Regeling vervallen per 07-04-2022

Verordening op de raadscommissies van de gemeente Bergen op Zoom.

Geldend van 14-08-2020 t/m 28-04-2021

Intitulé

Verordening op de raadscommissies van de gemeente Bergen op Zoom.

De raad van de gemeente Bergen op Zoom;

Gezien het voorstel van de voorzitter van de raad d.d. 7 juni 2018 nr. RVB18-0034

gelet op artikel 82, eerste lid, van de Gemeentewet;

BESLUIT:

vast te stellen de Verordening op de raadscommissies van de gemeente Bergen op Zoom 2018.

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

- burgerlid: niet-raadslid, door de raad aangewezen op voordracht van de in de raad vertegenwoordigde fractie waartoe hij behoort;

- commissiegriffier: griffier van een raadscommissie of diens plaatsvervanger;

- commissielid: lid van een raadscommissie of diens plaatsvervanger;

- commissievoorzitter: voorzitter van een raadscommissie of diens plaatsvervanger;

- griffier: griffier van de raad of diens plaatsvervanger.

Artikel 2. Instelling raadscommissies

De raad stelt bij afzonderlijk besluit raadscommissies in.

Artikel 3. Taken

Een raadscommissie heeft de volgende taken:

a. het voeren van een debat tussen fracties onderling om tot oordeelsvorming te komen;

b. brengt advies uit aan de raad over die onderwerpen waarop haar werkzaamheden betrekking hebben;

c. kan advies uitbrengen aan de raad over andere onderwerpen dan bedoeld onder b;

d. voert overleg met het college of de burgemeester over in ieder geval de door hen verstrekte inlichtingen en het gevoerde bestuur ten aanzien van de onderwerpen bedoeld onder b.

Artikel 4. Samenstelling; benoeming commissievoorzitter

1. Een raadscommissie bestaat uit ten maximaal 23 commissieleden door de raad uit zijn midden te benoemen.

2. De samenstelling van een raadscommissie is zodanig dat er een evenwichtige vertegenwoordiging is van de in de raad vertegenwoordigde fracties.

3. De leden van de commissies kunnen zich laten vervangen door een ander raadslid van de in de raad vertegenwoordigde fractie waartoe zij behoren of door een niet-raadslid, daartoe door de raad aangewezen op voordracht van de in de raad vertegenwoordigde fractie waartoe hij behoort (burgerlid).

4. Per vertegenwoordigde fractie kan door de raad maximaal het aantal burgerleden worden aangewezen gelijk aan het aantal raadsleden waaruit de fractie bestaat. Per commissievergadering mag van iedere fractie maximaal één burgerlid formeel deelnemen aan de vergadering en zij genieten per bijgewoonde vergadering een presentie vergoeding als bedoeld in de Verordening rechtspositie raads- en burgerleden.

5. Vervangers (raadsleden en burgerleden) hebben in de vergadering dezelfde rechten en plichten als het commissielid, dat zij vervangen. De artikelen 10, 11, 12, 13 en 15 van de Gemeentewet zijn zoveel mogelijk van overeenkomstige toepassing op commissieleden die geen raadslid zijn.

6. Alvorens hun functie te kunnen uitoefenen, leggen de burgerleden, in handen van de voorzitter van de raad, de volgende eed (verklaring en belofte) af: ”’ik zweer (verklaar en beloof) dat ik, om iets in deze functie te doen of te laten, rechtstreeks noch middellijk enig geschenk of enige belofte heb aangenomen of zal aannemen.

Ik zweer (verklaar en beloof) dat ik getrouw zal zijn aan de grondwet, dat ik de wetten zal nakomen en dat ik mijn plichten als burgerlid naar eer en geweten zal vervullen. Zo waarlijk helpe mij God Almachtig! (Dat verklaar en beloof ik)”.

Artikel 5 Voorzitter

1. De voorzitter wordt door de raad uit zijn midden benoemd.

2. De voorzitter is geen lid van de raadscommissie.

3. De voorzitter is belast met:

a. Het leiden van de vergadering;

b. Het handhaven van de orde;

c. Het doen naleven van deze verordening;

d. hetgeen deze verordening hem verder opdraagt.

4. In geval van ontstentenis of verhindering wordt de voorzitter vervangen door een lid van de raad, door de raad aan te wijzen.

Artikel 6. Zittingsduur en vacatures

1. De zittingsperiode van een commissielid en -voorzitter eindigt in ieder geval met het einde van de zittingsperiode van de raad.

2. Een commissielid houdt op lid te zijn als niet meer voldaan wordt aan de in artikel 4 gestelde eisen.

3. De raad kan een commissielid ontslaan op voorstel van de fractie die het commissielid voor benoeming heeft voorgedragen.

4. Een commissielid en de commissievoorzitter kunnen te allen tijde ontslag nemen. Zij doen daarvan schriftelijk mededeling aan de raad. Het ontslag gaat een maand na de schriftelijke mededeling in of zoveel eerder als hun opvolger is benoemd.

5. Als door overlijden of ontslag een vacature ontstaat, beslist de raad zo spoedig mogelijk over de vervulling daarvan.

7. Als een fractie niet langer vertegenwoordigd is in de raad, vervalt het lidmaatschap van commissieleden die op voordracht van die fractie zijn benoemd van rechtswege.

Artikel 7. De commissiegriffier

1. De griffier van de raad benoemt ter ondersteuning van iedere raadscommissie een op de griffie werkzame ambtenaar.

2. Een commissiegriffier is aanwezig in vergaderingen of wordt vervangen door een daartoe door de griffier van de raad aangewezen op de griffie werkzame ambtenaar of, in samenspraak met de secretaris, een niet op de griffie werkzame ambtenaar.

3. De griffier kan in iedere vergadering aanwezig zijn.

4. Een commissiegriffier kan op uitnodiging van de commissievoorzitter aan beraadslagingen in vergaderingen deelnemen.

Hoofdstuk 2. Vergaderingen

Paragraaf 1. Voorbereiding

Artikel 8. Oproep en agenda

1. De commissievoorzitter zendt ten minste zeven dagen voor een vergadering de commissieleden een schriftelijke oproep en de voorlopige agenda met de daarbij behorende stukken.

2. In spoedeisende gevallen kan de commissievoorzitter na het verzenden van een schriftelijke oproep een aanvullende agenda opstellen. Zo spoedig mogelijk, maar uiterlijk 48 uur voor aanvang van de vergadering, wordt deze met de daarbij behorende stukken aan de commissieleden gezonden.

3. Op de stukken, bedoeld in het eerste en tweede lid, is artikel 9, derde lid, van toepassing.

4. De agenda wordt bij aanvang van een vergadering door de raadscommissie vastgesteld.

Artikel 9. Ter inzage leggen van stukken

1. Stukken die ter toelichting van de onderwerpen of voorstellen op een agenda dienen, worden gelijktijdig met het verzenden van de schriftelijke oproep op het gemeentehuis ter inzage gelegd. Als na het verzenden van de schriftelijke oproep stukken ter inzage worden gelegd, wordt hiervan mededeling gedaan aan de leden van de raadscommissie en zo mogelijk door middel van openbare kennisgeving.

2. Elektronisch beschikbare stukken worden op de website van de gemeente geplaatst.

3. Stukken waaromtrent op grond van artikel 86, eerste en tweede lid, van de Gemeentewet geheimhouding is opgelegd, blijven in afwijking van het eerste en tweede lid onder berusting van de griffier en verleent deze de commissieleden op verzoek inzage.

Artikel 10. Openbare kennisgeving

1. Commissievergaderingen worden op de voor afkondigingen in de gemeente gebruikelijke wijze en door plaatsing op de gemeentelijke website openbaar gemaakt.

2. In spoedeisende gevallen kan de openbare kennisgeving uitsluitend langs elektronische weg plaatsvinden.

Paragraaf 2. Ter vergadering

Artikel 11. Presentielijst

1. De commissiegriffier draagt zorg voor het bijhouden van presentielijsten van vergaderingen.

2. Bij binnenkomst in de vergaderzaal tekent ieder commissielid, dat (voor één of meer agendapunten) aanwezig is, de presentielijst.

Artikel 12. Opening vergadering en quorum

1. Een vergadering wordt niet geopend voordat blijkens de presentielijst meer dan de helft van het aantal zitting hebbende commissieleden tegenwoordig is.

2. Wanneer een kwartier na het vastgestelde tijdstip niet het vereiste aantal commissieleden aanwezig is en de vergadering niet kan worden geopend, belegt de commissievoorzitter opnieuw een vergadering tegen een tijdstip dat ten minste vierentwintig uur na het bezorgen van de oproeping is gelegen.

3. Op een vergadering als bedoeld in het tweede lid is het eerste lid niet van toepassing. Een raadscommissie kan echter over andere aangelegenheden dan die waarvoor de ingevolge het eerste lid niet geopende vergadering was belegd alleen beraadslagen of besluiten, als blijkens de presentielijst meer dan de helft van het aantal zitting hebbende commissieleden tegenwoordig is.

Artikel 13. Verslag

1. Van de commissievergadering wordt een audioverslag gemaakt dat binnen 7 dagen na de vergadering is te raadplegen via de website van de gemeente.

2. Er wordt een besluitenlijst van de vergadering gemaakt. De besluitenlijst wordt in ieder geval digitaal aan de commissieleden gezonden gelijktijdig met de oproep voor de volgende vergadering.

3. De commissieleden, de voorzitter en de wethouders hebben het recht een voorstel tot verandering te doen, indien de concept-besluitenlijst onjuistheden bevat of niet duidelijk weergeeft hetgeen gezegd of besloten is. Een voorstel tot verandering dient ten minste 24 uur voor de aanvang van de vergadering bij de griffier te worden ingediend.

4. In de besluitenlijst worden vermeld:

a. de namen van de voorzitter, de griffier, de wethouders en

de commissieleden, allen voor zover aanwezig, alsmede van de overige personen die het woord gevoerd hebben;

b. een aantekening van welke commissieleden afwezig

waren;

c. een vermelding van de zaken die aan de orde zijn

geweest;

d. het advies aan de raad;

e. toezeggingen die door het college, wethouders of de

burgemeester zijn gedaan.

5. De besluitenlijst wordt in de eerstvolgende vergadering vastgesteld, waarna deze door de voorzitter en commissiegriffier wordt ondertekend.

Artikel 14. Advies; geen stemmingen

1. Als een raadscommissie een advies aan de raad uitbrengt, beslissen de commissieleden op voorstel van de commissievoorzitter over de inhoud van het advies.

2. De commissievoorzitter inventariseert per fractie of het voorstel als een A-stuk (akkoord) of B-stuk (bespreking) naar de raad kan worden doorgeleid. In het advies worden de standpunten van alle fracties opgenomen.

3. In een vergadering vinden geen stemmingen plaats, met uitzondering van over geheimhouding en met betrekking tot de orde.

Artikel 15. Spreektermijnen

1.Beraadslaging over onderwerpen of voorstellen geschiedt in ten hoogste twee termijnen, tenzij de raadscommissie anders beslist.

2. Op voorstel van het presidium stelt de raad de spreektijd voor de fracties en het college vast, waarbij een spreektijd van maximaal 5 minuten per agendapunt per fractie in de eerste termijn uitgangspunt is. Op voorstel van het presidium en/of de voorzitter kan de raad de spreektijd uitbreiden of verminderen.

3. De voorzitter inventariseert voorafgaand aan de bespreking van het agendapunt welke fracties in de eerste termijn het woord wensen te voeren en waarover. Fracties die geen gebruik hebben gemaakt van de spreektijd in de eerste termijn, mogen wel in de tweede termijn reageren.

4. Spreektermijnen worden door de commissievoorzitter afgesloten.

5. Per agendapunt wijst iedere fractie in beginsel één woordvoerder aan. Indien een fractie over een agendapunt met meer dan één woordvoerder wenst te spreken, maken zij dit bij de vaststelling van de agenda bekend.

6. Commissieleden mogen in een termijn niet meer dan éénmaal het woord voeren over hetzelfde onderwerp of voorstel.

7. Bij de bepaling hoeveel malen een commissielid over hetzelfde onderwerp of voorstel het woord heeft gevoerd, wordt niet meegerekend het spreken over een voorstel van orde.

8. Na afloop van de eerste termijn van een spreker zijn verduidelijkende vragen en interrupties en debat daarover toegestaan.

Artikel 16. Spreekregels

1. Een commissielid, de burgemeester en een wethouder spreken vanaf hun plaats of van de spreekplaats en richten zich tot de voorzitter.

2. Bij bijzondere gelegenheden kan de voorzitter bepalen dat de in het eerste lid genoemde personen vanaf een andere plaats spreken.

3. Een commissielid, de burgemeester en een wethouder voren het woord na het aan de voorzitter gevraagd en van hem gekregen te hebben.

4. De volgorde van sprekers kan worden gewijzigd, wanneer het woord wordt gevraagd over de orde van de vergadering.

Artikel 17. Deelname aan de beraadslaging door anderen

Een raadscommissie kan op enig moment besluiten dat anderen mogen deelnemen aan de beraadslaging.

Artikel 18. Handhaving orde en schorsing

1. De commissievoorzitter zorgt voor de handhaving van de orde in de vergadering.

2. Hij kan de raadscommissie voorstellen aan een commissielid dat door zijn gedragingen de geregelde gang van zaken belemmert, het verdere verblijf in de vergadering te ontzeggen. Over het voorstel wordt niet beraadslaagd. Na aanneming daarvan verlaat het commissielid de vergadering onmiddellijk. Zo nodig doet de commissievoorzitter hem verwijderen. Bij herhaling van zijn gedrag kan het commissielid bovendien voor ten hoogste drie maanden de toegang tot de vergadering worden ontzegd.

3. Hij kan ter handhaving van de orde de vergadering voor een door hem te bepalen tijd schorsen en, als na de heropening de orde opnieuw wordt verstoord, de vergadering sluiten.

4. Hij roept sprekers tot de orde als deze zich in beledigende of onbetamelijke uitdrukkingen uitlaten, afwijken van het in behandeling zijnde onderwerp, andere sprekers herhaaldelijk interrumperen, dan wel anderszins de orde verstoren. Sprekers die hieraan geen gevolg geven, kunnen door hem het woord ontnomen worden over het aanhangige onderwerp.

Artikel 19. Voorstellen van orde

Commissieleden kunnen tijdens een vergadering mondeling een voorstel van orde betreffende de vergadering doen. De raadscommissie beslist hier terstond over.

Paragraaf 3. Besloten vergaderingen

Artikel 20. Toepassing verordening op besloten vergaderingen

Op besloten vergaderingen is deze verordening van overeenkomstige toepassing voor zover dat niet strijdig is met het besloten karakter van de vergadering.

Artikel 21. Besluitenlijst besloten vergadering

1. Conceptbesluitenlijsten van besloten vergaderingen worden niet verspreid, maar uitsluitend voor de commissieleden ter inzage gelegd bij de commissiegriffier.

2. Deze besluitenlijsten worden zo spoedig mogelijk in een besloten vergadering ter vaststelling aangeboden. Tijdens deze vergadering neemt de raadscommissie een besluit over het al dan niet openbaar maken van de besluitenlijst.

3. De vastgestelde besluitenlijsten worden door de commissievoorzitter en de commissiegriffier ondertekend.

Artikel 22. Opheffing geheimhouding

Als de raad op grond van artikel 25, derde en vierde lid, van de Gemeentewet voornemens is de geheimhouding op te heffen, wordt, als de raadscommissie die geheimhouding heeft opgelegd daarom verzoekt, daarover in een besloten vergadering met de raadscommissie overleg gevoerd.

Paragraaf 4. Toehoorders en pers

Artikel 23. Toehoorders en pers

1. Toehoorders en vertegenwoordigers van de pers wonen openbare vergaderingen uitsluitend bij op de voor hen bestemde plaatsen.

2. Het blijkgeven van tekenen van goed- of afkeuring of het op andere wijze verstoren van de orde is hen verboden.

3. De commissievoorzitter is bevoegd, wanneer de orde in de vergadering op enigerlei wijze door toehoorders wordt verstoord, deze en zo nodig andere toehoorders te doen vertrekken.

4. Hij is bevoegd toehoorders die bij herhaling de orde in de vergadering verstoren voor ten hoogste drie maanden de toegang tot de vergadering te ontzeggen.

Artikel 24. Geluid- en beeldregistraties

1. Het is toegestaan om eigen geluid- of beeldregistraties te maken van de commissievergaderingen. Degenen die van een openbare commissievergadering geluid- of beeldregistraties willen maken, doen hiervan mededeling aan de commissievoorzitter en gedragen zich naar diens aanwijzingen.

2. Het is alleen toegestaan om vanaf de publieke tribune geluid- of beeldregistraties te maken, tenzij de commissievoorzitter expliciet toestemming heeft gegeven om vanaf een andere plaats in de raadszaal geluid- of beeldregistraties te maken.

3. Registraties mogen geen overlast veroorzaken en camera’s mogen het publiek of deelnemers aan de commissievergadering niet in de weg staan.

Hoofdstuk 3. Slotbepalingen

Artikel 25. Intrekken oude verordening

De Verordening op de raadscommissies 2008 wordt ingetrokken.

Artikel 26. Inwerkingtreding en citeertitel

1. Deze verordening treedt in werking op de achtste dag na bekendmaking.

2. Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening op de raadscommissies gemeente Bergen op Zoom 2018

De griffier,

De voorzitter,

C.J.M. Terstappen

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van