Regeling vervallen per 24-08-2021

Beleidsnota bestuurlijke handhaving artikel 13b Opiumwet gemeente Borsele

Geldend van 24-03-2015 t/m 23-08-2021

Intitulé

Beleidsnota bestuurlijke handhaving artikel 13b Opiumwet gemeente Borsele

Beleidsnota bestuurlijke handhaving artikel 13b Opiumwet gemeente Borsele

1. Algemeen

Op 21 april 1999 is de Wet Damocles in werking getreden. Door deze wijziging van artikel 13b van de Opiumwet heeft de burgemeester de bevoegdheid bestuursdwang toe te passen indien in coffeeshops, cafés of andere voor publiek toegankelijke lokalen soft- of harddrugs worden verhandeld.

Op 1 november 2007 is er een wijziging van de Opiumwet in werking getreden waarmee ook opgetreden kan worden tegen niet voor het publiek toegankelijke lokalen.

Per 1 januari 2013 is er daarnaast sprake van een substantiële wijziging in het landelijke gedoogbeleid door het schrappen van het B-criterium in de Aanwijzing Opiumwet.

In deze beleidsnota wordt vastgelegd hoe de burgemeester zal omgaan met de bevoegdheid uit artikel 13b van de Opiumwet. Deze beleidsnota is na vaststelling en bekendmaking een beleidsregel als bedoeld in de Algemene wet bestuursrecht.

2. Doelstelling van artikel 13b Opiumwet

2.1 Doel van de wet

Tot de inwerkingtreding van artikel 13b Opiumwet was het openbaar ministerie de enige handhaver van de Opiumwet en kon tegen overtredingen van de Opiumwet uitsluitend strafrechtelijk worden opgetreden. Met het nieuwe artikel is het bestuurlijke instrumentarium uitgebreid. Het biedt de burgemeester de mogelijkheid om bestuursdwang toe te passen, een dwangsom op te leggen of uiteindelijk het sluiten van een pand, als er in een lokaal of woning, dan wel in of op bij woningen of zodanige lokalen behorende erven een middel als bedoeld in lijst I of II wordt verkocht, afgeleverd of verstrekt dan wel daartoe aanwezig zijn. Hiermee kunnen illegale verkooppunten van soft- en harddrugs worden aangepakt, ongeacht of deze in woningen of andere lokalen zijn gevestigd. Overlast is geen voorwaarde voor het ontstaan van deze bevoegdheid.

Artikel 13b Opiumwet wordt tevens gebruikt ten behoeve van handhaving van het coffeeshopbeleid. Onder voorwaarden (de AHOJGI criteria) wordt verkoop van softdrugs in een coffeeshop gedoogd. Indien de exploitant van de coffeeshops zich niet aan deze voorwaarden houdt, is er sprake van niet toegestane verkoop en kan bestuursrechtelijk worden gehandhaafd.

2.2 Doel van het gemeentelijk beleid Met deze beleidsnota wordt primair beoogd:

  • ·

    De preventie en beheersing van de uit drugsgebruik voortvloeiende risico’s voor de gezondheid.

  • ·

    De beheersing van de negatieve effecten van de handel in en het gebruik van drugs op het openbare leven en andere lokale omstandigheden in de gemeente Goes;

  • ·

    Het tegengaan van het onaanvaardbare risico van het gebruik van harddrugs;

  • ·

    Het scheiden van markten van soft- en harddrugs;

Secundair beoogt de gemeente Borsele met de vastlegging van de beleidsnota kenbaar te maken hoe de burgemeester omgaat met de discretionaire (elementen van de) bevoegdheid, zoals deze is neergelegd in artikel 13b, eerste lid van de Opiumwet.

3. Juridisch kader

3.1 Art. 13b Opiumwet

De volledige tekst van artikel 13b van de Opiumwet luidt:

1. De burgemeester is bevoegd tot toepassing van bestuursdwang indien in woningen of lokalen dan wel in of op bij woningen of zodanige lokalen behorende erven een middel als bedoeld in lijst I of II wordt verkocht, afgeleverd of verstrekt dan wel daartoe aanwezig is.

2. Het eerste lid is niet van toepassing indien woningen, lokalen of erven als bedoeld in het eerste lid gebruikt worden ter uitoefening van de artsenijbereidkunst, de geneeskunst, de tandheelkunst of de diergeneeskunde door onderscheidenlijk apothekers, artsen, tandartsen of dierenartsen.

3.1.1 Reikwijdte van de bepalingIn artikel 13b Opiumwet wordt verwezen naar lijst I en II van de Opiumwet.

Tabel 1 Middelen genoemd in lijst I en II van de Opiumwet.

Lijst I Opiumwet verwijst naar middelen:

Lijst II Opiumwet verwijst naar middelen:

·Vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I;

·Vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst II;

·Aangewezen bij algemene maatregel van bestuur op grond van artikel 2, tweede lid Opiumwet;

·Aangewezen bij algemene maatregel van bestuur op grond van artikel 3, tweede lid Opiumwet;

·Aangewezen bij ministerieel besluit op grond van artikel 2, derde lid Opiumwet.

De middelen die op lijst I staan, dan wel zijn of worden aangewezen vallen onder de categorie:

Harddrugs

De middelen die op lijst II staan, dan wel zijn of worden aangewezen vallen onder de categorie:

Softdrugs

3.2 Aanwijzing Opiumwet

Voor de bestuursrechtelijke handhaving van de verboden, opgenomen in artikel 2 en 3 Opiumwet (zie 3.1.1) is naast artikel 13b Opiumwet de aanwijzing Opiumwet van het college van procureurs-generaal van het Openbaar Ministerie d.d. 13-12-2012 van kracht (inwerking getreden per 1 januari 2013; Staatscourant 2012, 26938).

3.3. Hennepteelt/-plantages

De hennepteelt en handel in Nederland is de afgelopen 20 jaar zo geprofessionaliseerd en

gecriminaliseerd dat enkel de hennepteelt al tot dusdanige overlast en verstoring van de

openbare orde leidt dat hier tegen opgetreden dient te worden. Het houden van een hennepplantage waarbij er aanwijzingen zijn dat er sprake kan zijn van beroeps- of bedrijfsmatige teelt, wordt in dit beleid dan ook als drugshandel in de zin van artikel 13b Opiumwet aangemerkt.

Voor de beoordeling of er sprake is van beroeps- of bedrijfsmatige teelt zijn de criteria

in paragraaf 3.2.1 van de Aanwijzing Opiumwet van overeenkomstige toepassing.

Van belang hierbij is dat uit vaste jurisprudentie volgt dat uit het woord ‘daartoe’, zoals genoemd in artikel 13b Opiumwet, volgt dat de enkele aanwezigheid van een handelshoeveelheid drugs de bevoegdheid geeft tot toepassing van 13b Opiumwet. Het is niet nodig dat drugs daadwerkelijk wordt verhandeld. Verder is van belang dat de werking van de Opiumwet zo ver reikt dat 13b Opiumwet ook kan worden toegepast als het gaat om delen van de (hennep)plant indien de hars hier niet aan onttrokken is. Dit volgt uit artikel 1, eerste lid, sub b en lijst II van bijlage 1 van de Opiumwet. In het vervolg van deze beleidsregel dient daar waar over drugshandel, handel of illegale verkooppunten wordt gesproken ook te worden begrepen hennepplantages.

3.4 Toepassing bestuursdwangIn de Algemene wet bestuursrecht is een volledige paragraaf gewijd aan bestuursdwang, namelijk titel 5.3. Deze titel begint met artikel 5:21 waarin is aangegeven wat onder bestuursdwang moet worden verstaan, namelijk:

Onder last onder bestuursdwang wordt verstaan: de herstelsanctie, inhoudende:

  • a.

    een last tot geheel of gedeeltelijk herstel van de overtreding, en

  • b.

    de bevoegdheid van het bestuursorgaan om de last door feitelijk handelen ten uitvoer te leggen, indien de last niet of niet tijdig wordt uitgevoerd.

De bestuursdwangbevoegdheid van de burgemeester is een discretionaire bevoegdheid. De toepassing van bestuursdwang kan zeer ingrijpende gevolgen hebben voor de betrokkenen. Gebruikmaking van de bestuursdwang wordt in beginsel pas toelaatbaar geacht wanneer:

  • 1.

    Er sprake is van een verboden situatie en/of overtreding van een wettelijk voorschrift;

  • 2.

    Én het belang van daadwerkelijk optreden zorgvuldig wordt gemotiveerd;

  • 3.

    Én de op te leggen maatregel in redelijke verhouding staat tot de overtreding. Er moet worden voldaan aan de eisen van proportionaliteit en subsidiariteit.

Bestuursdwang en last onder dwangsom zijn herstelsancties, zie artikel 5:2 lid 1 van de Algemene wet bestuursrecht. Anders dan punitieve sancties zijn bestuursdwang en last onder dwangsom niet gericht op bestraffing of leed toevoeging, maar op het ongedaan maken, beëindigen of voorkomen van een overtreding.

Als gezegd heeft een bestuursorgaan dat bevoegd is om bestuursdwang toe te passen, op grond van artikel 5:32 van de Algemene wet bestuursrecht de mogelijkheid om in plaats van het toepassen van bestuursdwang de overtreder een last onder dwangsom op te leggen. Ten aanzien van de uitoefening van artikel 13b van de Opiumwet is er niet voor gekozen de optie van dwangsom als uitgangspunt te nemen. Gelet op de aard van de overtreding wordt een beleid voorgestaan dat de overtreding onmiddellijk ongedaan wordt gemaakt of wordt beëindigd.

Op grond van artikel 5:28 kan tot verzegelen van gebouwen, terreinen en hetgeen zich daarin of daarop bevindt, worden overgegaan. Dit komt neer op sluiting daarvan. Zie MvT bij invoering van artikel 13b Opiumwet.

3.5 Wet Victor

De wet Victor regelt het na-traject van een sluiting op grond van artikel 13b Opiumwet of artikel 174a Gemeentewet, indien tijdelijke of definitieve sluiting van een drugspand niet afdoende zijn om de overlast als gevolg van druggebruik en -handel te bestrijden. Als uiterste mogelijkheid om overlast te bestrijden bevat de wet het instrument van de onteigening. Deze wet is in eerste instantie bedoeld voor gebruik bij overlast veroorzaakt door drugshandel en druggebruik. Maar de wet Victor kan, net als bij artikel 174a Gemeentewet, ook worden toegepast bij andere vormen van overlast. Bijvoorbeeld wanneer de overlast veroorzaakt wordt door illegale prostitutie, wapenhandel of andere illegale activiteiten.

3.6 Sluiting inschrijven in openbare registers

Met het inwerkingtreden van de wet Victor is een bepaling toegevoegd aan de artikelen 13b

Opiumwet en 174a Gemeentewet. Sluiting van een pand op grond van één van deze artikelen moet nu zo spoedig mogelijk worden ingeschreven in de openbare registers, conform artikel 3:16 van het Burgerlijk Wetboek. Artikel 3:24 Burgerlijk Wetboek, waarin de koper beschermd wordt tegen onvolledigheid in de registers, is echter niet van toepassing. Ook als verder geen gebruik zal worden gemaakt van het instrumentarium van de wet Victor, moeten sluitingen dus wel worden ingeschreven in de registers. In het Burgerlijk Wetboek is tevens een bepaling opgenomen op basis waarvan een huurovereenkomst ontbonden kan worden, wanneer een pand gesloten is geweest op grond van artikel 13b Opiumwet of 174a

Gemeentewet.

4. Handhavingsarrangement lokalen en woningen

4.1 Inleiding

De regering is van mening dat handhaving van de Opiumwet een gecoördineerde inzet van bestuur, openbaar ministerie en de politie vereist zodat via verschillende invalshoeken kan worden opgetreden tegen de neveneffecten van de aanwezigheid van coffeeshops. In aanvulling op het coffeeshopbeleid zijn voor de handhaving afspraken gemaakt door de regionale driehoek.

Uitgangspunt is dat indien is gebleken dat er sprake is van een overtreding als genoemd in artikel 13b van de Opiumwet, zowel de burgemeester als het openbaar ministerie handhavend optreden.

4.2 Bestuurlijke handhavingIndien er sprake is van een overtreding als genoemd in artikel 13b Opiumwet heeft de burgemeester informatie nodig van politie en/of openbaar ministerie. Op basis van deze informatie dient de burgemeester de betrokken belangen tegen elkaar af te wegen en een eventueel besluit te onderbouwen.

4.2.1 Ondersteuning door politie

Ten behoeve van de bestuurlijke handhaving rapporteert de politie schriftelijk over haar optreden en haar bevindingen aan de burgemeester.

4.2.2 Aard van de maatregel

Nadat de burgemeester op grond van de informatie tot de conclusie komt dat sprake is van een overtreding artikel 13b van de Opiumwet, besluit de burgemeester te waarschuwen of over te gaan tot toepassing van bestuursdwang (zie paragraaf 4.5 en 4.6).

De bestuursdwangmaatregel dient te bewerkstelligen: het teniet doen gaan van de naamsbekendheid van de woning of lokaal of het daarbij behorend erf als een plaats waar drugs worden verkocht, afgeleverd of verstrekt dan wel daartoe aanwezig zijn. De feitelijke sluiting is in het algemeen het meest effectieve middel. De duur van de sluiting wordt zodanig gekozen dat dit doel wordt bereikt.

Bij de bepaling van de duur van de sluiting is de voorgeschiedenis relevant. Immers, wanneer na een sluiting toch weer in drugs wordt gehandeld, dan moet daaruit worden geconcludeerd dat kennelijk de “loop” er nog niet voldoende uit is gehaald. Dit rechtvaardigt een langere sluitingsduur bij herhaling van de overtreding. Dit betekent echter niet dat een exploitant tot in lengte van dagen geconfronteerd moet worden met een “misstap” in het verleden.

4.3 Strafrechtelijke handhaving door het openbaar ministerie

Het openbaar ministerie onderzoekt bij iedere zaak waarin door de burgemeester wordt opgetreden of er vervolging mogelijk is conform het vastgestelde beleid. Indien dit het geval is, neemt het OM een beslissing over (verdere) vervolging.

4.4 Gedoogde coffeeshops

In 1997 is de Nota Drugsproblematiek Oosterscheldebekken opgesteld. Deze beleidsnota gaat uit van twee gedoogde coffeeshops ten behoeve van de Bevelandse gemeenten. Deze twee coffeeshops zouden dan gevestigd moeten zijn in de centrumgemeente Goes. Dit beleid geldt nog steeds. Wel zijn in de loop der tijd de zogeheten AHOJ-G en I criteria gewijzigd. Op 24 juli 1997 is op grond van de beleidsnota aan twee coffeeshops een gedoogverklaring verstrekt. Deze coffeeshops worden sindsdien door de burgemeester van de gemeente Goes gedoogd. Dit houdt in dat zolang de exploitant van de coffeeshop de gedoogcriteria strikt naleeft, door de burgemeester niet handhavend wordt opgetreden.

4.5 Softdrugs

Indien in een woning of lokaal of bijbehorende erven een middel als bedoeld in lijst II van de Opiumwet wordt verkocht, afgeleverd of verstrekt, dan wel daartoe aanwezig is, zal in beginsel de volgende gedragslijn worden gevolgd:

Tabel 2 Handhavingsmatrix bij aantreffen softdrugs

Constatering

Politie

Gemeente

Softdrugs

Woning

1e overtreding

Constateren overtreding

Opmaken proces verbaal

Melding aan burgemeester + toesturen politierapportage

Waarschuwing

2e overtreding

Constateren overtreding

Opmaken proces verbaal

Melding aan burgemeester + toesturen politierapportage

Sluiting voor een periode van 3 maanden

3e overtreding

Constateren overtreding

Opmaken proces verbaal

Melding aan burgemeester + toesturen politierapportage

Sluiting voor een periode van 6 maanden

4e overtreding

Constatering overtreding

Opmaken proces-verbaal

Melding aan burgemeester + toesturen politierapportage

Sluiting voor een periode van 12 maanden

1e overtreding

Lokaal

Constateren overtreding

Opmaken proces verbaal

Melding aan burgemeester + toesturen politierapportage

Waarschuwing

2e overtreding

Constateren overtreding

Opmaken proces verbaal

Melding aan burgemeester + toesturen politierapportage

Sluiting voor een periode van 3 maanden

3e overtreding

Constateren overtreding

Opmaken proces verbaal

Melding aan burgemeester + toesturen politierapportage

Sluiting voor een periode van 12 maanden

4e overtreding

Constateren overtreding

Opmaken proces verbaal

Melding aan burgemeester + toesturen politierapportage

Sluiting voor onbepaalde tijd.

Tabel 3 Geldigheidsduur van maatregel bij aantreffen softdrugs in woning

1e overtreding

Indien sprake is van het verkopen, afleveren of verstrekken dan wel daartoe aanwezig zijn van softdrugs in een woning wordt bij de eerste overtreding volstaan met een waarschuwing.

2e overtreding

Indien binnen 3 jaar hierna een 2e overtreding wordt geconstateerd, wordt de woning gesloten voor de duur van 3 maanden.

3e overtreding

Indien binnen 3 jaar na de 2e overtreding een 3e overtreding wordt geconstateerd, wordt de woning gesloten voor 6 maanden.

4e overtreding

Indien binnen 3 jaar na de 3e overtreding een 4e overtreding wordt geconstateerd, wordt de woning gesloten voor 12 maanden.

Tabel 4 Geldigheidsduur van maatregel bij aantreffen softdrugs in lokaal

1e overtreding

Indien sprake is van het verkopen, afleveren of verstrekken dan wel daartoe aanwezig zijn van softdrugs in een lokaal wordt bij de eerste overtreding volstaan met een waarschuwing.

2e overtreding

Indien binnen 3 jaar hierna een 2e overtreding wordt geconstateerd, wordt het lokaal gesloten voor de duur van 3 maanden.

3e overtreding

Indien binnen 3 jaar na de 2e overtreding een 3e overtreding wordt geconstateerd, wordt het lokaal gesloten voor 12 maanden.

4e overtreding

Indien binnen 3 jaar na de 3e overtreding een 4e overtreding wordt geconstateerd, wordt het lokaal voor onbepaalde tijd gesloten.

4.6 Harddrugs

Indien in een woning/lokaal of bijbehorende erven een middel bedoeld in lijst I van de Opiumwet wordt verkocht, afgeleverd of verstrekt dan wel daartoe aanwezig is, zal in beginsel de volgende ‘gedragslijn’ worden gevolgd:

Tabel 5 Handhavingsarrangement bij aantreffen harddrugs

Constatering

Politie

Gemeente

Harddrugs

Woning

1e overtreding

Constateren overtreding

Opmaken proces verbaal

Melding aan burgemeester + toesturen politierapportage

Sluiting voor een periode van 3 maanden

2e overtreding

Constateren overtreding

Opmaken proces verbaal

Melding aan burgemeester + toesturen politierapportage

Sluiting voor een periode van 6 maanden

3e overtreding

Constateren overtreding

Opmaken proces verbaal

Melding aan burgemeester + toesturen politierapportage

Sluiting voor een periode van 12 maanden

4e overtreding

Constateren overtreding

Opmaken proces verbaal

Melding aan burgemeester + toesturen politierapportage

Sluiting voor onbepaalde tijd

1e overtreding

Lokaal

Constateren overtreding

Opmaken proces verbaal

Melding aan burgemeester + toesturen politierapportage

Sluiting voor een periode van 6 maanden

2e overtreding

Constateren overtreding

Opmaken proces verbaal

Melding aan burgemeester + toesturen politierapportage

Sluiting voor een periode van 12 maanden.

3e overtreding

Constateren overtreding

Opmaken proces verbaal

Melding aan burgemeester + toesturen politierapportage

Sluiting voor onbepaalde tijd

Tabel 6 Geldigheidsduur van maatregel bij aantreffen harddrugs in woning

1e overtreding

Indien sprake is van het verkopen, afleveren of verstrekken dan wel daartoe aanwezig zijn van harddrugswordt bij de eerste overtreding de woning gesloten voor 3 maanden

2e overtreding

Indien binnen 3 jaar hierna een 2e overtreding wordt geconstateerd, wordt de woning gesloten voor de duur van 6 maanden.

3e overtreding

Indien binnen 3 jaar na de 2e overtreding een 3e overtreding wordt geconstateerd, wordt de woning gesloten voor 12 maanden.

4e overtreding

Indien binnen 3 jaar na de 3e overtreding een 4e overtreding wordt geconstateerd, wordt de woning gesloten voor onbepaalde tijd.

Tabel 7 Geldigheidsduur van maatregel bij aantreffen harddrugs in lokaal

1e overtreding

Indien er sprake is van het verkopen, afleveren of verstrekken dan wel daartoe aanwezig zijn van harddrugs wordt het lokaal gesloten voor de duur van 6 maanden. In dat geval wordt (onder verwijzing van artikel 5:24 lid 5 Awb) geen begunstigingstermijn gesteld.

2e overtreding

Indien binnen 3 jaar hierna een 2e overtreding wordt geconstateerd, wordt het lokaal gesloten voor de duur van 12 maanden. In dat geval wordt (onder verwijzing van artikel 5:24 lid 5 Awb) geen begunstigingstermijn gesteld.

3e overtreding

Indien binnen 3 jaar hierna een 3e overtreding wordt geconstateerd, wordt het lokaal gesloten voor onbepaalde tijd. In dat geval wordt (onder verwijzing van artikel 5:24 lid 5 Awb) geen begunstigingstermijn gesteld.

4.7 Toelichting Lokalen: Het betreft voor publiek toegankelijke lokalen zoals bijvoorbeeld onder meer vergunningplichtige inrichtingen, winkels en ook niet voor publiek toegankelijke lokalen zoals bijvoorbeeld onder meer bedrijfspanden/loodsen en dergelijke.

Onder een overtreding wordt in dit beleid ten aanzien van lokalen verstaan: het verkopen, afleveren of verstrekken dan wel daartoe aanwezig hebben van een middel als bedoeld in lijst I of II van de Opiumwet.

Woningen: Onder een overtreding wordt in dit beleid ten aanzien van woningen verstaan:

het verkopen, afleveren of verstrekken dan wel daartoe aanwezig hebben van een middel als bedoeld in lijst I of II van de Opiumwet.

Met het oog op artikel 8 EVRM (inbreuk op de persoonlijke levenssfeer) wordt bij een eerste overtreding van softdrugs volstaan met een waarschuwing.

4.8 AfwijkingsbevoegdheidIn beginsel sluit de zwaarte van de sanctie aan op de ernst van de overtreding. De getrapte sanctionering wordt in de matrixen weergegeven. Er kunnen echter situaties voorkomen waarbij van de matrix afgeweken kan worden. In navolging van artikel 4:84 Algemene wet bestuursrecht bestaat de mogelijkheid om van het vastgestelde beleid af te wijken indien het volgen van het vastgestelde beleid voor één of meer belanghebbenden gevolgen zou hebben die wegens bijzondere omstandigheden onevenredig zijn in verhouding tot de met beleidsregel te dienen doelen.

Van het handhavingsarrangement kan daarnaast in bepaalde gevallen - bijvoorbeeld wanneer het betrokken lokaal/woning al eerder is gewaarschuwd c.q. gesloten, of waarin het gaat om een eigenaar/bewoner waarvan in het verleden al een andere woning als drugspand is gesloten, worden afgeweken door de burgemeester op grond van zijn discretionaire bevoegdheid. Bijvoorbeeld door 1 of 2 stappen van de matrix over te slaan, dan wel door spoedeisende bestuurlijke maatregelen te treffen of door te kiezen voor een (al dan niet strengere) andere matrixcategorie. Aldus wordt een eerdere overtreding meegenomen in de te volgen gedragslijn op grond van het handhavingarrangement.

4.9 Communicatie

Vanuit communicatie gaat een belangrijke preventieve werking. Vanuit dat kader kan bij oplegging van iedere maatregel uit de handhavingsmatrix overwogen worden om hiervan via een persbericht melding te doen naar de media. Bij het opstellen van het persbericht wordt rekening gehouden met de privacy van betrokkenen en eventuele strafrechtelijke onderzoeken die plaatsvinden.

Ondertekening

Heinkenszand, 17 maart 2015,
De burgemeester van Borsele,
E.J. Gelok