Verordening Participatiefonds 2016

Geldend van 01-01-2016 t/m heden

Intitulé

Verordening Participatiefond 2016

De raad van de gemeente Boekel;

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 10 november 2015

gelet op:

artikel 149 van de Gemeentewet

BESLUIT:

  • 1.

    In te stemmen om de doelgroep van het Participatiefonds ten behoeve van de uitvoering per 1 januari 2016 te splitsen in volwassen en kinderen.

  • 2.

    In te stemmen om de maatschappelijke participatie van de doelgroep kinderen per 1 januari 2016 onder te brengen bij Stichting Leergeld.

  • 3.

    In te stemmen aan Stichting Leergeld € 16.000 budgetsubsidie te verstrekken.

  • 4.

    Het college opdracht geven met Stichting Leergeld uitvoerings- en resultaatafspraken vast te leggen binnen de kaders van de Subsidieverordening.

  • 5.

    Vast te stellen de navolgende

Verordening Participatiefonds 2016

Artikel 1 Begrippen

1.In deze verordening wordt verstaan onder:

Aanvrager

:

De inwoner uit de gemeente Boekel van 18 jaar of ouder die ten behoeve van zichzelf en zijn/haar partner een tegemoetkoming in de kosten op grond van deze verordening verzoekt

Subsidiejaar

:

Tijdvak van één jaar lopend van 1 januari tot 1 januari van het jaar daarop volgend.

2.Alle begrippen die in deze verordening worden gebruikt en die niet nader worden omschreven hebben dezelfde betekenis als in de Participatiewet, de Algemene wet bestuursrecht en de Gemeentewet.

.

Artikel 2 Doel

Deze verordening heeft tot doel aan inwoners die een inkomen hebben tot maximaal 120% van de voor hen toepasselijke bijstandsnorm een tegemoetkoming te verstrekken voor sociaal-culturele, educatieve, sportieve en maatschappelijke activiteiten, voor henzelf en hun eventuele partner om zodoende de participatie in de samenleving te bevorderen.

Artikel 3 Doelgroep

Om voor een tegemoetkoming in aanmerking te komen moet de aanvrager en de eventuele partner op de dag van de aanvraag:

  • a.

    ingeschreven staan in de Basisregistratie personen van de gemeente, en

  • b.

    gedurende twaalf maanden een inkomen hebben gehad dat gelijk is aan of minder is dan 120% van de voor hen toepasselijke bijstandsnorm zoals bedoeld in Hoofdstuk 3, paragraaf 3.2 Participatiewet, en

  • c.

    een bedrag aan vermogen hebben dat ligt beneden de vermogensgrens als bedoeld in artikel 34 lid 3 Participatiewet. Behoudens vermogens in een in eigendom zelf bewoonde woning met bijbehorend erf. Dit laatste is niet van toepassing als aanvrager vermogensrendementsheffing betaalt.

Artikel 4 Weigeringsgrond

Geen recht op een tegemoetkoming op grond van deze verordening heeft de aanvrager die op het moment van aanvraag in detentie verblijft.

Artikel 5 De tegemoetkoming

  • 1. Door het college wordt aan aanvrager een forfaitaire tegemoetkoming verleend voor de kosten die verband houden met sociaal-culturele, educatieve, sportieve en maatschappelijke activiteiten.

  • 2. Het college kan in individuele gevallen besluiten tot een betaling in natura.

Artikel 6 Vergoeding kosten AOW-gerechtigden

Alleen personen met de AOW-gerechtigde leeftijd kunnen, naast de in artikel 5 genoemde activiteiten, de forfaitaire vergoeding ook gebruiken voor:

  • a.

    abonnementskosten voor de telefoon;

  • b.

    abonnementskosten voor krant of tijdschrift.

Artikel 7 Hoogte van de tegemoetkoming

De tegemoetkoming op grond van deze verordening bedraagt voor het kalenderjaar 2016 € 155,- per persoon voor de aanvrager en zijn/haar partner per subsidiejaar.

Artikel 8 Aanvraag

  • 1. Een aanvraag voor een tegemoetkoming op grond van deze verordening wordt schriftelijk ingediend op een daartoe bestemd aanvraagformulier.

  • 2. Een aanvraag kan, als dit naar het oordeel van het college doelmatiger is, ambtshalve worden opgemaakt of op een hiervoor door het college vastgestelde werkwijze.

  • 3. Het college kan regels vaststellen ten aanzien van de wijze van controle van de voor de aanvraag benodigde bewijsstukken en de door de aanvrager gemaakte kosten.

Artikel 9 Indexering

De bedragen kunnen jaarlijks worden geïndexeerd overeenkomstig de ontwikkelingen van de consumentenprijsindex volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek. De bedragen worden naar boven afgerond op hele euro’s.

Artikel 10 Beslistermijn

Op de aanvraag wordt zo spoedig mogelijk maar uiterlijk binnen acht weken beslist.

Artikel 11 Uitvoering

De uitvoering van deze verordening berust bij het college.

Artikel 12 Onvoorziene omstandigheden

In bijzondere situaties kan het college afwijken van het bepaalde in deze verordening.

Artikel 13 Inlichtingenplicht

Degene aan wie krachtens deze verordening een tegemoetkoming is verstrekt, is verplicht aan het college onverwijld mededeling te doen van feiten en omstandigheden, waarvan redelijkerwijs duidelijk moet zijn dat deze van invloed kunnen zijn op het recht van de tegemoetkoming.

Artikel 14 Terugvordering

Betaalde tegemoetkomingen worden teruggevorderd als:

  • a.

    het niet nakomen van de inlichtingenplicht heeft geleid tot onterechte vergoedingen;

  • b.

    na controle blijkt dat aanvrager de tegemoetkoming niet gebruikt heeft voor activiteiten zoals bedoeld in artikel 5 en 6.

Artikel 15 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2016.

  • 2.

    De Verordening Participatiefonds 2015, vastgesteld op 26 februari 2015 wordt ingetrokken op de dag van inwerkingtreding als bedoeld in het eerste lid.

  • 3.

    Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening Participatiefonds 2016.

Ondertekening

Aldus besloten in de openbare vergadering vande raad van de gemeente Boekel, gehouden op 10 december 2015
de griffier, de voorzitter,
M.R.P. Philipse P.M.J.H. Bos

ALGEMEEN

Het Participatiefonds valt niet onder de Participatiewet, maar onder wat in artikel 108 van de Gemeentewet wordt aangemerkt als gemeentelijke huishouding. De gemeenteraad is bevoegd tot vaststelling van deze verordening. Door de samenwerking met Stichting Leergeld voor de maatschappelijke participatie van kinderen in de leeftijd tot 18 jaar was het noodzakelijk de bestaande verordening Participatiefonds aan te passen. In deze verordening is de tegemoetkoming voor maatschappelijke participatie voor inwoners van de gemeente Boekel in de leeftijd van 18 jaar en ouder geregeld. De inkomensgrens blijft gehandhaafd op 120% van de toepasselijke bijstandsnorm. Daarnaast is er voor gekozen om de tegemoetkoming forfaitair uit te betalen.

ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING

Artikel 1 Begrippen

In dit artikel worden definities gegeven van begrippen die in de verordening voorkomen en waarvan het van belang is dat er telkens hetzelfde onder wordt verstaan.

Artikel 2 Doel

Hiermee is doel en strekking van de regeling verwoord.

Uit onderzoek blijkt dat het eerst bezuinigd wordt op de kosten van sociaal-culturele, educatieve, sportieve en maatschappelijke activiteiten als men rond moet komen van een minimum inkomen. Het doel van het Participatiefonds is het voorkomen van sociale uitsluiting.

Artikel 3 Doelgroep

Voor beoordeling van het recht op een tegemoetkoming is de inkomenssituatie- en vermogenssituatie van de aanvrager van belang. De bepalingen van de Participatiewet zijn van toepassing. Een uitzondering hierop is de vrijstelling van het vermogen van een in eigendom zelf bewoonde woning. Mits er geen vermogensrendementsbelasting betaalt wordt. Deze regel is er omdat de ervaring leert dat vooral de doelgroep van AOW-gerechtigden zich in deze situatie bevindt en daardoor uitgesloten zou zijn van deelname aan het Participatiefonds terwijl de inkomenssituatie vergelijkbaar is met die van andere minima.

Artikel 4 Weigeringsgrond

Om te voorkomen dat aanvrager in detentie een beroep op het Participatiefonds kan doen is deze weigeringsgrond expliciet opgenomen.

Artikel 5 De tegemoetkoming

Het betreft activiteiten met een sportief, educatief, sociaal dan wel cultureel karakter, waarbij actief aan de samenleving wordt deelgenomen.

Artikel 6 Vergoeding kosten AOW-gerechtigden

Voor de doelgroep AOW-gerechtigden is een uitzondering gemaakt op de vergoedingen genoemd in artikel 5. De abonnementskosten voor telefoon, krant of tijdschrift komen voor deze doelgroep ook voor vergoeding in aanmerking. Deze keuze is gemaakt omdat van deze doelgroep bekend is dat zij minder deelnemen aan het sociaal maatschappelijk verkeer. Om te voorkomen dat zij geheel in een isolement geraken kunnen zij ook voor bovengenoemde kosten de tegemoetkoming gebruiken.

Artikel 7 Hoogte van de tegemoetkoming

Uit ervaring blijkt dat genoemde bedragen toereikend zijn om ondersteuning te bieden om te (blijven) participeren in het maatschappelijk leven. Vanwege hoge uitvoeringskosten is een verstrekking in natura veelal niet doelmatig. Als uitgangspunt geldt dan ook een forfaitaire tegemoetkoming. Het college kan in een individueel geval besluiten tot betaling in natura. Hierbij kan men denken aan personen die in een schuldensituatie zitten of waarvan in het verleden gebleken is dat zij niet om kunnen gaan met een forfaitaire betaling. Naar verwachting gaat het hier om uitzonderingssituaties.

Artikel 8 Aanvraag

Het college kan met het oog op een doelmatigere uitvoering besluiten tot ambtshalve toekenningen of een andere doelmatigere werkwijze bepalen. Het college kan via steekproefsgewijze controle nagaan of de middelen besteed zijn aan het doel waarvoor ze bestemd zijn.

Artikel 9 Indexering

Er is gekozen voor een kan bepaling. De afgelopen jaar is namelijk, in de lijn van het gemeentelijk beleid, gekozen om ook voor deze regeling de nullijn te hanteren en geen indexering toe te passen.

Artikel 10 Beslistermijn

De beslistermijn is net als bij overige ondersteuningsvormen 8 weken.

Artikel 11 Uitvoering

Het college is het aangewezen orgaan om uitvoering te geven aan deze regeling.

Artikel 12 Onvoorziene omstandigheden

Dit artikel biedt het college de mogelijkheid om in niet-voorzienbare situaties te handelen. Omdat deze beslissingen onderworpen zijn aan de voorgeschreven bezwaar- en beroepsprocedures, moet ook in deze situaties een goed gemotiveerd besluit genomen worden.

Artikel 13 Inlichtingenplicht

Het spreekt voor zich dat wijzigingen in de situatie gemeld moeten worden in al die gevallen dat zij van invloed kunnen zijn op de toekenning

Artikel 14 Terugvordering

Een onterechte vergoeding komt over het algemeen voort uit het niet nakomen van de inlichtingenplicht. Aanvrager heeft de verplichting alle wijzigingen, die zich in zijn of haar situatie voordoen en die van invloed kunnen zijn op de toekenning en vergoedingen van het Participatiefonds, direct te melden bij het college. Met dit artikel is er een juridische grondslag om de verstrekte vergoedingen terug te vorderen.

Artikel 15 Inwerkingtreding en citeertitel

Dit artikel behoeft geen toelichting.