Aanwijzingsbesluit hinderlijke of schadelijke dieren binnen de bebouwde kom 2016

Geldend van 03-12-2016 t/m heden

Intitulé

Aanwijzingsbesluit hinderlijke of schadelijke dieren binnen de bebouwde kom

Aanwijzingsbesluit hinderlijke of schadelijke dieren binnen de bebouwde kom

Burgemeester en wethouders van de gemeente Bloemendaal,

overwegende, dat door het houden van hinderlijke of schadelijke dieren binnen de bebouwde kom overlast kan ontstaan voor omwonenden;

dat de Algemene plaatselijke verordening Bloemendaal 2014 in artikel 2.60 de mogelijkheid biedt om gebieden aan te wijzen waar regels gelden waarmee overlast als gevolg van het houden van hinderlijke of schadelijke dieren wordt voorkomen of wordt beperkt;

dat het college daarbij de keuze heeft om regels te stellen aan diersoorten, aantallen en de wijze waarop de dieren worden gehouden;

dat de gemeente Bloemendaal een hoogwaardig woon- en leefmilieu nastreeft, waarbij regelgeving hoort met betrekking tot hinder en overlast door activiteiten;

gelet op het bepaalde in artikel 2:60 van de Algemene plaatselijke verordening gemeente Bloemendaal 2014 (verder de APV), juncto artikel 156, derde lid, van de Gemeentewet;

BESLUITEN:

vast te stellen het volgende aanwijzingsbesluit over het houden van hinderlijke en schadelijke dieren:

Artikel 1 werkingsgebied

Dit aanwijzingsbesluit geldt voor het gebied binnen de bebouwde kom zoals bedoeld in artikel 1.1, onder d, van de APV.

Artikel 2 houden van pluimvee

  • 1. Het is de rechthebbende op een perceel verboden pluimvee te houden, tenzij alleen vrouwelijke dieren worden gehouden tot een maximum van 5 dieren.

  • 2. Pluimvee als bedoeld in het eerste lid moet kunnen worden opgehokt in een geschikt dierenverblijf.

  • 3. De afstand tussen het dierenverblijf en een woning van derden is ten minste 10 meter.

  • 4. Het verbod in het eerste lid is niet van toepassing op het houden van pluimvee binnen een zekere begrenzing op een afstand van meer dan 50 meter van een woning van derden.

Artikel 3 beperking overlast

De rechthebbende op een perceel draagt er zorg voor dat door het aanwezig hebben en houden van de in artikel 2 genoemde dieren:

  • geen stankoverlast ontstaat;

  • geen ongedierte wordt aangetrokken door voedsel en resten daarvan;

  • geen geluidsoverlast ontstaat.

Artikel 4 ontheffing en voorschriften

  • 1. Ontheffing als bedoeld in het derde lid van artikel 2.60 APV kan worden verleend indien de afstand tussen het dierenverblijf en een woning van derden minder is dan 50 meter, mits de rechthebbende aantoont dat overlast of schade aan de gezondheid voor derden wordt voorkomen door het treffen van maatregelen.

  • 2. Burgemeester en wethouders kunnen van de rechthebbende verlangen dat deze een burenakkoord overlegt, waaruit blijkt dat de direct-omwonenden instemmen met het aanwezig hebben van de dieren.

  • 3. Burgemeester en wethouders kunnen aan de ontheffing voorschriften verbinden om overlast of schade aan de openbare gezondheid verder te voorkomen of te beperken.

Artikel 5 naam

Dit besluit wordt aangehaald als het ‘Aanwijzingsbesluit hinderlijke of schadelijke dieren binnen de bebouwde kom 2016’.

Artikel 6 afbakening

Dit besluit is alleen van toepassing indien het houden van bedoelde diersoorten in de zin van de Wet milieubeheer geen bedrijfsmatige activiteit is of een activiteit in een omvang alsof het bedrijfsmatig is.

Artikel 7 inwerkingtreding

Het besluit treedt in werking op de dag na bekendmaking.

Ondertekening

Overveen, 5 juli 2016.
Burgemeester en wethouders van Bloemendaal,
R.W. Kruijswijk,

wnd. Burgemeester

P.G.A. Dubbe,

wnd. Secretaris

Algemene toelichting

Het houden van huisdieren kan overlast veroorzaken voor derden. De overlast kan bestaan uit geur, ongedierte, geluidhinder, stof, of gevaar. Het houden van (huis)dieren is grotendeels een privé aangelegenheid.

Sommige diersoorten verstoren echter de woon- en leefomgeving van anderen dermate dat maatregelen nodig zijn om de woon- en leefomgeving daartegen te beschermen. Indien de rechthebbende onvoldoende maatregelen treft, vragen de omwonenden om handhaving of om nadere regels.

Bescherming van derden

In de praktijk is gebleken dat het houden van pluimvee overlast kan veroorzaken. Vooral hanen staan daarom bekend. Indien de overlast niet wordt beperkt door de houder van het pluimvee, wordt de gemeente om handhaving gevraagd, dan wel, als wettelijke regels ontbreken, om daartoe strekkende voorschriften. Hanen verstoren de nachtrust in de vroege ochtenduren. Daarmee beïnvloeden zij het woongenot van omwonenden nadelig. De overlast is erger naarmate de afstand tussen de woningen van derden en de plaats waar de dieren worden gehouden, kleiner is.

De gemeente Bloemendaal wil de burgers een woonmilieu bieden van hoge kwaliteit. Daarbij horen maatregelen die verstoring ervan beperken. Het gaat daarbij niet om verstoring die inherent is aan de natuurwaarden binnen de gemeente. Het besluit richt zich op verstoring als gevolg van het houden van dieren die naar hun aard hinderlijk of schadelijk zijn, waardoor de balans tussen het woongenot van derden en (privé-)belang van de houder uit evenwicht raakt.

Het college kiest ervoor om regels te stellen voor bepaalde dieren. In principe hebben de omwonenden daarin een hoofdrol. Overlast moet aannemelijk worden gemaakt door klachten van buurtbewoners en/of een buurtonderzoek door een opsporingsambtenaar of toezichthoudend ambtenaar.

Indien de activiteit een bedrijfsmatig karakter krijgt is de Wet milieubeheer van toepassing. Daarvan kan sprake zijn als het houden van dieren economisch voordeel oplevert, als de hinder van de activiteit vergelijkbaar is met bedrijfsmatig ondernomen activiteiten, als de dierenverblijven of de wijze van houden een bepaalde mate van professionaliteit vergt of als de activiteit gericht is op het fokken van dieren.