Beleidsregel tegenprestatie naar vermogen

Geldend van 24-07-2019 t/m heden met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2015

Intitulé

Beleidsregel tegenprestatie naar vermogen

Burgemeester en wethouders van Best stellen de volgende beleidsregel vast:

Artikel 1 begripsbepalingen

Alle begrippen die in deze beleidsregel worden gebruikt en die niet nader worden omschreven, hebben dezelfde betekenis als in de Participatiewet, de Algemene wet bestuursrecht (Awb), de Gemeentewet en de verordening.

  • a.

    Het College: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Best.

  • b.

    Verordening: de activeringsverordening gemeente Best 2015.

  • c.

    Vrijwilligerswerk: werk dat in georganiseerd verband, onverplicht en onbetaald wordt verricht ten behoeve van anderen of de samenleving.

  • d.

    Wet: de Participatiewet.

  • e.

    Tegenprestatie: het naar vermogen verrichten van door het college opgedragen onbeloonde maatschappelijk nuttige werkzaamheden.

  • f.

    Belanghebbende: uitkeringsgerechtigde woonachtig in de gemeente Best die onder de bepalingen van de Participatiewet valt.

Artikel 2 Opleggen verplichting

Het College bepaalt aan de hand van de individuele omstandigheden en de beschikbare onbeloonde maatschappelijke nuttige activiteiten, de aard van de tegenprestatie en legt dit vast in een beschikking. De tegenprestatie moet naar vermogen kunnen worden verricht. Dit betekent dat de kwaliteiten en bekwaamheden, de persoonlijke situatie en omstandigheden van een belanghebbende van invloed zijn op de keuze voor de te verrichten tegenprestatie.

Artikel 3 Voorwaarden activiteiten

  • a.

    De gemeente verstrekt geen vergoeding voor de activiteiten. De organisatie waarvoor belanghebbende de maatschappelijke nuttige taken verricht mag wel een (onkosten)vergoeding geven.

  • b .

    De activiteiten vormen geen belemmering voor het accepteren van regulier werk.

  • c.

    De activiteiten zijn beperkt in duur en omvang, het College hanteert de volgende criteria voor de duur en omvang van de activiteiten:

  • .

    er vindt ten minste 1 keer per half jaar een maatschappelijk nuttige activiteit plaats door belanghebbende;

  • .

    een eenmalige activiteit betreft minimaal 16 uren;

  • .

    een periodieke activiteit betreft minimaal 4 uren en maximaal 16 uren per week gedurende een periode van minimaal 2 maanden.

  • d.

    het betreft maatschappelijke activiteiten waar in deze tijd en op deze plaats geen bereidheid aanwezig is om een geldelijke beloning voor te betalen. De activiteiten worden verricht in aanvulling op reguliere arbeid en mogen niet leiden tot verdringing op de arbeidsmarkt.  

Artikel 3 Doelgroep

Het College maakt een onderscheid in de doelgroep voor wie de tegenprestatie een verplichtend karakter heeft en de doelgroep voor wie de tegenprestatie een vrijwillig karakter heeft, namelijk:

  • a.

    tot de doelgroep voor wie de tegenprestatie een verplichtend karakter heeft behoren alle belanghebbenden van 18 jaar en ouder, echter die de pensioengerechtigde leeftijd nog niet hebben bereikt, die een beroep doen op de Participatiewet en beschikken over een verdiencapaciteit van 30% of hoger;

  • b.

    tot de doelgroep voor wie de tegenprestatie een vrijwillig karakter heeft behoren alle inwoners die een beroep doen op overheidsondersteuning (bijvoorbeeld Wmo-klanten, Vsv-ers ea.) die een maatschappelijk nuttige activiteit willen verrichten ten behoeve van de maatschappij.

Artikel 4 Vrijstelling

Belanghebbende wordt vrijgesteld van de plicht tot het verrichten van een verplichte tegenprestatie wanneer:

  • a.

    belanghebbende deelneemt aan activiteiten in het kader van een re-integratietraject, of;

  • b.

    belanghebbende beschikt over een loonwaarde van 30% of lager, of;

  • c.

    belanghebbende een alleenstaande ouder is met kinderen in de leeftijd van 5 jaar of jonger met ontheffing van de arbeidsplicht.

Artikel 5 Vrijwilligerswerk en mantelzorg

Wanneer de belanghebbende reeds vrijwilligerswerk en/of mantelzorgtaken verricht, dan kunnen deze taken worden beschouwd als activiteiten in het kader van de tegenprestatie. Hierbij gelden de gestelde criteria van duur en omvang in artikel 3c.

Artikel 6 Verkrijgenm en uitvoeren van een verplichte tegenprestatie

  • a.

    Belanghebbende krijgt de gelegenheid om binnen twintig werkdagen op eigen kracht een tegenprestatieplek te zoeken die voldoet aan de gestelde criteria.

  • b.

    Het College verstrekt hiertoe voldoende informatie, waaronder een overzicht van organisaties waar de onbeloonde maatschappelijke nuttige werkzaamheden verricht kunnen worden.

  • c.

    Wanneer de belanghebbende niet binnen twintig werkdagen zelf een tegenprestatie heeft weten te verkrijgen, dan zal, in samenspraak met de belanghebbende, door het college een tegenprestatie worden opgelegd.

  • d.

    De afspraken over de tegenprestatie worden door de gemeente vastgelegd in een beschikking, inclusief de wijze waarop terugkoppeling over de geleverde tegenprestatie plaats vindt.

Artikel 7 Verzekering en aansprakelijkheid

Het College zorgt dat een belanghebbende bij het uitvoeren van activiteiten in het kader van de tegenprestatie is verzekerd. Het gaat daarbij met name om het afdekken van de risico’s van arbeidsongeschiktheid en aansprakelijkheid.

Artikel 8 Maatregel

Bij het niet of onvoldoende nakomen van de tegenprestatieplicht kan een maatregel worden opgelegd overeenkomstig de sanctieverordening gemeente Best 2015.

Artikel 9 Hardheidsclausule

Het College kan in bijzondere gevallen afwijken van de bepalingen genoemd in deze beleidsregel als de toepassing ervan tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.

Artikel 10 Citeertitel en inwerkingtreding

Deze beleidsregel wordt geciteerd als: Beleidsregel tegenprestatie Best 2015 en treedt in werking op 1 januari 2015

Ondertekening

Burgemeester en wethouders van BestNamens deze,

drs. A.G.T. van Aert , burgemeester

mevr. drs. C.M.M. Noordman, gemeentesecretaris