Regeling vervallen per 22-12-2011

Verordening declaratiefonds voor sportieve en culturele activiteiten 2005

Geldend van 14-09-2010 t/m heden

Intitulé

Verordening Declaratiefonds voor sportieve en culturele activiteiten 2005

De raad van de gemeente Boekel;

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 19april 2005;

BESLUIT:

vast te stellen de verordening Declaratiefonds voor sportieve en culturele activiteiten 2005

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsbepaling

  • 1. Alle begrippen die in deze verordening worden gebruikt en die niet nader worden omschreven hebben dezelfde betekenis als in de Wet werk en bijstand (WWB) en de Algemene wet bestuursrecht (Awb).

  • 2. In deze verordening wordt verstaan onder:

    • a.

      rechthebbende:

      - de inwoner van Boekel van 21 jaar en ouder, niet zijnde een student, die een uitkering ontvangt op grond van de WWB (v/h Abw), Ioaw en Ioaz;

      - Een inwoner van Boekel van 21 jaar en ouder, niet zijnde een student, die een inkomen heeft dat gelijk is aan of minder dan 120 % van de voor hem geldende bijstandsnorm;

      - Kinderen tot 18 jaar, voor wie kinderbijslag wordt ontvangen,

      van ouders/ verzorgers met een inkomen op grond van de WWB (voorheen Abw), Ioaw en Ioaz en/of dat gelijk is aan of minder dan 120 % van de voor hem geldende bijstandsnorm;

    • b.

      Burgemeester en wethouders: het college van burgemeester en wethouders.

    • c.

      schoolgaande kinderen: kinderen van 12 tot en met 17 jaar die voltijd dagonderwijs volgen (voortgezet onderwijs);

    • d.

      subsidiejaar: tijdvak van een jaar lopend van 1 januari tot 1 januari van het jaar daarop volgend;

    • e.

      student: studerende van 18 jaar en ouder die recht heeft op studiefinanciering op grond van de WSF 2000;

    • f.

      kind: kinderen van 6 of 7 jaar zittend in groep 3 welke nog geen zwemdiploma hebben.

Hoofdstuk 2 Doel en voorwaarden

Artikel 2 Doel

Het doel van het declaratiefonds is om mensen met een minimum inkomen of net daarboven in staat te stellen deel te (blijven) nemen aan sportieve en culturele activiteiten.

Artikel 3 Voorwaarden

De in artikel 1 genoemde rechthebbenden komen slechts voor een vergoeding in aanmerking indien:

  • 1.

    Het netto inkomen vanaf datum aanvraag, lager dan of gelijk is dan de voor hen geldende bijstandsnorm, verhoogd met 20%;

  • 2.

    Het vermogen niet meer bedraagt dan het vrij te laten vermogen zoals vermeld in artikel 34 lid 3 van de WWB. Behoudens vermogen in een in eigendom bewoonde woning met bijbehorend erf. Dit laatste is niet van toepassing indien betrokkene vermogenbelasting betaald.

  • 3.

    Niet op een andere wijze subsidies voor de gedeclareerde activiteiten worden ontvangen of verstrekt.

Hoofdstuk 3 Voorzieningen en vergoeding

Artikel 4 De voorzieningen

De volgende kosten komen voor vergoeding in aanmerking:

  • a.

    Sportieve en culturele activiteiten;

  • b.

    Studiekosten voor schoolgaande kinderen;

  • c.

    Abonnementen en seizoenkaartend;

  • d.

    Voorstellingen schouwburg en bioscoop;

  • e.

    Cursusgelden;

  • f.

    Eenmalige activiteiten;

  • g.

    Kosten zwemlessen voor een kind van 6 of 7 jaar, zittend in groep 3 van het basisonderwijs, welke nog geen zwemdiploma heeft.

Artikel 5 Vergoeding 65+ -ers

Alleen personen van 65 jaar en ouder komen, indien zij voldoen aan de voorwaarden genoemd in artikel 3 van deze verordening na het éénmalig indienen van een aanvraag, jaarlijks automatisch in aanmerking voor een vergoeding welke ineens wordt uitbetaald.

Artikel 6 De vergoedingen

De bijdrage uit het declaratiefonds bedraagt per jaar maximaal:

  • a.

    € 140,-- per persoon voor alle tot het gezin behorende personen;

  • b.

    € 185,-- per schoolgaand kind;

  • c.

    De kosten verbonden aan het behalen van zwemdiploma A.

Het bedrag van € 140,-- wordt met ingang van 1-1-2008 € 150,-- en het bedrag van € 185,-- wordt dan € 196,--.

Hoofdstuk 4 Verplichtingen en bevoegdheden van rechthebbende en het college van Burgemeester en wethouders

Artikel 7 Aanvraag

Het aanvragen van een vergoeding geschiedt bij het cluster Sociale Zaken met behulp van een daartoe bestemd aanvraag- en inlichtingenformulier.

Artikel 8 Voorlichting

Cluster Sociale Zaken geeft schriftelijk voorlichting over de mogelijkheden van het declaratiefonds, de wijze van behandeling van een aanvraag, de besluitvorming en de mogelijkheden die aanvrager ten dienste staan ter verwezenlijking van zijn aanspraak.

Artikel 9 Beslistermijn

Op de aanvraag wordt zo spoedig mogelijk, maar uiterlijk binnen vier weken beslist.

Artikel 10 Nadere regels

Burgemeester en wethouders kunnen naderde regels stellen voor:

  • 1.

    Het aanvragen van een vergoeding;

  • 2.

    De beoordeling van de aanvragen;

  • 3.

    Het nemen van beslissingen naar aanleiding van de aanvragen;

  • 4.

    De betaling;

  • 5.

    Wat verder door de toepassing van deze verordening moet worden geregeld.

Hoofdstuk 5 Slotbepalingen

Artikel 11 Onvoorziene omstandigheden

Burgemeester en wethouders kunnen in bijzondere gevallen ten gunste van de aanvrager afwijken van de bepalingen in deze verordening, indien toepassing van de verordening tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.

Artikel 12 Verantwoording

  • 1. Burgemeester en wethouders brengen jaarlijks verslag uit aan de gemeenteraad inzake de uitvoering van deze verordening.

  • 2. De gemeenteraad bepaalt jaarlijks de onderwerpen waarover burgemeester en wethouders dienen te rapporteren.

Artikel 13 Wijziging

Burgemeester en wethouders kunnen de, overeenkomstig de verordening geldende bedragen, wijzigen.

Artikel 14 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1. Deze regeling kan worden aangehaald als Declaratiefonds voor sportieve en culturele activiteiten 2005.

  • 2. De verordening treedt in werking zes weken na publicatie van dit raadsbesluit.

  • 3. De op 21 oktober 2004 vastgestelde verordening Declaratiefonds voor sportieve en culturele activiteiten 2004 wordt zes weken na publicatie van dit raadsbesluit ingetrokken.

Ondertekening

Aldus besloten in de openbare vergadering vande raad van de gemeente Boekel gehouden op30 juni 2005.

Toelichting op de Verordening Declaratiefonds voor sportieve en culturele activiteiten 2005

Algemeen

Deze verordening regelt diverse voorzieningen welke de gemeente Boekel voor minima kent. De verordening vervangt de verordening Declaratiefonds voor sportieve en culturele activiteiten 2004.

In de verordening wordt het begrip ‘belanghebbende’ gebruikt. Dit begrip wordt in artikel 1:2 van de Algemene wet bestuursrecht omschreven als ‘degene wiens belang rechtstreeks bij een besluit is betrokken’.

Artikelsgewijze toelichting

Artikel 1, 2, 3. Begripsbepalingen, doel en voorwaarden

Minima met een inkomen tot en met 120 % van de voor hen geldende bijstandsnorm kunnen in aanmerking komen voor een voorziening. Studenten vallen niet onder het begrip belanghebbende.

Artikel 4, 5 en 6 De voorzieningen, de vergoedingen

Sportieve en culturele activiteiten

Burgemeester en wethouders kunnen een bijdrage verstrekken in de kosten voor sportieve en culturele activiteiten. Deze activiteiten moeten in georganiseerd verband plaats vinden. De belanghebbende of zijn ten laste komende kinderen dienen lid of contribuant te zijn van een rechtspersoonlijkheid bezittende vereniging of stichting. De belanghebbende dient betalingsbewijzen te overleggen waaruit blijkt dat hij daadwerkelijk kosten maakt voor deze activiteiten. Deze bijdrage kan voor meerdere activiteiten verstrekt worden.

Studiekosten voor schoolgaande kinderen

Kinderen die voortgezet onderwijs volgen kosten de ouders veel geld. Burgemeester en wethouders kunnen een bijdrage voor een tegemoetkoming in de studiekosten verstrekken. Het gaat om kinderen in de leeftijd van 12 tot en met 17 jaar die voortgezet onderwijs volgen. Wat de studiekosten betreft moet gedacht worden aan de kosten van excursies, verplichte sportkleding, ouderbijdrage, lesgeld, een fiets, regenkleding, boekentas, schoolfonds en boekengeld. De belanghebbende moet de kosten daadwerkelijk maken. Als de belanghebbende of onderwijsinstelling heeft aangetoond dat de kosten zijn gemaakt verstrekken burgemeester en wethouders een vergoeding. Burgemeester en wethouders verstrekken de vergoeding ter hoogte van de gemaakte kosten met een maximum van € 185,00 per schoolgaand kind per subsidiejaar. Geen tegemoetkoming wordt verstrekt als op andere wijze in de kosten kan worden voorzien.

Abonnementen en seizoenkaarten

Burgemeester en wethouders kunnen een bijdrage verstrekken in de kosten voor Abonnementen en seizoenkaarten voor deelname aan uiteenlopende activiteiten ( bijvoorbeeld bibliotheek, voetbal en deelname aan een vereniging). De belanghebbende dient betalingsbewijzen te overleggen waaruit blijkt dat hij daadwerkelijk kosten maakt voor deze activiteiten. Deze bijdrage kan voor meerdere activiteiten verstrekt worden.

Voorstellingen schouwburg en bioscoop

Burgemeester en wethouders kunnen een bijdrage verstrekken in de kosten voor bezoek aan schouwburg en/of bioscoop. De belanghebbende dient betalingsbewijzen te overleggen waaruit blijkt dat hij daadwerkelijk kosten maakt voor deze activiteiten. Deze bijdrage kan voor meerdere activiteiten verstrekt worden.

Cursusgelden

Burgemeester en wethouders kunnen een bijdrage verstrekken in de kosten voor deelname aan een cursus met een uiteenlopende doel. De belanghebbende dient betalingsbewijzen te overleggen waaruit blijkt dat hij daadwerkelijk kosten maakt voor deze cursus. Deze bijdrage kan voor meerdere cursussen verstrekt worden.

Eenmalige activiteiten

Burgemeester en wethouders kunnen een bijdrage verstrekken in de kosten voor deelname aan een eenmalige sportieve of culturele activiteit. De belanghebbende dient betalingsbewijzen te overleggen waaruit blijkt dat hij daadwerkelijk kosten maakt voor deze activiteiten. Deze bijdrage kan voor meerdere activiteiten verstrekt worden.

Kosten zwemlessen

Kinderen van 6 en 7 jaar, zittend in groep 3 van het basisonderwijs en welke nog geen zwemdiploma A hebben kunnen een bijdrage krijgen in de kosten van een zwemcursus. De belanghebbende dient betalingsbewijzen te overleggen waaruit blijkt dat de kosten daadwerkelijk gemaakt zijn. De kosten verbonden aan het behalen van zwemdiploma A worden volledig vergoed. Reiskosten worden vergoed tot een maximaal bedrag van €. 0,18 per gemaakte kilometer. Nadat het zwemdiploma behaald is dient een kopie hiervan overgelegd te worden.

Hoofdstuk 4 Verplichtingen en bevoegdheden van rechthebbende en het college van burgemeester en wethouders

Artikel 7 Aanvraag

Dit alles met de beperking dat dit in het belang moet zijn van de aanvraag. Burgemeester en wethouders mogen dus geen gege­vens (doen) opvragen waarin zij uit andere hoofde geïnteres­seerd zijn.

Artikel 8 Voorlichting

Dit artikel behoeft geen nadere toelichting.

Artikel 9 Beslistermijn

In afwijking van de Algemene wet bestuursrecht is, omdat de rechthebbende de kosten zelf voor moet schieten, gekozen voor een zo kort mogelijke beslistermijn.

Artikel 10 Nadere regels

Dit artikel behoeft geen nadere toelichting.

Hoofdstuk 5 Slotbepalingen

Artikel 11 Onvoorziene omstandigheden

Deze restclausule biedt burgemeester en wethouders de moge­lijkheid in alle niet voorziene situaties te handelen naar bevind van zaken. Omdat ook deze beslissingen onderworpen zijn aan de voorgeschreven bezwaar- en beroepspro­cedures, dient ook in deze gevallen de beslissing gemotiveerd genomen te worden.

Artikel 12 Verantwoording

Burgemeester en wethouders brengen in ieder geval jaarlijks verslag uit aan de gemeenteraad. De gemeenteraad kan jaarlijks de onderwerpen bepalen waarover gerapporteerd moet worden.In ieder geval rapporteert het college aan de gemeenteraad over:- Het aantal binnengekomen en afgehandelde aanvragen- Een overzicht van de uitgaven in relatie tot begrotingOp grond van dit artikel kan het gemeentelijk beleid geëvalu­eerd worden. Indien de evaluatie daartoe aan­leiding geeft, bijvoorbeeld omdat het voorzieningenniveau te hoog of te laag blijkt te zijn, dient de evaluatie te leiden tot aanpassing van de verordening.

Artikel 13 Wijziging

Dit artikel behoeft geen nadere toelichting.

Artikel 14 Inwerkingtreding, Citeertitel

Dit artikel geeft de citeertitel van de verordening en geeft aanwanneer de verordening in werking treedt.

Deze verordening treedt zes weken na de dag van bekendmakinginwerking.