Regeling vervallen per 16-07-2020

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Beverwijk houdende regels omtrent speelautomatenhallen Speelautomatenhallenverordening Beverwijk 2018

Geldend van 01-01-2018 t/m 15-07-2020

Intitulé

Speelautomatenhallenverordening Beverwijk 2018

De raad van de gemeente Beverwijk;

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 14

november 2017, nummer INT-17-39617;

gehoord de Raadscommissie;

gelet op artikel 147 Gemeentewet;

besluit:

  • 1.

    vast te stellen de Algemene Plaatselijke verordening Beverwijk 2018;

  • 2.

    vast te stellen de Speelautomatenhallenverordening Beverwijk 2018;

  • 3.

    in te trekken de Algemene Plaatselijke Verordening 2013.

HOOFDSTUK 1 Algemene bepalingen

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a)

    de wet: de Wet op de kansspelen;

  • b)

    Speelautomatenbesluit: KB van 23 mei 2000, Stb. 224, houdende regels ter uitvoering van titel Va van de wet, zoals gewijzigd bij besluit van 14 september 2001, Stb. 2001, 415;

  • c)

    speelautomaat: een toestel, ingericht voor de beoefening van een spel, dat bestaat uit een door de speler in werking gesteld mechanisch, elektrisch of elektronisch proces, waarbij het resultaat kan leiden tot de middellijke of onmiddellijke uitkering van prijzen of premies, daaronder begrepen het recht om gratis verder te spelen;

  • d)

    behendigheidsautomaat: een speelautomaat waarvan:

    • 1.

      het spelresultaat uitsluitend kan leiden tot een verlengde speelduur of het recht op gratis spellen, en

    • 2.

      het proces, ook nadat het in werking is gesteld, door de speler kan worden beïnvloed en het geheel of vrijwel geheel van zijn inzicht en behendigheid bij het gebruik van de daartoe geboden middelen afhangt of en in welke mate de speelduur verlengd of het recht op gratis spellen verkregen wordt;

  • e)

    kansspelautomaat: een speelautomaat die geen behendigheidsautomaat is;

  • f)

    speelautomatenhal: een inrichting, bestemd om het publiek gelegenheid te geven een spel door middel van speelautomaten te beoefenen, als bedoeld in artikel 30 c, eerste lid, onder b, van de wet;

  • g)

    exploitant: de natuurlijke of rechtspersoon die de speelautomatenhal exploiteert;

  • h)

    beheerder: de natuurlijke persoon of personen die de onmiddellijke feitelijke leiding uitoefent of uitoefenen in een speelautomatenhal;

HOOFDSTUK 2 Verbodsbepalingen en vergunningplicht

Artikel 2 Verbodsbepalingen

  • 1. Het is verboden zonder vergunning van de burgemeester een speelautomatenhal te vestigen of te exploiteren.

  • 2. De burgemeester kan voor maximaal 4 speelautomatenhallen een vergunning verlenen.

  • 3. Paragraaf 4.1.3.3. van de Algemene wet bestuursrecht (positieve fictieve beschikking bij niet tijdig beslissen) is niet van toepassing.

Artikel 3 Vergunningaanvraag

De exploitant dient de vergunning aan te vragen onder overlegging van:

  • a)

    een nauwkeurige beschrijving van de inrichting met een plattegrond van de locatie, waarop is aangegeven de oppervlakte daarvan, op welke plaats in de speelautomatenhal-, welk aantal- , en welk type kansspel- en/of behendigheidsautomaten wordt opgesteld;

  • b)

    een verklaring waaruit blijkt dat hij gerechtigd is over de ruimte te beschikken;

  • c)

    een verklaring omtrent het gedrag van de ondernemer dan wel, indien de ondernemer een rechtspersoon is, van degene(n) die de onderneming krachtens de statuten vertegenwoordigt(en) en van de beheerder

Artikel 4 Beslistermijn

  • 1. De burgemeester beslist binnen twaalf weken na de datum waarop hij de aanvraag met bijbehorende bescheiden heeft ontvangen.

  • 2. De beslissing kan eenmaal voor ten hoogste twaalf weken worden verdaagd als de complexiteit van de aanvraag dat noodzakelijk maakt.

Artikel 5 Vergunning

  • 1. De vergunning is niet overdraagbaar.

  • 2. In de vergunning wordt de naam/namen van de beheerder(s) vermeld.

  • 3. Aan de vergunning worden voorschriften en beperkingen verbonden. Deze hebben in elk geval betrekking op:

    • a)

      de opening- en sluitingstijden van de speelautomatenhal;

    • b)

      het toezicht in de speelautomatenhal;

    • c)

      het aantal- en type speelautomaten dat mag worden opgesteld;

    • d)

      de exploitatie van de speelautomatenhal.

  • 4. Paragraaf 4.1.3.3. van de Algemene wet bestuursrecht (positieve fictieve beschikking bij niet tijdig beslissen) is niet van toepassing.

Artikel 6 Weigeringsgronden

  • 1. De vergunning wordt geweigerd, indien:

    • a)

      het maximaal aantal af te geven vergunningen voor speelautomatenhallen is verleend;

    • b)

      de speelautomatenhal niet uitsluitend rechtstreeks vanaf de weg voor het publiek toegankelijk is;

    • c)

      de beheerder(s) de leeftijd van 25 jaar nog niet heeft (hebben) bereikt;

    • d)

      de exploitant of de beheerder(s) onder curatele staat (staan) of bewind is ingesteld over een of meer aan hen toebehorende goederen, als bedoeld in Boek 1, titel 19, van het Burgerlijk Wetboek;

    • e)

      door de aanwezigheid van de speelautomatenhal naar het oordeel van de burgemeester de leef- en woonsituatie in de naaste omgeving of het karakter van de winkelstraat/winkelbuurt op ontoelaatbare wijze nadelig wordt beïnvloed;

    • f)

      de exploitatie of vestiging van de speelautomatenhal strijd oplevert met het geldende bestemmingsplan, beheersverordening, exploitatieplan of voorbereidingsbesluit.

  • 2. De burgemeester kan ontheffing verlenen van het leeftijdsvereiste, gesteld in het eerste lid, onder c, tot een leeftijd van 21 jaar.

Artikel 7 Wijzigingsgronden

  • 1. Indien een overeenkomstig artikel 5, tweede lid, in de vergunning vermelde beheerder de hoedanigheid van beheerder heeft verloren, dient de exploitant onder overlegging van de in artikel 3, onder c, genoemde bescheiden een nieuwe vergunning aan te vragen binnen twee weken nadat de in artikel 3 bedoelde verklaring omtrent het gedrag aan hem is verzonden.

  • 2. De vergunning vervalt indien de beslissing op een aanvraag voor een nieuwe vergunning voor het vestigen of exploiteren van een speelautomatenhal in hetzelfde pand onherroepelijk is geworden dan wel indien geen aanvraag is ingediend binnen vier weken na het verlies van de hoedanigheid als bedoeld in het eerste lid.

Artikel 8 Intrekkingsgronden

De burgemeester kan de vergunning intrekken:

  • a)

    indien blijkt dat de vergunning ten gevolge van een onjuiste of onvolledige opgave is verleend;

  • b)

    indien de omstandigheden of inzichten op grond waarvan de vergunning is afgegeven zodanig zijn gewijzigd dat een situatie is ontstaan als bedoeld in artikel 6, eerste lid, onder f;

  • c)

    indien gehandeld wordt in strijd met aan de vergunning verbonden voorschriften en beperkingen;

  • d)

    indien de exploitatie van een speelautomatenhal voor een periode van langer dan zes maanden wordt onderbroken.

Artikel 9 Wijzigingen in exploitatie

  • 1. Indien een exploitant komt te overlijden dient, indien voortzetting van de exploitatie wordt beoogd, binnen twaalf weken een nieuwe vergunning te worden aangevraagd.

  • 2. In alle andere gevallen van wisseling van exploitant dient binnen vier weken na overname van de speelautomatenhal een nieuwe vergunning te worden aangevraagd.

  • 3. Zolang op een tijdig ingediende aanvraag niet is beslist is voortzetting van de exploitatie toegestaan, met inachtneming van de voorschriften en beperkingen, verbonden aan de van rechtswege vervallen vergunning.

HOOFDSTUK 3 Overige bepalingen

Artikel 10 Strafbepaling

Overtreding van het bepaalde in deze verordening of van voorschriften verbonden aan een krachtens deze verordening verleende vergunning – voorzover niet strafbaar gesteld in artikel 31 van de wet – wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste drie maanden of geldboete van de tweede categorie.

Artikel 11 Toezicht

Met het toezicht op de naleving van het bij deze verordening bepaalde zijn belast bij besluit van de burgemeester aan te wijzen personen, ieder voor zover het feiten betreft die in de aanwijzing zijn vermeld.

Artikel 12 Betreden van plaatsen

Indien de zorg voor de naleving van het bij of krachtens deze verordening bepaalde dit vereist, is artikel 5:15 van de Algemene wet bestuursrecht met betrekking tot het betreden van plaatsen van overeenkomstige toepassing.

HOOFDSTUK 4 Slotbepalingen

Artikel 13 Intrekken oude verordening

Hoofdstuk 7 van de APV Beverwijk 2013 wordt ingetrokken.

Artikel 14 Overgangsrecht

De op grond van de artikel 13 van het ingetrokken hoofdstuk 7 APV 2013 verleende vergunningen worden geacht verleend te zijn overeenkomstig de bepalingen van deze verordening

Artikel 15 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als: Speelautomatenhallenverordening Beverwijk 2018.

Artikel 16 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2018.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering
Beverwijk, 30 november 2017,
De griffier,
De voorzitter,