Beleidsregels uitvoering Wet BIBOB gemeente Borsele 2012

Geldend van 01-07-2012 t/m heden

Intitulé

Beleidsregels uitvoering Wet BIBOB gemeente Borsele 2012

De burgemeester en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Borsele,

ieder voor zo ver het hun bevoegdheden betreft;

gelet op de Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur, artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht, artikel 3 van de Drank- en Horecawet, artikel 2.1 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en de artikelen 2.28 en 3.4 van de Algemene plaatselijke verordening gemeente Borsele 2011;

dat zij het gewenst achten beleidsregels vast te stellen voor het uitvoeren van de Wet BIBOB, conform de Beleidsnota toepassing Wet BIBOB;

Besluiten vast te stellen de Beleidsregels uitvoering Wet BIBOB gemeente Borsele 2012, luidende als volgt:

 

Hoofdstuk 1 Inleidende bepalingen

De burgemeester en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Borsele,

ieder voor zo ver het hun bevoegdheden betreft;

gelet op de Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur, artikel 4:81

van de Algemene wet bestuursrecht, artikel 3 van de Drank- en Horecawet, artikel 2.1 van de wet algemene bepalingen omgevingsrecht en de artikelen 2.28 en 3.4 van de Algemene plaatselijke verordening gemeente Borsele 2011;

dat zij het gewenst achten beleidsregels vast te stellen voor het uitvoeren van de Wet BIBOB, conform de Beleidsnota toepassing Wet BIBOB;

Besluiten vast te stellen de Beleidsregels uitvoering Wet BIBOB gemeente Borsele 2012, luidende als volgt:

 

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze beleidsregels wordt verstaan onder:

aanvraag:                  de aanvraag om een beschikking;

advies:                       het advies zoals bedoeld in artikel 9 van de wet;

bestuursorgaan:      de burgemeester respectievelijk het college van burgemeester en wethouders;

betrokkene:               de aanvrager of de vergunninghouder;

Bureau:                      het Bureau bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur, bedoeld in artikel 8 van de wet;

Wet:                            de Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur;

Apv:                             Algemene plaatselijke verordening gemeente Borsele 2011.

 

Artikel 2 Doel

  • 1 De gemeente beoogt met toepassing van de wet te voorkomen dat zij criminele activiteiten faciliteert waardoor de veiligheid, de leefbaarheid, de rechtsorde of de bestuurlijke slagkracht wordt aangetast.

  • 2 Deze beleidsregels hebben tot doel duidelijkheid te verschaffen over de wijze

    waarop het bestuursorgaan de wet toepast.

     

Artikel 3 Vergunningen

  • 1 Het bestuursorgaan past de wet toe met betrekking tot de beschikkingen zoals bedoeld in:

    a.      artikel 3 van de Drank- en Horecawet voor de uitoefening van het horecabedrijf, voor zover de aanvrager geen rechtspersoon is als bedoeld in artikel 4 van de Drank- en Horecawet en voor zover de aanvraag geen betrekking heeft op een dorpshuis in Baarland, Borssele, Driewegen, Ellewoutsdijk, ‘s-Heer Abtskerke, ’s-Heerenhoek, Hoedekenskerke, Kwadendamme, Lewedorp, Nieuwdorp, Nisse, Oudelande of Ovezande.;

    b.      artikel 7 van de wet juncto artikel 2.28 van de Apv, voor de exploitatie van een horecabedrijf, voor zover de aanvrager geen rechtspersoon is als bedoeld in artikel 4 van de Drank- en Horecawet en voor zover de aanvraag geen betrekking heeft op een dorpshuis in Baarland, Borssele, Driewegen, Ellewoutsdijk, ‘s-Heer Abtskerke, ’s-Heerenhoek, Hoedekenskerke, Kwadendamme, Lewedorp, Nieuwdorp, Nisse, Oudelande of Ovezande;

    c.      artikel 7 van de wet juncto artikel 3.4 van de Apv voor de exploitatie van een sexinrichting of een escortbedrijf;

    d.      artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder a van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, in die gevallen dat de officier van justitie op basis van artikel 26 van de Wet BIBOB wijst op de wenselijkheid om een advies aan te vragen of als naar de mening van het bestuursorgaan sprake is van bijzondere omstandigheden, waarbij aanleiding bestaat voor het vermoeden dat de vergunning mede zou kunnen worden gebruikt om uit strafbare feiten of te verkrijgen op geld waardeerbare voordelen te gebruiken of te benutten of strafbare feiten te plegen.

    e.      artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder e van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, voor zover dat onderdeel betrekking heeft op een inrichting als bedoeld in artikel 1.1, eerste lid, van die wet, en artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder i, van die wet voor zover dat onderdeel betrekking heeft op een activiteit waarvoor bij algemene maatregel van bestuur op grond van artikel 2.17 van die wet is bepaald dat de beschikking in het geval en onder de voorwaarden, bedoeld in artikel 3, kan worden geweigerd;

     

  • 2 Het bestuursorgaan past eveneens de wet toe met betrekking tot intrekking van de in het eerste lid, onder a en b genoemde vergunningen in die gevallen dat het Openbaar Ministerie op basis van artikel 11 juncto artikel 26 van de wet wijst op de wenselijkheid om een advies te vragen.

  • 3 Het bestuursorgaan past eveneens de wet toe met betrekking tot intrekking van de in het eerste lid onder a en b genoemde vergunningen in die gevallen dat er naar zijn mening sprake is van bijzondere omstandigheden waarbij aanleiding bestaat voor het vermoeden dat de vergunning mede zou kunnen worden gebruikt om uit gepleegde strafbare feiten verkregen of te verkrijgen, op geld waardeerbare voordelen te benutten of strafbare feiten te plegen.

Artikel 4 Aanbestedingen

Het college past de wet toe met betrekking tot aanbestedingen indien er sprake is van bijzondere omstandigheden waarbij aanleiding bestaat voor het vermoeden dat de aanbesteding mede zou kunnen worden gebruikt om uit gepleegde strafbare feiten verkregen of te verkrijgen, op geld waardeerbare voordelen te benutten of strafbare feiten te plegen.

Hoofdstuk 2 Procedure

Artikel 5 Vragenlijst

  • 1 In alle in artikel 3 bedoelde gevallen moet betrokkene naast de gebruikelijke aanvraagformulieren Bibob-vragenlijsten invullen.

     

  • 2 De in het eerste lid bedoelde Bibob-vragenlijsten worden door het bestuursorgaan vastgesteld.

  • 3 In geval van weigering om de in het eerste lid bedoelde Bibob-vragenlijsten (volledig) in te vullen wordt de aanvraag niet in behandeling genomen respectievelijk de beschikking ingetrokken.

     

Artikel 6 Regulier afhandelen

  • 1 Het bestuursorgaan gaat over tot het positief beschikken op de aanvraag indien noch de reguliere weigeringsgronden behorende bij de in artikel 3 genoemde vergunningen noch de weigeringsgronden op grond van de wet van toepassing zijn.

     

  • 2 Het bestuursorgaan weigert de aanvraag of gaat over tot het intrekken van een beschikking dan wel het niet gunnen van een opdracht of het ontbinden van een overeenkomst, indien de reguliere weigeringsgronden behorende bij de in artikel 3 genoemde vergunningen en de in artikel 4 genoemde aanbestedingen van toepassing zijn.

     

Artikel 7 Ultimum remedium

  • 1 Uitsluitend indien geen toepassing gegeven kan worden aan artikel 6, beoordeelt het bestuursorgaan of weigering, dan wel intrekking op grond van de wet mogelijk is.

     

  • 2 Het bestuursorgaan kan om advies vragen aan het Bureau in het kader van de in het eerste lid bedoelde beoordeling of indien het bestuursorgaan door het Openbaar Ministerie is gewezen op de wenselijkheid daarvan.

     

Artikel 8 Motivering

Het voornemen om een advies aan te vragen wordt gemotiveerd.

Artikel 9 Informatieplicht

  • 1 Het bestuursorgaan informeert betrokkene schriftelijk over het voornemen om een advies aan het Bureau aan te vragen. Betrokkene wordt daarbij gewezen op de opschorting van de beslistermijn als bedoeld in artikel 10.

     

  • 2 In het geval dat het bestuursorgaan overgaat tot het aanvragen van een advies aan het Bureau, voegt het een afschrift van het schrijven als bedoeld in het eerste lid toe aan de adviesaanvraag.

     

Artikel 10 Weigering en aanvullende voorwaarden

  • 1 Het bestuursorgaan weigert in elk geval een aanvraag of gaat over tot intrekking van de beschikking op grond van de wet, indien sprake is van een ernstige mate van gevaar als bedoeld in artikel 3 van de wet.

     

  • 2 Het bestuursorgaan kan de aanvraag weigeren of de beschikking intrekken indien sprake is van een mindere mate van gevaar die niet kan worden geweerd door het stellen van aanvullende voorwaarden en bovendien de gevolgen van deze weigering niet onevenredig zijn in verhouding tot de met het besluit te dienen doelen.

     

  • 3 Indien het bestuursorgaan voornemens is de aanvraag te weigeren,dan wel de beschikking in te trekken op grond van de wet, wordt betrokkene in de gelegenheid gesteld daartegen zienswijzen in te brengen.

     

Hoofdstuk 3 Slotbepalingen

Artikel 11 Inwerkingtreding

Deze beleidsregels treden in werking per 1 juli 2012.

Artikel 12 Citeertitel

Deze beleidsregels worden aangehaald als: Beleidsregels uitvoering Wet BIBOB gemeente Borsele 2012.

 

 

Ondertekening

Heinkenszand, 19 juni 2012.
De burgemeester van Borsele,
 
Het college van burgemeester en wethouders van Borsele,
De secretaris,                                                 de burgemeester,