Beleidsregel voor de heffing van toeristenbelasting

Geldend van 23-01-2013 t/m heden

Intitulé

Beleidsregel voor de heffing van toeristenbelasting

Beleidsregel voor de heffing van Toeristenbelasting.

Het college van burgemeester en wethouders van Berkelland,

Gelet op het bepaalde in:

  • -

    Artikel 1;3, eerste lid, onder 4 van de Algemene wet Bestuursrecht (hierna Awb);

  • -

    Artikel 11, tweede lid, artikel 67a en 67d van de Algemene wet inzake Rijksbelastingen (hierna AWR)

BESLUIT :

Vast te stellen de volgende beleidsregel voor de heffing van toeristenbelasting.

1.Inleiding

Artikel 8, 1e lid van de AWR (welke ook op de gemeentelijke belastingen van toepassing is) regelt de verplichting van belastingplichtige om na de uitnodiging tot het doen van aangifte, het aangiftebiljet duidelijk, stellig en zonder voorbehoud ingevuld en ondertekend, met de daarin gevraagde bescheiden of andere gegevensdragers in te leveren.

2.Vaststelling aanslag.

  • 2.1.

    Ter zake van het vaststellen van de aanslag toeristenbelasting wordt iedere belastingplichtige jaarlijks een aangiftebiljet toeristenbelasting toegestuurd.

  • 2.2

    Indien de omstandigheden daartoe aanleiding geven kan een aanslag worden opgelegd in afwijking van de aangifte. De bevoegdheid daartoe is ontleend aan artikel 11, 2e lid van de AWR.

  • 2.3

    Het is mogelijk dat, hoewel een correcte aangifte is gedaan, voor het vaststellen van de aanslag nog nadere inlichtingen nodig zijn.

3.Vaststellen ambtshalve aanslag

  • 3.1

    Indien niet voldaan is aan de verplichting van bovengenoemd artikel wordt de aanslag toeristenbelasting ambtshalve vastgesteld. Daarbij wordt de volgende werkwijze gehanteerd:

    • -

      Bij de ambtshalve vaststelling van een aanslag toeristenbelasting wordt als uitgangspunt genomen het gemiddeld aantal overnachtingen van het betreffende belastingobject waarvoor in de twee voorafgaande belastingjaren toeristenbelasting verschuldigd was. Dit aantal wordt met 10% verhoogd.

    • -

      Wanneer het belastingobject in het voorafgaande jaar niet in de toeristenbelasting is betrokken, wordt het aantal overnachtingen bepaald op basis van een redelijk te schatten aantal overnachtingen, een en ander in vergelijking met andere gelijkwaardige belastingobjecten.

4.Sancties

Volgens artikel 47, 1e lid van de AWR, is een ieder gehouden aan de belastingheffer:

  • 4.1

    a. de gevraagde gegevens en inlichtingen te verstrekken welke voor de belastingheffing voor hem van belang kunnen zijn.

  • b. boeken, bescheiden en andere gegevensdragers of de inhoud daarvan de kennisneming van belasting kunnen zijn voor de vaststelling van de feiten, welke invloed kunnen uitoefenen op de belastingheffing te verstrekken.

Op het niet voldoen aan deze verplichting is in de artikelen 68 en 69 van de AWR een straf van ten hoogste 4 jaren of een geldboete van de vierde categorie of, indien dit bedrag hoger is, ten hoogste eenmaal het bedrag van de te weinig geheven belasting.

  • 4.2

    De volgende bestuurlijke boetes kunnen worden opgelegd:

  • Verzuimboete

  • Indien de belastingplichtige nadat hem/haar een aangiftebiljet is uitgereikt, de aangifte niet doet, of na twee aanmaningen om alsnog aangifte te doen niet binnen de in die aanmaning gestelde termijn doet, kan aan betrokkene, overeenkomstig artikel 67a van de AWR een verzuimboete worden opgelegd.

  • Omvang verzuimboete

    • -

      bij een eerste overtreding : 10% van de ambtshalve vastgestelde aanslag;

    • -

      bij een tweede overtreding binnen een termijn van 5 jaar na de eerste overtreding; 20% van de ambtshalve vastgestelde aanslag

    • -

      bij een derde en daarop volgende overtreding binnen een termijn van 5 jaar na de tweede overtreding; 30% van de ambtshalve vastgestelde aanslag, steeds met een maximum van € 1.500,00.

  • Vergrijpboete

  • In de gevallen dat de aangifte opzettelijk niet is gedaan, onjuist of onvolledig is, krijgt men éénmalig de gelegenheid om dit binnen 7 dagen te corrigeren. Daarna kan, overeenkomstig artikel 67d van de AWR, een vergrijpboete van maximaal 100% van de vastgestelde aanslag worden opgelegd. Deze boete kan gelijktijdig met het opleggen van de aanslag worden opgelegd.

  • Omvang vergrijpboete

  • De omvang van de boete bedraagt:

    • -

      bij een eerste overtreding : 10% van de ambtshalve vastgestelde aanslag;

    • -

      bij een tweede overtreding binnen een termijn van 5 jaar na de eerste overtreding; 20% van de ambtshalve vastgestelde aanslag;

    • -

      Bij een derde en daarop volgende overtreding binnen een termijn van 5 jaar na de tweede overtreding; 30% van de ambtshalve vastgestelde aanslag, steeds met een maximum van € 1.500,00.

  • Indien blijkt dat tijdens een controle ter plaatse het nachtverblijfregister onvolledig is, of niet nauwkeurig wordt bijgehouden, krijgt men éénmalig de gelegenheid om dit binnen 7 dagen te corrigeren. Daarna kan een boete worden opgelegd.

    • -

      bij een eerste overtreding: € 100,00;

    • -

      bij een tweede overtreding binnen een termijn van 5 jaar na de eerste overtreding: € 250,00;

    • -

      bij een derde en volgende overtreding binnen een termijn van 5 jaar na de tweede overtreding : € 500,00.

  • 4.3

    Bij een overtreding van de maximale bezetting welke volgens het geldende bestemmingsplan van het betreffende terrein is vastgesteld, krijgt men éénmalig de gelegenheid om de overtreding binnen 4 dagen te beëindigen. Daarna kan een boete worden opgelegd.

  • -bij een eerste overtreding € 100,00 per kampeermiddel;

  • -bij een tweede overtreding binnen een termijn van 5 jaar na de eerste overtreding € 250,00 per kampeermiddel;

  • -bij een derde en volgende overtreding binnen een termijn van 5 jaar na de eerste overtreding ; € 500,00 per kampeermiddel.

5.Bezwaar

  • 5.1

    Tegen de een ambtshalve opgelegde aanslag kan binnen zes weken na dagtekening van de aanslag bezwaar worden ingediend. Dit bezwaar dient echter met voldoende bewijsmateriaal, waaronder het volledige nachtverblijfregister, te worden ingediend. Na zes weken is de ambtshalve aanslag onherroepelijk. Indien het bezwaar gegrond wordt verklaard zal de ambtshalve aanslag worden aangepast. De boete die hierop is gebaseerd blijft echter gehandhaafd.

6.Inwerkingtreding

  • 6.1.

    Deze regeling treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 6.2.

    Deze beleidsregel kan worden aangehaald als: “Beleidsregel voor de heffing van toeristenbelasting”.

Aldus vastgesteld op 18 december 2012.

Burgemeester en wethouders van Berkelland.

De secretaris, de burgemeester,

J.A. Wildeman mr. H.L.M. Bloemen