Regeling vervallen per 01-09-2023

Verordening rekenkamercommissie gemeente Boxtel 2014

Geldend van 28-12-2017 t/m 31-08-2023

Intitulé

Verordening rekenkamercommissie gemeente Boxtel 2014

De raad van de gemeente Boxtel;

gelet op het advies van de oordeelsvormende raadsvergadering d.d. 08-04-2014;

gelet op het bepaalde in art. 81a e.v. Gemeentewet;

b esluit:

vast te stellen de Verordening rekenkamercommissie gemeente Boxtel 2014

Paragraaf 1 Begripsbepalingen

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    Rekenkamercommissie: (verder: de ‘commissie’) die is ingesteld bij besluit van de gemeenteraad en die ten doel heeft om door middel van onderzoeken een bijdrage te leveren aan de doeltreffendheid van het beoogde beleid, alsmede de doelmatige en rechtmatige voorbereiding en uitvoering daarvan.

  • b.

    Doelmatigheid of efficiency: het streven om met een zo beperkt mogelijke inzet van de beschikbare middelen het gewenste resultaat te bereiken.

  • c.

    Doeltreffendheid of effectiviteit: de mate waarin de gemeentelijke organisatie erin slaagt met de geleverde prestaties de gestelde doelen of de gewenste maatschappelijke effecten te bereiken.

  • d.

    Rechtmatigheid: het in overeenstemming zijn met geldende wet- en regelgeving, algemene beginselen van behoorlijk bestuur en jurisprudentie. Het gaat dan vooral om wet- en regelgeving die direct van belang is voor de rechtmatigheid van de totstandkoming van de gemeentelijke lasten en baten.

  • e.

    Lid: een lid van de rekenkamercommissie dat op basis van artikel 2.2, eerste lid door de raad van buiten de kring van zijn leden is benoemd.

Paragraaf 2 Taak, samenstelling en lidmaatschap van de commissie

Artikel 2.1 Taak van de commissie

  • 1. Er is een gemeentelijke commissie.

  • 2. De commissie voert onderzoek uit naar de (maatschappelijke) effecten van het gemeentelijk beleid, naar de doelmatigheid en doeltreffendheid van het gemeentelijke beleid, van het gemeentelijke beheer en van de gemeentelijke organisatie en naar de rechtmatigheid van het gemeentelijk beheer, alsmede naar de doelmatigheid en doeltreffendheid van instellingen waarvan de activiteiten geheel of gedeeltelijk in belangrijke mate door de gemeente worden bekostigd.

Artikel 2.2 Samenstelling rekenkamercommissie

  • 1. De commissie bestaat uit drie leden die de raad van buiten de kring van zijn leden benoemt voor een periode van 6 jaar; deze leden kunnen door de raad één keer worden herbenoemd voor een gelijke periode. De raad kan maximaal 2 plaatsvervangende leden benoemen.

  • 2. De leden leggen, voordat zij hun functie als lid van de commissie kunnen uitoefenen, ten overstaan van de voorzitter van de raad de eed (verklaring en belofte) af conform het bepaalde in artikel 81g Gemeentewet.

  • 3. De commissie wijst uit haar leden een voorzitter aan, eveneens voor een periode van 6 jaar. De voorzitter draagt zorg voor het tijdig en periodiek bijeenroepen van de vergaderingen van de rekenkamercommissie, het leiden van de vergaderingen, het bewaken van de uitvoering van de onderzoeksopzet en de werkwijze en het bevorderen van een zorgvuldige besluitvorming, het contact onderhouden met de gemeenteraad en het college van burgemeester en wethouders, de ambtelijke organisatie. Hij voert hiertoe eveneens overleg met de secretaris van de commissie.

Artikel 2.3 Besluitvorming in de commissie

  • 1. In vergaderingen van de commissie wordt besloten bij meerderheid van stemmen waarbij minderheidsstandpunten worden gemotiveerd. Ieder lid heeft één stem.

  • 2. Besluiten worden slechts genomen als ten minste twee leden ter vergadering aanwezig zijn.

  • 3. Bij staken van stemmen is de stem van de voorzitter doorslaggevend.

Artikel 2.4 Einde van het lidmaatschap, ontslag en schorsing.

  • 1. Het lidmaatschap van een lid eindigt:

    • a.

      op eigen verzoek;

    • b.

      bij aanvaarding van een functie die onverenigbaar is met het lidmaatschap vande rekenkamercommissie volgens art 81f Gemeentewet;

    • c.

      wanneer het bij onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak wegens misdrijf is veroordeeld, dan wel bij zulk een uitspraak een maatregel is opgelegd die vrijheidsbeneming tot gevolg heeft;

    • d.

      indien het bij onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak onder curatele is gesteld, in staat van faillissement is verklaard, surseance van betaling heeft verkregen of wegens schulden is gegijzeld.

  • 2. De leden van de commissie kunnen door de raad worden ontslagen wanneer zij door ziekte, gebreken of ongeschiktheid niet in staat zijn hun functie naar behoren te vervullen. Hangende een onderzoek naar ontslag heeft de raad de mogelijkheid om een lid te schorsen.

  • 3. Bij beëindiging van het lidmaatschap doet de voorzitter, danwel plaatsvervangend voorzitter, zo spoedig mogelijk een voorstel inzake de vervulling van de vacature aan de gemeenteraad.

Artikel 2.5 Verboden betrekkingen en verboden handelingen

  • 1. Het is de leden van de commissie verboden de handelingen te verrichten als bedoeld in artikel 15 van de Gemeentewet. De raad kan, gehoord de commissie, een lid van de commissie dat heeft gehandeld in strijd met dit verbod, van zijn functie ontslaan.

  • 2. Leden overleggen jaarlijks aan de raad een lijst met daarin opgenomen de nevenfuncties die zij op dat moment vervullen.

Artikel 2.6 Vergoeding voor de werkzaamheden van de leden van de commissie

  • 1. De leden van de commissie ontvangen een vergoeding voor hun werkzaamheden en een tegemoetkoming in de kosten.

  • 2. De vergoedingen als bedoeld in het eerste lid komen ten laste van het budget van de rekenkamercommissie als bedoeld in artikel 5.

  • 3. De in het eerste lid bedoelde vergoeding bedraagt:

    • a.

      voor de voorzitter: een bedrag van € 216,00 per bijgewoonde vergadering, en

    • b.

      voor de overige leden: een bedrag van € 175,00 per bijgewoonde vergadering;

    • c.

      voor de onderzoekswerkzaamheden verzorgd door de leden van de commissie: een bedrag van € 65.00 per uur.

    De bedragen onder a) en b) worden jaarlijks geïndexeerd aan de hand van het Rechtspositiebesluit Raads- en commissieleden.

  • 4. De vergoeding voor de ingeschakelde onderzoekers en externe deskundigen wordt bepaald aan de hand van een vooraf ingediende offerte.

Paragraaf 3 De werkwijze van de rekenkamercommissie

Artikel 3.1 Reglement van orde

De commissie stelt een reglement van orde voor haar vergaderingen en andere werkzaamheden vast. Zij zendt het reglement na de vaststelling onverwijld ter kennisneming naar de gemeenteraad en het college van burgemeester en wethouders.

Artikel 3.2 Onderwerpen voor en beslissing tot uitvoeren van onderzoek

  • 1. De commissie bepaalt zelf jaarlijks vòòr 1 april de onderwerpen die zij onderzoekt, formuleert de probleemstellingen en onderzoeksvragen en stelt de onderzoeksopzet vast.

  • 2. De raad kan de commissie daarnaast voorstellen doen tot het doen van onderzoeken over een aangegeven onderwerp, waarna de commissie het jaarlijks onderzoeksplan vaststelt. Onder andere kan hiervoor als moment de jaarlijkse bespreking over onder meer het jaarverslag in de raad dienen (zie artikel 5, lid 3).

  • 3. Het jaarlijkse onderzoeksplan en de onderzoeksopzetten worden door de commissie rechtstreeks ter kennisneming voorgelegd aan de raad en het college van burgemeester en wethouders.

Artikel 3.3 Criteria voor onderzoeken

  • 1. De volgende criteria dienen door de commissie te worden gehanteerd bij de selectie van de te onderzoeken onderwerpen:

    • a.

      Het onderzoek moet betrekking hebben op de doelmatigheid, doeltreffendheid of rechtmatigheid van het beleid en/of de uitvoering daarvan.

    • b.

      Het onderzoek moet bestuurlijk relevant zijn, waarbij het maatschappelijk effect zwaar weegt.

    • c.

      Het onderzoek moet door de gemeente te beïnvloeden beleid betreffen.

    • d.

      Er moet sprake zijn van een evenwichtige spreiding over de gemeentelijke beleidsterreinen in de opvolgende onderzoeken.

    • e.

      De resultaten moeten communiceerbaar zijn naar de bevolking.

  • 2. De commissie beargumenteert de te onderzoeken onderwerpen op basis van deze criteria en is bevoegd daaraan andere criteria toe te voegen.

Artikel 3.4 Uitvoering van het onderzoek en rapportage

  • 1. De commissie is belast met en verantwoordelijk voor de uitvoering van het onderzoek volgens de door haar vastgestelde onderzoeksopzet.

  • 2. De commissie beoordeelt of het wenselijk is de raad tussentijds te informeren.

  • 3. De commissie is bevoegd van alle leden van het gemeentebestuur (raad, college van burgemeester en wethouders, burgemeester en raadscommissies) en van alle ambtenaren de mondelinge en schriftelijke inlichtingen in te winnen die zij nodig heeft voor de uitvoering van het onderzoek. De commissie kan de bevoegdheid tot het inwinnen van inlichtingen mandateren aan de secretaris van de commissie en de onderzoeksmedewerkers die haar bij de uitvoering van haar taak terzijde staan. De leden van het gemeentebestuur en de ambtenaren van de gemeente zijn verplicht de gevraagde inlichtingen binnen de door de commissie gestelde redelijke termijn te verstrekken.

  • 4. De commissie kan burgers betrekken bij de voorbereiding, uitvoering en rapportering van het onderzoek als zij dit wenselijk acht.

  • 5. De commissie vergadert in beslotenheid, haar rapporten zijn openbaar. De leden van de rekenkamercommissie en degenen die ten behoeve van de commissie werkzaam zijn, zijn verplicht tot geheimhouding van al hetgeen hen in hun hoedanigheid van lid, respectievelijk medewerker ter kennis is gekomen, totdat de geheimhouding is opgeheven.

  • 6. De commissie kan openbare informatieve vergaderingen beleggen.

  • 7. De commissie stelt de betrokkenen in de gelegenheid om binnen een door haar te stellen termijn die ten minste twee weken bedraagt, hun zienswijze op het feitenonderzoek aan de rekenkamercommissie kenbaar te maken. Betrokkenen zijn degenen wier taakuitvoering (mede) onderwerp van onderzoek is of is geweest. De rekenkamercommissie bepaalt wie verder als betrokkenen worden aangemerkt.

  • 8. De commissie stelt de burgemeester en het college van burgemeester en wethouders in de gelegenheid om binnen een door haar te stellen termijn die ten minste drie weken bedraagt, haar zienswijze op de bevindingen van het feitenonderzoek, de conclusies en de aanbevelingen aan de commissie kenbaar te maken.

  • 9. Gehoord de bestuurlijke reactie van de burgemeester en het college van burgemeester en wethouders stelt de commissie haar eindrapport op waarin zij haar bevindingen, conclusies/aanbevelingen, reactie van het college van B&W en haar nawoord formuleert.

  • 10. De rapportage wordt aan de gemeenteraad ter kennis gebracht.

Paragraaf 4 De ondersteuning van de rekenkamercommissie

Artikel 4.1 Ambtelijk secretaris

  • 1. De raad benoemt een ambtelijk secretaris, hetzij zelfstandig, door inhuur of via een samenwerkingsverband met andere gemeenten, zulks na overleg met de commissie.

  • 2. De secretaris staat de commissie bij de uitvoering van haar taak terzijde.

  • 3. De secretaris legt met betrekking tot de wijze waarop de ondersteunende taken worden verricht rechtstreeks verantwoording af aan de rekenkamercommissie.

  • 4. De secretaris draagt zorg voor de agendaplanning, verslaglegging en de vorming van dossiers en overige bijborende werkzaamheden (conform de hiertoe opgestelde functieomschrijving voor de secretaris).

Artikel 4.2 Onderzoeksmedewerkers

  • 1. De commissie kan ten laste van het budget als bedoeld in artikel 5 (tijdelijke) onderzoeksmedewerkers inhuren.

  • 2. Onderzoeksmedewerkers kunnen, indien de commissie hen daartoe de bevoegdheid toekent, alle informatie verzamelen die de rekenkamercommissie in het belang van het onderzoek nodig acht; zij hebben een geheimhoudingsplicht met betrekking tot die informatie en zijn alleen verantwoording verschuldigd aan de rekenkamercommissie. Artikel 3.4, lid 3 is hierbij onverminderd van toepassing.

  • 3. De commissie is tevens bevoegd ten laste van het budget als bedoeld in artikel 5 externe deskundigen in te schakelen. Het hiervoor in lid 2 gestelde is op de externe deskundigen dienovereenkomstig van toepassing.

Paragraaf 5 De kosten van de rekenkamercommissie

Artikel 5 Budget

  • 1. De commissie is bevoegd binnen een aan haar bij de begroting beschikbaar gesteld budget uitgaven te doen ten behoeve van de uitvoering van haar taken.

  • 2. Ten laste van het in het voorgaande lid bedoelde budget worden de kosten gebracht van:

    • a.

      de vergoedingen en tegemoetkomingen die krachtens artikel 2.6 zijn toegekend aan de leden van de rekenkamercommissie;

    • b.

      de personeelslasten van de ambtelijk secretaris;

    • c.

      de vergoedingen aan (onderzoeks)medewerkers danwel medewerkers die door de leden van de commissie zijn aangesteld/ingehuurd, en

    • d.

      de mogelijke overige uitgaven die de rekenkamercommissie nodig oordeelt voor de uitvoering van haar taak.

  • 3. De commissie dient elk jaar vòòr 1 april een verslag op te stellen van haar werkzaamheden in het voorgaande jaar met daarin tevens opgenomen een financiële paragraaf. Dit verslag wordt naar de raad en het college van burgemeester en wethouders gezonden. De rapporten en de verslagen van de commissie zijn openbaar.

Paragraaf 6 Slotbepalingen

Artikel 6.1 Citeertitel; inwerkingtreding

  • 1. Deze verordening kan worden aangehaald als Verordening rekenkamercommissie gemeente Boxtel 2014.

  • 2. Deze verordening treedt in werking op de eerste dag na de dag van bekendmaking.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in zijn openbarevergadering van 13-05-2014.
De raad voornoemd,
de griffier,
de voorzitter,