Regeling vervallen per 01-01-2011

1e Actualisatie Brandweerbeleidsplan 2007-2010

Geldend van 17-07-2010 t/m 31-12-2010

Intitulé

1e Actualisatie Brandweerbeleidsplan 2007-2010

De raad van de gemeente Bladel;

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 15 januari 2008;

besluit:

  • 1.

    de bij dit besluit behorende en als zodanig gewaarmerkte 1e actualisatie van het Brandweerbeleidsplan 2007-2010 vast te stellen;

  • 2.

    de uit de 1e actualisatie van het Brandweerbeleidsplan 2007-2010 voortvloeiende aanvullende investeringsramingen mee te nemen bij de actualisatie van het MIP 2008-2012 en bij de opmaak van de meerjarenbegroting 2009-2012.

1 Inleiding

De brandweer is onderhevig aan snelle externe en interne ontwikkelingen, waarop de organisatie tijdig in moet kunnen spelen. Het Brandweerbeleidsplan geeft richting aan het handelen van de organisatie en de mensen die daarin opereren en informeert het bestuur, de partners en medewerkers over het waarom en hoe van de doelen en activiteiten.

Ontwikkelingen en veranderingen volgen elkaar snel op. Daarom is in het verleden besloten het plan steeds jaarlijks te actualiseren en vervolgens ter vaststelling aan te bieden aan de raad.

In de voor u liggende actualisatie voor 2008 zullen alleen de wijzigingen en nieuwe ontwikkelingen per schakel van de veiligheidsketen behandeld worden, analoog aan de hoofdstukindeling van het bestaande plan. Tevens kan het voorliggende document gezien worden als Jaarplan 2008.

2 Ontwikkelingen

De Veiligheidsregio

In het kader van de vorming van de Veiligheidsregio is in onze regio Zuidoost-Brabant in 2004 voortbordurend op het project ‘de Glazen Bol’ het project ‘Veiligheid op maat’ in gang gezet. In dit project is in nauw onderling overleg tussen alle betrokkenen invulling gegeven aan een veiligheidsregio welke past bij en in onze omgeving. Als eerste beslispunt in een reeks is de wijziging van de gemeenschappelijke regeling aan de orde geweest. Hiermee is de bestuurlijke bovenbouw van de Veiligheidsregio Zuidoost-Brabant per 1 januari 2007 een feit.

De volgende stap is het beschrijven van de contouren van de organisatie van de Veiligheidsregio Zuidoost-Brabant. In eerste instantie richt men zich op een organisatievorm die de komende jaren stand kan houden; hierbij moeten mogelijke invloeden van diverse aard kunnen worden ondervangen. Immers zal naar verwachting de Veiligheidsregio zich de komende jaren nog ontwikkelen. Hierbij spelen tenminste de navolgende factoren een rol:

- De Wet Veiligheidsregio

- De uitwerking van het regeerakkoord waarin een nuance is aangebracht omtrent de vorming van de Veiligheidsregio.

Bovenstaande ontwikkelingen zijn in meer of mindere mate van invloed op de organisatievorm van de Veiligheidsregio in haar uiteindelijke verschijningsvorm en de organisatievorm voor de middellange termijn. Het streven is dat uiterlijk in 2008 de commandanten, officieren van dienst en specialisten in dienst komen van de Veiligheidsregio.

De Wet Veiligheidsregio’s moet leiden tot een hogere efficiëntie en effectiviteit door bundeling van kennis en expertise. Dit biedt kansen om de kwaliteit van risicobeheersing te verbeteren. Kwaliteitsverbetering is noodzakelijk om de toenemende complexiteit op het gebied van risicobeheersing, crisisbeheersing en rampenbestrijding het hoofd te bieden. Het college van burgemeester en wethouders is verantwoordelijk voor de brandweerzorg. Daarbij hoort ook risicobeheersing.

Het bestuur van de Veiligheidsregio zal met de nieuwe Wet Veiligheidsregio's een belangrijke adviseur op het gebied van veiligheid worden. In het bijzonder heeft de regionale brandweer als taak "het adviseren van andere overheden en organisaties op het gebied van de brandpreventie, brandbestrijding en het voorkomen, beperken en bestrijden van ongevallen met gevaarlijke stoffen" . Daarnaast zal de regionale brandweer onder meer taken uitvoeren op het gebied van voorkomen, beperken en bestrijden van brand. De gemeenten en de regio zullen dus met elkaar afspraken op het gebied van risicobeheersing moeten maken over de invulling van deze verantwoordelijkheden en taken.

Voor alle helderheid moet gemeld worden dat de gemeente haar verantwoordelijkheid op het gebied van de brandveiligheid en brandpreventie behoudt. Deze verantwoordelijkheid heeft een directe relatie met de bevoegdheid van de gemeente om in sectorale wetgeving geregelde vergunningen te verlenen en raakt meer terreinen dan alleen die van rampen en crises. De gemeenteraad behoudt hier ook zijn verordenende bevoegdheid.

Een belangrijk onderwerp binnen de brandweer vormen de taken proactie, preventie en preparatie.

Een groot deel van deze taken vergt specialistische kennis. In de jaren ’90 is op dit domein de slag gemaakt van niet-uitvoering of uitvoering door vrijwilligers naar uitvoering door beroepspersoneel.

Bovendien is, door de bescheiden omvang van de personeelsformatie in elke gemeente, de continuïteit een voortdurende bron van zorg. Kortom, er is vaak te weinig kritische massa. Op basis van het zogenaamde cafetariamodel is voorgesteld een deel van de 3Pr-taken die nu nog in de gemeente liggen, in samenwerking uit te voeren.

De gemeente Bladel besteedt op dit moment de brandpreventietaken van de afdeling VROM en het vervaardigen/actualiseren van de Bereikbaarheidskaarten uit.

Samenwerking 

Er is al op tal van terreinen mogelijke samenwerking onderzocht en waar mogelijk ingevoerd tussen de diverse Kempengemeenten. De besturen hebben uitgesproken dat ook op het gebied van brandweerzorg alle mogelijke vormen van samenwerking onderzocht kunnen worden. Hierbij wordt gestreefd naar vermindering van de kwetsbaarheid, het vergroten van de efficiency en het verder verbeteren van de kwaliteit van onze producten.   

Tegelijkertijd wordt onderzocht welke taken intergemeentelijk aangepakt kunnen worden en in hoeverre samengewerkt kan worden binnen de nieuw gevormde clusters in de Veiligheidsregio. De oude kringindeling zoals die bestond binnen de regionale brandweer is losgelaten en heeft plaatsgemaakt voor het cluster West. In dit cluster nemen deel de brandweerorganisaties van de gemeenten Oirschot, Reusel-De Mierden, Bladel, Eersel, Veldhoven, Bergeijk, Waalre en Valkenswaard.

3 Risicobeeld

Het risicobeeld zoals beschreven in het Brandweerbeleidsplan 2007-2010 is op hoofdlijnen ongewijzigd gebleven. Aandachtspunten voor het snel repressief op kunnen treden blijven de ontsluiting en bereikbaarheid van industrieterrein de Sleutel en doortrekken van de Goselinusbocht en het daarmee vervolmaken van de randweg Bladel.

4 De taken van het korps

De taken van het korps Bladel blijven ongewijzigd en zijn beschreven in het bestaande Beleidsplan.

5 Proactie

Rondom de brandweer voltrekken zich ontwikkelingen die van wezenlijk belang zijn voor de uitvoering en de effectiviteit van de brandweerzorg en de verantwoordelijkheid die het gemeentebestuur hierin heeft. Risicobeheersing neemt hierbij een belangrijke positie in. Verantwoordelijkheid voor brandweerzorg betekent ook verantwoordelijkheid voor risicobeheersing. Hierbij zijn pro-actief en preventief van belang: een juiste organisatie, de noodzakelijke informatie-uitwisseling, een gewenste schaalgrootte en de onafhankelijkheid van adviezen.

Vaak worden risico’s onvoldoende onderkend, zowel door bouwers, gebruikers als beheerders. De verantwoordelijkheid voor risicobeheersing moet daarom door het gemeentebestuur voldoende worden ingevuld.

In samenwerking met de Veiligheidsregio zullen pro-actieve taken op de juiste schaal uitgevoerd worden. De brandweer zal erop toezien dat het vastgestelde Toetsingkader Bluswatervoorziening en Bereikbaarheid bij planontwikkelingen tijdig gehanteerd wordt.

 

 De voorbereidingen voor de ontwikkeling van het Kempisch Bedrijvenpark beginnen meer en meer gestalte te krijgen. De Werkgroep Integrale Veiligheid denkt na over de pro-actieve en preventieve veiligheidsmaatregelen en beziet welke slagkracht noodzakelijk zal zijn om gedegen op te kunnen treden bij calamiteiten op het park. Met de aansluiting op de A67 in Hapert zullen beide brandweerposten een taakuitbreiding krijgen op de rijksweg bij de Coördinatie Ongevallen Bestrijding Autosnelwegen (COBA).

6 Preventie

Naar verwachting zal in 2009/2010 de Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht (WABO) van kracht worden. Deze wet beoogt “dat het voor burgers en bedrijven voortaan mogelijk moet zijn via één overzichtelijke procedure en bij één bevoegd gezag toestemming te kunnen vragen voor hun activiteiten, als die van invloed zijn op de fysieke leefomgeving”. Het doel is de lasten voor burgers en bedrijven te verminderen.

De WABO is dus bedoeld voor een eenduidig frontoffice voor de burgers; de backoffice brandpreventie zal bij de gemeente goed ingericht en ingebed moeten zijn.

Auditrapport brandweer Bladel (bijlage 1)

Volgens landelijk ontwikkelde normen in het regionaal vastgestelde Normenboek werd in mei 2007 de brandweerorganisatie langs een meetlat gelegd voor de onderdelen, brandweerzorg, bedrijfsvoering en rampenbestrijding.

In het daarop volgend rapport werden sterke punten en verbeterpunten benoemd. De verbeterpunten hebben vooral betrekking op de schakel Preventie:

  • -

    de borging van taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden binnen de gemeente is nog niet optimaal

  • -

    er zijn geen criteria vastgelegd voor het al dan niet inschakelen van de brandweer

  • -

    de brandweer is niet betrokken bij de intake van de diverse vergunningen binnen de gemeentelijke organisatie. Door de brandweer al te betrekken bij de intake van vergunningen, bijvoorbeeld door het ontwikkelen van checklisten of een zogenoemd spoorboekje, kan hieraan worden tegemoet gekomen

  • -

    de kennis van preventie binnen de brandweer ergo de gemeentelijke organisatie is gering. Hierin zit een afbreukrisico

  • -

    tussentijdse controles tijdens een bouwproces worden niet of nauwelijks door preventiefunctionarissen uitgevoerd.

Voor het kwalitatief en efficiënt uitvoeren van de preventietaken binnen de gemeente zijn van belang:

  • 1.

    de onafhankelijkheid van adviezen van de brandweer

    Bij het maken van organisatiekeuzes en procesafspraken is het van belang de onafhankelijkheid van adviezen over fysieke veiligheid en brandveiligheid te borgen. Alleen dan kan het bestuur op een transparante wijze een duidelijke afweging maken tussen brandveiligheid en andere belangen.

  • 2.

    de borging van informatie-uitwisseling in de veiligheidsketen van pro-actie tot nazorg

    Informatie vanuit risicobeheersing is noodzakelijk om de kwaliteit van de andere schakels van de veiligheidsketen te waarborgen. Denk hierbij aan de bereikbaarheidskaarten voor preparatie. Ook repressie heeft die informatie nodig: op basis hiervan kunnen bij een incident de inzet en operationele leiding adequaat georganiseerd worden en wordt beoordeeld of veilig brandweeroptreden van brandweermensen mogelijk is. Ook is de informatie van belang voor nazorg: onder meer bij het onderzoek naar de oorzaken van brand kan bekeken worden of de preventieve maatregelen hebben gewerkt. Maar ook andersom: kennis over pro-actie en preventie kan alleen actueel worden gehouden in een organisatie die nauw betrokken is bij de repressieve brandweerzorg.

    Hetzelfde geldt voor Handhaving: betrokkenheid hierbij is ook een belangrijk onderdeel van de brandweerzorg. Handhaving van brandveiligheid is een specialistische aangelegenheid, die inzicht vereist in de samenhang tussen bijvoorbeeld bouwkundige, installatietechnische en organisatorische maatregelen ter bescherming van mensen en het milieu. Voor een optimale invulling van de toezichthoudende taak is het gewenst dat specifieke kennis over brandveiligheid hierbij wordt ingebracht. Het is dus van belang om de brandweer zodanig in te richten dat risicobeheersing in nauw verband staat met de rest van de veiligheidsketen. Omdat in onze gemeente de afdeling VROM verantwoordelijk is voor de brandpreventie (dus organisatorisch los van de brandweer), en er binnen die afdeling niet voldoende kwaliteit en kennis voorhanden is, wordt op dit moment dit werk uitbesteed. Van belang hierbij is dat de informatieoverdracht tussen de schakels van de veiligheidsketen gewaarborgd wordt in het reguliere overleg Milieu - Bouwen - Brandweer.

  • 3.

    de keuze van het juiste schaalniveau

    Van oorsprong is risicobeheersing gericht op een object of een verzameling objecten. Sommige risico's strekken zich uit over meerdere gebieden/regio's, zoals risico's die verbonden zijn aan het transport van gevaarlijke stoffen.

    In sommige objecten zijn de risico's dusdanig complex dat dit vraagt om zeer specialistische kennis (denk aan het KBP). In verband met ervaringsverdunning is deze kennis veelal niet op peil te houden op gemeentelijke schaal. Het is belangrijk dat specialistische kennis op het juiste schaalniveau georganiseerd wordt.

    Zowel de toenemende complexiteit van de risico's in sommige objecten als de geografische spreiding van risico's vragen om de organisatie van specialistische kennis op bovengemeentelijke schaal. Samenwerking binnen de Veiligheidsregio is hierbij van belang.

    Bij de regionalisering en de ontwikkelingen binnen de sector West en de Kempensamenwerking kiezen we daarom voor uitvoering van basis preventietaken op intergemeentelijk c.q. sectorniveau. De meer complexe, hoogwaardige advisering betrekken we bij de Veiligheidsregio.

Beleidsvoornemens Preventie:

Het is cruciaal dat alle betrokkenen zich bewust zijn van hun verantwoordelijkheden voor brandveiligheid. Invulling geven aan de eigen uitvoeringsverantwoordelijkheid vraagt om een goede borging van informatieoverdracht, kennis en onafhankelijke advisering. Dit is mogelijk op de volgende wijze:

- de brandpreventieve kennis binnen de gemeente en de afdeling VROM op peil brengen door scholing. Verder heeft B&W op 11 december 2007 besloten, na kennis genomen te hebben van de Voortgangsrapportage Samenwerking Brandweer Kempengemeenten, de preventietaken die uitbesteed worden (+ 600 uur op jaarbasis), in samenwerking met de Veiligheidsregio binnen de sector West uit te gaan voeren

- het borgen van de informatieoverdracht geschiedt reeds in het reguliere overleg Milieu, Bouwen, Brandweer en binnen het afdelingsoverleg Veiligheid en Handhaving. Relevante zaken worden ingebracht tijdens het maandelijkse korpsoverleg

- onafhankelijke en meer specialistische advisering uit laten voeren door de gespecialiseerde adviseurs van de Veiligheidsregio.

7 Preparatie

Opleiding - Bijscholing - Oefening

Het nieuwe Besluit Kwaliteit Brandweerpersoneel zal in 2008 vastgesteld worden. Hierin gaat het niet langer om vakbekwaam worden (opleiding), maar ook om vakbekwaam blijven (bijscholing en oefening), een integraal systeem dus. Het brandweeronderwijs wordt omgevormd van ranggericht naar competentiegericht onderwijs, gericht op de functie. Het meten van competenties van brandweerpersoneel, die nodig zijn voor het uitoefenen van de verschillende functies, zal binnen het nieuwe Besluit en de bijbehorende uitvoeringsregelingen worden geregeld. Hiermee zal naar verwachting de vernieuwde Leidraad Oefenen een bindend document worden.

Per individuele vrijwilliger zal in het kader van het nieuwe Besluit Kwaliteit Brandweerpersoneel geregistreerd worden aan welke oefenkaarten hij of zij voldoet. Door deze kwaliteitsmeting en –registratie (incl. profchecks)  is het mogelijk om het behaalde diploma te behouden. Het repressieve brandweerpersoneel zal moeten voldoen aan de kwaliteitseisen voor de functie waarin het functioneert en zal dus ook over de benodigde competenties moeten beschikken.

Getracht moet worden de plan-do-check-act gedachte op het vlak van oefenen te ontwikkelen. Vanaf 2008 zullen de korpsen binnen de regio de oefenplanning op elkaar afstemmen; ook het regionale bijscholingsprogramma zal hierbij zo efficiënt mogelijk aansluiten.

Het registratieprogramma Vakbekwaamheids Management Systeem (VMS) is volop in ontwikkeling. Dit systeem heeft tot doel de totale vakbekwaamheid van het personeel in de gehele regio in beeld te krijgen. Met de overschakeling van het huidige registratieprogramma Fireman naar VMS in 2008 zal de kwalitatieve registratie van oefeningen in gang gezet worden. Voorwaarde hierbij is dat het VMS voldoende aansluit bij het betalingssysteem van de gemeente.

Planvorming

In bijlage 2 is de actuele lijst van bereikbaarheidskaarten opgenomen die op de uitrukvoertuigen aanwezig zijn.

Met de komst van objecten op het Kempisch Bedrijven Park zal het aantal bereikbaarheidskaarten uitgebreid worden. Het budget in de begroting zal hierop te zijner tijd aangepast worden.

 

Materieel

Aanschaf en vervanging van materieel geschiedt volgens het vastgestelde vervangingsschema, dat opgesteld is aan de hand van de inventarislijst brandweer.

In verband met de gestelde veiligheidseisen vanuit de Arbowet, de komst van veel bovenwoningen en de komst van het Kempisch Bedrijvenpark is een goede dekking door een redvoertuig voor het redden en voor het werken op hoogte en diepte zeer belangrijk. Op dit moment zijn de Kempengemeenten onvoldoende gedekt door een dergelijk voertuig. Volgens het vastgestelde Brandweerbeleidsplan 2007-2010 zal daarom in samenwerking met de buurgemeenten Reusel-De Mierden en Eersel in 2008 een redvoertuig aangeschaft worden.

Vervanging van de 1e tankautospuit voor de post Bladel staat gepland in 2009. In verband met prijsstijgingen zal het krediet met € 25.000,00 opgehoogd worden naar € 325.000,00. Vanuit de regionale brandweer wordt, bij vervanging van een blusvoertuig, geadviseerd de nieuwe blusmethode “One-Seven” aan te schaffen. Op dit moment wordt onderzocht of deze nieuwe blusmethode voor ons verzorgingsgebied effectief en efficiënt is. Brandweer Eindhoven gaat inmiddels over tot aanschaf van deze blusmethode. De ervaringen vanuit Eindhoven kunnen bij de keuze meegenomen worden. Indien gekozen wordt voor de nieuwe blusmethode met meer slagkracht en minder bluswaterschade, zal hiervoor € 35.000,00 benodigd zijn. Vooralsnog wordt dit bedrag begroot.

 

In 2009 staan tevens de vervanging van het OVD-voertuig in samenwerking met Reusel-De Mierden en de vervanging van de manschappenbus op de begroting. De manschappenbus wordt niet alleen voor brandweerdoeleinden gebruikt, maar doet vooral ook dienst als vervoermiddel voor Openbare Werken-taken.

Per 2008 treden de Officieren Van Dienst (OVD’s) in regionale dienst. Op dit moment is nog niet bekend of de dienstvoertuigen voor de OVD’s tevens door de regionale brandweer vervangen gaan worden. Vooralsnog blijft het krediet op de begroting gehandhaafd.

 

In 2008 zal de noodzaak en meerwaarde van een Automatische Externe Defibrillator (AED) en een warmtebeeldcamera op de 1e tankautospuit voor beide posten onderzocht worden. Zo nodig zal in de volgende actualisatie van het Brandweerbeleidsplan het bijbehorende krediet begroot worden.

8 Repressie

Dekkingsplan

Het huidige Regionale Dekkingsplan zal in 2008 volledig geactualiseerd worden en daarna ter vaststelling aangeboden worden.

In bijlage 3zijn de berekende opkomsttijden binnen en buiten werktijd opgenomen. Afronding van de volledige rondweg structuur en de ontsluiting en bereikbaarheid van industrieterrein de Sleutel blijven voor een snel en veilig optreden van de brandweer van groot belang. Deze maatregelen zullen de opkomsttijden vanuit de post Bladel gunstig beïnvloeden.

Operationele sterkte

De korpssterkte is berekend op 45 personen, inclusief de commandant.

Om over voldoende opgeleide vrijwilligers te kunnen blijven beschikken zal, met inachtneming van de opschortingen FLO, tijdig geworven worden.

9 Grootschalig optreden en rampenbestrijding

Het bestaande beleid wordt gecontinueerd, waarbij de regionale ontwikkelingen gevolgd zullen worden.

10 Nazorg

Het bestaande beleid wordt gecontinueerd, waarbij op veranderingen geanticipeerd zal worden.

11 Bestuur, management en organisatie

In het kader van de regionale ontwikkelingen zullen alle OVD’s en commandanten in regionale dienst gaan werken. Op dit moment is niet exact aan te geven wanneer dit ook daadwerkelijk zal gaan geschieden. Organisatorisch blijft de brandweer ondergebracht bij de afdeling Veiligheid en Handhaving.

Momenteel wordt de mogelijkheid tot samenwerking binnen de Kempengemeenten en de sector West van de Veiligheidsregio onderzocht en uitgewerkt. Dit kan in de toekomst leiden tot de aanstelling van brandweermedewerkers in regionale dienst.

12 Personeel

De beschikbaarheid van vrijwilligers, vooral in de dagsituatie, blijft een voortdurend aandachtspunt. De beschikbare formatie zal zich bij alle in gang gezette ontwikkelingen betrokken moeten voelen om het belangrijke werk te kunnen blijven uitvoeren naast het hoofdberoep.

13 Financiën

Bij de vervanging van materieel en materiaal wordt rekening gehouden met de nieuwe landelijke en regionale ontwikkelingen. Hierop zal het materieel aangepast worden, zodat de brandweer optimaal toegerust is om haar taak naar behoren uit te kunnen voeren.

De uniformkleding voor het gehele korps zal in 2008 worden vervangen door de nieuwe landelijke uniformkleding. Deze vervanging wordt regionaal georganiseerd.

 

Op te nemen in Meerjaren Investerings Programma (MIP) 2008-2012:

 

Nr.

Vervangingsinvesteringen

2008

2009

2010

2011

2012

1

Redgereedschappen

 

 

30.000

50.000

 

2

Hulpverleningsmaterialen

7.000

 

10.000

 

 

3

Veiligheidsmiddelen (chemiepakken)

 

 

 

15.000

 

4

Bepakking voertuigen

6.000

 

 

 

 

5

Tankautospuit post Bladel

One-Seven blussysteem

 

325.000

35.000

 

 

 

6

Manschappenbus

 

45.000

 

 

 

7

OVD-voertuig i.s.m.

Reusel-De Mierden

 

50.000

-25.000

 

 

 

8

Uniformkleding nieuwe stijl

30.000

 

 

 

 

9

Watervoerende armaturen

 

 

 

 

11.000

10

Uitrukkleding en helmen

 

 

 

 

60.000

 

Subtotaal

43.000

430.000

40.000

65.000

71.000

 

 

 

 

 

 

 

 

Nieuw beleid:

 

 

 

 

 

11

Redvoertuig

325.000

 

 

 

 

 

Subtotaal

325.000

 

 

 

 

Alle bedragen zijn in Euro’s, exclusief BTW, prijspeil 2007

14 Bijlagen

bijlage 1: auditrapport brandweer Bladel juni 2007 als losse bijlage

bijlage 2: overzicht Bereikbaarheidskaarten Bladel 2007

bijlage 3: opkomsttijden Dekkingsplan binnen en buiten werktijd

Bijlage 1

Bijlage 2

Bijlage 3

Ondertekening

Aldus vastgesteld in zijn openbare vergadering van 6 maart 2008. 
 
De raad voornoemd,
de griffier,                                   de voorzitter,