Verordening Algemeen Cultureel Fonds

Geldend van 01-01-1976 t/m heden

Intitulé

Verordening Algemeen Cultureel Fonds

Artikel 1

  • 1.

    Uit de donatie van de Rabobank Best – aangeboden aan de gemeente Best bij de gelegenheid van het 75-jarig bestaan van die bank in 1974 – en de aanwezige reserve voor culturele doeleinden, wordt een algemeen fonds gesticht.

  • 2.

    In het fonds wordt jaarlijks een bij de begroting vast te stellen bedrag gestort.

  • 3.

    Het fonds wordt belegd bij de gemeente Best. De gemeente vergoedt hiervoor een rente berekend naar het percentage, dat zij hanteert voor de overige gemeentelijke of bij de gemeentebelegde reserves van gemeentelijke diensten en bedrijven.

Artikel 2

Het fonds heeft tot doel:

  • a.

    het aankopen van kunstwerken ten behoeve van openbaar gebruik;

  • b.

    het toekennen van cultuurprijzen;

  • c.

    het ondersteunen van culturele initiatieven en activiteiten.

Artikel 3

  • 1.

    Het fonds wordt beheerd door burgemeester en wethouders.

  • 2.

    Uit het fonds worden eerst uitgaven gedaan, nadat hierover de Culturele Raad is gehoord.

  • 3.

    De Culturele Raad kan ook uit eigen beweging aan burgemeester en wethouders adviseren bepaalde uitgaven te doen.

Artikel 4

Burgemeester en wethouders kunnen kunstwerken in bruikleen afstaan ter aankleding van andere dan gemeentelijke gebouwen, mits voldoende waarborgen voor een zorgvuldig beheer worden gegeven.

Artikel 5

Voor het toekennen van een cultuurprijs komen in aanmerking activiteiten en/of prestaties op het gebied van de scheppende of herscheppende kunst, in de meest uitgebreide zin van het woord, zowel individueel als in groepsverband.

Artikel 6

Burgemeester en wethouders kunnen aan de ondersteuning van culturele initiatieven en activiteiten uit het fonds bepaalde voorwaarden verbinden.

Artikel 7

Burgemeester en wethouders verstrekken jaarlijks vóór 1 maart aan de raad een overzicht van de uitgaven in het voorafgaande jaar uit het fonds gedaan en doen daarbij een opgave van de aan het einde van het jaar in het fonds aanwezige middelen.

Artikel 8

In alle gevallen, waarin deze verordening niet voorziet, beslissen burgemeester en wethouders.

Artikel 9

Deze verordening treedt in werking op 1 januari 1976.

Deze verordening is laatstelijk gewijzigd in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Best op 27 november 1989.