EILANDSVERORDENING van 20 december 2001 no. 3 regelende de volkshuisvesting voor het eilandgebied Bonaire (Volkshuisvestingsverordening Bonaire)

Geldend van 10-10-2010 t/m heden

Intitulé

EILANDSVERORDENING van 20 december 2001 no. 3 regelende de volkshuisvesting voor het eilandgebied Bonaire (Volkshuisvestingsverordening Bonaire)

Hoofdstuk I. algemene bepalingen

Artikel 1

In dit besluit wordt verstaan onder:

1. Het eilandgebied:

het eilandgebied Bonaire;

2. Het bestuurscollege:

het bestuurscollege van het eilandgebied;

3. De eilandsraad:

de eilandsraad van het eilandgebied;

4. Prestatie-overeenkomst:

de overeenkomst als bedoeld in artikel 7;

5. De FCB:

de Fundashon Cas Bonairiano;

6. De FKB:

de Fundashon pa Kredito Bonairiano;

7. Gezin:

alle personen die met de huurder een gezamenlijke huishouding voeren;

8. Huurder:

degene op wiens naam een huurovereenkomst is afgesloten voor voor een woning voor hemzelf en de met hem samenwonende gezinsleden;

9. Kostprijshuur:

de huurprijs die benodigd is om een kostendekkende exploitatie mogelijk te maken;

10. Vraaghuur:

de huurprijs die daadwerkelijk in rekening wordt gebracht;

11. Woonlastenfonds:

het fonds als genoemd in artikel 9 van deze verordening;

12. Huursubsidie:

de bijdrage in de huur uit het Woonlastenfonds;

13. Huishoudinkomen:

het totaal bruto inkomen van alle in gezinsverband in een woning woning samenwonende personen.

Hoofdstuk II. de Fundashon Cas Bonairiano

Artikel 2

De huisvesting van diegenen die niet of onvoldoende in staat zijn zelfstandig in hun eigen woningbehoefte te voorzien is opgedragen aan de FCB.

Artikel 3

  • 1. Om de in artikel 2 genoemde opdracht te vervullen verricht de FCB in ieder geval de volgende werkzaamheden:

    • a

      De bouw van woningen bestemd voor huur en verhuur;

    • b

      De bouw van woningen bestemd voor de verkoop;

    • c

      De begeleiding van de bouw van zelfbouwwoningen;

    • d

      De exploitatie van huurwoningen;

    • e

      De projectbegeleiding en directievoering ten behoeve van non-profit instellingen

    • f

      De verwerving van onroerend goed;

    • g

      De bemiddeling bij de verstrekking van hypothecaire geldleningen door de FKB.

  • 2. Na verkregen toestemming van het bestuurscollege kan de FCB andere werkzaamheden verrichten in het belang van de volkshuisvesting.

Artikel 4

  • 1. Jaarlijks voor 1 april legt de FCB aan het eilandgebied verantwoording af over het gevoerde financiële [bedoeld zal zijn: financiële beleid] en het beleid met betrekking tot de volkshuisvesting over het direct voorafgaande jaar.

  • 2. De verantwoording vindt plaats door toezending aan het bestuurscollege van de jaarrekening en het jaarverslag over het direct voorafgaande jaar.

  • 3. In het jaarverslag wordt in ieder geval aandacht besteed aan het huurprijsbeleid, het incassobeleid, de wijze waarop de prestatie-overeenkomst is uitgevoerd en de toewijzing van woningen.

  • 4. De jaarrekening wordt voorzien van een goedkeurende accountantsverklaring.

Artikel 5

Jaarlijks voor 1 augustus zendt de FCB aan het bestuurscollege de vastgestelde begroting voor het eerst daarop volgende jaar, een meerjarenbegroting en meerjarenbeleidplan voor de eerstkomende vier jaar alsmede een overzicht van voorgenomen activiteiten in het eerst volgende jaar.

Artikel 6

Het bestuurscollege overlegt binnen twee maanden na ontvangst van de in artikel 5 genoemde stukken met de FCB over de voorgenomen activiteiten.

Artikel 7

Jaarlijks voor 1 januari leggen de FCB en het bestuurscollege de resultaten van het in artikel 6 genoemde overleg vast in een prestatie-overeenkomst.

Artikel 8

Aan de FCB wordt vrijstelling verleend van de betaling van bouwleges ingevolge het eilandsbesluit houdende algemene maatregelen van de 4de december 1991, no. 10 voor de huurwoningen welke gebouwd en geëxploiteerd worden door de FCB.

Hoofdstuk III het Woonlastenfonds

Artikel 9

  • 1. Het eilandgebied en de FCB stellen gezamenlijk een Woonlastenfonds in.

  • 2. Het Woonlastenfonds dient ter dekking van het verschil tussen de jaarlijkse kostprijshuur en de jaarlijkse vraaghuur van de FCB (= exploitatietekort).

  • 3. Bijdragen uit het Woonlastenfonds worden als huursubsidie rechtstreeks aan de FCB verstrekt op aanvraag van een huurder.

  • 4. De beslissing op een aanvraag om huursubsidie is opgedragen aan het hoofd van de eilandelijke dienst Servisio Asuntunan Sosial.

  • 5. Op een bezwaar tegen de onder 4 genoemde beslissing wordt beslist door het bestuurscollege.

  • 6. Het beheer en de administratie van het Woonlastenfonds worden ondergebracht bij de FCB.

  • 7. Gelijktijdig met het jaarverslag genoemd in artikel 4 legt de FCB aan het eilandgebied verantwoording af over het Woonlastenfonds.

  • 8. Het bestuurscollege kan te allen tijde alle informatie omtrent het Woonlastenfonds en de administratie en het beheer daarvan opvragen.

  • 9. De FCB verstrekt de in het achtste lid van dit artikel genoemde informatie binnen 14 dagen.

Artikel 10

  • 1. Aan het Woonlastenfonds wordt bijgedragen door het eilandgebied en de FCB.

  • 2. De bijdrage van de FCB wordt jaarlijks, in onderling overleg tussen de FCB en het bestuurscollege, vastgesteld aan de hand van de begroting van de FCB voor het eerstvolgende jaar, de jaarrekening over het direct voorgaande jaar en de stand van het Woonlastenfonds per 1 januari van het lopende jaar.

  • 3. De bijdrage van het eilandgebied wordt door het bestuurscollege vastgesteld en medegedeeld aan de eilandsraad.

Artikel 11

  • 1. Een verzoek om huursubsidie geschiedt schriftelijk op een door het bestuurscollege vastgesteld formulier en onder overlegging van de door het bestuurscollege noodzakelijk geachte bescheiden.

  • 2. Het bestuurscollege stelt bij eilandbesluit houdende algemene maatregelen nadere regelen vast over de wijze waarop aanvragen om huursubsidie moeten worden ingediend en behandeld.

Artikel 12

De huursubsidie bedraagt het verschil tussen de kostprijshuur en de op het huishoudinkomen gebaseerde vraaghuur, zoals vastgelegd in de huurtabel, die de FCB jaarlijks, onder goedkeuring van het bestuurscollege, vaststelt.

Hoofdstuk IV. de toewijzing van woningen

Artikel 13

  • 1. De toewijzing van huurwoningen van de FCB geschiedt door de FCB.

  • 2. De FCB stelt regels op met betrekking tot de toewijzing van woningen.

  • 3. In deze regels worden in ieder geval als criteria opgenomen:

    • a

      De omvang van het gezin in relatie tot de grootte van de woning;

    • b

      Het huishoudinkomen in relatie tot de kostprijshuur;

    • c

      De duur van inschrijving als woningzoekende;

    • d

      Het verlenen van urgentie in daartoe aangewezen gevallen.

  • 4. De in het tweede lid van dit artikel genoemde regels worden ter goedkeuring voorgelegd aan het bestuurscollege.

Hoofdstuk V. strafbepaling en opsporing

Artikel 14

  • 1. Hij die handelt of doet handelen in strijd met deze Eilandsverordening of de hierop gebaseerde regelingen wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste twee maanden of geldboete van ten hoogste vijfduizend gulden.

  • 2. Indien ten tijde van het plegen van de overtreding nog geen jaar is verlopen sedert een vroegere veroordeling van de schuldige wegens een gelijke overtreding onherroepelijk is geworden, kan hechtenis of een geldboete tot het dubbele van het in het eerste lid gestelde maximum worden opgelegd.

  • 3. De in dit artikel bedoelde strafbare feiten worden beschouwd als overtredingen.

Artikel 15

  • 1. Met het opsporen van bij of krachtens deze eilandsverordening strafbaar gestelde feiten zijn belast de in artikel 184 van het Wetboek van Strafvordering van de Nederlandse Antillen aangewezen personen, alsmede het hoofd van de SASO en de onder hem ressorterende ambtenaren belast met de uitvoering van de Eilandsverordening Volkshuisvesting voor het eilandgebied Bonaire en de hierop gebaseerde regelingen.

  • 2. De personen, bedoeld in het eerste lid zijn te allen tijde bevoegd in beslag te nemen en ter in beslagneming de uitlevering te vorderen van al hetgeen tot bewijs kan dienen, van al hetgeen redelijkerwijs vermoed kan worden bestemd te zijn geweest of gediend te hebben tot het plegen van een overtreding van het bij of krachtens dit besluit bepaalde.

  • 3. De personen bedoeld in het eerste lid hebben te allen tijde vrije toegang tot alle plaatsen, waar redelijkerwijs vermoed kan worden, dat een overtreding of strafbaar feit wordt gepleegd. Wordt de toegang geweigerd, dan verschaffen zij zich die desnoods met inroeping van de sterke arm.

  • 4. Is de plaats tevens een woning of alleen door een woning toegankelijk, dan treden de personen, bedoeld in het eerste lid deze tegen de wil van de bewoners niet binnen dan overeenkomstig de bepalingen genoemd in de artikelen 155 tot en met 164 van het Wetboek van Strafvordering van de Nederlandse Antillen.

Hoofdstuk VI. Slotbepaling

Artikel 16

  • 1. Deze eilandsverordening wordt aangehaald als "Volkshuisvestingsverordening Bonaire"

  • 2. Deze eilandsverordening treedt in werking met ingang van de dag na afkondiging