Regeling vervallen per 23-06-2021

Beleidsregels Tijdelijke ondersteuning noodzakelijke kosten (TONK) Gemeente Boxmeer 2021

Geldend van 01-01-2021 t/m 22-06-2021 met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2021

Intitulé

Beleidsregels Tijdelijke ondersteuning noodzakelijke kosten (TONK) Gemeente Boxmeer 2021

Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Boxmeer houdende regels over het vergoeden van woonkosten voor huishoudens met een inkomensterugval in verband met de coronacrisis

Het college van burgemeester en wethouders gemeente Boxmeer,

gelet op titel 4.3 van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 35 van de Participatiewet,

gezien de Kamerbrief, d.d. 9 december 2020, van de minister van Economische Zaken en Klimaat e.a. inzake ‘Aanpassingen in het economische steun- en herstelpakket als gevolg van de ontwikkeling in de bestrijding van het coronavirus’;

overwegende dat het wenselijk is om aan te geven in welke situaties en onder welke voorwaarden huishoudens in aanmerking komen voor een tegemoetkoming Tijdelijke ondersteuning noodzakelijk kosten (TONK) en hiervoor aparte, tijdelijke, beleidsregels vast te stellen;

Besluit tot vaststelling van de:

Beleidsregels Tijdelijke ondersteuning noodzakelijke kosten (TONK) Gemeente Boxmeer 2021

Artikel 1 Begripsbepalingen

  • 1.

    In deze beleidsregels wordt verstaan onder:

  • 2.

    de wet: Participatiewet;

    • a.

      college: college van burgemeester en wethouders van de Gemeente Boxmeer;

    • b.

      inkomensterugval: een onvoorzienbare, onvermijdelijke en substantiële terugval in het inkomen als gevolg van de maatregelen in verband met de coronacrisis (Covid19);

    • c.

      tegemoetkoming TONK: een tijdelijke vorm van bijzondere bijstand waarvoor het college beleidsregels heeft opgesteld.

    • d.

      bijstandsnorm: de bijstand als bedoeld in artikel 21 van de wet;

    • e.

      aanvrager: een inwoner uit de gemeente Boxmeer die de tegemoetkoming TONK aanvraagt;

    • f.

      samenwonende: degene die duurzaam een gezamenlijke huishouding voert met een ander;

    • g.

      huurwoning: door aanvrager bewoonde zelfstandige woning of woonwagen waarvan deze huurder is met een huur boven de huurtoeslaggrens;

    • h.

      eigen woning: door aanvrager bewoonde zelfstandige woning, woonschip of woonwagen, waarvan deze eigenaar of mede-eigenaar is;

    • i.

      woonkosten: de kale huur en servicekosten waarbij het totale bedrag hoger moet zijn dan € 752,33 en in het geval van een eigen woning de verschuldigde hypotheekrente en de bijdrage Vereniging van Eigenaren (VvE) hoger moet zijn dan € 430,00.

  • 3.

    Tenzij anders aangegeven worden begrippen in deze beleidsregels gebruikt in dezelfde betekenis als in de wet.

  • 4.

    De ‘Beleidsregels bijzondere bijstand en Minimabeleid – Algemene bepalingen Gemeente Boxmeer‘ zijn niet van toepassing op de tegemoetkoming TONK.

Artikel 2 Doelgroep TONK

  • 1.

    Een tegemoetkoming TONK is bedoeld voor de aanvrager die:

    • a.

      door de huidige omstandigheden als gevolg van de coronacrisis te maken heeft met een onvoorzienbare en onvermijdelijke inkomensterugval; en,

    • b.

      daardoor noodzakelijke woonkosten voor de huurwoning of eigen woning niet meer kan voldoen uit het inkomen en/of beschikbare geldmiddelen; en,

    • c.

      waarvoor andere regelingen niet of onvoldoende soelaas bieden om de woonkosten te kunnen betalen.

Artikel 3 Noodzakelijke woonkosten

  • 1.

    De tegemoetkoming TONK heeft betrekking op de voor de aanvrager bestaande noodzakelijke woonkosten, te weten:

    • a.

      in het geval van een zelfstandige huurwoning: de kale huur en servicekosten waarbij het bedrag hoger moet zijn dan € 752,33;

    • b.

      in het geval van een eigen woning: de verschuldigde hypotheekrente en de bijdrage Vereniging van Eigenaren (VvE);

    • c.

      voor het bepalen van de voor aanvrager bestaande woonkosten wordt als peilmaand januari 2021 gehanteerd.

  • 2.

    Als noodzakelijke woonkosten geldt een maximaal bedrag van € 1.000 per maand.

  • 3.

    Van inkomens tot aan het sociaal minimum (bijstandsnorm) wordt geacht dat men

  • € 430,- per maand zelf draagt aan noodzakelijke woonkosten.

  • 4.

    De volgende woonkosten worden als niet noodzakelijke kosten aangemerkt:

    • a.

      alle overige vaste lasten zoals energie, verzekeringen, belastingen, enz.

    • b.

      onderhuur en kamerhuur;

    • c.

      aflossingen op de hypotheek;

    • d.

      woonkosten van bedrijfswoningen.

Artikel 4 Voorliggende voorzieningen

  • 1.

    Aanvrager dient alles in het werk te stellen om een beroep te doen op voorliggende voorzieningen waarmee kan worden voorzien in de noodzakelijke woonkosten.

  • 2.

    Het aanspreken van eigen vermogen gaat voor recht op bijstand. Alle vrij te maken middelen gelden als voorliggende voorziening.

Artikel 5 Recht op TONK

  • 1.

    Voor het recht op tegemoetkoming TONK toetst het college de aanvraag aan de wet en de Beleidsregels TONK en beoordeelt of men aan de voorwaarden voldoet.

  • 2.

    Er moet sprake zijn van een onvoorzienbare en onvermijdelijke inkomensterugval als bedoeld in artikel 1 sub c van minimaal 30% in het inkomen op peildatum 1 januari 2021 ten opzichte van het inkomen op peildatum 1 januari 2020.

  • 3.

    Voor een tegemoetkoming TONK geldt dat aanvrager op de peildatum 1 januari 2021:

    • a.

      zijn of haar hoofdverblijf heeft in de gemeente Boxmeer, en

    • b.

      van de door hem of haar bewoonde woning huurder is, waarbij het gaat om de huur van een zelfstandige woning, dan wel van de zelfstandige woning eigenaar of mede-eigenaar is, en

    • c.

      ouder is dan 18 jaar en jonger is dan de pensioengerechtigde leeftijd.

  • 4.

    Bij een gehuurde woning of woonwagen moet de huur hoger zijn dan € 752,33 per maand.

  • 5.

    Verder geldt als voorwaarde dat de aanvrager ook op de aanvraagdatum voor een tegemoetkoming TONK in de onder lid 3 sub b bedoelde woning woont.

  • 6.

    De tegemoetkoming TONK wordt maximaal verstrekt over de maanden dat aanvrager in de onder 3 sub b bedoelde woning woont.

  • 7.

    Aanvrager gebruik heeft gemaakt van het door het college ter beschikking gestelde aanvraagformulier.

  • 8.

    Aanvrager verklaart met het indienen van de aanvraag dat de substantiële terugval in inkomen het gevolg is van de maatregelen in verband met de coronacrisis en overlegt desgevraagd de bewijsstukken.

  • 9.

    Er wordt geen bijstand (tegemoetkoming TONK) verstrekt voor schulden.

Artikel 6 In aanmerking te nemen inkomen

  • 1.

    Het in aanmerking te nemen inkomen bestaat uit het inkomen van de aanvrager en diens eventuele partner. Onder inkomen wordt in ieder geval verstaan:

    • a.

      inkomen uit arbeid in loondienst;

    • b.

      inkomen uit een uitkering (waaronder Tozo);

    • c.

      inkomen uit verhuur/onderhuur van woonruimte;

    • d.

      inkomen uit partner- en/of kinderalimentatie;

    • e.

      inkomen uit onderneming.

  • 2.

    Wanneer aanvrager in de peilmaand januari 2021 kinder- of partneralimentatie betaalde, wordt het inkomen verminderd met het bedrag daarvan.

  • 3.

    Voor de bepaling van het in aanmerking te nemen inkomen uit onderneming wordt aangesloten bij de rekenmethode die door het college bij de Tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandig ondernemers (Tozo) wordt gehanteerd.

Artikel 7 In aanmerking te nemen vermogen

  • 1.

    In aanmerking te nemen vermogen zijn de geldmiddelen die men bezit en waarover de aanvrager en eventuele partner redelijkerwijs kan/kunnen beschikken.

  • 2.

    Onder beschikbare geldmiddelen wordt in ieder geval verstaan:

    • a.

      contant geld;

    • b.

      alle middelen waar men redelijkerwijs over kan beschikken zoals:

      • tegoeden op betaal- en spaarrekeningen in binnen- en buitenland;

      • opeisbaar uitgeleend geld;

      • geld in de vorm van cryptovaluta (zoals o.a. bitcoins), en

      • te verzilveren beleggingen en effecten (zoals beleggingsrekeningen, obligaties, aandelenportefeuilles, opties, effecten in depot, deposito’s, indextrackers, belegging in goud, enz.);

      • het vrij te maken pensioen dat is/wordt opgebouwd in de zogenaamde 3e pijler.

  • 3.

    Er wordt een vermogensgrens gehanteerd van € 31.340,-.

  • 4.

    De aanvrager wordt geacht een toereikende financiële draagkracht te hebben, wanneer het beschikbare privévermogen op 31 december 2020 meer dan € 31.340,- bedroeg.

Artikel 8 Draagkracht in het inkomen

  • 1.

    De financiële draagkracht in het inkomen van de aanvrager wordt bepaald aan de hand van de netto inkomsten, inclusief vakantietoeslag, in peilmaand januari 2021.

  • 2.

    Voor de toepassing van de beleidsregels TONK wordt voor het bepalen van het sociaal minimum uitgegaan van twee bijstandsnormen, het betreft:

    • a.

      de bijstandsnorm voor een alleenstaande tussen 21 jaar en de pensioengerechtigde leeftijd, of

    • b.

      de bijstandsnorm voor een echtpaar/samenwonenden tussen 21 jaar en de pensioengerechtigde leeftijd.

  • 3.

    Bij een inkomen tot 115% van de geldende bijstandsnorm is er geen draagkracht van toepassing.

  • 4.

    Bij een inkomen van 115% tot 150% van de geldende bijstandsnorm is de

  • draagkracht 35% over het deel van het inkomen hoger dan 115% en lager dan 150%.

  • 5.

    Bij een inkomen boven de 150% van de geldende bijstandsnorm is de draagkracht

  • 100% over het deel van het inkomen hoger dan 150%.

  • 6.

    Draagkracht uit inkomen wordt direct verrekend met de tegemoetkoming TONK.

Artikel 9 Verstrekking tegemoetkoming TONK

  • 1.

    De tegemoetkoming wordt verstrekt als blijkt dat de financiële draagkracht niet toereikend is voor het betalen van de noodzakelijke woonlasten.

  • 2.

    De tegemoetkoming geldt voor maximaal de periode van 1 januari 2021 tot en met 30 juni 2021, tenzij een aanvrager over een deel van deze periode al woonkostentoeslag heeft ontvangen.

  • 3.

    De tegemoetkoming TONK bedraagt maximaal € 570,- per maand.

  • 4.

    Over de periode 1 januari 2021 tot en met 30 juni 2021, wordt in het kader van de TONK maximaal € 3.420,- per huishouden verstrekt.

  • 5.

    De tegemoetkoming TONK wordt over het eerste kwartaal 2021 ineens uitbetaald

  • 6.

    Voorts vindt de uitbetaling van de tegemoetkoming TONK maandelijks plaats op basis van een inkomensverklaring.

  • 7.

    De tegemoetkoming TONK wordt in principe om niet verstrekt.

  • 8.

    Het college verbindt aan de tegemoetkoming TONK niet een verplichting dat de belanghebbende zich moet inzetten voor het vinden van goedkopere woonruimte.

  • 9.

    Het college behoudt zich de mogelijkheid voor om te besluiten de tegemoetkoming TONK in de vorm van een geldlening toe te kennen. Dit wordt vastgelegd in een overeenkomst.

Artikel 10 Indienen aanvraag TONK

  • 1.

    Een aanvraag dient digitaal te worden ingediend via de gemeentelijke website www.boxmeer.nl met gebruik van DigiD.

  • 2.

    Aanvragen voor de TONK kunnen worden ingediend tot en met 31 juli 2021.

  • 3.

    Een aanvraag wordt in behandeling genomen als het aanvraagformulier volledig is ingevuld, ondertekend en de gevraagde gegevens zijn bijgevoegd.

Artikel 11 Terugwerkende kracht en duur

  • 1.

    Een tegemoetkoming TONK kan met terugwerkende kracht worden aangevraagd vanaf 1 januari 2021.

  • 2.

    Een tegemoetkoming TONK wordt verstrekt voor ten hoogste de periode van 1 januari tot en met 30 juni 2021.

Artikel 12 Hardheidsclausule

Als de aanvrager niet in aanmerking komt voor een tegemoetkoming TONK kan het college, gelet op alle omstandigheden waaronder een terugval in inkomen van de aanvrager als gevolg van de coronacrisis, in het individuele geval beoordelen of de aanvrager in afwijking van de beleidsregels alsnog in aanmerking komt voor een tegemoetkoming TONK, indien zeer dringende redenen hiertoe noodzaken (artikel 16 van de wet).

Artikel 13 Citeertitel

Deze beleidsregels worden aangehaald als Beleidsregels Tijdelijke ondersteuning noodzakelijke kosten (TONK) Gemeente Boxmeer 2021.

Deze regeling treedt met terugwerkende kracht in werking met ingang van 1 januari 2021.

Aldus vastgesteld op 16 maart 2021.

Ondertekening

Burgemeester en wethouders van Boxmeer,

de loco-secretaris, de burgemeester,

A.J.M. Reintjes K.W.T. van Soest

TOELICHTING

Ondanks de verschillende steunmaatregelen die reeds door het kabinet zijn genomen in verband met de coronacrisis, dreigen er mensen tussen wal en schip te vallen. De regeling Tijdelijke Ondersteuning Noodzakelijke Kosten (TONK) biedt een tegemoetkoming voor noodzakelijke woonkosten aan inwoners die door de coronacrisis te maken krijgen met een onvoorzienbare terugval in inkomen en hierdoor noodzakelijke kosten, zoals huur of hypotheekrente niet meer kunnen betalen.

Deze huishoudens kunnen geen of onvoldoende aanspraak maken op bestaande sociale zekerheid, vallen terug in inkomen en komen vanwege de partnertoets of het uren-criterium niet aanmerking voor de Tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandig ondernemers (Tozo).

Inwoners waarvoor de tegemoetkoming TONK is bedoeld zijn in de meeste gevallen minder op de hoogte van regelingen via de gemeente. Zij zijn weinig tot niet bekend met de regels zoals die gelden binnen de Participatiewet (Pw) en van toepassing zijn bij een aanvraag tegemoetkoming TONK. Zo is er sprake van een inlichtingenverplichting (artikel 17 Pw) en een bestedingsverplichting (artikel 55 Pw) en moet men kosten kunnen aantonen. Het niet voldoen aan verplichtingen kan gevolgen hebben voor het recht op de tegemoetkoming en in het uiterste geval kan de bijstand worden teruggevorderd. Met publicatie en voorlichting richting inwoners over de TONK wordt dit zo goed als mogelijk ondervangen.

Artikel 1Begripsbepalingen

Dit artikel spreekt voor zich.

Artikel 2 Doelgroep TONK

Dit artikel spreekt voor zich.

Artikel 3 Noodzakelijke woonkosten

Als noodzakelijke woonkosten worden aangemerkt: de huur van zelfstandige woonruimte en eventuele servicekosten en de hypotheekrente en eventuele bijdrage Vereniging van Eigenaren (VvE).

De TONK voorziet niet een tegemoetkoming voor alle overige vaste lasten zoals energie, verzekeringen, belastingen, enz.. Ook onderhuur en kamerhuur, aflossingen op de hypotheek en woonkosten van bedrijfswoningen vallen buiten de beleidsregels TONK.

Bij woninghuur wordt uitgegaan van de kale huur zoals dit ook gehanteerd wordt bij de huurtoeslag. Het moet het gaan om een zelfstandige huurwoning en de woonlasten zijn hoger dan € 752,33. Indien de woonkosten lager zijn dan dit bedrag dan geldt de huurtoeslag als een passende voorliggende voorziening.

Bij eigen woningen gaat het om niet te vermijden kosten zoals de hypotheekrente en/of bijdrage Vereniging van Eigenaren (VvE).

Zowel voor huurders als woningeigenaren geldt dat woonkosten tot maximaal € 1.000,- per maand in aanmerking komen voor de tegemoetkoming TONK.

Voor inkomens op bijstandsniveau geldt dat woonkosten tot € 430,- per maand voor eigen rekening komen. De beleidsregels TONK sluiten daarop aan voor zowel huurders als huiseigenaren.

Artikel 4 Voorliggende voorzieningen

Voor het recht op tegemoetkoming TONK dient men eerst een beroep te doen op

voorliggende voorzieningen waarmee men in de kosten kan voorzien, zoals het aanvragen

van toeslagen via de belastingdienst. Ook het aanspreken van eigen vermogen gaat voor

recht op bijstand. Dit betekent dat men alles in het werk moet stellen om eigen vermogen

vrij te maken, zoals spaargelden, beleggingen en dergelijke.

Wanneer iemand aflossingstermijnen niet kan betalen uit aanwezig inkomen of spaargeld, zijn met de bank wellicht afspraken mogelijk over een hypotheekpauze. Hypotheekverstrekkers worden hiervoor ook door aangepaste regelgeving gefaciliteerd. Deze mogelijkheden worden als voorliggende voorziening aangemerkt.

Artikel 5 Recht op TONK

Het percentage van minimaal 30% terugval in inkomsten is afgestemd op de terugval in inkomsten die ontstaat wanneer men door werkloosheid is aangewezen op een uitkering UWV (70% van laatstverdiende loon).

De doelgroep is afgebakend qua leeftijd en omstandigheden. Gelet op het doel van de TONK komen huishoudens vanaf de pensioengerechtigde leeftijd niet in aanmerking. Zij hebben in beginsel aanspraak op AOW en eventueel pensioen. Zo behoren inwoners jonger dan 27 jaar die uit Rijkskas bekostigd onderwijs volgen niet tot de doelgroep TONK. Zij hebben in beginsel recht op het leenstelsel voor Studiefinanciering.

Het verstrekken van een tegemoetkoming TONK is maatwerk. Het college houdt rekening met de individuele omstandigheden van de aanvrager bij het bepalen van het recht op en de hoogte van de TONK met toepassing van de wet en de beleidsregels. Maatwerk betekent ook dat verder wordt gekeken naar de situatie en omvang van de problemen. Zo kan meer hulp worden aangeboden als dat nodig is zoals bijv. schuldhulpverlening, andere bijzondere bijstand, minimabeleid, re-integratie of doorverwijzen bij psychosociale problemen.

Voor de bepaling onder sub e zijn de draagkrachtbepalingen zoals opgenomen in de beleidsregels TONK van toepassing.

Schulden vallen niet onder de wet en vallen derhalve niet onder de beleidsregels TONK. Om die reden vallen o.a. hypotheekaflossingen niet onder de TONK.

Artikel 6 In aanmerking te nemen inkomen

Voor de hoogte van de tegemoetkoming is inkomen en draagkracht uit inkomen van belang.

Met alle genoemde componenten in dit artikel wordt rekening gehouden.

Voor hetgeen wordt verstaan onder inkomen uit onderneming en waarmee rekening wordt gehouden wordt aangesloten bij en verwezen naar de uitvoeringspraktijk Tozo: Inkomensbegrip Tozo (krijgiktozo.nl).

Artikel 7 In aanmerking te nemen vermogen

Een aanvrager moet alles in het werk stellen om eerst in de eigen woonkosten te voorzien alvorens een beroep op bijstand te doen. Dit betekent dat alle mogelijkheden om middelen te genereren dienen te worden aangesproken.

Dit geldt ook voor opgebouwd pensioen in de 3e pijler, zoals individuele verzekeringen als lijfrenten, koopsommen en levensverzekeringen.

In het algemeen geldt voor het recht op algemene bijstand een vermogensgrens van € 6.295 (voor alleenstaande ouders en samenwonenden: € 12.590). Door het uitzonderlijke karakter van de coronacrisis en de beperkende maatregelen die hierbij gelden, is er aanleiding om voor de TONK een aanzienlijke ruimere vermogensgrens te hanteren. Zo kunnen ook mensen die beschikken over enig spaargeld e.d., voor noodzakelijke woonkosten een tegemoetkoming vanuit de TONK krijgen. De vermogensgrens wordt binnen deze beleidsregels gelegd bij de vermogensgrenzen die gelden voor de huurtoeslag

(€ 31.340,-). Alleen de vermogensbestanddelen die een meer liquide karakter hebben worden meegeteld.

Artikel 8 Draagkracht in het inkomen

Binnen deze beleidsregels worden twee vormen van huishoudens (sociaal minimum) gehanteerd. Het gaat om afstemming op de bijstandsnorm voor:

  • alleenstaanden tussen 21 jaar en de pensioenleeftijd, of

  • echtparen/samenwonenden in deze leeftijd.

Voor de berekening van de financiële draagkracht sluit het college aan bij de draagkrachtregels die bij het verstrekken van bijzondere bijstand van toepassing zijn. Door op deze wijze de draagkracht te bepalen komen meer inwoners in aanmerking voor een (gedeeltelijke) tegemoetkoming TONK.

Artikel 9 Verstrekking tegemoetkoming TONK

De tegemoetkoming TONK bedraagt maximaal € 570,- per maand. Dit bedrag is het verschil tussen de eigen woonkosten ter hoogte van € 430,- en het maximale bedrag aan woonkosten ter hoogte van € 1.000,- geldend voor de tegemoetkoming TONK.

De tegemoetkoming TONK geldt voor een periode van 1 januari 2021 tot en met 30 juni 2021, zodat in het kader van de TONK maximaal € 3.420 – wordt verstrekt per huishouden.

De beleidsregels voorzien in een tijdelijke tegemoetkoming. De TONK biedt geen dekkende vergoeding.

De uitbetaling van de TONK vindt over het eerste kwartaal 2021 ineens plaats. Daarna wordt de tegemoetkoming TONK op maandbasis verstrekt na verificatie van het inkomen.

Voor de opgave van het maandelijks inkomen kan men gebruik maken van het digitaal ter beschikking gestelde formulier ‘inkomensverklaring’.

De tegemoetkoming TONK wordt ‘om niet’ uitbetaald. Dit betekent dat men in principe het bedrag niet verschuldigd is aan de gemeente.

Artikel 10 Indienen aanvraag

Dit artikel spreekt voor zich.

Artikel 11 Terugwerkende kracht en duur

Dit artikel spreekt voor zich.

Artikel 12 Hardheidsclausule

Dit artikel spreekt voor zich.

Artikel 13 Citeertitel

Dit artikel spreekt voor zich.