Subsidieregeling amateurkunsten 2017

Geldend van 15-09-2016 t/m heden

Intitulé

Subsidieregeling amateurkunsten 2017

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Best

gelet op het bepaalde in de Algemene Subsidieverordening 2013,

titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht

en de artikelen 149 en 156 van de Gemeentewet

besluit vast te stellen de volgende:

Subsidieregeling amateurkunsten 2017

Artikel 1. Definities

In deze subsidieregeling wordt verstaan onder:

  • -

    Subsidie per kalenderjaar: deze subsidievorm is bedoeld voor activiteiten met een structureel karakter en wordt per kalenderjaar verleend.

  • -

    Subsidie voor een bepaalde activiteit: deze subsidievorm is bedoeld voor eenmalige projecten of activiteiten.

Artikel 2. Doel(groepen)

De gemeente Best wil amateurkunst in de breedte stimuleren, waarbij de nadruk ligt op zelfredzaamheid en een beperkte financiële ondersteuning van de amateurkunsten. Wij streven naar een verdeling over de volgende vier disciplines: podiumkunst, beeldende kunst, letteren en cultuurparticipatie. Tevens heeft de gemeente op basis van de mediawet een zorgplicht voor de bekostiging van de lokale omroep.

Artikel 3. Subsidieaanvrager

De aanvrager is een rechtspersoon of rechtspersoon in oprichting zonder winstoogmerk die functioneert op basis van vrijwillige inzet.

Artikel 4. De te subsidiëren activiteiten

  • 1. Subsidie kan worden verleend voor:

    • a.

      activiteiten op het gebied van podiumkunsten ( theater, dans, muziek);

    • b.

      activiteiten op het gebied van beeldende kunst (tentoonstellingen in openbare ruimte);

    • c.

      activiteiten op het gebied van letteren (lezingen en literaire avonden);

    • d.

      activiteiten op het gebied van cultuurparticipatie (cultuureducatie en cultuurdeelname in de wijk)

    • e.

      het houden van één lokale omroep met zendmachtiging.

  • 2. De subsidie, zoals bedoeld in het eerste lid, wordt als een subsidie per kalenderjaar of als subsidie voor een bepaalde activiteit verleend.

Artikel 5. Subsidievereisten

Om in aanmerking te komen voor een subsidie zoals bedoeld in artikel 4 onderdeel a. tot en met d. wordt voldaan aan de volgende eisen:

  • -

    Alleen groepsactiviteiten komen in aanmerking voor subsidie

  • -

    Alle vrijwilligers (die de mogelijkheid hebben om één op één te zijn met jeugdigen) moeten over een verklaring omtrent gedrag (VOG) beschikken.

  • -

    De aanvrager heeft voor de activiteit(-en) geen subsidie ontvangen middels een andere subsidieregeling van de gemeente Best.

Artikel 6. Subsidieplafond/verdeling van de subsidie

  • 1. Het subsidieplafond voor het subsidiëren van activiteiten per kalenderjaar zoals genoemd in artikel 4 wordt jaarlijks vastgesteld.

  • 2. Het subsidieplafond voor een subsidie voor een bepaalde activiteit wordt jaarlijks vastgesteld.

  • 3. Het subsidieplafond voor de Lokale Omroep wordt jaarlijks vastgesteld.

  • 4. Indien het bedrag waarvoor op basis van deze subsidieregeling een subsidie per kalenderjaar zou moeten worden verleend, aan diegene die daartoe tijdig een aanvraag hebben ingediend en die aan de vereisten voldoen, groter is dan het op grond van het eerste lid vastgestelde plafond voor subsidies, worden de betrokken subsidies naar evenredigheid verminderd.

  • 5. Indien het bedrag waarvoor op basis van deze subsidieregeling een eenmalige subsidie zou moeten worden verleend, aan diegenen die daartoe tijdig een aanvraag hebben ingediend en die aan de vereisten voldoen, groter is dan het op grond van het in tweede lid vastgestelde plafond voor eenmalige subsidies, wordt op de aanvragen beslist op volgorde waarop ze binnenkomen.

Artikel 7. Subsidiehoogte

  • 1.

    Het college bepaalt de hoogte van de subsidie op basis van de door het college noodzakelijk geachte subsidiabele kosten, met in achtneming van de onder lid 3 van dit artikel genoemde wegingscriteria.

  • 2.

    De hoogte van de subsidie voor een lokale omroep wordt bepaald aan de hand van het aantal woningen maal een vast bedrag.

  • 3.

    Bij de beoordeling van de subsidieaanvragen worden de volgende wegingscriteria in acht genomen:

    • -

      Doeltreffendheid

Ons uitgangspunt is dat subsidie wordt verleend voor activiteiten. Daarbij gaat het om de vraag of de activiteiten voldoende bijdragen aan de beleidsdoelen die zijn vastgesteld en de gewenste maatschappelijke effecten. Dit noemen we doeltreffendheid. Welke doelen we nastreven en wat we daarbij van organisaties verwachten hebben we beschreven in artikel 2, 4 en 5.

-Doelmatigheid

Een belangrijke voorwaarde voor subsidie is dat de activiteit doelmatig is. Daarbij gaat het om de vraag of een subsidiebedrag aanvaardbaar is ten opzichte van wat daarmee bereikt wordt en of de budgetten efficiënt worden ingezet. We verwachten dat organisaties een inzichtelijke en logische kostprijsopbouw van de activiteiten leveren.

-Financiële draagkracht

Bij de subsidieverlening doen we een beroep op de eigen verantwoordelijkheid van inwoners en organisaties. Subsidie wordt alleen verleend als financiering door de gemeente noodzakelijk is en de overige mogelijkheden voor het verkrijgen van inkomsten voldoende zijn benut. Subsidieverlening vormt zo het sluitstuk. We verwachten van organisaties dat zij hun draagkracht maximaal benutten door zich voldoende in te spannen om inkomsten te werven uit deelnemersbijdragen, contributie, entreeprijzen, donaties, fondsen en sponsoring, et cetera. Het eigen vermogen, maar ook bijvoorbeeld middelen die via gelieerde organisaties beschikbaar kunnen worden gemaakt, maken deel uit van de beoordeling van de aanvraag. De wijze waarop het eigen vermogen wordt meegewogen is afhankelijk van individuele omstandigheden.

-Vernieuwing

Van organisaties wordt verwacht dat zij hun aanbod regelmatig evalueren zodat het blijft voldoen aan de behoefte van de doelgroep en aansluit bij de doelen van de gemeente. Ook is het belangrijk dat organisaties oog houden voor veranderingen in de vraag van de samenleving. Nieuwe innovatieve projecten die een vliegwiel vormen naar concrete verbeteringen in de samenleving kunnen ter stimulering worden ondersteund met een eenmalige subsidie.

-Samenwerking

De activiteiten waarvoor subsidie wordt verleend staan over het algemeen niet op zichzelf. Zij zijn onderdeel van een sociale structuur en de buurt. We verwachten dat de activiteiten bijdragen aan de betrokkenheid van inwoners bij de samenleving. Van organisatoren wordt gevraagd om open te staan voor andere organisatie met dezelfde doelen of voor initiatieven in de buurt en zo mogelijk verbindingen te leggen. Samenwerking schept kansen voor nieuwe initiatieven en verlaagt de drempels om deel te nemen aan activiteiten.

-Toegankelijkheid

De gemeente hecht sterk aan een toegankelijk aanbod van activiteiten en voorzieningen. Hierbij gaat het om de vraag of een organisatie open is naar de samenleving en de buurt. We verwachten dat organisaties de interactie zoeken met de buurt en voldoende bekendheid geven aan de activiteiten. Daarbij is het van belang dat organisaties open staan voor inwoners met een beperking en kwetsbare groepen. Het uitgangspunt is dat deze groepen inwoners zo veel mogelijk in staat worden gesteld om deel te nemen aan het reguliere aanbod van activiteiten en voorzieningen.

Artikel 8. Aanvraag

  • 1. De aanvraag wordt ingediend met gebruikmaking van een aanvraagformulier.

  • 2. In afwijking van de Algemene Subsidieverordening moet een subsidie per kalenderjaar uiterlijk 1 oktober in het jaar voorafgaand aan het jaar waarin de activiteiten worden uitgevoerd worden ingediend.

  • 3. Een aanvraag voor een subsidie voor een bepaalde activiteit moet tenminste 13 weken voor het begin van de activiteit worden ingediend.

Artikel 9. Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking op 15 september 2016 en is van toepassing op aanvragen voor subsidie voor amateurkunsten vanaf 1 januari 2017.

Deze regeling vervangt de “Nadere regeling subsidieverstrekking vrijwilligersorganisaties”.

Artikel 10. Citeerregel

Deze regeling wordt aangehaald als: subsidieregeling amateurkunsten 2017.

Aldus vastgesteld in de collegevergadering van 23 augustus 2016

Het college van burgemeester en wethouders van Best

de gemeentesecretaris de burgemeester

drs. C.M.M. Noordman drs. A.G.T. van Aert

/