Regeling vervallen per 09-01-2011

Kermisvoorwaarden gemeente Bladel

Geldend van 17-07-2010 t/m 08-01-2011 met terugwerkende kracht vanaf 10-01-2007

Intitulé

Kermisvoorwaarden gemeente Bladel

Kermisvoorwaarden gemeente Bladel

Voorwaarden voor de verhuur van standplaatsen voor kermisinrichtingen op kermisterreinen.

Algemeen

Artikel 1

  • 1. Tijden waarop de kermissen worden gehouden

    • -

      De kermis te Bladel vangt aan op de zaterdag voorafgaande aan de tweede zondag na 15 augus­tus en eindigt op de dinsdagavond daaropvolgend;

    • -

      De kermis te Casteren vangt aan op de zaterdag voorafgaande aan de laatste zondag van de maand september en eindigt dinsdagavond daaropvolgend;

    • -

      De kermis te Hapert vangt aan op de zaterdag voorafgaande aan de voorlaatste zondag van de maand juni en eindigt op dinsdagavond daaropvolgend;

    • -

      De kermis te Hoogeloon vangt aan op de zaterdag voorafgaande aan de laatste zondag van de maand juni en eindigt, op dinsdagavond daaropvolgend;

    • -

      De kermis te Netersel vangt aan op de zaterdag voorafgaande aan de eerste zondag van juni en eindigt op de dinsdagavond daaropvolgend.

  • 2. Openingstijden der kermisinrichtingen

    Aan het aanvangstijdstip kan naar plaatselijke omstandigheden invulling worden gegeven met dien verstande dat dit tijdstip niet vroeger mag zijn dan 13.00 uur. De sluitingstijd is vastgesteld op 24.00 uur.

Artikel 2

De standplaatsen worden verhuurd door of vanwege burgemeester en wethouders en geschiedt bij inschrijving. De standplaatsen worden aangewezen door een of meerdere door burgemeester en wet­houders daartoe aangestelde ambtena(a)r(en) volgens een door of vanwege, burgemeester en wet­houders goedgekeurd plan.

Inschrijving

Artikel 3

  • 1. De verhuur van de standplaatsen voor de kermis geschiedt bij inschrijving. Voor het doen van inschrijvingen moet - op straffe van ongeldigheid van de inschrijving - gebruik worden gemaakt van op daartoe door de Vereniging voor Kermisondernemers of vanwege burgemeester en wethouders vastgestelde en ter beschikking gestelde formulieren. Het inschrijfformulier moet volledig en duidelijk leesbaar worden ingevuld.

  • 2. Inschrijvingen kunnen alleen worden gedaan door exploitanten van kermisinrichtingen, zoals deze staan ingeschreven bij de Kamer van Koophandel of bij een vergelijkbare buitenlandse instantie, dan wel door hun gemachtigden. De bevoegdheid van de gemachtigde moet blijken uit een aan het inschrijfformulier aangehangen, door de exploitant ondertekende, volmacht. Niemand kan optreden als gemachtigde van meer dan één exploitant.

  • 3. Op het inschrijfformulier moet ten minste worden vermeld:

    • a.

      naam, voornaam, geboortedatum en adres van de inschrijver, (GSM)telefoonnummer, bank- of girorekeningnummer, alsmede handtekening van de inschrijver;

    • b.

      naam en omschrijving der inrichting, het handelsregisternummer, alsmede de Kamer van Koop­handel of vergelijkbare buitenlandse instanties, waar de exploitant is ingeschreven;

    • c.

      de juiste afmetingen van de frontbreedte en de diepte of doorsnede van de inrichting, alsmede van de uitsteekzeilen, oploopvloeren, kassa e.d., wanneer deze buiten de maten van de breedte, diepte of doorsnede uitsteken, benevens voor-, zij- en achterschoren;

    • d.

      de benodigde aansluitvermogen in KWH (Watt)en benodigde stroomsterkte (Ampère);

    • e.

      het aantal woon- en pakwagens, inclusief de afmetingen daarvan;

    • f.

      aanduiding van de kermis(sen) waarvoor de inschriiving bedoeld is;

    • g.

      het bedrag, zowel in cijfers als in letters, dat geboden wordt; bij verschil van biedsom in letters en cijfers, geldt uitsluitend het bedrag in letters;

    • h.

      voorzover van toepassing de attractieprijzen en tijdsduur;

    • i.

      de verzekeringsmaatschappij, waarbij de exploitant een aansprakelijkheidsverzekering heeft.

  • 4. Op één inschrijfformulier mag slechts voor één inrichting worden ingeschreven.Inschrijvingen met een combinatie van twee of meer inrichtingen, alsmede gecombineerde inschrij­vingen door of voor verschillende exploitanten zijn niet toegestaan. Inschrijvingen op één formulier voor meer dan één kerkdorp in de gemeente Bladel zijn toegestaan.

  • 5. Inschrijvingen, bevattende concurrentiebedingen ten doel hebbend om andere, niet dezelfde inrich­tingen als waarmede wordt ingeschreven, te weren of slechts om bepaalde personen toe te laten, zulks ter beoordeling van burgemeester en wethouders, kunnen ter zijde worden gelegd.

  • 6. Op een daartoe strekkend schriftelijk verzoek, gedaan voor het einde van de kermis, door exploi­tanten van inrichtingen met een behoorlijk spelend orgel, zal na afloop van de kermis een restitutie van 10% van de pachtsom met een maximum van €100,-- kunnen worden verleend. Restitutie vindt slechts plaats, wanneer naar het oordeel van burgemeester en wethouders het orgel in een behoorlijke staat van onderhoud verkeert en in de inrichting tijdens de kermis uitsluitend orgelmuziek ten gehore wordt gebracht.

  • 7. De maximale ritprijzen zijn als volgt vastgesteld:

    Kindervermaak

    € 0,90

    Rups

    € 1,00

    Autoscooter

    € 1,20

    Grootvermaak

    € 1,50

    Wisselplaats

    € 3,00

  • 8. De attractie- of ritprijs mag het bovengenoemde tarief niet overschrijden.

Artikel 4

De inschrijfformulieren moeten vóór een door of vanwege burgemeester en wethouders bepaalde datum bepaald tijdstip ten gemeentehuize zijn ingeleverd. Te laat ingeleverde formulieren worden terzijde gelegd.

Artikel 5

De exploitant is gehouden zijn bod gedurende 4 weken na de in artikel 4 genoemde datum gestand te doen. Verhoging of verlaging van geboden pachtsom kan uitsluitend geschieden door middel van een nieuw inschrijfformulier, waarop duidelijk is vermeld welk bod verhoogd of verlaagd wordt en dient tevens te geschieden vóór de datum en het tijdstip als bedoeld in artikel 4.

Toewijzing standplaatsen

Artikel 6

  • 1. Binnen 4 weken na de in artikel 4 genoemde datum beslissen burgemeester en wethouders omtrent de toewijzing der standplaatsen. Zij hebben daarbij de bevoegdheid om uit de inschrijvingen een keuze te doen, om standplaatsen al dan niet aan de hoogste inschrijvers te gunnen en bij niet voldoende bezetting van het kermisterrein dan wel bij onvoldoende attractiviteit of diversiteit van inrichtingen op een bepaald terrein, onderhands standplaatsen toe te wijzen voor alle inrichtingen die zij wensen toe te laten.

  • 2. Bij inschrijving met voorkeur voor een bepaalde plaats wordt bij de toewijzing zoveel mogelijk reke­ning gehouden met deze voorkeur, mits uit de voorkeursaanduiding duidelijk en ondubbelzinnig de bedoeling van de inschrijver blijkt.

  • 3. Burgemeester en wethouders kunnen een standplaats toewijzen ondervoorwaarde dat de inschrijver verplicht is om een waarborgsom te betalen, teneinde zeker te stellen dat een toegewezen standplaats ook inderdaad wordt ingenomen. Deze waarborgsom bedraagt maximaal het bedrag van de pachtsom. De waarborgsom wordt na afloop van de kermis direct terugbetaald, indien de exploitanten aan hun verplichtingen hebben voldaan.

Betaling

Artikel 7

  • 1. De huursom moet in twee termijnen worden betaald:

    • a.

      25% van de huursom alsmede de waarborgsom binnen 14 dagen na dagtekening van de toe­wijzing van de standplaats;

    • b.

      het restant dient 14 dagen voor het opbouwen van de kermis door de gemeente te zijn ontvangen. Bij inschrijving voor meerdere kermissen op één formulier dient het totale restant 14 dagen vóór het opbouwen van de eerste kermis door de gemeente te zijn ontvangen.

    • c.

      Tegelijk met de huursom moet eventueel een door burgemeester en wethouders voor de in­richting vastgesteld bedrag voor stroomverbruik en aansluitkosten worden voldaan.

  • 2. De betaling kan geschieden in contanten, door storting, of overschrijving op het volgende rekeningnummer:

    • BNG: 285001159

    • ten gunste van de gemeente onder vermelding van de naam van de inrichting.

  • 3. Indien de huursom niet is betaald binnen de termijnen in dit artikel genoemd, is de exploitant van de inrichting in gebreke door het enkele verloop van deze termijnen zonder dat daarvoor een ingebre­kestelling nodig is en verliest hij het recht op de hem toegewezen plaats.

  • 4. De in het vorige lid bedoelde nalatige exploitant verbeurt het door hem reeds gestorte deel van de pachtsom en blijft daarenboven verplicht tot betaling van de volledige huursom.

  • 5. Burgemeester en wethouders behouden zich het recht voor de opengevallen plaats aan een ander toe te wijzen zonder verplicht te zijn de opbrengst hiervan aan de nalatige exploitant geheel of ge­deeltelijk uit te keren.

Innemen standplaats

Artikel 8

Geen standplaats mag worden bezet:

  • a.

    dan nadat deze eerst van gemeentewege op het terrein is aangewezen;

  • b.

    tot een ander doel dan waarvoor zij is uitgegeven;

  • c.

    dan nadat aan de ambtenaar, belast met de aanwijzen van de standplaatsen, is aangetoond, dat de huursom volledig is betaald;

  • d.

    dan nadat is aangetoond dat de inrichting, waarvoor is ingeschreven, door de exploitant zelf of door een bij deze in dienst zijnde bedrijfsleider wordt geëxploiteerd.

Artikel 9

Afstand of overdracht van de huur aan derde en ruiling of verwisseling van een standplaats met een andere exploitant mag alleen geschieden met schriftelijke toestemming van burgemeester en wethouders.

Artikel 10

  • 1. Indien een standplaats op de vrijdag vóór de kermis om 12.00 uur niet in gebruik is ingenomen, vervalt deze aan burgemeester en wethouders en kan aan een ander worden toegewezen.

  • 2. Toewijzing aan een ander laat de verplichting van degene, wiens recht vervallen is, tot betaling van de geboden huursom onverlet, met dien verstande dat burgemeester en wethouders een nieuw ontvangen huursom kunnen verrekenen met de door de nalatige exploitant te betalen huursom.

  • 3. Indien bij het opbouwen van een inrichting blijkt dat de afmetingen ervan groter zijn dan bij de in­schrijving is opgegeven, verliest degene, aan wie de standplaats is toegewezen het recht op die plaats en de pachtsom die door hem reeds is betaald.

  • 4. De exploitant dient binnen 8 uur, na constatering van de afwijking, de standplaats, ontruimd te hebben, opdat burgemeester en wethouders deze standplaats zo mogelijk aan een ander kunnen gunnen.

Artikel 11

  • 1. Met het opbouwen van de inrichtingen mag niet eerder worden begonnen dan de donderdag voorafgaande aan de kermis vanaf 08:00 uur, behoudens toestemming van burgemeester en wethouders.

  • 2. De gemeente draagt er zorg voor, dat het terrein beschikbaar is.

  • 3. Na de aanvang van de kermis mag niet meer worden gebouwd, behoudens toestemming van burgemeester en wethouders.

  • 4. Met het afbreken van de inrichtingen mag niet worden begonnen vóór het sluitingsuur van de laatste dag van de kermis, behoudens toestemming van burgemeester en wethouders.

  • 5. Uiterlijk donderdagochtend na de kermis om 08:00 uur moet het terrein zijn ontruimd.

  • 6. Gedurende de kermis mogen op het terrein geen woon- en pakwagens staan, behoudens bijzon­dere gevallen.

  • 7. De woon- en pakwagens worden geplaatst op een door burgemeester en wethouders aan te wij­zen plaats.

Artikel 12

Op het kermisterrein, alsmede op het terrein waar de salonslaapwagens worden geplaatst, zal vanaf woensdagochtend 09:00 uur voorafgaande aan de kermis tot donderdagochtend 09:00 uur na afloop van de kermis van gemeentewege worden gezorgd voor voldoende afvoer van afval, wateraftappunten en stroomtoevoercontacten. De terreinen worden tijdens de kermis en tijdens de afbraak van de kermis van gemeentewege gereinigd.

Artikel 13

Diesel-, benzine- of andere motoren, welke dienen tot opwekking van energie voor verlichting en/of het in werking brengen of houden van de inrichting, worden niet toegelaten, tenzij daartoe voor aanvang van de kermis toestemming is verleend door burgemeester en wethouders.

Artikel 14

In de bestrating mogen geen pennen, wiggen of ander soortgelijke voorwerpen worden geslagen, ge­dreven of op welke andere wijze ook ingebracht, noch mogen gaten of kuilen worden gemaakt.

Artikel 15

Onder alle stoom- en elektrische machines, alsmede onder alle toestellen, werktuigen en/of machinerieën, waarvan olie, benzine of dergelijke kan afdruipen, moet een voorziening worden getroffen ter voorkoming van verontreiniging van de bodem.Verontreinigingen die voortvloeien uit het niet, of niet tijdig, treffen van bovengenoemde voorziening worden op kosten van de exploitant verwijderd.

Artikel 16

De exploitant verplicht zich ervoor zorg te dragen, dat de inrichting in zodanige staat is, alsmede dat zodanige maatregelen zijn getroffen, dat de veiligheid van het publiek dat zich in of nabij de inrichting bevindt, redelijkerwijs is gewaarborgd.

Restitutie huursom

Artikel 17

Wanneer als gevolg van overmacht de kermis niet doorgaat of ophoudt door te gaan dan wel als gevolg van overmacht aan de zijde van de exploitant de exploitant de gehuurde standplaats niet kan innemen, wordt de (gedeeltelijk) betaalde huursom teruggegeven, dan wel gedeeltelijk naar rato van het aantal dagen, waarop de standplaatsen niet kunnen worden gebruikt, gerestitueerd.

Voorschriften van orde en veiligheid

Artikel 18

De exploitanten zijn verplicht te allen tijde in hun inrichtingen toe te laten ambtenaren van politie, bouw- en woningtoezicht, brandweer alsmede andere vertegenwoordigers van de gemeente, en de voorschriften op te volgen die door deze personen in het belang van de openbare orde, veiligheid, gezondheid en/of goede zeden worden gegeven.

Artikel 19

Het is verboden:

  • a.

    om geluidsapparatuur in werking te hebben op een zodanige wijze dat daardoor voor omwonenden, mede-exploitanten of overigens voor de omgeving geluidhinder wordt veroorzaakt;

  • b.

    muziek te maken buiten de openingsuren, behoudens voor afstellen en testen;

  • c.

    gebruik te maken van sirenes, hoorns - anders dan in een draaizaak om het begin en einde van een rit aan te geven en/of andere overmatig lawaaimakende apparaten;

  • d.

    in verkoopzaken gebruik te maken van versterkers;

  • e.

    in vermaakzaken consumptieartikelen of andere voorwerpen te verkopen of uit te geven of automaten te hebben;

  • f.

    vanuit speelgoedkramen goederen met suikerwaren of snoepgoed in welke vorm dan ook al dan niet aangehecht of gevuld te verkopen;

  • g.

    in nougatkramen speelgoed in welke vorm dan ook aangehecht met snoepgoed, behalve de zogenaamde vulartikelen, zoals trompetten, wandelstokken, paraplu's en flesjes met speen, te verkopen;

  • h.

    Wapens zoals messen, luchtdruk geweren, vuurwerk en stinkbommetjes als prijs te verstrekken;

  • i.

    voor het sluitingsuur van de kermis inrichtingen te sluiten of onverlicht te laten, behoudens bijzondere gevallen.

Artikel 20

  • 1. Door de exploitant zullen de door de gemeente gestelde regelen omtrent veiligheid, zowel in het algemeen als bij brand, in acht genomen moeten worden.

  • 2. De exploitant is voorts verplicht ervoor te zorgen, dat in de inrichting al die maatregelen worden getroffen, welke redelijkerwijs kunnen worden verwacht ter waarborging van de veiligheid van het publiek dat zich in of nabij de inrichting bevindt.

Artikel 21

Indien de exploitanten en/of hun personeel handelen of doen handelen in strijd met de vorenstaande bepalingen, kan op last van de burgemeester de inrichting, worden gesloten.

Wettelijke en contractuele aansprakelijkheid

Artikel 22

  • 1. Houders van vermaakinrichtingen zijn verplicht het risico van burgerrechtelijke aansprakelijkheid, waarin begrepen zowel wettelijke als contractuele aansprakelijkheid, voor schade aan personen en goederen, alsmede de daaruit voortvloeiende schade, direct of indirect verband houdende met de exploitatie van de inrichting, te verzekeren.

  • 2. De exploitant vrijwaart de gemeente voor alle in lid 1 bedoelde aanspraken wegens geleden scha­de, tenzij deze schade aanwijsbaar het gevolg is van, door of vanwege de gemeente voor de sa­menstelling van de kermis genomen of voorgeschreven maatregelen.

  • 3. De exploitant is aansprakelijk voor alle schade, toegebracht aan de bestrating, aan andere gemeentelijke eigendommen en aan eigendommen van derden, die aan hem te wijten is en welke is ontstaan door het plaatsen van en het rijden met kermisvoertuigen, het oprichten, onderhouden, wijzigen en afbreken van kermisinrichtingen, alsmede door het plaatsen, verplaatsen of verwijderen van machines en werktuigen, of door welke andere oorzaak ook.

Gevolgen bij niet naleving

Artikel 23

  • 1. De gemeente behoudt zich het recht voor om bij niet naleving door de exploitant van de voorwaar­den hiervan mededeling te doen aan de Vereniging van Nederlandse Gemeenten, teneinde de exploitant op de lijst van nalatige kermisexploitanten te laten plaatsen.

  • 2. De gemeente geeft hiervan tegelijkertijd kennis aan de betrokkene onder mededeling dat deze zich tot een organisatie van kermisexploitanten kan wenden teneinde zijn belangen te doen behartigen bij de Vereniging van Nederlandse Gemeenten.

  • 3. De Vereniging van Nederlandse Gemeenten heeft het recht om de in lid 1 bedoelde mededeling ter kennis te brengen van de daarvoor in aanmerking komende gemeentebesturen.Zij gaat hiertoe niet over dan nadat de kalendermaand volgende op die waarin de mededeling van het gemeentebestuur is ontvangen, verstreken is.

Artikel 24

  • 1. Inden één van beide partijen de verplichtingen op grond van deze verhuurvoorwaarden niet, niet tijdig of niet deugdelijk nakomt is deze partij, na schriftelijk in gebreke te zijn gesteld waarbij een redelijke terrnijn is gesteld om alsnog na te komen, tenzij zulks op grond van deze voorwaarden, het contract of de wet niet nodig is, en in geval van termijnstelling, nakoming binnen de termijn uitblijft, aansprakelijk voor alle schade die hieruit voor de andere partij en/of derden voortvloeit en is de andere partij gerechtigd tot ontbinding van de overeenkomst over te gaan.

  • 2. In geval de niet nakoming te wijten is aan de exploitant laat de verplichting tot betaling va een schadevergoeding door de exploitant - op grond van het vorige lid- onverlet de verplichting tot betaling van de huursom dan wel het verval van de huursom aan de gemeente.

  • 3. Bij overtreding van de voorwaarden, zoals bepaald in art. 3 lid 7 (ritprijzen) zijn burgemeester en wethouders onverminderd het bepaalde in lid 1 bevoegd, de inrichting van de exploitant met onmiddellijke ingang te s!uiten, zonodig onder het gelijktijdig staken van de levering van elektriciteit.

Artikel 25

De inschrijving, gunning en (huur)overeenkomst, als ook alle daaruit voortvloeiende disputen worden beheerst door Nederlands recht.

Artikel 26

Deze kermisvoorwaarden treden in werking op 10 januari 2007.

Ondertekening

Bladel, 3 januari 2007
Burgemeester en wethouders van Bladel,
de secretaris, de burgemeester,