Subsidieverordening Investeringen Regionaal Ontwikkelingsfonds Werklocaties SGE

Geldend van 04-12-2017 t/m heden

Intitulé

Subsidieverordening Investeringen Regionaal Ontwikkelingsfonds Werklocaties SGE

De raad van de gemeente Best

Gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van;

Gelet op het bepaalde in artikel 149 en 156 Gemeentewet en het bepaalde in titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht

Besluit:

  • 1.

    de bevoegdheid tot subsidiëren waarbij als normenkader voor de gedelegeerde taak geldt de hieronder vast te stellen Subsidieverordening Investeringen Regionaal Ontwikkelingsfonds Werklocaties, aan het bestuur van de besloten vennootschap Regionaal Ontwikkelingsfonds Werklocaties BV (hierna ROW) te delegeren;

2. vast te stellen de volgende verordening

Artikel 1 Begripsomschrijving

  • a.

    Boekwaarde De reeds gemaakte kosten tot het moment van indiening van de subsidieaanvraag, welke door aanvrager worden toegerekend aan het uit te voeren project.

  • b.

    Businesscase Een omschrijving van het project met een onderbouwde analyse in economische en financiële zin, conform het vastgestelde aanvraagformulier.

  • c.

    De-minimissteun Steun die voldoet aan de voorwaarden voor vrijstelling van aanmelding als opgenomen in Verordening (EU) nr. 1407/2013 van de Commissie van 18 december 2013 betreffende de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op de-minimissteun, Pb EU L 352/9 van 24 december 2013, met inbegrip van eventueel in de toekomst vast te stellen wijzigingen.

  • d.

    Garantieduur Garanties worden verstrekt voor een periode van maximaal 6 jaar.

  • e.

    Garantstelling Een zekerheidsstelling/borg die wordt verstrekt ten gunste van een derde op het moment dat een risico/ prestatie zich voordoet. Ter vergoeding ontvangt het ROW een premie.

  • f.

    Gemiddelde revolverendheid Als gevolg van de toevoeging van het project aan de portefeuille van het ROW dient het rendement[1] van de portefeuille > 50% te blijven. Berekend volgens de formule: fondswaarde na toevoeging project - fondskosten[2]/ de totale fondsomvang van het fonds zoals gepubliceerd in het laatste rapportagemoment.

    [1] Dat deel van de middelen dat op basis van een worst case verwachting geacht wordt retour te komen

    [2] Fondskosten: personele kosten & plankosten die gemaakt moeten worden om de doelstelling van het fonds te realiseren.

  • g.

    (Geld)lening Het verstrekken van een vreemd vermogen tegen een bepaalde vorm van zekerheid waarbij sprake is van aflossing en een vergoeding in de vorm van rentebetalingen.

  • h.

    Investeringscommissie Onafhankelijke deskundigencommissie  zijnde de investeringscommissie van de Brabantse Ontwikkelingsmaatschappij NV aangevuld met een deskundige met specifieke regionale kennis.

  • i.

    Leningsduur Leningen worden verstrekt voor een periode van maximaal 10 jaar.

  • j.

    Marktwaarde De waarde van het project(onderdeel) op moment X.

  • k.

    Plankosten De indirecte kosten die noodzakelijk zijn om het project te realiseren, waarbij onderscheid gemaakt kan worden tussen plankosten voor en na peildatum. Plankosten van voor de peildatum behoren in, elk geval, niet tot de subsidiabele kosten.

  • l.

    Peildatum Het moment waarop de ontvangstbevestiging is gestuurd op basis waarvan de aanvraag in goede orde is ontvangen.

  • m.

    Portefeuille Het aantal door het ROW verstrekte subsidies.

  • n.

    Premie De vergoeding die door de ontvanger van de garantie wordt betaald aan de garantieverstrekker ter dekking van de kosten en risico’s.

  • o.

    Project Het onderwerp van de subsidieaanvraag.

  • p.

    Projectomvang De totale omvang van de te maken kosten, verminderd met de niet subsidiabele kosten, waarop de aanvraag betrekking heeft.

  • q.

    Rapportagemoment Twee keer per jaar wordt de waarde van het fonds opnieuw vastgesteld op basis van de situatie per 30-06 en 31-12 van het jaar.

  • r.

    Revolverendheid Het percentage van de middelen dat retour komt, berekend op basis van: retour ontvangen middelen/ verstrekte subsidie.

  • s.

    Risicoanalyse Een overzicht van de risico’s/ variabelen, die samenhangen met het wel/ niet slagen van de businesscase, die zich kunnen voordoen alsmede een inschatting van de kans en het effect op de businesscase.

  • t.

    Ruimtelijke ingreep Een verandering welke plaatsvindt op een werklocatie, niet zijnde een aanpassing in het openbaar gebied, waarop de Businesscase betrekking heeft en waarmee de (economische) levensduur van het totale gebied, zoals bedoeld in dit investeringsregelement, wordt verlengd.

  • u.

    ROW het bestuur van de besloten vennootschap Regionaal Ontwikkelingsfonds Werklocaties BV

  • v.

    Sluitende businesscase De businesscase die op basis van de gehanteerde uitgangspunten, inclusief de bijdrage van het ROW sluit op “0” (nul) en/ of beschikt over voldoende buffers om aan de aan de subsidie gestelde voorwaarden blijvend te kunnen voldoen.

  • w.

    Subsidieaanvraag De aanvraag welke betrekking heeft op deze regeling op basis van overlegging van het ingevulde aanvraagformulier en de daarbij gevraagde bijbehorende stukken.

  • x.

    Stedelijk Gebied Eindhoven (SGE) De gebieden van de gemeenten Best, Eindhoven, Geldrop-Mierlo, Helmond, Nuenen, Oirschot, Son en Breugel, Veldhoven en Waalre tezamen.

  • y.

    Werklocatie De bedrijventerreinen zoals opgenomen in bijlage 2.

  • z.

    Wet Bibob Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur.

  • aa.

    Worst-case scenario Het scenario waarbij, op moment X, de alle in de risicoanalyse opgenomen risico’s zich voordoen.

Artikel 2 Doel

Met deze verordening wordt beoogd het, in beginsel op bestaande werklocaties, realiseren van projecten van regionaal economisch belang en passend binnen de regionale strategie die leiden tot werkgelegenheid, innovatie, versterking van regionale ketens van toeleveranciers en versterking van clusters en campussen.

 

Artikel 3 Subsidieaanvragers

Subsidie kan aangevraagd worden door privaatrechtelijke rechtspersonen.

 

Artikel 4 Te subsidiëren activiteiten

 

  • 1.

    ROW kan een eenmalige subsidie verstrekken voor realisatie van (her)ontwikkelingsprojecten, bestaande uit een of meerdere van onderstaande activiteiten:

  • a.

    realisatie van een ruimtelijke ingreep op een locatie;

  • b.

    realisatie van het (her)ontwikkelen/ verbeteren van bebouwing;

  • c.

    het realiseren van (duurzame) innovatieve concepten op/ aan of in een gebouw;

  • d.

    realiseren specifieke inrichtingsvereisten voor meerdere gebruikers binnen de doelgroep van het fonds. 

2. Subsidies als bedoeld in het eerste lid worden verstrekt in de vorm van:

a. een lening;

b. een garantstelling.

Artikel 5 Subsidieverlening in de vorm van een lening

  • 1.

    Indien er sprake is van een subsidieverlening in de vorm van een lening wordt deze verleend onder de opschortende voorwaarde dat tussen de subsidieontvanger en ROW een overeenkomst ter uitvoering van de subsidiebeschikking tot stand komt voor een looptijd van maximaal 10 jaar.

  • 2.

    In de overeenkomst, bedoeld in het eerste lid, wordt voor de subsidie in de vorm van een lening onder andere een regime voor betaling van rente en aflossing en afspraken met betrekking tot zekerheden opgenomen.

Artikel 6 Subsidieverlening in de vorm van een garantstelling

  • 1.

    Indien er sprake is van een subsidieverlening in de vorm van een garantstelling wordt deze verstrekt:

    a. voor ten hoogste 80% van de door derden verstrekte lening;

    b. met een looptijd van ten hoogste zes jaar.

  • 2.

    De subsidieverlening in de vorm van een garantstelling wordt verstrekt onder de opschortende voorwaarde dat tussen de subsidieontvanger en ROW een overeenkomst ter uitvoering van de subsidiebeschikking tot stand komt.

Artikel 7 Subsidievereisten

  • 1.

    ROW toetst subsidieaanvragen voor een project als bedoeld in artikel 4 aan de volgende vereisten:

  • a.

    het project wordt uitgevoerd binnen de aangewezen werklocaties, zoals opgenomen in bijlage 2 en;

  • b.

    sprake is van het behouden, creëren en/ of uitbreiden van werkgelegenheid en;

  • c.

    het project levert een aantoonbaar positief effect op voor het SGE en;

  • d.

    naast de subsidieaanvrager profiteert, in de vorm van een toename van innovatie en/ of groei, minimaal 1 andere partij binnen de keten van toeleveranciers/ afnemers van het project en;

  • e.

    de subsidieaanvrager investeert, hetzij uit eigen middelen, hetzij uit het aantrekken van vreemd vermogen dan wel uit verkregen subsidie niet verstrekt door één van de bij de SGE aangesloten bestuursorganen noch de besloten vennootschap Brabantse Ontwikkelings Maatschappij, minimaal 50% van de totale projectomvang en;

  • f.

    de projectaanvraag heeft betrekking op minimaal een projectomvang van € 2.000.000,-, en;

  • g.

    een brief vanuit de betrokken SGE gemeente waarin het project is gelegen waaruit blijkt dat minimaal is aangegeven dat zij positief staat tegenover het voorgenomen project en zich actief zal inspannen, binnen de wettelijke kaders, om het project (bestuursrechtelijk) mogelijk te maken en;

  • h.

    er sprake is van een sluitende businesscase en;

  • i.

    er is voldoende aangetoond dat het project zonder subsidie niet gerealiseerd kan worden en;

  • j.

    het project waar de aanvraag betrekking op heeft start binnen 1 jaar na datum subsidiebeschikking, waarbij het bestuur de bevoegdheid heeft deze termijn één keer te verlengen .

  • 2.

    Onverminderd het bepaalde in het eerste lid wordt een subsidie alleen verleend indien na beoordeling van de businesscase blijkt dat door toevoeging van het project aan ROW, op basis van het worstcase scenario, de gemiddelde revolverendheid van ROW niet onder de 50% uit komt.

   

Artikel 8 Weigeringsgronden

  • 1.

    ROW weigert subsidie indien:

  • a.

    ten aanzien van de subsidieaanvrager een bevel tot terugvordering voor onrechtmatig verleende staatssteun uitstaat;

  • b.

    In het geval geconstateerd wordt dat er mogelijk sprake is van ongeoorloofde staatsteun.

  • 2.

    ROW kan bepalen dat een subsidie aan een rechtspersoon wordt geweigerd of wordt ingetrokken in het geval en onder de voorwaarden, bedoeld in artikel 3 van de Wet Bibob.

Artikel 9 Subsidieplafond

  • 1.

    ROW stelt het subsidieplafond vast op € 7.500.000,-, met dien verstande dat het budget in 1 of meer tranches beschikbaar wordt gesteld.  

  • 2.

    In het geval dat er sprake is van een volgende tranche worden de termijnen vastgesteld en daarna bekend gemaakt door ROW.

  • 3.

    Indien er meerdere aanvragen voldoen aan de subsidievereisten zoals genoemd in artikel 7 en de som van het aantal aanvragen het subsidieplafond zoals bedoeld in het eerste lid te boven gaat, vindt een ranking zoals opgenomen in bijlage 1 plaats waarbij subsidies verstrekt kunnen worden tot maximaal het bedrag van het subsidieplafond.

Artikel 10 Subsidiehoogte

De hoogte van de subsidie, bedraagt maximaal 50% van de subsidiabele kosten met een minimum van € 1.000.000 en maximum € 2.500.000 per aanvraag.

Artikel 11 Subsidiabele kosten

Voor zover noodzakelijk en adequaat in relatie tot het doel van de subsidie komen alle kosten voor subsidie in aanmerking met uitzondering van de volgende kosten:  

 

  • a.

    BTW die op grond van de Wet op de Omzetbelasting 1968 kan worden verrekend;

  • b.

    BTW die op grond van de Wet op het BTW compensatiefonds 2003 kan worden gecompenseerd;

  • c.

    Kosten die te maken hebben met de aanleg/ inrichting van het openbare gebied;

  • d.

    Kosten voor voorbereiding en reeds gemaakte plankosten vooraf aan het  indienen van de subsidieaanvraag.

  • e.

    Boekwaarde van de vaste activa indien die afwijken van de op moment van aanvraag geldende marktwaarde.

Artikel 12 Aanvraagtermijn en bij aanvraag in te dienen gegevens.

  • 1.

    De termijnen voor de subsidieaanvragen worden bekend gemaakt door ROW. .

  • 2.

    Subsidieaanvragen worden ingediend bij ROW met gebruikmaking van een  daartoe door ROW vastgesteld aanvraagformulier.

  • 3.

    Een subsidieaanvraag bevat ten minste het volledig ingevulde aanvraagformulier en de daarin voorgeschreven bijlagen en in ieder geval een omschrijving van:

    • a.

      het project en de bij het project betrokken partijen;

    • b.

      de maatschappelijke en economische meerwaarde en daarmee een onderbouwing waarom het project in aanmerking komt voor een bijdrage vanuit ROW;

    • c.

      Een financiële analyse van het project in de vorm van minimaal een begroting en kasstromen model;

    • d.

      Een verantwoording op basis waarvan blijkt dat het project past en voldoet aan de subsidiecriteria en op basis waarvan blijkt hoe hoog de subsidieaanvraag is.

Artikel 13 Externe adviescommissie

ROW legt subsidie aanvragen ter advisering voor aan de door haar benoemde investeringscommissie.

    

Artikel 14 Beslistermijn

ROW beslist op een aanvraag, mits volledig, uiterlijk  12 weken na einde termijn voor indiening aanvragen.  

Artikel 15 Betaling / bevoorschotting

In de uitvoeringsovereenkomst zoals bedoeld in artikel 5 worden bepalingen opgenomen ten aanzien van de bevoorschotting van de verleende subsidie.

 

Artikel 16 Verplichtingen

 ROW verbindt aan de beschikking tot subsidieverlening in ieder geval de volgende verplichtingen:

  • 1.

    de subsidieontvanger rapporteert een keer per jaar aan ROW over de voortgang en de financiële stand van zaken, aan de hand van een door ROW  op te stellen verantwoordingsformulier;

  • 2.

    de subsidieontvanger houdt een administratie bij van aan de activiteiten verbonden uitgaven en inkomsten als bedoeld in artikel 4:37, eerste lid, onder b, van de Awb;

  • 3.

    de subsidieontvanger doet onverwijld melding aan ROW zodra aannemelijk is dat de activiteiten waarvoor de subsidie is verleend niet, niet tijdig of niet geheel zullen worden verricht;

  • 4.

    de subsidieontvanger doet onverwijld melding aan ROW zodra aannemelijk is dat niet, niet tijdig of niet geheel aan de aan de beschikking tot subsidieverlening verbonden verplichtingen zal worden voldaan. 

Artikel 17 Wijze van vaststelling subsidie / verantwoording

  • 1.

    De subsidieontvanger dient een aanvraag tot subsidie vaststelling in bij ROW uiterlijk op de in de subsidiebeschikking opgenomen datum.

  • 2.

    De aanvraag tot vaststelling bevat:

    a. een inhoudelijk verslag, waaruit blijkt dat de te verrichten activiteiten waarvoor de subsidie is verleend zijn verricht en de in de beschikking genoemde beoogde effecten zijn behaald en;

    b. een inhoudelijk verslag waaruit blijkt dat de te verrichten activiteiten waarvoor de subsidie is verleend zijn verricht en de in de beschikking genoemde beoogde effecten zijn behaald en;

    c. overzicht van de activiteiten en de hieraan verbonden uitgaven en inkomsten (financieel verslag of jaarrekening):

  • -

    een balans van het afsluitende boekjaar  met een toelichting daar op en;

  • -

    een exploitatieoverzicht van de subsidieperiode en;

  • -

    een controleverklaring voor subsidies van meer dan €200.000,-, overeenkomstig het daartoe door het ROW opgestelde controleprotocol.

  • 3.

    ROW stelt binnen 12 weken na ontvangst van de aanvraag tot subsidievaststelling de subsidie vast.

Artikel 19 Toezicht

ROW kan een of meer toezichthouders aanwijzen die zijn belast met het toezicht op de naleving van de aan de subsidieaanvrager opgelegde voorwaarden en verplichtingen.

 

Artikel 20; Hardheidsclausule

ROW kan, in bijzondere gevallen, een artikel of artikelen van deze verordening buiten toepassing laten of daarvan afwijken, met uitzondering van de artikelen 1, 2, 3, 4, 8 en 9 voor zover toepassing gelet op het belang van de aanvrager of subsidieontvanger leidt tot onbillijkheid van overwegende aard.

 

Artikel 20 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari  2018 of, indien bekendmaking niet voor 1 januari heeft plaatsgevonden, een dag na de bekendmaking.

 

Artikel 21 Citeertitel

Deze Subsidieverordening wordt aangehaald als Subsidieverordening Investeringen Regionaal Ontwikkelingsfonds Werklocaties SGE

[1] Dat deel van de middelen dat op basis van een worst case verwachting geacht wordt retour te komen

[2] Fondskosten: personele kosten & plankosten die gemaakt moeten worden om de doelstelling van het fonds te realiseren.