Regeling vervallen per 01-07-2021

Beleidsregels niet-uitkeringsgerechtigden 2019

Geldend van 20-12-2018 t/m 30-06-2021

Intitulé

Beleidsregels niet-uitkeringsgerechtigden 2019

Burgemeester en wethouders van Best,

overwegende dat het wenselijk is om nadere regels te stellen met betrekking tot de ondersteuning

bij activering en re-integratie van niet-uitkeringsgerechtigden,

mede gelet op artikel 3 lid 4 van de Activeringsverordening gemeente Best 2017, waarin is gesteld:

“Het college stelt ter nadere uitvoering van deze verordening beleidsregels vast waarin wordt

vastgelegd welke voorzieningen, waaronder ondersteunende voorzieningen, het college in ieder

geval kan aanbieden aan de doelgroepen en de voorwaarden die daarbij gelden voor zover daarover

in deze verordening geen nadere bepalingen zijn opgenomen”

stellen als volgt vast:

Beleidsregels niet-uitkeringsgerechtigden 2019

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze beleidsregels wordt verstaan onder:

a. De wet: de Participatiewet

b. De verordening: de Activeringsverordening gemeente Best 2017

c. Niet-uitkeringsgerechtigden:

  • -

    Personen jonger dan de pensioengerechtigde leeftijd die geen recht hebben op arbeidsondersteuning op grond van de Participatiewet artikel 6 lid 1a, en;

  • -

    Personen met een nabestaandenuitkering op grond van de Algemene Nabestaandewet.

d. Trajectplan: Plan van aanpak als bedoeld in art. 44a van de wet;

e. Belanghebbende: de persoon genoemd in art. 2 van deze beleidsregels;

f. College: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Best.

 

Artikel 2 Doelgroep

Tot de doelgroep van deze beleidsregels behoren de in de gemeente Best wonende niet-uitkeringsgerechtigden tot de AOW-gerechtigde leeftijd.

 

Artikel 3 Voorzieningen

1. Het college kan, voor zover een persoon die behoort tot de doelgroep, een activeringstraject op grond van de verordening aanbieden voor zover dit traject bijdraagt aan vergroting van de kans op inschakeling in het arbeidsproces.

2. Een traject voldoet in ieder geval aan de volgende eisen:

  • a.

    Het traject is wenselijk om de belanghebbende aan algemene arbeid te helpen;

  • b.

    Het traject sluit aan bij de vraag op de arbeidsmarkt;

  • c.

    Het traject sluit aan bij de capaciteiten van belanghebbende;

  • d.

    Het traject duurt zo kort mogelijk en in beginsel niet langer dan 1 jaar;

  • e.

    Het traject voorziet niet in een bijstandsuitkering, loonkosten en/of loonkostensubsidie.

 

Artikel 4 Maximering vergoeding

1. Het college vergoedt maximaal € 3.000 per traject.

2. Wanneer het bedrag zoals genoemd in lid 1 niet toereikend is voor de noodzakelijke ondersteuning bij participatie, kan het college in individuele gevallen tot een hoger bedrag besluiten.

 

Artikel 5 Budgetplafond

1. Het college vergoedt per kalenderjaar maximaal € 25.000,- voor activeringstrajecten ter uitvoering van deze beleidsregels.

2. Bij overschrijding van dit bedrag wordt het college een aanvullend voorstel gedaan op basis waarvan, al dan niet met toepassing van art. 9 , alsnog een voorziening kan worden verstrekt.

 

Artikel 6 Aanvraag

1. Een aanvraag wordt schriftelijk ingediend met gebruikmaking van een door het college voorgeschreven aanvraagformulier.

2. De aanvragen worden op volgorde van binnenkomst behandeld.

 

Artikel 7 Voorwaarden

1. De belanghebbende kan voor een traject in aanmerking komen als blijkt dat voor participatie deze voorziening noodzakelijk is.

2. De belanghebbende werkt minder dan 12 uur per week en is minimaal 12 uur per week beschikbaar voor de arbeidsmarkt of voor vrijwilligerswerk.

3. De belanghebbende is verplicht mee te werken aan een inkomens- en vermogenstoets.

4. Het totale inkomen van het huishouden waartoe belanghebbende behoort bedraagt niet meer dan 135% van de voor dit huishouden berekende noodzakelijke bestaanskosten.

5. Het vermogen van het huishouden waartoe belanghebbende behoort overschrijdt niet de in de Participatiewet vastgestelde vermogensgrens.

6. Het college wijst een aanvraag af, indien de aanvrager binnen twee jaar voorafgaande aan de

aanvraag reeds een participatietraject op grond van deze beleidsregels is aangeboden.

 

Artikel 8 Subsidiebeschikking en trajectplan

1. De voorziening wordt verstrekt in de vorm van een subsidie in de trajectkosten of een voorziening in natura.

2. Het college legt in een trajectplan met de belanghebbende de wederzijdse rechten en plichten vast.

3. Het trajectplan maakt onderdeel uit van de (subsidie)beschikking.

4. De belanghebbende die anders dan wegens dringende redenen een participatietraject beëindigt, dient de toegekende subsidie of gemaakte kosten aan de gemeente Best terug te betalen.

5. Als dringende reden, zoals bedoeld in lid 4, wordt aangemerkt ziekte of onvoorziene omstandigheden van een dusdanige aard, dat voortzetting van het participatietraject niet van belanghebbende verwacht kan worden; in andere gevallen beslist het college of sprake is van dringende redenen.

 

Artikel 9 Hardheidsclausule

Het college is bevoegd om daar, waar toepassing van deze beleidsregels leidt tot onbillijkheid van overwegende aard, van de hierboven genoemde regels af te wijken.

 

Artikel 10 Citeertitel en inwerkingtreding

1. Deze beleidsregels kunnen worden aangehaald als Beleidsregels niet-uitkeringsgerechtigden 2019;

2. Deze beleidsregels treden in werking 1 dag na publicatie.

  

13-12-2018,

 

Burgemeester en wethouders van Best,

 

  •  
     

    Hans Ubachs

    Burgemeester

    Ceciel Noordman

    secretaris