Beleidsregels prostitutiebeleid ('Rood op groen')

Geldend van 01-01-2000 t/m heden met terugwerkende kracht vanaf 15-08-2000

Intitulé

Beleidsregels prostitutiebeleid ('Rood op groen')

Beleidsregels prostitutiebeleid

ROOD OP GROEN

Prostitutiebeleid in Bloemendaal vanaf 1 oktober 2000.

Augustus 2000

Inleiding

Het algemeen bordeelverbod wordt per 1 oktober 2000 opgeheven. Dit betekent dat het exploiteren van prostitutiebedrijven niet langer strafbaar zal zijn en er dus op zichzelf legale bedrijven kunnen ontstaan. De wetgever heeft geen Prostitutiewet willen invoeren en laat de regeling aan de gemeenten over. De basis hiervoor wordt gegeven in de Gemeentewet (artikel l5la). De gemeente heeft de keuze hoever zij wil gaan, maar het geheel verbieden van alle vormen van prostitutie-activiteiten (de nul-optie) is niet toegestaan wegens strijd met artikel 19, lid 3, van de Grondwet (recht op vrije arbeidskeuze).

Voor zover bekend, komen prostitutiebedrijven in de gemeente Bloemendaal niet voor.

Vanaf 1 oktober 2000 zou de vestiging van allerlei soorten seksinrichtingen en escortbedrijven zonder meer zijn toegestaan waar het bestemmingsplan dit toelaat. Men denke hierbij aan bestemmingen als horeca, bedrijven, dorpsdoeleinden, bedrijf aan huis toegestaan etc.

Het regulerend optreden van de gemeente dient plaats te vinden via het bestemmingsplan en de Algemene Plaatselijke Verordening (APV).* In bestemmingsplannen wordt bepaald waar de prostitutiebedrijven zich wel en niet mogen vestigen. Doordat in de APV strijdigheid met het bestemmingsplan als dwingende weigeringsgrond kan worden opgenomen, kan een sluitend systeem worden gecreëerd. Aanpassing van de bestemmingsplannen is dus een essentiële voorwaarde. Een paraplubepaling, die alle bestemmingsplannen op dit punt wijzigt, is reeds in concept aanwezig*. Als er geen strijd is met het bestemmingsplan kan de gemeente een aanvraag uitsluitend weigeren op één van de andere gronden zoals verwoord in de over te nemen wijziging* van de model-APV van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG). Deze gronden zijn de gedragseisen te stellen aan de exploitant en beheerder, de aanwijzing dat in de seksinrichting of het escortbedrijf personen jonger dan 16 jaar of illegalen werkzaam zijn of sprake is van gedwongen prostitutie, het belang van de openbare orde, het voorkomen of beperken van overlast, het voorkomen of beperken van aantasting van het woon- en leefklimaat, de veiligheid van personen of goederen, de verkeersvrijheid of - veiligheid, de gezondheid of zedelijkheidsbelangen en het belang van de arbeidsomstandigheden van de prostitué(e).

Wat de APV-bepaIingen ten aanzien van prostitutie betreft, is de burgemeester in vrijwel alle gevallen het bevoegd gezag. Seksinrichtingen zijn nl. in de meeste gevallen aan te merken als voor het publiek toegankelijke gebouwen. Pas als de inrichting niet voor het publiek toegankelijk is, zoals bij escort-bedrijven het geval is, of gehuisvest is in een voer- of vaartuig (woonboot of stacaravan bijv.), is het college van burgemeester en wethouders bevoegd. Teneinde alles in één hand te houden, heeft het college haar bevoegdheden gemandateerd aan de burgemeester met ingang van de dag van inwerkingtreding van de wijzigingsverordening. De bevoegdheid beleidsregels vast te stellen is niet gemandateerd.

Keuzes

De volgende keuzemogelijkheden bestaan:

  • a.

    Wat: Welke vormen van prostitutie wil het gemeentebestuur wel en niet toelaten in de gemeente?

  • b.

    Hoeveel seksinrichtingen laat het gemeentebestuur toe?

  • c.

    Waar laat het gemeentebestuur (bepaalde vormen van) prostitutie wel en niet toe?

  • d.

    Wie mag seksinrichtingen uitbaten?

  • e.

    Welke voorwaarden worden gesteld?

  • f.

    Wanneer wordt de regelgeving van kracht?

Ad a.

Wat laat Bloemendaal toe? De gemeente Bloemendaal heeft als algemeen beleid het weren van nieuwe bedrijven en het versterken van het woonkarakter van de gemeente. Het collegeprogramma noemt als algemeen beleidsuitgangspunt van de ruimtelijke ordening het behoud van het karakter van Bloemendaal. Bloemendaal kenmerkt zich als een gemeente waar wonen in het groen centraal staat zonder dat er sprake is van bedrijven die overlast veroorzaken. Prostitutiebedrijven komen hier niet voor. Het gemeentebestuur wil dit beleid voortzetten en kiest daarom voor het uitsluitend toelaten van

*Inmiddels beide van kracht (2001)

een vorm van prostitutie die, mits goed gereguleerd en gecontroleerd, geen overlast kan veroorzaken: het escortbedrijf. Dit bedrijf kan worden gedefinieerd ais volgt: de natuurlijke persoon of groep van personen of rechtspersoon die bedrijfsmatig of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was prostitutie aanbiedt die op een andere plaats dan in de bedrijfsruimte wordt uitgeoefend.

Nadrukkelijk zal niet worden toegestaan dat straatprostitutie plaatsvindt of dat er sprake zal zijn van raamprostitutie, bordelen, besloten seksclubs, parencIubs, erotische massagesalons, seksbioscopen, seksautomatenhallen, peepshows e.d.

Bij dit alles houdt het gemeentebestuur ook rekening met het feit dat de gemeente Bloemendaal een betrekkelijk kleine, vergrijzende gemeente is zonder veel toerisme en dat bovendien seksvoorzieningen aanwezig zijn in de aangrenzende centrumgemeente Haarlem.

Ad b.

Hoeveel laat Bloemendaal toe?

Gelet op het inwonertal, de aard van de bevolking en het karakter van de gemeente acht het gemeentebestuur één escortbedrijf voor de gehele gemeente voldoende.

Ad c.

Waar laat Bloemendaal dit escortbedrijf toe?

In ieder geval wenst het gemeentebestuur de gemeente te blijven vrijwaren van nieuwe bedrijven, derhalve ook van escortbedrijven. In de bestemmingsplannen zal via de paraplubepaling een verbod op seksinrichtingen en escortbedrijven worden opgenomen. Omdat een escortbedrijf als een vorm van kantoor beschouwd zou kunnen worden, wordt aan kantoorbestemmingen, met uitsluiting van praktijk/kantoorruimte aan huis, een vrijstellingsmogelijkheid voor een escortbedrijf verbonden.

Het vrijstellingsbeleid zal zodanig zijn dat zich in de gehele gemeente Bloemendaal maximaal één escortbedrijf kan vestigen, mits ook aan de overige (APV)eisen wordt voldaan. Hierbij geldt het principe wie het eerst komt, die het eerst maalt.

Positieve bestemmingen zullen niet worden toegepast, enerzijds vanwege de flexibiliteit, anderzijds om een onnodige invloed op de prijsvorming van panden te voorkomen.

Voor het overige wordt verwezen naar de toelichting bij het (ontwerp)bestemmingsplan "Aanvullende voorschriften uitsluiting seksinrichtingen en escortbedrijven" (=paraplubepaling).

Ad d.

Wie mag een escortbedrijf uitbaten?

In de APV worden gedragseisen gesteld aan de exploitant en eventuele beheerders van het escortbedrijf. Hiermee wordt zoveel mogelijk voorkomen dat het bedrijf in de criminele sfeer terechtkomt.

Ad e.

Aan welke (overige) eisen moet worden voldaan?

Ten aanzien van de sluitingstijden zouden de horecasluitingstijden kunnen worden aangehouden (sluiting tussen 24.00 en 05.00 uur). Bij een keuze voor uitsluitend een escortbedrijf is dit echter niet noodzakelijk.

Gelet op de aard van een escortbedrijf acht het gemeentebestuur het voorts niet noodzakelijk aanvullende voorwaarden te stellen ten aanzien van de preventie en bestrijding van seksueel overdraagbare aandoeningen (soa) en aids.

De mogelijkheid van een vergunning voor beperkte duur is in de APV opgenomen.

Ad f.

Gelet op de ingangsdatum van de opheffing van het bordeelverbod is dit prostitutiebeleid van toepassing vanaf 1 oktober 2000. In verband met de afwezigheid van bestaande bedrijven is een overgangsregeling niet nodig.

Handhaving

De controle op de naleving zal plaatsvinden door de politie, waartoe politiemensen als toezichthouder zullen worden aangesteld. Naast strafrechtelijke sancties denkt het gemeentebestuur bij overtreding van de regels vooral aan het opleggen van dwangsommen, die gelet op de financiële kant van deze bedrijvigheid, zeer behoorlijke bedragen zullen zijn. Daarnaast is ook bestuursdwang in de vorm van sluiting denkbaar.

Inspraak

De Inspraakverordening maakt inspraak mogelijk op alle terreinen van gemeentelijk bestuur. In een aantal gevallen, zoals de herziening van ruimtelijke plannen, is inspraak zelfs voorgeschreven. Het gemeentebestuur acht het van belang dat het gemeentelijk prostitutiebeleid zoveel mogelijk gedragen wordt door de bevolking en andere betrokkenen. De inspraakprocedure is daarom gevolgd. Inspraakreacties zijn niet gegeven.

Conform de Inspraakverordening is een Eindverslag opgesteld.

Aldus vastgesteld door het college

van burgemeester en wethouders van

Bloemendaal op 15 augustus 2000

L.A. Snoeck-Schuller ,burgemeester

P.G.A. Dubbe ,loco-secretaris

de burgemeester van Bloemendaal op

15 augustus 2000

L.A.Snoeck-Schuller ,burgemeester