienen van declaraties en jaarverantwoordingen bij en ten behoeve van het ministerie inzake de Wet Inburgering Nieuwkomers, de Wet Inburgering, de Tijdelijke regeling Outkomers en de regeling PAVEM.

  • 18

    Alle reguliere correspondentie vanuit het college van burgemeester en wethouders met betrekking tot het Besluit Risico's Zware Ongevallen 1999, waaronder:

    - verzoeken om aanvullende informatie naar aanleiding van toetsing van Veiligheidsrapportages;

    - schriftelijke beoordelingen van Veiligheidsrapportages;

    - schriftelijke rapportages naar aanleiding van de uitgevoerde jaarlijkse inspectie.

Publieksdiensten

  • 1.

    Het ingevolge art. 83 van de Wet GBA doen van een kennisgeving van een voornemen tot:

    • a.

      het niet of slechts ten dele gevolg geven aan een aangifte;

    • b.

      het niet opnemen van een gegeven over de burgerlijke stand, dan wel tot het niet als zodanig aanmerken van een geschrift daarover, dat als akte is aangeboden;

    • c.

      het niet opnemen van een gegeven over de nationaliteit;

    • d.

      het ambtshalve overgaan tot inschrijving, of tot opneming van gegevens in het geval dat inschrijving of opneming op grond van een aangifte had moeten plaatsvinden;

    • e.

      het, bij een opgenomen algemeen gegeven, plaatsen van een aantekening over de juistheid van dat gegeven of over strijdigheid daarvan met de Nederlandse openbare orde.

  • 2.

    Het nemen van besluiten dat het onder 1 genoemde voornemen wordt uitgevoerd indien daarop niet binnen de daarvoor gestelde termijn wordt gereageerd.

  • 3.

    Het niet voldoen aan een verzoek tot:

    • -

      inzage en afschrift;

    • -

      het gebruik van de geslachtsnaam van de echtgenoot;

    • -

      verwijdering van gegevens bij adoptie of geslachtswijziging;

    • -

      een correctierecht.

Bevoegdheden gemandateerd door de Burgemeester

  • 4.

    Het weigeren, inhouden, wijzigen en vervallen verklaren van reisdocumenten.

  • 5.

    Het afgeven, het ongeldig verklaren en het weigeren van rijbewijzen alsmede het afgeven van een verklaring van afgifte van een rijbewijs.

  • 6.

    Het opvragen van gegevens uit het politieregister, bij de rechtbank en de minister van Justitie naar aanleiding van aanvraag tot afgifte van een verklaring omtrent het gedrag.

  • 7.

    Het bevestigen of weigeren van verzoeken om verkrijging van het Nederlanderschap door optie.

  • 8.

    Het afgeven en het weigeren van een bewijs van Nederlanderschap.

  • 9.

    Het opvragen van gegevens uit het politieregister (herkenningsdienst), bij de rechtbank en de minister van Justitie in het kader van de naturalisatiewetgeving.

  • 10.

    Het opvragen van de verblijfsstatus bij de vreemdelingendienst in het kader van de naturalisatiewetgeving.

  • 11.

    Het adviseren op naturalisatieverzoeken.

  • 12.

    Het verlenen van een verlof tot ontheffing van een stoffelijk overschot.

  • 13.

    Het verlenen van een verlof tot uitstel van begraving c.q. verbranding van een stoffelijk overschot.

  • 14.

    Het afgeven van een laissez-passer voor lijken.

  • 15.

    Het afgeven van een verlof tot het opgraven en herbegraven van een stoffelijk overschot.

Mandaat aan de directeur van de Regionale Milieudienst

Gemandateerd door het college en de burgemeester

Algemeen

Het schriftelijk verlenen van toestemming o.g.v. de WOB documenten in te zien voor zover het de milieuwetgeving en de APV betreft.

Wet milieubeheer (Wm)

  • 1

    Ondertekening van alle correspondentiebrieven en procedurestukken in het kader van de toegekende mandaten (ontvangstbevestiging, bekendmaking, publicatie etc.).

  • 2

    Het verrichten van aanschrijvingen n.a.v. bedrijfscontrole of hercontrole (incl. overleggen rapporten/documenten op basis van wetsbepaling of vergunningsvoorschrift).

  • 3

    * Het verrichten van vooraanschrijvingen (al dan niet op verzoek van derden) inzake het toepassen van sanctiemiddelen.

  • 4

    Verzoek aan aanvrager om de aanvraag aan te vullen.

  • 5

    Besluiten tot het niet verder in behandeling nemen van aanvragen voor vergunningen ingevolge de Wm.

  • 6

    Besluiten tot het verlengen van de beslistermijn op aanvragen ingevolge de Wm.

  • 7

    Het opstellen/uitvaardigen van het ontwerpbesluit.

  • 8

    Het op verzoek organiseren van een hoorzitting in het kader van de vergunningverlening en het opmaken en toezenden van het verslag.

  • 9

    Het verlenen van een milieuvergunning voor zover hiertegen geen adviezen en bedenkingen zijn ingekomen en daarbij geen bestuurlijke belangen in het geding zijn.

  • 10

    Het opstellen van de publicatie t.b.v. het definitieve besluit.

  • 11

    Het schrijven van een (rappel)brief om een melding ex. Artikel 8.41 Wm in te dienen c.q. aan te vullen, zoals het overleggen van rapporten (akoestisch, bodemonderzoek, geur).

  • 12

    Brief akkoordbevinding en publicatie melding AMvB Wet milieubeheer 8.41 Wm.

  • 13

    * Het schriftelijk reageren op ingekomen reacties naar aanleiding van een gepubliceerde melding ex artikel 8.41 Wm.

  • 14

    * Besluiten tot het stellen van maatwerkvoorschriften op basis van AMvB zoals bedoeld in art. 8.42 e.v. Wm.

  • 15

    Het schriftelijk reageren op een verzoek om een andere maatregel te treffen dan de voorgeschreven verplichte maatregel op grond van artikel 8.40a en volgende van de Wet milieubeheer.

  • 16

    Afgeven akkoordverklaring melding art. 8.19 Wm.

  • 17

    * Ambtshalve dan wel op verzoek van een derde (eenieder, met uitzondering van vergunninghouder) wijzigen, aanvullen en/of intrekken van voorschriften aan een vergunning ingevolge de Wet milieubeheer, dan wel de beperkingen waaronder een vergunning is verleend wijzigen, aanvullen of intrekken in het belang van de bescherming van het milieu dan wel in verband met de technische mogelijkheden ter bescherming van het milieu of gezien de ontwikkeling van de kwaliteit van het milieu tot en met de ontwerpbeschikking.

  • 18

    Op verzoek van een vergunninghouder wijzigen, aanvullen of intrekken van voorschriften aan vergunningen ingevolge de Wet milieubeheer, dan wel de beperkingen waaronder een vergunning is verleend wijzigen, aanvullen of intrekken tot en met de ontwerpbeschikking.

  • 19

    * Het intrekken van een vergunning ingevolge de Wet milieubeheer indien gedurende 3 jaar geen handelingen zijn verricht met gebruikmaking van de vergunning tot en met de ontwerpbeschikking

  • 20

    Het op verzoek van de vergunninghouder geheel of gedeeltelijk intrekken van een vergunning tot en met de ontwerpbeschikking.

  • 21

    Het beslissen op aanvragen om ontheffing zoals bedoeld in artikel 10.63 tweede lid van de Wet milieubeheer inzake het buiten een inrichting verbranden van afvalstoffen.

Wet bodembescherming

* Aanschrijving in het kader van ontheffingen van het Lozingsbesluit Bodembescherming (LBB) tot en met verlening van de ontheffing (toestemming).

Besluit bodemkwaliteit

  • 1

    Het op ontvankelijkheid toetsen, beoordelen en registreren van ontvangen meldingen op basis van het Besluit bodemkwaliteit met betrekking tot weg- en grondwerken en met betrekking tot werken die een relatie hebben met de Woningwet.

  • 2

    Het beoordelen van informatie omtrent bouwstoffen behorende bij bouwaanvragen in het kader van het Besluit bodemkwaliteit.

  • 3

    Het toetsen of de overige bouwstoffen (voor bouwwerken) maar ook grond (grondverzet bij bouwwerken op ophoging c.q. bouwrijp maken) voldoen aan de eisen van het Besluit bodemkwaliteit met betrekking tot grond- en wegwerken en met betrekking tot werken die een relatie hebben met de Woningwet.

  • 4

    Het houden van toezicht op de juiste toepassing van het Besluit bodemkwaliteit met betrekking tot grond- en wegwerken en werken die een relatie hebben met de Woningwet.

Wet geluidhinder

  • 1

    Het aanbieden van geluidwerende maatregelen aan de eigenaar/bewoner van een woning of geluigevoelig object in het kader van sanering van wegverkeer- of spoorweglawaai, overeenkomstig de in hoofdstuk 6 van het Besluit geluidhinder vastgestelde procedure.

  • 2

    Besluiten inzake het definitief afvoeren van een woning of geluidgevoelig object van de saneringslijst indien de eigenaar/bewoner geen medewerking heeft verleend aan het treffen van maatregelen aan de gevel of indien de woning of het geluidgevoelig object niet in aanmerking komt voor sanering.

  • 3

    Het treffen van geluidwerende maatregelen, die ten laste komen van het Rijk, binnen zones langs (spoor)wegen met het oog op het beperken van de geluidsbelasting van woningen.

Overig

  • 1

    Het verstrekken van documenten aan de administratieve rechter naar aanleiding van een ingesteld beroep.

  • 2

    Aanwijzing van toezichthoudende ambtenaren (groepen van personen) ter zake van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, Wet milieubeheer, de Wet geluidhinder, de Wet bodembescherming en de Algemene Plaatselijke Verordening.

  • 3

    Brieven/aanschrijvingen in het kader van de afhandeling van milieuklachten.

    APV

    De bevoegdheid om te besluiten op een verzoek om ontheffing van het verbod om in de open lucht vuur aan te leggen, te stoken of te hebben ingevolge artikel 5.34 van de Algemene plaatselijke verordening.

    Mandaat aan de korpschef van de Politieregio Midden en West-Brabant

    Gemandateerd door het college en de burgemeester

    • 1.

      De bevoegdheid tot toepassing van bestuursdwang door middel van het overbrengen en in bewaring stellen van een op de weg geplaatst voertuig, zoals bedoeld in artikel 170, eerste lid van de Wegenverkeerswet, alsmede het op schrift stellen van het bestuursdwangbesluit.

    • 2.

      De bevoegdheid om een bewaringsregister van de weggesleepte voertuigen bij te houden zoals bedoeld in artikel 170 vierde lid van de Wegenverkeerswet 1994.

    • 3.

      De bevoegdheid om de kosten, verbonden aan de bestuursdwang terug te betalen zoals bedoeld in artikel 172, lid 3 van de Wegenverkeerswet 1994.

    • 4.

      De bevoegdheid, als bedoeld in artikel 11 van het Besluit wegslepen van voertuigen, om aan belanghebbenden op verzoek gegevens uit het bewaringsregister te verstrekken.

    • 5.

      De bevoegdheid, als bedoeld in artikel 5:29 van de Algemene wet bestuursrecht, tot het opmaken van een proces-verbaal, overeenkomstig het bepaalde in artikel 5 van het Besluit wegslepen van voertuigen.

De Korpschef van de Politieregio Midden en West-Brabant heeft de bevoegdheid ondermandaat te verlenen aan de bij zijn dienst werkzame en door hem schriftelijk aan te wijzen opsporingsfunctionarissen, met inachtneming van de op basis van artikel 10.6 van de Algemene wet bestuursrecht vastgestelde (werk)instructie.

Algemeen Directeur

Het afdoen van klachten als bedoeld in hoofdstuk 9 van de Algemene wet bestuursrecht.

Directeur

Het beslissen op administratief beroep inzake kwijtschelding van gemeentelijke belastingen.

Algemene bepalingen

Grenzen aan mandaat

  • 1.

    Bij de verlening van mandaat houden het college van burgemeester en wethouders en de burgemeester in zijn algemeenheid rekening met de volgende uitgangspunten:

    • a.

      bestuurlijk/politiek gevoelige zaken komen niet in aanmerking voor mandaat;

    • b.

      er moet sprake zijn van efficiëntie en tijdwinst;

    • c.

      besluiten dienen binnen daartoe bestemde budgetten te vallen;

    • d.

      de bevoegdheden in het kader van het budgethouderschap dienen in acht te worden genomen.

  • 2.

    Van mandaat mag geen gebruik worden gemaakt, indien:

    • a.

      het besluit leidt tot afwijking van of aanvulling op het dan toe gevoerde beleid;

    • b.

      het besluit niet past binnen de daartoe bestemde budgetten of uit het besluit niet voorziene financiële consequenties kunnen voortvloeien;

    • c.

      de betrokken portefeuillehouder, de burgemeester of algemeen directeur dit kenbaar heeft gemaakt;

    • d.

      bij betrokkenheid van meerdere afdelingen één van de afdelingen over het te nemen besluit een afwijkend of negatief advies heeft uitgebracht, danwel de budgethouder een negatief advies heeft uitgebracht;

    • e.

      er persoonlijke betrokkenheid van de gemandateerde bij het te nemen besluit bestaat;

    • f.

      artikel 169, vierde lid van de Gemeentewet van toepassing is of indien de gemandateerde enige twijfel heeft of dit het geval is.

Reikwijdte mandaatverstrekking

Indien het college van burgemeester en wethouders c.q. de burgemeester mandaat verleent ten aanzien van de uitvoering van een bevoegdheid, geschiedt deze verlening in de ruimste zin van het woord. Naast het nemen van besluiten in positieve of negatieve zin wordt hieronder dan ook mede verstaan:

  • -

    het nemen van alle voorbereidingsbesluiten en het verrichten van alle voorbereidingshandelingen;

  • -

    het intrekken van besluiten (niet in kader van bestuurlijke handhaving tenzij uitdrukkelijk gemandateerd);

  • -

    het uitreiken van bewijs van ontvangst aanvragen etc.;

  • -

    het vaststellen van formulieren voor het indienen van aanvragen etc.

  • -

    verdagen en/of uitstellen;

  • -

    verzoeken om aanvullende informatie;

  • -

    verzoeken tot kostenloze advisering aan derden (politie, brandweer, nutsbedrijven, Kamer van Koophandel, Rijksdiensten etc.);

  • -

    verzoeken tot het betalen van legeskosten o.g.v. vastgestelde verordeningen;

  • -

    het voeren van correspondentie, die direct te maken heeft met de opgedragen taken;

  • -

    het verstrekken van inlichtingen over vastgesteld beleid;

  • -

    het stellen van nadere voorwaarden;

  • -

    het toekennen van bedragen in termijnen;

  • -

    het toekennen van voorschotten;

  • -

    het uitvoeren van selectie en gunning conform het inkoop en -aanbestedingsbeleid;

  • -

    het afleggen van verantwoording aan het rijk;

  • -

    het beslissen op verzoeken om schadevergoeding (zelfstandige en onzelfstandige schadebesluiten);

  • -

    het bekend maken van besluiten/beschikkingen, daar waar de verplichting daartoe in de wetgeving is opgenomen;

  • -

    het toezenden van besluiten/beschikkingen aan instanties, daar waar de verplichting daartoe in de wetgeving is opgenomen;

en alle andere besluiten die genomen moeten worden en alle andere handelingen die moeten worden verricht binnen het kader van de uitvoering van de verleende bevoegdheid.

Ondertekening

Daar waar door het college van burgemeester en wethouders of de burgemeester een bevoegdheid is verleend tot het nemen van een besluit, wordt tevens de bevoegdheid tot ondertekening verleend, voor zover dit niet wettelijk is uitgesloten.

In de ondertekening dient tot uitdrukking te worden gebracht, dat het besluit is genomen krachtens mandaat. Hierbij wordt de volgende formulering aangehouden: Het college van burgemeester en wethouders of de burgemeester, namens het college dan wel de burgemeester, en dan de functie en naam van de gemandateerde.

Ondermandaat

Ondermandaat is toegestaan.

Ondermandatering geschiedt bij schriftelijk besluit.

Ondermandaten worden ter kennis van het college van burgemeester en wethouders dan wel de burgemeester gebracht.

De voorschriften die voor het mandaat gelden zijn onverminderd van toepassing op het ondermandaat. Daarnaast kunnen aan een ondermandaat extra voorschriften worden verbonden.

Afwezigheid gemandateerde

  • 1.

    Ingeval van afwezigheid van de gemandateerde worden de verleende bevoegdheden uitgeoefend door hun plaatsvervangers of waarnemers.

  • 2.

    Indien een bevoegdheid is uitgeoefend door een plaatsvervanger of waarnemer, dient dit in de ondertekening tot uitdrukking te worden gebracht door gebruikmaking van de woorden “plaatsvervangend” of “waarnemend’’, gevolgd door functie en eigen naam.