Nadere regels, beleid en aanwijzingsbesluiten behorend bij de APV gemeente Bodegraven-Reeuwijk

Geldend van 07-04-2016 t/m 14-09-2016

Intitulé

Register nadere regels, beleid en aanwijzingsbesluiten behorend bij de APV gemeente Bodegraven-Reeuwijk

Algemene bepaling

Inherente afwijkingsbepaling

De bevoegde bestuursorganen handelen overeenkomstig deze nadere regels, beleidsregels en aanwijzingsbesluiten, tenzij dat voor een of meer belanghebbenden gevolgen zou hebben die wegens bijzondere omstandigheden onevenredig zijn in verhouding tot de met de regels en besluiten te dienen doelen.

Artikel 1:3 lid 2

  • omschrijving

    Voor bepaalde, door het bestuursorgaan aan te wijzen, vergunningen of ontheffingen kan de in het eerste lid genoemde termijn worden verlengd tot ten hoogste acht weken.

  • nadere regel(s), beleid, aanwijzingsbesluit(en)

    Voor evenementenvergunningen geldt het volgende:

    • 1.

      Voor vergunningen die verleend worden op grond van artikel 2:25 lid 1 dient de volledige aanvraag 8 weken voorafgaand aan het evenement ingediend te zijn.

    • 2.

      Voor meldingen op grond van artikel 2:25 lid 2 dient de volledige melding 4 weken voorafgaand aan het evenement ingediend te zijn.

  • toelichting

    De Dienstenrichtlijn stelt dat de term ‘vergunning’ elke vorm van vergunning inhoudt, dit wil zeggen dat ook meldingen en ontheffingen hieronder begrepen worden. Daardoor vallen artikel 2:25 lid 1 en 2 onder het bereik van artikel 1:3 lid 2.

    De termijn van 8 respectievelijk 4 weken is gerelateerd aan de externe adviezen welke bij evenementen worden opgevraagd. Denk hierbij aan adviezen van hulpverleningsdiensten.

Artikel 2:6 lid 1

  • omschrijving

    Het is verboden gedrukte of geschreven stukken dan wel afbeeldingen onder publiek te verspreiden dan wel openlijk aan te bieden op door het college aangewezen openbare plaatsen.

  • nadere regel(s), beleid, aanwijzingsbesluit(en)

    Separate aanwijzingsbesluiten indien nodig.

  • toelichting

    Kan nadere invulling krijgen, is namelijk afhankelijk van het concrete geval.

Artikel 2:9 lid 1

  • omschrijving

    Het is verboden ten behoeve van publiek als straatartiest, straatfotograaf, tekenaar, filmoperateur of gids op te treden op door de burgemeester in het belang van de openbare orde, de openbare veiligheid, de volksgezondheid en het milieu aangewezen openbare plaatsen.

  • nadere regel(s), beleid, aanwijzingsbesluit(en)

    De aangewezen openbare plaatsen waar het verboden is om op te treden als straatartiest e.a. liggen:

    • 1.

      buiten de bebouwde kom;

    • 2.

      binnen de bebouwde kom:

      • a.

        woonwijken;

      • b.

        bedrijventerreinen; en

      • c.

        recreatie- en natuurterreinen.

  • toelichting

    Gekozen is voor een algemene omschrijving waar het verboden is om als straatartiest e.a. op te treden. Reden hiervoor is dat de openbare plaatsen waar zij mogen optreden, wisselend kunnen zijn. Hiermee worden ook wijzigingen in bestemming van openbare plaatsen ondervangen. Op basis van artikel 2:9 lid 2 moet een straatartiest e.a. zich melden. De burgemeester kan met gebruikmaking van het derde lid hieraan beperkingen verbinden.

Artikel 2:10 lid 6

  • omschrijving

    Het college kan in het belang van de openbare orde, openbare veiligheid of de woon- en leefomgeving nadere regels stellen ten aanzien van terrassen, uitstallingen, reclameborden en spandoeken.

  • nadere regel(s), beleid, aanwijzingsbesluit(en)

    NADERE REGELS VOOR UITSTALLINGEN EN TERRASSEN

    Artikel 1. Begripsomschrijving

    In deze nadere regels wordt verstaan onder:

    • a.

      inrichting: elke door de mens bedrijfsmatig of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was, ondernomen bedrijvigheid die binnen een zekere begrenzing pleegt te worden verricht;

    • b.

      horeca-inrichting: een openbare inrichting als bedoeld in artikel 2:27 van de Algemene plaatselijke verordening Bodegraven-Reeuwijk;

    • c.

      uitstalling: het uitstallen in de openbare ruimte van goederen, losse reclame- of aanbiedingsborden alsmede decoratieve objecten die horen bij het gangbare assortiment van de winkel of horeca-inrichting, zoals een reclamebord, (producten- of kleding)rek, e.d.;

    • d.

      verkoopwaar: categorie uitstalling bestaande uit artikelen bestemd voor verkoop, eventueel uitgestald in bakken, kratten, e.d.;

    • e.

      terras: een in de openbare ruimte liggend deel van een horeca-inrichting waar sta- of zitgelegenheid kan worden geboden en waar tegen vergoeding dranken kunnen worden geschonken of spijzen voor directe consumptie kunnen worden bereid of verstrekt;

    • f.

      eilandterras: een terras welke door een weg(gedeelte) van minimaal 1,5 meter is gescheiden van de horeca-inrichting.

    Artikel 2. Locatie uitstalling

    • 1.

      Uitstallingen worden uitsluitend geplaatst op trottoirs of in voetgangersgebieden.

    • 2.

      Uitstallingen mogen uitsluitend over de gehele gevelbreedte, van het pand waarin de winkel is gevestigd, worden geplaatst.

    • 3.

      Verkoopwaar wordt uitsluitend direct tegen de gevel geplaatst.

    • 4.

      Er is altijd een minimale vrije doorgang aanwezig:

      a. van 3,5 meter in het voetgangersgebied;

      b. van 1,5 meter op trottoirs.

    • 5.

      Uitstallingen, met uitzondering van verkoopwaar, worden in lijn met eventueel overige aanwezige objecten in het straatbeeld (zoals fietshekken, lantaarnpalen en prullenbakken).

    • 6.

      De uitstalling wordt niet (nagel)vast aan de grond bevestigd.

    • 7.

      Indien een uitstalling niet geplaatst kan worden binnen de eisen genoemd in dit artikel kan uitsluitend met toestemming van het college worden uitgeweken naar een alternatieve locatie.

    Artikel 3. Maximale grootte van een uitstalling

    • 1.

      Per inrichting worden maximaal 2 uitstallingen in de openbare ruimte geplaatst.

    • 2.

      Een uitstalling is maximaal 1,2 x 1,2 meter (l x b), met uitzondering van verkoopwaar, hiervoor gelden geen maximum afmetingen.

    Artikel 4. Tijdstip plaatsen uitstalling

    • 1.

      De uitstalling is alleen in de openbare ruimte aanwezig als de desbetreffende inrichting geopend is.

    • 2.

      Tijdens evenementen zijn uitstallingen alleen in overleg met de organisator van het evenement in de openbare ruimte toegestaan.

    Artikel 5. Locatie (eiland)terras

    • 1.

      Een terras bevindt zich direct tegen de voorgevel voor de desbetreffende inrichting, of in geval van een eilandterras minimaal 1,5 meter gelegen vanaf deze gevel.

    • 2.

      Een eilandterras bevindt zich volledig binnen een straal van 20 meter gerekend vanaf de voorgevel van de desbetreffende inrichting.

    Artikel 6. Afmetingen (eiland)terras

    • 1.

      Er is altijd een minimale vrije doorgang aanwezig:

      a. van 3,5 meter in het voetgangersgebied;

      b. van 1,5 meter op trottoirs.

    • 2.

      Een (eiland)terras is afhankelijk van de locatie en ligging van het terras niet breder dan de horeca-inrichting waarvoor het gevestigd is.

    • 3.

      Een (eiland)terras is in oppervlakte niet groter dan de exploitatieoppervlakte van de horeca-inrichting binnen.

    • 4.

      Terrasschermen, parasols en overige objecten worden uitsluitend met voorafgaande toestemming van de gemeente (nagel)vast aan de grond bevestigd. Eventuele kosten zijn voor rekening van de ondernemer.

    • 5.

      Het is verboden vlonders te plaatsen over het gehele terras.

    • 6.

      Terrasafscheidingen zijn boven 0,75 meter doorzichtig uitgevoerd.

    Artikel 7. Tijdstip plaatsen (eiland)terras

    • 1.

      Een (eiland)terras wordt alleen geplaatst binnen de periode van het terrasseizoen, te weten van 1 april t/m 30 september.

    • 2.

      Buiten het terrasseizoen zoals genoemd in lid 1 van dit artikel wordt het (eiland)terras geheel verwijderd uit het openbare gebied.

    • 3.

      Terrasmeubilair wordt na sluitingstijd van de horeca-inrichting inpandig opgeborgen, of indien niet mogelijk, deugdelijk met kettingen vastgemaakt, zodat er geen gevaar voor verstoring van de openbare orde ontstaat.

    Artikel 8. Vergunningplicht (eiland)terras

    • 1.

      Onverminderd het bepaalde in deze nadere regels geldt voor de exploitatie van een (eiland)terras een vergunningplicht op grond van artikel 2:28 van de Algemene plaatselijke verordening Bodegraven-Reeuwijk.

    • 2.

      Er kunnen in de vergunning aanvullende voorschriften worden opgenomen.

    Artikel 9. Overige bepalingen (eiland)terras

    Het openbaar terrein waarop een (eiland)terras is gevestigd moet kosteloos, leeg en schoon ter beschikking worden gesteld als de gemeente dit verzoekt.

    Artikel 10. Aansprakelijkheid ondernemer

    De ondernemer is zelf verantwoordelijk voor een geplaatste uitstalling en/of (eiland)terras. Eventuele schade en aansprakelijkheid zijn voor rekening van de ondernemer.

    Artikel 11. Overgangsbepaling

    Als de huidige situatie in strijd is met de nadere regels geldt een overgangstermijn tot 1 maart 2014.

    Artikel 12. Citeertitel

    Deze nadere regels kunnen worden aangehaald als ‘Nadere regels voor uitstallingen en terrassen’.

    Artikel 13. Inwerkingtreding

    Deze nadere regels treden in werking op de eerste dag na bekendmaking.

    BELEIDSREGELS VOOR TIJDELIJKE RECLAMEBORDEN

    Artikel 1. Exploitatie

    Het is niet toegestaan om reclame aan te brengen anders dan op de, in opdracht van de gemeente, geplaatste reclamedisplays.

    Artikel 2. Algemene voorschriften reclameborden

    • 1.

      Tijdelijke reclame-uitingen worden geplaatst conform de volgende voorrangregels:

      • -

        plaatselijke niet-commerciële reclamedoeleinden;

      • -

        plaatselijke commerciële evenementen;

      • -

        regionale niet-commerciële reclamedoeleinden en commerciële evenementen, uitsluitend binnen een straal van 50 km;

      • -

        commerciële reclamedoeleinden.

    • 2.

      Tijdelijke reclame-uitingen voor commerciële doeleinden zijn uitsluitend toegestaan indien deze betrekking hebben op een maatschappelijk, educatief, cultureel doel of evenement binnen de gemeente Bodegraven-Reeuwijk.

    • 3.

      Er mogen uitsluitend reclame-uitingen worden aangebracht die in overeenstemming zijn met de ten tijde van het aanbrengen geldende Nederlandse Reclame Code (vastgesteld door Stichting Reclame Code).

    • 4.

      Reclame-uitingen mogen geen aanstootgevende teksten of afbeeldingen bevatten en niet in strijd zijn met de openbare orde of de goede zeden, een en ander ter beoordeling van het college van burgemeester en wethouders.

    • 5.

      Een campagne wordt maximaal voor een aaneengesloten periode van veertien dagen geplaatst.

    • 6.

      Campagnes worden niet op zondagen verwisseld.

    Artikel 3. Veiligheidsvoorshriften reclameborden

    • 1.

      A0-reclamedisplays brengen de verkeersveiligheid niet in gevaar.

    • 2.

      A0-reclamedisplays vormen geen belemmering voor doorgaand verkeer en hulpverlenende diensten.

    • 3.

      A0-reclamedisplays verstoren niet de zichtbaarheid van de openbare ruimte, de verkeerslichten, verkeersborden en overige verkeersobjecten.

    Artikel 4. Citeertitel

    Deze beleidsregels worden aangehaald als: Beleidsregels voor tijdelijke reclameborden.

    NADERE REGELS VOOR SPANDOEKEN

    • 1.

      Er zijn 5 locaties aangewezen waar een spandoek kan worden opgehangen:

      Bodegraven

      - Tussen Wilhelminastraat 1 (Karssen Boeken & Kantoor) en Van Tolstraat 2 (Café Vrienden de Hoeck)

      - Brugstraat tussen nummer 8 (Drukkerij Domburg) en nummer 9 (Cartouche)

      - Aan weerzijden van de brug op de kruising Cortenhoeve – Goudseweg

      Reeuwijk

      - Aan weerzijden van de brug over de Breevaart t.h.v. de brandweerkazerne

      - Aan weerzijden van de brug over de Breevaart t.h.v. de kruising Raadhuisweg / Zoutmansweg

    • 2.

      De melding voor het ophangen van spandoeken kan niet eerder dan 12 weken voor de datum waarop de spandoeken worden opgehangen, worden gedaan. Indien een melding eerder dan 12 weken van te voren wordt gedaan, is het niet mogelijk deze in behandeling te nemen. Dit in verband met een goede verdeling van de campagnes per kwartaal.

    • 3.

      Plaatselijke niet-commerciële reclamedoeleinden hebben voorrang boven andere niet-commerciële reclamedoeleinden. Reclame voor commerciële doeleinden is slechts toegestaan indien deze betrekking heeft op een maatschappelijk, educatief, cultureel doel of evenement binnen de gemeente Bodegraven-Reeuwijk.

    • 4.

      Door de melder mogen maximaal 4 spandoeken gelijktijdig worden opgehangen.

    • 5.

      De organisatie zorgt zelf voor het plaatsen en verwijderen van de spandoeken.

    • 6.

      Spandoeken mogen uitsluitend worden benut ten behoeve van het bij de melding aangegeven doel.

    • 7.

      Spandoeken mogen geen aanstootgevende tekst of aanstootgevende afbeeldingen bevatten, zulks ter beoordeling van het college.

    • 8.

      Een spandoek is maximaal 4 meter lang en 1,5 meter hoog.

    • 9.

      Spandoeken hangen (uitgezonderd van de bruglocaties) tenminste 4.10 meter boven het wegdek.

    • 10.

      Spandoeken dienen zodanig te worden opgehangen dat het geen hinder of gevaar kan opleveren voor personen of goederen of verkeersonveilige situaties kunnen ontstaan.

    • 11.

      De gemeente kan ten behoeve van eigen publiekscampagnes afwijken van de locaties, de maximale periode en maximale afmeting zoals opgenomen in deze nadere regels.

    • 12.

      Spandoeken dienen te worden verwijderd uiterlijk op de eerste werkdag na de periode die is aangegeven op de melding, met dien verstande dat spandoeken maximaal 14 dagen aaneengesloten mogen worden geplaatst.

    • 13.

      Spandoeken die niet tijdig zijn verwijderd kunnen op kosten van de melder - van gemeentewege - worden verwijderd.

    • 14.

      De melder vergoedt de schade die door het gebruik aan eigendommen van de gemeente wordt toegebracht en treft de redelijkerwijs mogelijke maatregelen om te voorkomen, dat de gemeente of derden als gevolg van het gebruik schade lijden.

    • 15.

      Alle aanwijzingen van politie, brandweer en medewerkers van de gemeente worden direct en stipt opgevolgd.

  • toelichting

    Uitstallingen en terrassen

    De gemeente Bodegraven-Reeuwijk heeft verschillende winkelgebieden. Deze gebieden willen wij veilig en aantrekkelijk houden voor onze bezoekers. Mooie en veilige winkelgebieden dragen bij aan de kwaliteit ervan. Uitstallingen en terrassen spelen hierin een grote rol. In sommige situaties leidt een terras of uitstalling tot een rommelig beeld of een onveilige situatie. Wij hebben daarom regels opgesteld voor het plaatsen van uitstallingen en terrassen.

    Reclameborden

    Voor een kwalitatief goede openbare ruimte voor de gebruiker waarbij inrichting, gebruik en beheer zorgvuldig en integraal op elkaar zijn afgestemd, wordt het plaatsen van reclame-uitingen in de openbare ruimte integraal aangepakt. Om deze reden is de exploitatie van reclameborden opgedragen aan een commerciële partij. In de met die partij gesloten overeenkomst is vastgelegd op welke locaties in de gemeente reclameborden mogen worden geplaatst. Voor die locaties is een uitsluitend recht verleend aan de exploitant. Op andere locaties mogen geen reclameborden worden geplaatst. Dit betekent dat aan andere partijen dan de exploitant geen toestemming voor het plaatsen van reclameborden wordt verleend. Meldingen voor het plaatsen van reclameborden worden niet geaccepteerd. Zij die reclame-uitingen in de gemeente willen aanbrengen kunnen zich wenden tot de exploitant van de reclameborden. Informatie hierover staat op de website van de gemeente.

Artikel 2:18 lid 1 sub a

  • omschrijving

    Het is verboden in natuurgebieden, bossen of veengronden of binnen een afstand van dertig meter daarvan: a. te roken gedurende een door het college aangewezen periode.

  • nadere regel(s), beleid, aanwijzingsbesluit(en)

    In de periode van 1 april tot en met 30 september is het verboden te roken in verband met brandgevaar.

  • toelichting

    De aangewezen periode valt binnen de periode die door de VNG aangeraden wordt. We achten het minder relevant om voor de maanden maart en oktober deze beperking op te nemen gelet op de normale weersomstandigheden in deze maanden. Door het invullen van deze (verbods)periode is het mogelijk om bebording aan te brengen.

Artikel 2:28A lid 1

  • omschrijving

    De burgemeester kan soorten openbare inrichtingen in de gehele gemeente dan wel in een of meer gedeelten van de gemeente aanwijzen waarvoor het gestelde in artikel 2:28 niet geldt.

  • nadere regel(s), beleid, aanwijzingsbesluit(en)

    Voor de volgende soorten openbare inrichtingen geldt de vergunningplicht als bedoeld in artikel 2:28 lid 1 niet:

    • -

      Hotels waar uitsluitend voor hotelgasten dranken/eetwaren worden verstrekt;

    • -

      Horeca-activiteiten binnen dans- en sportscholen;

    • -

      Horeca-activiteiten binnen sauna’s en zonnecentra;

    • -

      Horeca-activiteiten binnen kerken;

    • -

      Koffie- en theeschenkerijen waarbij geen alcoholische drank wordt geschonken.

  • toelichting

    In het kader van deregulering wordt voorgesteld bovengenoemde categorieën bedrijven vrij te stellen van vergunningplicht (voor zover wordt voldaan aan artikel 2:28A lid 2 en lid 3). Doorgaans vormt de exploitatie van deze soorten horeca een nihil effect op het lokale woon- en leefklimaat en leveren geen gevaar voor verstoring van de openbare orde of veiligheid. Overigens kan de burgemeester dit besluit wijzigen indien hier aanleiding toe bestaat. Mocht een bedrijf in strijd handelen met het gestelde in lid 3 of 4 dan kan er alsnog een vergunning worden geëist.

Artikel 2:29 lid 8

  • omschrijving

    De burgemeester wijst per kalenderjaar de doordeweekse feestdagen aan, waarop de openbare inrichtingen zoals genoemd in het eerste lid, ontheffing krijgen van de sluitingstijd en gesloten dienen te zijn tussen 03.00 uur en 06.00 uur.

  • nadere regel(s), beleid, aanwijzingsbesluit(en)

    Deze dagen worden jaarlijks door de burgemeester aangewezen.

  • toelichting

    Ondernemers doen jaarlijks een voorstel voor een aantal dagen. Deze dagen worden ter advisering voorgelegd aan de politie.

Artikel 2:42 lid 4

  • omschrijving

    Het college kan aanplakborden aanwijzen voor het aanbrengen van meningsuitingen en bekendmakingen.

  • nadere regel(s), beleid, aanwijzingsbesluit(en)

    VRIJE AANPLAKZUILEN

    In de gemeente Bodegraven-Reeuwijk zijn twee aanplakzuilen waarop door een ieder meningsuitingen en bekendmakingen kunnen worden aangebracht. De zuilen staan op de volgende locaties:

    • -

      Vrije Nesse nabij nummer 47 te Bodegraven;

    • -

      Buitenomweg nabij nummer 7 te Reeuwijk-Brug.

    De aanplakzuilen mogen niet worden gebruikt voor het aanbrengen van handelsreclame (artikel 2:42 lid 5 Algemene plaatselijke verordening gemeente Bodegraven-Reeuwijk).

    AANPLAKBORDEN IN VERBAND MET VERKIEZINGEN

    Artikel 1 Verzamelplakborden

    • 1.

      Onder verzamelaanplakborden wordt verstaan: de van gemeentewege tijdelijk geplaatste verkiezingsborden, die gebruikt kunnen worden voor het aanbrengen van meningsuitingen en bekendmakingen, beide uitsluitend ten behoeve van politieke partijen.

    • 2.

      (Minimaal) Zes weken voor de verkiezingsdag worden de verzamelaanplakborden geplaatst.

    • 3.

      De gemeente Bodegraven-Reeuwijk heeft de in bijlage 2 genoemde locaties aangewezen als locaties voor verzamelaanplakborden.

    Artikel 2 Losse plakborden

    • 1.

      Onder losse aanplakborden wordt verstaan: uitsluitend alle tijdelijk geplaatste driehoeks- of sandwichborden die worden aangebracht rondom lichtmasten of palen (inclusief bevestigingsmaterialen) die gebruikt worden voor het aanbrengen van meningsuitingen en bekendmakingen, beide uitsluitend ten behoeve van politieke partijen.

    • 2.

      Per politieke partij worden maximaal 25 losse aanplakborden geplaatst, te verdelen over de kernen: Bodegraven, Nieuwerbrug, Meije, Reeuwijk-Brug, Reeuwijk-Dorp, Driebruggen en Waarder.

    • 3.

      De losse aanplakborden mogen twee weken voordat de verkiezingen plaatsvinden worden geplaatst en worden verwijderd uiterlijk de maandag volgend op de datum waarop de verkiezingen hebben plaatsgevonden.

    • 4.

      Een politieke partij kan zelf bepalen of ze een bedrijf inschakelt voor de plaatsing van de losse aanplakborden of dat ze zelf de losse aanplakborden plaatst.

    • 5.

      Het plaatsen en verwijderen van de losse aanplakborden vindt plaats onder verantwoordelijkheid van de politieke partij/ organisatie die de plaatsing uitvoert.

    • 6.

      De locaties van de te plaatsen losse aanplakborden worden in onderling overleg met de andere fracties bepaald.

    • 7.

      Indien de losse aanplakborden aan elkaar worden bevestigd met behulp van ijzerdraden, steken de draden niet buiten de losse aanplakborden uit.

    • 8.

      De afmeting van een los aanplakbord is maximaal 118 cm hoog en 83 cm breed.

    • 9.

      De losse aanplakborden worden alleen in de bebouwde kom van de dorpen geplaatst.

    • 10.

      De losse aanplakborden worden niet aan gebouwen of bouwwerken bevestigd.

    • 11.

      De losse aanplakborden worden niet rond bomen, palen van verkeerslichten en aluminium palen aangebracht.

    • 12.

      De losse aanplakborden staan minimaal 30 cm van de rand van de rijweg of het fietspad af.

    • 13.

      De losse aanplakborden mogen niet geplaatst worden op een kruising van wegen, binnen 30 meter van een hoek of binnen een afstand van 30 meter van een voetgangers- of fietsoversteekplaats. Verkeers- en straatnaamborden zijn altijd zichtbaar.

    • 14.

      De losse aanplakborden dienen zodanig te worden geplaatst dat het geen hinder of gevaar kan opleveren voor personen of goederen of verkeersonveilige situaties kunnen ontstaan.

    • 15.

      Alle aanwijzingen van politie, brandweer en ambtenaren van de gemeente worden direct en stipt opgevolgd.

    • 16.

      Losse aanplakborden die niet tijdig zijn verwijderd kunnen op kosten van diegene die de losse aanplakborden geplaatst heeft - van gemeentewege - worden verwijderd.

    • 17.

      Diegene die de losse aanplakborden plaatst, vergoedt de schade die door het gebruik aan eigendommen van de gemeente wordt toegebracht en treft de redelijkerwijs mogelijke maatregelen om te voorkomen, dat de gemeente of derden als gevolg van het gebruik schade lijden.

  • toelichting

    In de gemeente zijn twee vrije aanplakzuilen. Speciaal voor verkiezingen zijn nadere regels vastgesteld voor verzamelaanplakborden en losse plakborden.

Artikel 2:47B

  • omschrijving

    Het is verboden op het recreatieterrein aan de Twaalfmorgen, zoals aangegeven op de bij deze verordening behorende kaart, naakt te recreëren van 30 april tot 15 oktober tussen 20:00 uur en 09:00 uur en van 15 oktober tot 1 mei.

  • nadere regel(s), beleid, aanwijzingsbesluit(en)

    Het beleid met betrekking tot naaktrecreatie is als volgt:

    • 1.

      Bij de ingang tot het terrein Twaalfmorgen wordt een bordje geplaatst in overleg met Groen Service Zuid-Holland (hierna: GZH) zodat nietsvermoedende recreanten niet ongewenst geconfronteerd worden met naaktrecreanten. De periode en tijd worden hierop duidelijk aangegeven. Klachten en meldingen over dit recreatieterrein kunnen worden gemeld bij de gemeente (0172-522 522 / info@bodegraven-reeuwijk.nl) en/of de Politie (0900-8844).

    • 2.

      Voor het gedeelte waar naaktrecreatie is toegestaan wordt in overleg met GZH een bord met gedragsregels geplaatst. Dit betreffen de volgende gedragsregels:

      • a.

        Het is toegestaan om naakt te recreëren van 30 april tot 15 oktober van 09.00 uur tot 20.00 uur.

      • b.

        Gedraag je respectvol tegenover anderen en de natuur.

      • c.

        Veroorzaak geen overlast.

      • d.

        Houd het gebied schoon.

      • e.

        Maak geen foto's van mensen zonder hen eerst om toestemming te hebben gevraagd.

      • f.

        Verricht geen seksuele handelingen.

      • g.

        Neem een zithanddoekje mee als je ergens wilt gaan zitten.

      • h.

        Het meenemen van huisdieren is niet toegestaan.

      • i.

        Ook geklede personen zijn welkom in het aangewezen gebied.

  • toelichting

    Met betrekking tot naaktrecreatie is aan de Naturisten Federatie Nederland advies gevraagd. Op 14 oktober 2010 (in 10/3838) is dit advies uitgebracht. In de Apv is op basis van dit advies ook gekozen voor de locatie aan de Twaalfmorgen, aangegeven op een kaart. Daarbij is een beperking opgenomen in periode en tijd. De NFN heeft nog meer adviezen gegeven. Deze zijn waar zinvol geacht, overgenomen in het beleid.

    Wettelijke basis is artikel 430a Wetboek voor Strafrecht.

    Met GZH heeft over dit artikel alsmede het beleid afstemming plaatsgevonden.

Artikel 2:48 lid 2 (oud)

  • [Vervallen]

Artikel 2:51

  • omschrijving

    Het is verboden op een openbare plaats een fiets of een bromfiets te plaatsen of te laten staan tegen een raam, een raamkozijn, een deur, de gevel van een gebouw of in de ingang van een portiek indien:

    • a.

      dit in strijd is met de uitdrukkelijk verklaarde wil van de gebruiker van het gebouw of het portiek; of

    • b.

      daardoor die ingang versperd wordt.

  • nadere regel(s), beleid, aanwijzingsbesluit(en)

    Beleid:

    Wanneer (een) klacht(en)/melding(en) ontvangen wordt/worden over (een) onbeheerd achtergelaten (brom)fiets(en) wordt zo veel mogelijk aangesloten bij het beleid als opgenomen bij artikel 5:12 Apv.

  • toelichting

Artikel 2:57 lid 1 sub b

  • omschrijving

    Het is de eigenaar of houder van een hond verboden die hond te laten verblijven of te laten lopen:

    • b.

      buiten de bebouwde kom, op een door het college aangewezen plaats, zonder dat die hond aangelijnd is.

  • nadere regel(s), beleid, aanwijzingsbesluit(en)

    Behoudens het Bodegraafse bos, voor zover gelegen buiten de bebouwde kom, en de op de kaart, bijlage 3, aangegeven gebieden bij het Reeuwijkse Hout is het niet toegestaan een hond niet aangelijnd te laten verblijven of te laten lopen.

  • toelichting

    Met dit besluit wordt beoogd het beleid van de voormalige gemeente Reeuwijk te bestendigen met betrekking tot het Reeuwijkse Hout. Voor het voormalige grondgebied Bodegraven is thans het Bodegraafse bos uitgezonderd.

Artikel 2:57 lid 1 sub c

  • omschrijving

    Het is de eigenaar of houder van een hond verboden die hond te laten verblijven of te laten lopen:

    • c.

      op een voor het publiek toegankelijke en kennelijk als zodanig ingerichte kinderspeelplaats, zandbak of speelweide of op een andere door het college aangewezen plaats.

  • nadere regel(s), beleid, aanwijzingsbesluit(en)

    Een Integraal beleids- en beheerplan openbare ruimte 2013-2016 is in voorbereiding en wordt besproken in de raad van 19 december 2012. Hierin wordt ook een hoofdstuk opgenomen met betrekking tot dit onderwerp. Volgend jaar wordt nagegaan of een verwijzing naar dit beleid moet plaatsvinden of dat beleidsonderdelen in dit aanwijzingsbesluit moeten worden opgenomen.

  • toelichting

    Periodiek wordt dit beleid herzien.

Artikel 2:57 lid 2

  • omschrijving

    Het verbod in het eerste lid aanhef en onder a is niet van toepassing op door het college aangewezen plaatsen.

  • nadere regel(s), beleid, aanwijzingsbesluit(en)

    Behoudens de volgende gebieden binnen de bebouwde kom is het niet toegestaan een hond niet aangelijnd te laten verblijven of te laten lopen:

    • *

      Kennedybospark, zoals aangegeven op de kaart in bijlage 3a;

    • *

      Bodegraafse bos, voor zover gelegen binnen de bebouwde kom en zoals aangegeven op de kaart in bijlage 3b;

    • *

      Wijjkpark Dronen, zoals aangegeven op de kaart in bijlage 3c; honden mogen niet loslopen in het speel- / recreatieve deel van het park;

    • *

      Wijkpark Broekvelden, zoals aangegeven op de kaart in bijlage 3d; bij het oversteken van de fietspaden dient de hond aangelijnd te zijn;

    • *

      Limespark & hondenstrand, zoals aangegeven op de kaart in bijlage 3e.

  • toelichting

    Beoogd wordt het bestendigen van huidig beleid. Aan de locaties is in 2014 het Limespark toegevoegd. Het losloopgebied in dit park en het hondenstrand Groote Wetering zijn op verzoek van hondenbezitters en in overleg met het dorpsoverleg in 2016 aanzienlijk vergroot.

Artikel 2:58 lid 3

  • omschrijving

    Het bepaalde in het eerste lid is niet van toepassing op door het college aangewezen plaatsen.

  • nadere regel(s), beleid, aanwijzingsbesluit(en)

    Een Integraal beleids- en beheerplan openbare ruimte 2013-2016 is in voorbereiding en wordt besproken in de raad van 19 december 2012. Hierin wordt ook een hoofdstuk opgenomen met betrekking tot dit onderwerp. Volgend jaar wordt nagegaan of een verwijzing naar dit beleid moet plaatsvinden of dat beleidsonderdelen in dit aanwijzingsbesluit moeten worden opgenomen.

  • toelichting

    Periodiek wordt dit beleid herzien. Zie eveneens het raadsvoorstel bij het beleidsplan.

Artikel 2:60 lid 1

  • omschrijving

    Het is verboden op door het college ter voorkoming of opheffing van overlast of schade aan de openbare gezondheid aangewezen plaatsen, buiten een inrichting in de zin van de Wet milieubeheer, bij dat aanwijzingsbesluit aangeduide dieren:

    • a.

      aanwezig te hebben;

    • b.

      aanwezig te hebben anders dan met inachtneming van de door het college gestelde regels;

    • c.

      aanwezig te hebben in een groter aantal dan in die aanwijzing is aangegeven; of

    • d.

      te voeren.

  • nadere regel(s), beleid, aanwijzingsbesluit(en)

    Separate aanwijzingsbesluiten indien nodig.

  • toelichting

    Kan nadere invulling krijgen, is namelijk afhankelijk van het concrete geval.

Artikel 2:65

  • omschrijving

    Het is verboden in door het college aangewezen gebieden op of aan de weg of in een voor het publiek toegankelijk gebouw te bedelen om geld of andere zaken.

  • nadere regel(s), beleid, aanwijzingsbesluit(en)

    De aangewezen gebieden waar het verbod van toepassing is

    bevinden zich:

    • 1.

      binnen 100 meter van winkels, openbare voorzieningen (zoals scholen) en zorginstellingen;

    • 2.

      op bedrijventerreinen; en

    • 3.

      op recreatie- en natuurterreinen.

  • toelichting

    Het is niet mogelijk een algeheel bedelverbod in te stellen. Daarom is het noodzakelijk gebieden aan te wijzen waar bedelen als onwenselijk wordt beschouwd.

Artikel 2:73 lid 1

  • omschrijving

    Het is verboden consumentenvuurwerk te gebruiken op een door het college in het belang van de voorkoming van gevaar, schade of overlast aangewezen plaats.

  • nadere regel(s), beleid, aanwijzingsbesluit(en)

    Het is verboden om vuurwerk af te steken:

    • -

      binnen een straal van 75 meter van panden met een rieten dak;

    • -

      binnen een straal van 50 meter van de bejaarden- en verzorgingshuizen en de bejaarden- en aanleunwoningen;

    • -

      binnen een straal van 75 meter van veestallen.

  • toelichting

    Op 31 december mag vuurwerk afgestoken worden van 18.00 uur ’s avonds tot 1 januari 02.00 uur ’s nachts. Dat is landelijk zo bepaald. Buiten dit tijdstip is het verboden consumentenvuurwerk tot ontbranding te brengen. De politie zal hier ook tegen optreden. Om te voorkomen dat er gevaarlijke situaties, schade en/of overlast ontstaan is het op bepaalde locaties verboden om vuurwerk af te steken.

Artikel 2:74A lid 1

  • omschrijving

    Het is verboden op door het college aangewezen wegen of weggedeelten softdrugs te gebruiken of openlijk voorhanden te hebben.

  • nadere regel(s), beleid, aanwijzingsbesluit(en)

  • toelichting

    Een bepaling als deze (“blowverbod”) is onverbindend verklaard. Onderzocht zal worden of in de plaats van deze bepaling een andere bepaling in de APV kan worden opgenomen.

Artikel 4:2 lid 1

  • omschrijving

    De geluidsnormen bedoeld in de artikelen 2.17, 2.19 en 2.20 van het Besluit en artikel 4:5 van deze verordening gelden niet voor door het college per kalenderjaar aan te wijzen collectieve festiviteiten gedurende de daarbij aan te wijzen dagen of dagdelen.

  • nadere regel(s), beleid, aanwijzingsbesluit(en)

    Per kalenderjaar separaat door college te nemen besluit.

  • toelichting

    Tijdens horecaoverleg worden deze feestdagen besproken en in december vastgesteld door het college.

Artikel 4:2 lid 2

  • omschrijving

    De voorwaarden met betrekking tot de verlichting ten behoeve van sportbeoefening in de buitenlucht als bedoeld in artikel 3.148, eerste lid, van het Besluit gelden niet voor door het college per kalenderjaar aan te wijzen collectieve festiviteiten gedurende de daarbij aan te wijzen dagen of dagdelen.

  • nadere regel(s), beleid, aanwijzingsbesluit(en)

    Per kalenderjaar separaat door college te nemen besluit.

  • toelichting

    Tijdens horecaoverleg worden deze feestdagen besproken en in december vastgesteld door het college.

Artikel 4:2 lid 3

  • omschrijving

    In een aanwijzing als bedoeld in het eerste en tweede lid, kan het college bepalen dat de aanwijzing slechts geldt in één of meer nader aan te wijzen delen van de gemeente.

  • nadere regel(s), beleid, aanwijzingsbesluit(en)

    Per kalenderjaar separaat door college te nemen besluit.

  • toelichting

    Tijdens horecaoverleg worden deze feestdagen besproken en in december vastgesteld door het college.

Artikel 4:6B lid 1

  • omschrijving

    Het college kan terreinen aanwijzen waarvoor een detectorverbod geldt.

  • nadere regel(s), beleid, aanwijzingsbesluit(en)

    Wordt nog niet opgesteld.

  • toelichting

Artikel 4:7

  • omschrijving

    Het is verboden op een door het college ten behoeve van de werkzaamheden van de gemeentelijke reinigingsdienst aangewezen weggedeelten, een voertuig te parkeren of enig ander voorwerp te laten staan gedurende een daarbij aangeduide tijdsperiode.

  • nadere regel(s), beleid, aanwijzingsbesluit(en)

    Separate aanwijzingsbesluiten indien nodig.

  • toelichting

Artikel 4:11 lid 1

  • omschrijving

    Het is verboden zonder vergunning van het bevoegd gezag de houtopstanden te vellen of te doen vellen die staan vermeld op een door het college vastgestelde bomenlijst.

  • nadere regel(s), beleid, aanwijzingsbesluit(en)

    Op de in bijlage 4 opgenomen bomenlijst staan de bomen vermeld waarvoor vergunning nodig is.

  • toelichting

Artikel 4:13 lid 1

  • omschrijving

    Het is verboden op door het college in het belang van het uiterlijk aanzien van de gemeente, ter voorkoming of opheffing van overlast dan wel voorkoming van schade aan de openbare gezondheid aangewezen plaatsen, buiten een inrichting in de zin van de Wet milieubeheer, in de open lucht of buiten de weg de volgende voorwerpen of stoffen op te slaan, te plaatsen of aanwezig te hebben: a t/m d

  • nadere regel(s), beleid, aanwijzingsbesluit(en)

    Als plaatsen waar het verbod geldt worden aangewezen:

    • *

      Kennedybospark

    • *

      Bodegraafse bos, voor zover gelegen binnen de bebouwde kom

    • *

      Dronenpark (N11-zijde)

    • *

      Broekveldenpark

    • *

      Hondenstrand (Groote Wetering)

    • *

      plantsoenen

    • *

      recreatiegebieden

    • *

      kinderspeelplaatsen, zandbakken of speelweiden

  • toelichting

    In de gevallen waarin dit aanwijzingsbesluit niet voorziet kan het college separaat een besluit nemen.

Artikel 4:19 lid 1

  • omschrijving

    Het verbod van artikel 4:18, eerste lid, is niet van toepassing op door het college aangewezen plaatsen.

  • nadere regel(s), beleid, aanwijzingsbesluit(en)

    Als locaties waar het verbod om ten behoeve van recreatief nachtverblijf kampeermiddelen te plaatsen of geplaatst te houden buiten een kampeerterrein dat als zodanig in het bestemmingsplan, de beheersverordening, het exploitatieplan of een voorbereidingsbesluit is bestemd of mede bestemd niet van toepassing is, worden aangewezen:

    • 1.

      terreinen die door jeugd- of sportverenigingen worden gebruikt in het kader van een toernooi of andere activiteit die past binnen de doelstelling van de vereniging;

    • 2.

      parkeergelegenheden die uitsluitend bestemd zijn voor het parkeren van campers:

      • a.

        een parkeervak aan de zuidwestzijde van het parkeerterrein bij zwembad De Kuil, gelegen aan de Sportlaan te Bodegraven;

      • b.

        een parkeervak aan de noordoostzijde van het parkeerterrein bij dorpshuis Custwijc, gevestigd in het pand Laageind 1 te Driebruggen.

    • 3.

      het parkeerterrein aan de Burgemeester Kremerweg, als parkeergelegenheid die mede bestemd is voor het parkeren van caravans van kermisexploitanten tijdens de najaarsmarkt in Bodegraven.

  • toelichting

    Doel is tegengaan dat recreatief kamperen buiten daarvoor bestemde kampeerterreinen plaatsvindt. In de Apv is een uitzondering opgenomen voor maximaal twee kampeermiddelen op eigen terrein, binnen een bepaalde periode met een maximum duur.

    • 1.

      Met enige regelmaat worden verzoeken ontvangen om tijdens een toernooi of voor het houden van een (jeugd)kamp, tenten te mogen plaatsen op het terrein van de vereniging of in een recreatiegebied. Voor deze situatie wordt thans een uitzondering gemaakt. Vanzelfsprekend dient tevens te worden voldaan aan eisen die op grond van andere wetgeving worden gesteld.

    • 2.

      De gemeente Bodegraven-Reeuwijk is benaderd door de Nederlandse Caravan Club (NCC) met het verzoek om binnen de gemeente een aantal camperparkeerplaatsen in te stellen omdat:

      • °

        in de huidige situatie geen specifieke camperparkeerplaatsen binnen de gemeente beschikbaar zijn, wat er in de praktijk toe leidt dat camperaars hun camper op locaties zetten waar dit door de gemeente niet wenselijk wordt geacht;

      • °

        het huidige “wildkamperen” door camperaars in strijd is met de APV van de gemeente, wat betekent dat camperaars het risico lopen een boete te krijgen indien zij hun camper binnen de gemeente parkeren om daar te overnachten, hetgeen toeristonvriendelijk is;

      • °

        het feit dat uit (landelijk) onderzoek is gebleken dat een derde van het aantal camperaars niet op een camping overnacht, maar altijd naar een vrije of speciaal daartoe aangewezen plaats zoekt;

      • °

        de gemeente continue werkt aan het bevorderen van het toerisme in de gemeente en in dat verband tegemoet wenst te komen aan het verzoek van de NCC.

    • Verschillende criteria zijn opgesteld die bij de beoordeling van de meest geschikte locaties een rol hebben gespeeld en uiteindelijk hebben geleid tot het aanwijzen van bovengenoemde locaties. Hiervoor wordt verwezen naar het verkeersbesluit waarbij de camperparkeerplaatsen zijn aangewezen, dat op 2 april 2014 is bekendgemaakt in de Staatscourant 2014, 9697.

    • 3.

      Aan de aanwijzing is het parkeerterrein aan de Burgemeester Kremerweg toegevoegd. Hier parkeren kermisexploitanten tijdens de najaarsmarkt in Bodegraven hun caravans.

Artikel 4:19 lid 2

  • omschrijving

    Het college kan daarbij nadere regels stellen ter bescherming van de belangen genoemd in artikel 4:18, vierde lid, onder a en b.

  • nadere regel(s), beleid, aanwijzingsbesluit(en)

    Separate aanwijzingsbesluiten indien nodig.

  • toelichting

    Kan nadere invulling krijgen, is namelijk afhankelijk van het concrete geval.

Artikel 5:3 lid 1

  • omschrijving

    Het is verboden op een door het college aangewezen weg een voertuig te parkeren met het kennelijke doel het te koop aan te bieden of te verhandelen.

  • nadere regel(s), beleid, aanwijzingsbesluit(en)

    Separate aanwijzingsbesluiten indien nodig.

  • toelichting

    Kan nadere invulling krijgen, is namelijk afhankelijk van het concrete geval.

Artikel 5:6 lid 1 sub b

  • omschrijving

    Het is verboden een voertuig dat voor recreatie of anderszins voor andere dan verkeersdoeleinden wordt gebruikt:

    • b.

      op een door het college aangewezen plaats te parkeren, waar dit naar zijn oordeel schadelijk is voor het uiterlijk aanzien van de gemeente.

  • nadere regel(s), beleid, aanwijzingsbesluit(en)

    De woongebieden binnen de bebouwde kommen van de kernen worden aangewezen als plaatsen waar het parkeren van voertuigen die voor recreatie of voor andere dan verkeersdoeleinden worden gebruikt verboden is.

  • toelichting

    Hierbij gaat het om te voorkomen dat onder andere caravans, campers e.d. in woonwijken worden geparkeerd. Doel hiervan is om het uiterlijk aanzien van de gemeente te beschermen. De aan te wijzen plaatsen zijn de bebouwde kommen van de kernen van de gemeente. De kernen komen overeen met de woongebieden uit het Integraal beleids- en beheerplan Openbare Ruimte. Voor de kernen die dit betreffen, wordt verwezen naar bijlage 5.

Artikel 5:8 lid 1

  • omschrijving

    Het is verboden een voertuig dat, met inbegrip van de lading, een lengte heeft van meer dan 6 meter of een hoogte van meer dan 2,4 meter te parkeren op een door het college aangewezen plaats, waar dit naar zijn oordeel schadelijk is voor het uiterlijk aanzien van de gemeente.

  • nadere regel(s), beleid, aanwijzingsbesluit(en)

    De woongebieden binnen de bebouwde kommen van de kernen worden, zoals aangegeven op tekening, bijlage 5, aangewezen als plaatsen waar het parkeren van voertuigen, die met inbegrip van de lading, een lengte hebben van meer dan 6 meter of een hoogte van meer dan 2,4 meter verboden is.

  • toelichting

    Hierbij gaat het om te voorkomen dat lange en/of hoge voertuigen (grote bedrijfsbussen e.d.) in woonwijken worden geparkeerd. Doel hiervan is om het uiterlijk aanzien van de gemeente te waarborgen. Voor zover bekend zijn hiervoor in de voormalige gemeenten in het verleden geen aanwijzingsbesluiten genomen. Dit was ook niet nodig omdat het parkeren van dergelijke voertuigen verboden was. Met de nieuwe Apv tekst dient er wel een aanwijzingsbesluit te worden genomen. De aan te wijzen plaatsen zijn de bebouwde kommen van de kernen van de gemeente. De kernen komen overeen met de woongebieden uit het Integraal beleids- en beheerplan Openbare Ruimte. Parkeren van dergelijke voertuigen op bedrijfsterreinen kan worden toegestaan al zijn de mogelijkheden hiervoor beperkt.

    Met dit aanwijzingsbesluit wordt het huidige beleid met betrekking tot het parkeren van lange of hoge voertuigen grotendeels bestendigd.

Artikel 5:8 lid 2

  • omschrijving

    Het is verboden een voertuig dat, met inbegrip van de lading, een lengte heeft van meer dan 6 meter te parkeren op een door het college aangewezen weg, waar dit parkeren naar zijn oordeel buitensporig is met het oog op de verdeling van beschikbare parkeerruimte.

  • nadere regel(s), beleid, aanwijzingsbesluit(en)

    • 1.

      Alle openbare wegen binnen de gemeente zijn aangewezen als plaatsen waar het parkeren van voertuigen, die met inbegrip van de lading, een lengte hebben van meer dan 6 meter verboden is; met uitzondering van de parkeerplaatsen op de vrachtautoparkeerterreinen aan de Europaweg, de Kleienhof te Bodegraven, de Esdoornlaan te Driebruggen, de Van Leeuwenhoekstraat te Reeuwijk-Dorp, de Molendijk te Waarder en de vrachtautoparkeerplaatsen langs de Denemarkenweg, Griekenlandweg, Portugalweg en Terrasonsingel op het bedrijventerreinen Groote Wetering te Bodegraven en de vrachtautoparkeerplaatsen langs de Klipperaak op het bedrijventerrein Rijnhoek te Bodegraven zoals aangegeven op tekening, bijlage 6.

    • 2.

      Deze uitgezonderde parkeerplaatsen worden aangeduid door plaatsing van verkeerstekens volgens de borden E08a en/of E08c van het Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens 1990 en de onderborden met de tekst “maximaal 3 dagen”.

  • toelichting

    Hierbij gaat het om te voorkomen dat lange voertuigen (voornamelijk vrachtauto’s) parkeerplaatsen voor personenauto’s in beslag nemen en hiermee de parkeerdruk onevenredig toeneemt. De aangewezen wegen zijn alle wegen binnen de gemeente met uitzondering van de vrachtautoparkeerterreinen en de vrachtautoparkeerplaatsen voor vrachtauto’s op de klinkerstroken van de bedrijventerreinen Groote Wetering en Rijnhoek te Bodegraven.

    De in het aanwijzingsbesluit uitgezonderde parkeerplaatsen zijn geschikt voor het parkeren van dergelijke voertuigen. Inventarisaties en het huidige gebruik hebben uitgewezen dat de uitgezonderde parkeerplaatsen voldoende voorzien in de parkeerbehoefte van dergelijke voertuigen.

    Met dit aanwijzingsbesluit wordt het huidige beleid met betrekking tot het parkeren van lange voertuigen bestendigd.

Artikel 5:8 lid 3

  • omschrijving

    Het is in verband met het voorkomen van hinder of overlast voor bewoners of gebruikers van nabij gelegen gebouwen of terreinen, gedurende alle dagen en alle tijdstippen van de dag, verboden om een voertuig met een koelaggregaat dat in werking is, te parkeren op de weg, behoudens op de hiertoe aangewezen parkeerterrein(en).

  • nadere regel(s), beleid, aanwijzingsbesluit(en)

    • 1.

      De 8 zuidelijke parkeerplaatsen op het vrachtautoparkeerterrein aan de Europaweg te Bodegraven, zoals aangegeven op tekening, bijlage 7, zijn aangewezen als plaatsen waar het parkeren van voertuigen met een inwerkingzijnd koelaggregaat is toegestaan;

    • 2.

      Deze aangewezen parkeerplaatsen worden aangeduid door plaatsing van verkeerstekens volgens de borden E08c van het Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens 1990 en onderborden met de tekst “uitsluitend parkeren voertuigen met een koelaggregaat dat in werking is ex artikel 5:8 lid 3 Apv”.

  • toelichting

    Bij dit artikel en aanwijzingsbesluit is het doel te voorkomen dat bewoners en bezoekers van de gemeente hinder of overlast ondervinden van geparkeerde voertuigen (voornamelijk vrachtauto’s) met een koelaggregaat dat in werking is. Deze problematiek speelt alleen in de kern Bodegraven. Daarom worden er in Bodegraven parkeerplaatsen aangewezen waar het parkeren van dergelijke voertuigen is toegestaan.

    De aangewezen parkeerplaatsen op het parkeerterrein aan de Europaweg te Bodegraven zijn geschikt voor het parkeren van dergelijke voertuigen. Inventarisaties en het huidige gebruik hebben uitgewezen dat de aangewezen parkeerplaatsen voldoende voorzien in de parkeerbehoefte van dergelijke voertuigen.

    Met dit aanwijzingsbesluit wordt het huidige beleid met betrekking tot het parkeren van voertuigen met een koelaggregaat dat in werking is, bestendigd.

Artikel 5:12

  • omschrijving

    Het is verboden op door het college in het belang van het uiterlijk aanzien van de gemeente, ter voorkoming of opheffing van overlast, of ter voorkoming van schade aan openbare gezondheid aangewezen plaatsen fietsen of bromfietsen onbeheerd buiten de daarvoor bestemde ruimten of plaatsen te laten staan.

  • nadere regel(s), beleid, aanwijzingsbesluit(en)

    Aanwijzing verbod onbeheerd achterlaten (brom)fietsen: De in bijlage 8 opgenomen kaart geeft het gebied rondom het NS station te Bodegraven aan waar het verboden is (brom)fietsen onbeheerd buiten de daarvoor bestemde ruimten of plaatsen te laten staan.

    Beleid bij verbod onbeheerd achterlaten (brom)fietsen:

    • a.

      De Buitengewoon Opsporings Ambtenaar (BOA) gaat minimaal twee keer per jaar het aangewezen gebied bekijken en maakt foto’s met vermelding van datum en tijdstip bezoek.

    • b.

      In het geval de (brom)fiets(en) geregistreerd is/zijn, zoekt de Boa zo mogelijk contact met de eigenaar.

    • c.

      De Boa stickert de aangetroffen (brom)fiets(en) en checkt na de periode (standaard 2 weken) aangegeven op de sticker of de (brom)fiets(en) is/zijn verwijderd.

    • d.

      De Boa voert de gegevens en de foto’s van de aangetroffen voer-/vaartuigen in het Boa Registratie Systeem (BRS) in.

    • e.

      Vervolgens neemt de Boa contact op met een van de medewerkers van de buitendienst. Deze medewerker(s) halen met de gemeentewagen de (brom)fiets(en) op en brengen deze naar de daartoe aangewezen opslaglocatie.

    • f.

      De Boa zorgt voor een publicatie zodra de (brom)fiets(en) is/zijn verwijderd in de eerstvolgende uitgave van het/de door de gemeente gebruikte publicatiemiddelen.

    • g.

      De eigenaar van een (brom)fiets kan na betaling van € 20 zijn/haar (brom)fiets ophalen bij de daartoe aangewezen opslaglocatie.

    Onderscheid in categorieën .

    • 1.

      Wanneer uit de omschrijving opgenomen in het Besluit beheer autowrakken of de Wet op de economische delicten blijkt dat sprake is van een wrak, wordt dit gezien als afval en wordt deze direct verwijderd en vernietigd.

    • 2.

      Over het algemeen wordt een uitzondering gemaakt voor (brom)fiets(en) waarvan de eigenaar zich kan melden. Na 4 weken wordt de opslag van deze fietsen gestaakt. (met de sta- en opslagperiode is dit 6 weken).

    • 3.

      Als de fiets in goede staat is dan wordt de volledige periode van 13 weken in opslag gehandhaafd.

  • toelichting

    Het huidige geharmoniseerde beleid wordt bestendigd.

Artikel 5:13 lid 1

  • omschrijving

    Het is verboden zonder vergunning van het college een openbare inzameling van geld of goederen te houden of daartoe een intekenlijst aan te bieden.

  • nadere regel(s), beleid, aanwijzingsbesluit(en)

    Beleid met betrekking tot organisaties die niet onder de vrijstelling van 5:13 lid 4 vallen:

    • 1.

      Bij het verlenen van collectevergunningen voor inzamelingen van geld of goederen wordt als leidraad het collecterooster aangehouden, zoals dit jaarlijks door het Centraal Bureau Fondsenwerving (CBF) wordt opgesteld.

    • 2.

      Instellingen die niet op het CBF collecterooster voorkomen kunnen uitsluitend een vergunning voor een huis-aan-huis inzameling, een straatcollecte of een collecte gehouden in een gebouw aanvragen voor een collectevrije periode, met als uitgangspunt één collecte per week.

    • 3.

      Een uitzondering kan gelden voor collecten gehouden in gebouwen of een straatcollecte op een vaste locatie (bijvoorbeeld autowasactie). Dit soort collectes kunnen tegelijkertijd plaatsvinden met een huis-aan-huis collecte gehouden door een instelling op het CBF collecterooster. Echter dient laatstgenoemde instelling dan wel aan te geven geen bezwaar te hebben.

    • 4.

      Het houden van een wervingsactie waarbij mensen worden aangesproken en gevraagd worden om donateur of lid te worden van een instelling voor een goed doel, valt ook onder collecteren. De goede-doelen-instelling kan zelf een wervingsactie houden, maar kan ook een andere organisatie daartoe opdracht geven. Dit wordt direct dialogue genoemd. Indien een collectevergunning wordt aangevraagd door een organisatie vanuit direct dialogue, dient deze organisatie te beschikken over een samenwerkingsverklaring met de goede-doelen-instelling waarvoor zij de wervingsactie houdt.

    • 5.

      Aanvragen van vergunningen voor het inzamelen van geld of goederen van deze instellingen worden getoetst aan de volgende criteria:

    • a. De instelling moet als bonafide zijn aan te merken. Dit betekent dat de collectevergunning alleen wordt verleend aan goede doelen die aan de criteria van het CBF voldoen en in bezit zijn van een stempel van goedkeuring: het CBF-Keur voor grote goede doelen of het CBF-Certificaat voor kleine goede doelen.

    • b. Een collectevergunning wordt daarnaast uitsluitend afgegeven aan lokale stichtingen of verenigingen die collecteren voor maatschappelijke, educatieve, culturele en liefdadigheidsdoelen, het betreft derhalve doelen die betrekking hebben op de gemeente.

    • 6.

      Aan een collectevergunning worden in ieder geval de volgende voorschriften verbonden:

      a. De vergunning geldt uitsluitend voor de periode waarop de vergunning betrekking heeft.

      b. De collectanten zijn minstens 16 jaar (indien jonger, onder begeleiding van een volwassene) en dienen zich op verzoek te kunnen legitimeren.

      c. Het is verboden te collecteren op zondagen, feestdagen alsmede op maandagen t/m zaterdagen tussen 21.00 uur en 09.30 uur.

      d. Alle aanwijzingen van politie, brandweer en medewerkers van de gemeente worden direct en stipt opgevolgd.

      e. Binnen 1 maand na afloop van de collecte dient een collectestaat ingevuld en ondertekend te worden ingeleverd bij de gemeente. Dit betekent dat u aangeeft wat de opbrengst van de collecte is en dat u aantoont dat de opbrengst is afgedragen aan het in de vergunning genoemde doel. U kunt hiervoor het ‘collectestaat’ formulier gebruiken dat bij de vergunning zit.

    • 7.

      Indien na afloop van de collecte geen collectestaat (genoemd onder 6e) wordt ingeleverd, kan besloten worden een volgende vergunning aan die instelling af te wijzen.

  • toelichting

Artikel 5:15 lid 1

  • [Ingetrokken]

Artikel 5:16 lid 2 (oud)

  • [Vervallen]

Artikel 5:18 lid 1

  • omschrijving

    Het is verboden zonder vergunning van het college een standplaats in te nemen of te hebben.

  • nadere regel(s), beleid, aanwijzingsbesluit(en)

    Het beleid is neergelegd in het Standplaatsenbeleid (actualisatie april 2014), vastgesteld door het college op 8 april 2014, in werking getreden op 17 april 2014.

  • toelichting

Artikel 5:25

  • [Vervallen]

Artikel 5:25 lid 1

  • [Vervallen]

Artikel 5:25 lid 3

  • [Vervallen]

Artikel 5:25A lid 1

  • omschrijving

    Het is verboden zonder vergunning van het college met een vaartuig een ligplaats in te nemen of te hebben dan wel beschikbaar te stellen op door het college aangewezen gedeelten van openbaar water.

  • nadere regel(s), beleid, aanwijzingsbesluit(en)

    Aanwijzing ligplaatsen in het openbaar water voor andere vaartuigen, opgenomen in bijlage 10.

  • toelichting

Artikel 5:25A lid 3

  • omschrijving

    Het college kan aan het innemen, hebben of beschikbaar stellen van een ligplaats op krachtens het eerste lid aangewezen gedeelten van openbaar water:

    • 1.

      nadere regels stellen in het belang van de openbare orde, volksgezondheid, veiligheid, milieuhygiëne en het uiterlijk aanzien van de gemeente;

    • 2.

      beperkingen stellen naar soort en aantal.

  • nadere regel(s), beleid, aanwijzingsbesluit(en)

    • 1.

      Uitsluitend ingezetenen van de gemeente die 18 jaar of ouder zijn, komen in aanmerking voor een ligplaats.

    • 2.

      Beschikbare ligplaatsen worden het hele jaar door via de website bekend gemaakt.

    • 3.

      Aanvragen worden afgehandeld op volgorde van binnenkomst.

    • 4.

      Per adres worden maximaal 2 ligplaatsvergunningen op naam verstrekt.

    • 5.

      Bij verhuizing buiten de gemeente, vervalt het recht op de ligplaats.

    • 6.

      Bij overlijden van een rechthebbende van een ligplaats kan de vergunning worden overgeschreven op naam van de partner of bij het ontbreken van een partner op naam van een inwonend kind.

    • 7.

      In het geval een saneringsregeling van toepassing is, geldt dat ingezetenen die een ligplaats moeten verlaten, voorrang krijgen bij het toekennen van een beschikbare ligplaats.

    • 8.

      Onderling ruilen van een ligplaats is mogelijk in overleg met de gemeente.

    • 9.

      Indien de nadere regels geen uitsluitsel bieden, wordt er geloot.

    • 10.

      In uitzonderlijke gevallen kan het college besluiten af te wijken van de nadere regels.

  • toelichting

    De nadere regels zijn vastgesteld in het belang van de openbare orde en het uiterlijk aanzien van de gemeente.

Artikel 5:30 lid 3

  • omschrijving

    Het is verboden de duiksport te beoefenen in het openbaar water, behoudens in een door het college aangewezen gebied.

  • nadere regel(s), beleid, aanwijzingsbesluit(en)

    Aanwijzing

    Het verbod de duiksport te beoefenen in het openbaar water is niet van toepassing in het gedeelte van de plas Broekvelden/Vettenbroek, zoals aangegeven op de kaart in bijlage 11.

  • toelichting

    Toelichting bij aanwijzing op basis van 5:30 lid 3, 5:31B lid 1 en 2, 5:31C lid 1

    Wat het aangewezen gebied betreft, wordt aangesloten bij hetgeen in de voormalige Apv van de gemeente Reeuwijk stond om discrepanties te voorkomen.

    Zwemmen, duiken en surfen

    In de plas Broekvelden/Vettenbroek wordt gedoken, gezwommen en gesurft. Op de kaart is aangegeven dat duikers via de corridor het duikgebied in deze plas kunnen bereiken. Er mag niet gedoken worden tussen een half uur na zonsondergang en 10.00 uur. In het achterste gedeelte mag niet gedoken en gesurft worden van 1 oktober tot 1 april aangezien het stilte- en Natura 2000-gebied is.

    Vanwege de veiligheid is het van belang dat zwemmers, surfers en duikers elkaar niet hinderen. Daarom is in artikel 5:30 lid 4 opgenomen dat de eigenaar of schipper van een vaartuig of zeilplank zich niet mag bevinden in een gedeelte van het openbaar water dat is afgezet voor zwemmers en duikers. In deze plas is een gedeelte afgezet voor zwemmers. Voor duikers is dit minder duidelijk. Het is daarom van belang dat elke duiker in het aangewezen gebied, het gedeelte waar gedoken wordt, afzet en/of markeert.

    Vaarverboden

    Op de kaart staat aangegeven waar met ontheffing met een al dan niet gemotoriseerd vaartuig gevaren mag worden en waar een gemotoriseerd vaartuig niet is toegestaan. Daar waar dit gemotoriseerd vaarverbod geldt, zijn uitzonderingen van toepassing ingevolge artikel 5:31B lid 8 voor degene die al dan niet permanent woont aan deze aangewezen gebieden, voor degene die aantoonbaar vis- of jachtrecht heeft en bedrijven die civiele werkzaamheden verrichten. Ingevolge lid 9 kan het college nadere regels stellen betreffende de bewijsstukken die kunnen worden overgelegd om aan te tonen dat aan de voorwaarden van lid 8 wordt voldaan.

    Voor het gehele plassengebied geldt dat het behoudens ontheffing verboden is, om zich hier met een vaartuig te bevinden tussen 1 uur na zonsondergang en 1 uur voor zonsopgang dan wel gedurende de periode wanneer het zicht minder dan 50 meter bedraagt (mist).

    Snelheid gemotoriseerde vaartuigen

    De maximum snelheid van 6 km per uur geldt voor het gehele plassengebied.

Artikel 5:31B lid 1

  • omschrijving

    Het is verboden in het door het college aan te wijzen gebied, te varen, te doen of te laten varen met enig vaartuig al dan niet gemotoriseerd.

  • nadere regel(s), beleid, aanwijzingsbesluit(en)

    Aanwijzing

    Het vaarverbod is van toepassing in het Reeuwijkse plassengebied, zoals begrensd op de kaart in bijlage 11.

  • toelichting

Artikel 5:31B lid 2

  • omschrijving

    Aan het aan te wijzen gebied, dan wel gedeelte daarvan, kan een tijdsperiode verbonden worden.

  • nadere regel(s), beleid, aanwijzingsbesluit(en)

    Aanwijzing

    In de plas Broekvelden/Vettenbroek, zoals aangegeven op de kaart in bijlage 11, geldt een duikverbod en een surfverbod van 1 oktober tot 1 april.

  • toelichting

Artikel 5:31B lid 3

  • omschrijving

    Aan het in het eerste lid opgenomen verbod kan het colege onder het stellen van voorschriften, ontheffing verlenen.

  • nadere regel(s), beleid, aanwijzingsbesluit(en)

    Beleid:

    Het is verboden in het plassengebied te varen met een vaartuig met een in werking zijnde motor binnen een afstand van 50 meter van een oever, berm, aanleggelegenheid of steiger behoudens bij het afvaren, het aanleggen en het gebruik maken van de doorvaarten naar de diverse plassen.

  • toelichting

    Dit voorschrift wordt tevens als voorwaarde verbonden aan de door stichting Veen te verlenen ontheffing.

Artikel 5:31B lid 5

  • omschrijving

    De geldigheidsduur van de ontheffing is maximaal één kalenderjaar.

  • nadere regel(s), beleid, aanwijzingsbesluit(en)

    De volgende soorten ontheffing kunnen worden afgegeven:

    • 1.

      ontheffing voor een week of korter;

    • 2.

      jaarontheffing.

  • toelichting

    Vanaf 2016 zijn er nog twee categorieën ontheffingen: de ontheffing voor een week of korter en de jaarontheffing.

Artikel 5:31B lid 9

  • omschrijving

    Het college kan nadere regels stellen betreffende de bewijsstukken die de in het vorige lid van dit artikel genoemde categorieën van personen moeten overleggen om aan de tonen dat zij voldoen aan de voorwaarden zoals in dat lid opgenomen.

  • nadere regel(s), beleid, aanwijzingsbesluit(en)

    Nadere regels:

    Als bewijsstuk(ken) voor de personen als bedoeld in lid 8 sub a. wordt(en) aangemerkt:

    • -

      alle officiële documenten (bijvoorbeeld rijbewijs, paspoort) waaruit blijkt dat betrokkene woonachtig is aan een gebied waarvoor een motorvaartverbod geldt dan wel beschikt over een voor recreatief gebruik bestemde woonvoorziening die grenst aan een dergelijk gebied.

    Als bewijsstuk(ken) voor de personen of de leden van een wildbeheereenheid als bedoeld in lid 8 sub b. wordt(en) aangemerkt:

    • -

      alle officiële documenten (bijvoorbeeld schriftelijke toestemming eigenaar in combinatie met vis- of jachtakte) waaruit blijkt dat betrokkene gerechtigd is in het gebied waarvoor het motorvaartverbod geldt, deze activiteiten uit te voeren.

    Als bewijsstuk(ken) voor de personen of medewerkers als bedoeld in lid 8 sub c. wordt(en) aangemerkt:

    • -

      alle officiële documenten (bijvoorbeeld schriftelijk besluit van college of ander (semi)overheidsorgaan) waaruit blijkt dat betrokkenen gerechtigd is in het gebied waarvoor het motorvaartverbod geldt, deze werkzaamheden uit te voeren.

    In gevallen waarin niet onomstotelijk vaststaat dat wordt voldaan aan de regels genoemd in dit lid, beslissen de toezichthouders zoals genoemd in artikel 6:2 van de Apv.

  • toelichting

    Aangepast en nader ingevuld als gevolg van gewijzigde inzichten over redactie van de leden 8 en 9 van dit artikel in relatie tot lid 1 voorafgaande aan de commissievergadering d.d. 24 oktober 2012.

Artikel 5:31C lid 1

  • omschrijving

    Het is verboden om in het door het college aangewezen gebied of gebieden met een gemotoriseerd vaartuig te varen, te doen of te laten varen met een hogere snelheid dan 6 kilometer per uur.

  • nadere regel(s), beleid, aanwijzingsbesluit(en)

    Aanwijzing

    Het verbod is van toepassing in het Reeuwijkse plassengebied, zoals begrensd op de kaart in bijlage 11 en op de Enkele Wiericke en de Dubbele Wiericke te Driebruggen.

  • toelichting

Artikel 5:31E lid 3

  • omschrijving

    Het college kan nadere regels stellen betreffende de bewijsstukken die de jachthouder moet overleggen om aan te tonen dat de drijvende schiethut is gelegen in het jachtveld als bedoeld in het tweede lid, onder b, alsmede over de voorwaarden voor het hebben en gebruiken van een drijvende schiethut op het water.

  • nadere regel(s), beleid, aanwijzingsbesluit(en)

    NADERE REGELS

    Als bewijsstukken voor het aantonen van het jachtveld waarop de jachthouder gerechtigd is tot het gehele of gedeeltelijke genot van de jacht worden aangemerkt:

    • -

      alle officiële documenten (onder andere kadastrale kaarten) waarop of waarin het jachtveld van de jachthouder is aangegeven.

    VOORWAARDEN

    Voorwaarden voor het hebben en gebruiken van een drijvende schiethut op het water:

    • -

      Voor het hebben van een drijvende schiethut moet de jachthouder schriftelijke toestemming hebben van de eigenaar van het kadastrale perceel waarop de schiethut is gelegen.

    • -

      Voor het hebben van een drijvende schiethut moet de jachthouder tevens schriftelijke toestemming hebben van de aangrenzende eigenaar (van het land, water of eiland). Indien deze bezwaar heeft tegen het hebben van de drijvende schiethut nabij zijn eigendom, dan mag de schiethut niet binnen 50 meter vanaf de grens van de aangrenzende eigenaar worden neergelegd.

    • -

      Een jachthouder mag in zijn jachtveld per 40 ha maximaal 2 drijvende schiethutten hebben.

  • toelichting

    De tekst in de Apv en de nadere regels is opgesteld in goed overleg met de WBE. De jagers geven aan dat zij zich de laatste jaren vooral richten op overlast- en schadebestrijding in plaats van op de eendenjacht. Het gebruik van een drijvende schiethut is daarbij effectiever.

    Er bestaan 2 “seizoenen”, namelijk:

    • 1.

      Het seizoen waarin de jacht op bejaagbare wildsoorten is geopend:

    • - fazantenhaan: van 15 oktober tot en met 31 januari;

      - fazantenhen: van 15 oktober tot en met 31 december;

      - haas: van 15 oktober tot en met 31 december;

      - wilde eend: van 15 augustus tot en met 31 januari.

    • 2.

      Het seizoen voor beheer en bestrijding van schade door ganzen: van 1 februari tot en met 31 oktober.

    De nadere regels hebben betrekking op de documenten die moeten worden overgelegd. Daarnaast wordt een afstand tot de grens van de aangrenzende eigenaar opgenomen in het geval deze bezwaar heeft tegen de aanwezigheid van de drijvende schiethut.

Artikel 5:32 lid 2

  • omschrijving

    Het verbod van het eerste lid is niet van toepassing op door het college aangewezen terreinen. Het college kan daarbij nadere regels stellen voor het gebruik van deze terreinen: a. t/m c.

  • nadere regel(s), beleid, aanwijzingsbesluit(en)

  • toelichting

    De gemeente heeft geen terreinen die als crossterrein kunnen worden aangewezen. In het belang van het voorkomen of beperken van overlast is het evenmin gewenst om terreinen in de nabijheid van de woongebieden hiervoor aan te wijzen. Locaties die hiervoor in aanmerking kunnen komen liggen met name in dunbevolkte gebieden van Nederland.

Artikel 5:33 lid 2

  • omschrijving

    Het verbod van het eerste lid is niet van toepassingop door het college aangewezen terreinen. Het college kan daarbij nadere regels stellen voor het gebruik van deze terreinen in het belang van: a. t/m c.

  • nadere regel(s), beleid, aanwijzingsbesluit(en)

  • toelichting

    Terreinen die hiervoor in aanmerking kunnen komen zijn alleen terreinen die voor recreatief gebruik beschikbaar zijn. Noch van inwoners of bezoekers, noch van de beheerder van de recreatiegebieden heeft de gemeente signalen ontvangen dat er behoefte bestaat aan het aanwijzen van terreinen.

Bijlage 1.

i173250.pdf [Klik hier om het document te downloaden] i173251.pdf [Klik hier om het document te downloaden] i173252.pdf [Klik hier om het document te downloaden] i173253.pdf [Klik hier om het document te downloaden] i173254.pdf [Klik hier om het document te downloaden] i173255.pdf [Klik hier om het document te downloaden] i173256.pdf [Klik hier om het document te downloaden]

Bijlage 2.

i173257.pdf [Klik hier om het document te downloaden]

Bijlage 3.

i173258.pdf [Klik hier om het document te downloaden]

Bijlage 3a.

i268305.pdf [Klik hier om het document te downloaden]

Bijlage 3b.

i247566.pdf [Klik hier om het document te downloaden]

Bijlage 3c.

i247567.pdf [Klik hier om het document te downloaden]

Bijlage 3d.

i247568.pdf [Klik hier om het document te downloaden]

Bijlage 3e.

i268306.pdf [Klik hier om het document te downloaden]

Bijlage 4.

i173259.pdf [Klik hier om het document te downloaden]

Bijlage 5.

i173260.pdf [Klik hier om het document te downloaden]

Bijlage 6.

i173261.pdf [Klik hier om het document te downloaden]

Bijlage 7.

i173262.pdf [Klik hier om het document te downloaden]

Bijlage 8.

i173263.pdf [Klik hier om het document te downloaden]

Bijlage 9.

[Vervallen]

Bijlage 10.

i173265.pdf [Klik hier om het document te downloaden]

Bijlage 11.

i276747.pdf [Klik hier om het document te downloaden]