Regeling vervallen per 01-01-2020

Beleidsregels Beschermd Wonen gemeente Bronckhorst 2019

Geldend van 01-01-2019 t/m 31-12-2019

Intitulé

Beleidsregels Beschermd Wonen gemeente Bronckhorst 2019

Het college van burgemeester en wethouders van Bronckhorst;

Overwegende dat het college de bevoegdheid heeft om beleidsregels te stellen voor zover noodzakelijk voor de uitvoering van de Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Bronckhorst, nader te noemen de Verordening;

Overwegende dat het Beleidskader sociaal domein Bronckhorst 2017-2020, de Verordening, de Beleidsregels maatschappelijke ondersteuning gemeente Bronckhorst en de Beleidsregels Beschermd Wonen onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn;

Gelet op de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 en het bepaalde in de Algemene wet bestuursrecht;

Besluit:

Vast te stellen het navolgende:

Beleidsregels Beschermd Wonen gemeente Bronckhorst 2019

Artikel 1 Begripsbepalingen

Alle begrippen die in deze beleidsregels worden gebruikt, hebben dezelfde betekenis als in de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 en de hierop gebaseerde lagere regelgeving, de Verordening Maatschappelijke Ondersteuning gemeente Bronckhorst.

Aanbieder:

Organisatie die de maatwerkvoorziening Beschermd Wonen biedt en hiervoor een contract heeft afgesloten met de regio Achterhoek.

Achterhoekse gemeenten:

Dit zijn de volgende gemeenten: gemeente Aalten, gemeente Berkelland, gemeente Bronckhorst, gemeente Doetinchem, gemeente Montferland, gemeente Oost-Gelre, gemeente Oude-IJsselstreek en gemeente Winterswijk.

Buurtplein:

Het Buurtplein B.V. is de organisatie waaraan de centrumgemeente de uitvoering van de beleidsregels Beschermd Wonen heeft gemandateerd. Het Buurtplein heeft de consulenten Beschermd Wonen in dienst.

Centrumgemeente:

Voor de taken van Beschermd Wonen is gemeente Doetinchem voor de Achterhoekse gemeenten door het ministerie van VWS aangewezen als centrumgemeente. De gemeente Doetinchem is door de Achterhoekse gemeenten gemandateerd voor de uitvoering van Beschermd Wonen.

Consulent Beschermd Wonen:

De medewerker in dienst bij het Buurtplein, die voor de Achterhoekse gemeenten is gemandateerd om de maatwerkvoorziening Beschermd Wonen in te zetten.

Consulent van de regiogemeente:

De medewerker die als consulent werkzaam is in één van de Achterhoekse gemeenten.

Hoteldiensten:

Onder hoteldiensten wordt onder meer verstaan; horeca, was- en strijkservice en huishoudelijke dienst.

Ondersteunings- en budgetplan:

Plan waaruit blijkt op welke manier het persoonsgebonden budget zal worden ingezet en besteed.

Artikel 2 Beschermd Wonen

2.1 De doelgroep van Beschermd Wonen

De consulent Beschermd Wonen stelt vast of de cliënt behoort tot de doelgroep van Beschermd Wonen. De cliënt behoort tot de doelgroep van Beschermd Wonen wanneer deze 18 jaar of ouder is en sprake is van complexe psychische en/of psychosociale problematiek op meerdere levensterreinen. De cliënt kan zijn zorgvraag niet (uit)stellen. Hierdoor heeft de cliënt 24-uurs toezicht of bereikbaarheid van een professionele organisatie nodig.

2.2 Het beoogde resultaat van Beschermd Wonen

Het beoogde resultaat van Beschermd Wonen is het realiseren van een situatie, waarin de cliënt in staat wordt gesteld zich zo snel mogelijk weer op eigen kracht te handhaven of, indien dit niet mogelijk is, zich met een toenemende mate van zelfredzaamheid in de samenleving te handhaven. Daarbij wordt onderscheid gemaakt tussen de volgende hoofddoelen:

  • a.

    herstel en uitstroom;

  • b.

    herstel en stabilisatie.

Onder deze hoofddoelen vallen verschillende subdoelen:

  • -

    het bevorderen en herstel van zelfredzaamheid en participatie;

  • -

    het bevorderen van het psychisch en psychosociaal functioneren;

  • -

    stabilisatie van een psychiatrisch ziektebeeld;

  • -

    het bieden van een veilige woonomgeving;

  • -

    het voorkomen van verwaarlozing, maatschappelijke overlast en het afwenden van gevaar voor de cliënt of voor de anderen.

2.3 Varianten van Beschermd Wonen

Door de Achterhoekse gemeenten wordt de wettelijke definiëring van Beschermd Wonen gehanteerd. Het gaat daarbij om het wonen in een accommodatie van een instelling met daarbij behorende toezicht en begeleiding. Wonen in een accommodatie van een instelling wordt hierbij breed geïnterpreteerd. Het gaat bij Beschermd Wonen om het bieden van noodzakelijk verblijf (onderdak) en begeleiding.

Op deze definitie zijn de volgende varianten gebaseerd:

  • -

    Wonen omklapwoning (met 24-uurs bereikbaarheid)

  • -

    Wonen beschut ambulant (met 24-uurs bereikbaarheid)

  • -

    Wonen beschut

    • inclusief woonkosten (met 24-uurs bereikbaarheid)

    • exclusief woonkosten (met 24-uurs bereikbaarheid)

  • -

    Wonen beschermd

    • gericht op ontwikkeling (met 24-uurs toezicht)

      • inclusief woonkosten

      • exclusief woonkosten

    • gericht op stabiliseren (met 24-uurs toezicht)

      • inclusief woonkosten

      • exclusief woonkosten

Bij deze varianten gaat het altijd om een combinatie van:

  • -

    woonzorg en

  • -

    aanvullende ondersteuning.

Woonkosten bestaan uit ‘wonen’, ‘verblijf’ en ‘voeding’.

  • -

    ‘Wonen’ omvat de kosten van de huur en vaste lasten: hierbij geldt dat de woonaccommodatie moet voldoen aan alle wettelijke eisen. De prijs ervan moet voldoen aan de normen van de rijksoverheid, vallen binnen de huurtoeslaggrens en passen bij de leeftijd van de cliënt.

  • -

    ‘Verblijf’ omvat hoteldiensten.

  • -

    ‘Voeding’ betreft de gebruikelijke voeding: drie maaltijden, waaronder één warme maaltijd, per dag en voldoende drinken, zoals koffie, thee en frisdranken. Ook fruit en tussendoortjes horen daarbij. Als de bewoner een (medisch noodzakelijk) dieet moet volgen, zorgt de organisatie voor Beschermd Wonen daarvoor.

Woonzorg bestaat uit:

  • -

    24-uurs toezicht of 24-uurs begeleiding waarmee ongeplande ondersteuning wordt geleverd. Bij 24-uurs toezicht is 24 uur per dag een hulpverlener aanwezig op de woonlocatie. Bij 24-uurs begeleiding kan een hulpverlener binnen 20 minuten ter plaatse aanwezig zijn.

  • -

    Indirecte uren, bijvoorbeeld rapportage, telefonisch contact, scholing, organisatieoverleg, pauzes, intervisie, productontwikkeling, vakliteratuur lezen en reistijd.

  • -

    Daarnaast vallen ook de basis contactmomenten (stimulering tijdens algemene dagelijkse levensverrichtingen, toezicht op de groep, begeleiding bij gezamenlijk eten) onder de Woonzorg, evenals het onderhoudscontact: bijvoorbeeld wekelijks samen boodschappen doen, post doornemen en ondersteuning bij de huishouding.

2.3.1 Wonen Omklapwoning

Een omklapwoning is bedoeld voor cliënten die door psychische en/of psycho-sociale problemen nog niet zelfstandig kunnen wonen. De verwachting is dat ze dit binnen maximaal een jaar wel zullen kunnen. De cliënt dient alle kosten voor huur, vaste lasten, voeding etc. zelf te betalen. Hij heeft nog wel ondersteuning nodig op verschillende levensterreinen. De cliënt kan zijn ondersteuningsvraag meestal uitstellen, maar heeft de zekerheid van 24-uurs bereikbaarheid nodig om zo nodig op terug te kunnen vallen. Een omklapwoning betreft een zelfstandige woning die door de aanbieder van een woningcorporatie wordt gehuurd. Hierbij wordt de afspraak gemaakt om deze uiterlijk na één jaar om te klappen tot een zelfstandige woning op naam van de cliënt.

2.3.2 Wonen Beschut Ambulant

Wonen Beschut Ambulant is bedoeld voor cliënten die door psychische en/of psycho-sociale problemen (tijdelijk) niet zelfstandig kunnen wonen en waarbij een aanbieder de cliënt (enige tijd) in een beschermende omgeving opvangt. De cliënt heeft de wens zelfstandig te wonen en dient alle kosten voor huur, vaste lasten, voeding, et cetera zelf betalen. De cliënt woont in een zelfstandige woning. De woning huurt de cliënt zelfstandig van een woningcorporatie of van de aanbieder of de woning is eigendom van de cliënt. De cliënt kan zijn ondersteuningsvraag niet uitstellen en heeft de zekerheid van 24-uurs bereikbaarheid nodig om op terug te kunnen vallen. Het is (nog) niet bekend of en wanneer de cliënt zelfstandig kan wonen.

2.3.3 Wonen Beschut

Wonen Beschut is bedoeld voor cliënten die door psychische en/of psycho-sociale problemen (tijdelijk) niet zelfstandig kunnen wonen en waarbij een aanbieder de cliënt (enige tijd) in een beschermende omgeving opvangt. De aanbieder biedt geclusterde zelfstandige appartementen per cliënt of een gedeelde woning met eigen zit-/slaapkamer. De cliënt heeft behoefte aan sociale contacten in het kader van zijn problematiek. Een gemeenschappelijke ruimte voor het ontmoeten van anderen is hierbij een voorwaarde. De aanbieder biedt deze ruimte aangrenzend aan de geclusterde appartementen of in de woonvorm.

De cliënt kan zijn ondersteuningsvraag niet uitstellen en heeft de zekerheid van 24-uurs bereikbaarheid nodig om op terug te kunnen vallen. Cliënt heeft geen 24-uurs toezicht nodig. Het is (nog) niet bekend of en wanneer de cliënt zelfstandig kan wonen.

Bij Wonen Beschut bestaan twee varianten:

  • -

    Wonen Beschut inclusief woonkosten en

  • -

    Wonen Beschut exclusief woonkosten.

Kenmerkend aan Wonen Beschut inclusief woonkosten is dat de woonkosten door de centrumgemeente worden betaald.

Kenmerkend aan Wonen Beschut exclusief woonkosten is dat de woonkosten door de cliënt worden betaald.

2.3.4 Wonen Beschermd

Wonen Beschermd is bedoeld voor cliënten die door psychische en/of psycho-sociale problemen (tijdelijk) niet zelfstandig kunnen wonen en waarbij een aanbieder de cliënt (enige tijd) in een beschermende omgeving opvangt. De aanbieder biedt woonruimte, hoteldiensten, toezicht en begeleiding. Meestal is sprake van (ernstige) gedragsproblemen en kan de cliënt moeilijk of geen hulp vragen wanneer dat nodig is. Hierdoor is 24-uurs toezicht voor signalering en om zo nodig bijtijds bij te kunnen sturen noodzakelijk.

Bij Wonen Beschermd bestaan de volgende varianten:

  • -

    Wonen Beschermd gericht op ontwikkeling

    • inclusief woonkosten en

    • exclusief woonkosten

  • -

    Wonen Beschermd gericht op stabiliseren

    • inclusief woonkosten en

    • exclusief woonkosten

Kenmerkend aan de varianten ‘Wonen Beschermd inclusief woonkosten’ is dat de woonkosten door de centrumgemeente worden betaald.

Kenmerkend aan de varianten ‘Wonen Beschermd exclusief woonkosten’ is dat de woonkosten door de cliënt worden betaald.

‘Wonen Beschermd gericht op stabiliseren’ is gelijk aan ‘Wonen Beschermd gericht op ontwikkeling’ uitgezonderd dat:

  • -

    de woonzorg intensiever is dan bij ‘Wonen beschermd gericht op ontwikkeling’;

  • -

    de ondersteuning vooral gericht is op stabiliseren en dat ontwikkeling nog niet aan de orde is en

  • -

    de cliënt niet of nauwelijks leerbaar is.

2.4 Aanvullende ondersteuning

De aanvullende ondersteuning wordt ingezet, afgestemd op de behoefte van de cliënt.

Deze ondersteuning kan bestaan uit:

  • -

    Begeleiding individueel gericht op ontwikkeling of stabilisatie;

  • -

    Begeleiding groep gericht op ontwikkeling of stabilisatie;

  • -

    Vervoer, alleen in combinatie met begeleiding groep;

  • -

    Persoonlijke verzorging, wanneer deze niet onder voorliggende wetgeving valt.

Bij elk van de ondersteuningsvormen geldt dat de aanbieder die het wonen biedt verantwoordelijk is voor coördinatie en regie van de totale ondersteuning (individuele en groepsbegeleiding). Dit is ook het geval wanneer de groepsbegeleiding bij een andere organisatie is ondergebracht. De aanbieder wordt geacht nauw samen te werken met andere bij de cliënt betrokken hulpverleners.

De duur van de aanvullende ondersteuning hoeft niet gelijk te zijn aan de duur van de indicatie voor Beschermd Wonen. De consulent maakt in overleg met cliënt en vertegenwoordiger een inschatting van de benodigde aanvullende ondersteuning en de lengte van de periode waarin deze zal worden geboden. Naar gelang de ondersteuningsbehoefte van de cliënt zal de aanvullende ondersteuning uit een combinatie van verschillende ondersteuningsvormen bestaan. De consulent bepaalt op basis van onderzoek welke variant van Beschermd Wonen en welke ondersteuning het meest passend zijn. Hierbij wordt uitgegaan van maatwerk. Wanneer de verwachting is dat de behoefte aan aanvullende ondersteuning zal variëren, kan de consulent een gemiddeld aantal uren indiceren. Voor de aanvullende ondersteuning worden specifieke doelen afgesproken.

In bijlage 1 staan de Beschermd Wonen varianten in een overzichtstabel weergegeven. In bijlage 2 is het afwegingskader voor de mogelijke ondersteuningsvormen opgenomen.

Artikel 3 Melding en onderzoek

3.1 Melding hulpvraag

In de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 is landelijke toegankelijkheid voor de maatwerkvoorziening Beschermd Wonen geregeld. Dit betekent dat iemand in elke gemeente van Nederland een melding kan doen voor Beschermd Wonen. Nadere afspraken hierover zijn vastgelegd in de Handreiking Landelijke Toegankelijkheid van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten. De vraag om Beschermd Wonen kan binnen elke Achterhoekse gemeente binnenkomen afhankelijk van de lokale inrichting: het sociale team, het wijkteam, het Wmo-loket, het Buurtplein etc.

Als blijkt dat Beschermd Wonen aan de orde is of kan zijn, worden de gegevens binnen vijf werkdagen overgedragen naar de centrumgemeente. Gegevensuitwisseling vindt plaats met inachtneming van de bepalingen van de Wet bescherming persoonsgegevens en de privacyreglementen van de betrokken gemeenten.

3.2 Cliëntondersteuning

Mensen die in aanmerking (wensen te) komen voor Beschermd Wonen kunnen voor cliëntondersteuning terecht bij de gemeente waar zij wonen. Iedere gemeente garandeert de mogelijkheid van onafhankelijke professionele cliëntondersteuning en informeert de eigen inwoners hierover. De door de gemeente geboden cliëntondersteuning is gratis en onafhankelijk van het besluit op een maatwerkvoorziening. De cliënt heeft de vrije keuze door wie hij zich wil laten ondersteunen. Hij kan er ook voor kiezen zich door iemand uit het eigen sociale netwerk, zoals familie of vrienden of een professional te laten ondersteunen.

3.3 Het gesprek

De consulent Beschermd Wonen onderzoekt in het gesprek met de cliënt wat zijn ondersteuningsbehoefte is. Het gesprek vindt binnen twee weken na melding plaats en wordt bij voorkeur bij de cliënt thuis of in een voor de cliënt vertrouwde omgeving gevoerd. Crisissituaties worden met voorrang behandeld. Bij dit gesprek kan de cliënt zich laten ondersteunen door anderen, bijvoorbeeld een mantelzorger, hulpverlener of een onafhankelijk cliëntondersteuner. De cliënt dient voor het gesprek een geldig identiteitsbewijs te laten inzien. Het gesprek, met de daarbij aangeleverde gegevens, vormt de basis voor het onderzoek, als bedoeld in artikel 2.3.2 van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 en de Verordening. Het gesprek heeft een tweeledig doel, namelijk:

  • a.

    de vraagverheldering en het vaststellen van het gewenste resultaat en

  • b.

    het zoeken naar oplossingen.

Van belang is om eerst in kaart te brengen wat de ondersteuningsbehoefte en de specifieke situatie van de cliënt zijn, voordat er over oplossingen gesproken wordt. Tijdens het gesprek komt de specifieke situatie van de cliënt uitgebreid aan bod. Daarbij is het van belang dat de cliënt alle relevante gegevens aan de orde brengt. Dit maakt het voor de consulent Beschermd Wonen mogelijk de meest passende indicatie te stellen. De consulent Beschermd Wonen zal het onderzoek zoveel mogelijk in samenspraak met een consulent van de betreffende Achterhoekse gemeente verrichten. Afgestemd wordt of het, bijvoorbeeld voor de continuïteit van zorg, wenselijk is om samen het gesprek te voeren.

Tijdens het gesprek informeert de consulent Beschermd Wonen de cliënt over het vervolg van het proces. Hij geeft uitleg over de mogelijkheid van keuze voor een persoonsgebonden budget, de voorwaarden die daaraan zijn verbonden en de plichten die daarbij komen. Ook wordt de cliënt op de hoogte gesteld van de eigen bijdrage, hoe de hoogte daarvan door het CAK wordt vastgesteld en hoe de eigen bijdrage wordt geïnd. Indien een cliënt nog een geldige indicatie vanuit de AWBZ heeft en deze nog niet afloopt, wordt hij geïnformeerd over het geldende overgangsrecht. Van het gesprek wordt door de consulent Beschermd Wonen een gespreksverslag gemaakt. Dit gespreksverslag bestaat uit een schriftelijke weergave van het gesprek en de afspraken die eruit zijn voortgekomen. De cliënt ontvangt hier binnen vijftien werkdagen een afschrift van. De cliënt heeft de mogelijkheid om binnen twee weken te reageren met eventuele wijzigingen.

3.4 Medisch advies

Wanneer het voor de vaststelling van de ondersteuningsbehoefte noodzakelijk is, kan de consulent Beschermd Wonen medisch advies aanvragen. Daarnaast kan een advies voor de consulent zinvol zijn om te beoordelen wat de grondslag voor de aanvraag is en voor het in kaart brengen van de behandel- en ontwikkelingsmogelijkheden van de cliënt. Zolang intramurale behandeling niet centraal staat, kan ambulante behandeling naast Beschermd Wonen bestaan. Ambulante behandeling wordt bekostigd vanuit de Zorgverzekeringswet.

De medische advisering zal altijd plaatsvinden door een onafhankelijke organisatie die niet aan de centrumgemeente verbonden is. Wanneer het adviestraject niet binnen de wettelijke onderzoekstermijn van zes weken kan worden afgerond, kan deze termijn in overleg met de cliënt worden verlengd. De kosten van het medisch advies zijn voor rekening van de centrumgemeente. Het medisch advies wordt meegenomen in de afweging van de consulent. Wanneer een cliënt zelf een medisch advies, bijvoorbeeld als second opinion, wil aanvragen, kan hij dit via de eigen zorgverzekering doen. Dit advies wordt meegenomen in het onderzoek.

Artikel 4 Toekenning

4.1 Toekenning

De cliënt krijgt binnen acht weken na melding een schriftelijke beschikking. In de beschikking wordt in ieder geval opgenomen:

  • -

    welke maatwerkvoorziening wordt ingezet ten behoeve van welke doelen;

  • -

    of de maatwerkvoorziening in natura of als persoonsgebonden budget wordt verstrekt;

  • -

    de duur van de indicatie;

  • -

    op welke wijze bezwaar tegen de beschikking kan worden gemaakt en

  • -

    welke kostprijs geldt ten behoeve van de bijdrage in de kosten, zoals bedoeld in artikel 21 van de Verordening.

Wanneer een passende plek nog niet beschikbaar is wordt de cliënt op de wachtlijst van de instelling geplaatst. Met hem wordt besproken hoe de periode tot plaatsing kan worden overbrugd, zie ook artikel 4.3.1 ‘Wanneer Beschermd Wonen niet direct beschikbaar is’.

4.2 Duur toekenning

De decentralisatie van Beschermd Wonen heeft onder andere tot doel mensen niet langer dan nodig in een instelling en beschermd te laten wonen. Door het stimuleren van de eigen kracht en het uitgaan van de eigen mogelijkheden van de cliënt kan de huidige gemiddelde verblijfsduur mogelijk worden bekort. Daarom is de indicatie voor Beschermd Wonen in beginsel voor maximaal twee jaar. Dit om sturing te geven aan het structureel begeleiden van mensen in Beschermd Wonen en daar waar het kan mensen daadwerkelijk de kans te geven door te stromen. De consulent Beschermd Wonen stelt de indicatieduur vast.

Dat een indicatie een einddatum heeft betekent niet dat na afloop van de indicatie geen Beschermd Wonen meer mogelijk is. Indien blijkt dat na deze periode een maatwerkvoorziening (Beschermd Wonen of ambulante ondersteuning) nodig blijft, wordt door de aanbieder of de cliënt een nieuwe melding gedaan. Dit moet minimaal acht weken voor afloop van de indicatie worden gedaan. Een melding kan bij de centrumgemeente worden gedaan. Indien de cliënt minder dan acht weken voor afloop van de indicatie een melding doet, kan het zijn dat de nieuwe indicatie niet direct aansluit op de oude.

Wanneer bij een herindicatie de cliënt en de consulent Beschermd Wonen vaststellen dat Beschermd Wonen niet meer aan de orde is, wordt een indicatie voor Beschermd Wonen van maximaal zes maanden afgegeven. In de indicatie worden afspraken vastgelegd over de verwachte inspanningen van de cliënt en aanbieder om een woning te vinden. Ook worden indien nodig afspraken gemaakt over de overdracht van de cliënt naar de betreffende regiogemeente en aanbieders voor ambulante ondersteuning. Wanneer duidelijk is dat de cliënt niet binnen de gestelde tijd kan uitstromen wordt contact opgenomen met de consulent om te bespreken of verlenging van de indicatie mogelijk en nodig is.

4.3 Bijzondere omstandigheden

4.3.1 Wanneer Beschermd Wonen niet direct beschikbaar is

Indien een indicatie voor Beschermd Wonen is gesteld, maar Beschermd Wonen niet direct beschikbaar is, blijft de bestaande (ambulante) ondersteuning gehandhaafd tot de geschikte Beschermd Wonen plek beschikbaar is. Het kan zijn dat iemand nog geen (ambulante) ondersteuning ontvangt. In dat geval zullen de consulent Beschermd Wonen en de consulent van de Achterhoekse gemeente samen met de cliënt beoordelen wat passende ondersteuning voor de overbruggingstijd is. De indicatie dient volgens de Verordening door de cliënt binnen zes maanden na toekenning te worden aangewend ten behoeve van het resultaat, waarvoor de indicatie is verstrekt. Er zijn situaties denkbaar, zoals wachtlijsten of opname van cliënt in het ziekenhuis, waardoor de indicatie niet binnen de gehanteerde periode van zes maanden kan worden ingezet. De cliënt dient in een dergelijk geval contact op te nemen met de consulent Beschermd Wonen. De consulent Beschermd Wonen beoordeelt in overleg met de cliënt en/of zijn vertegenwoordiger of ondersteuner, of een verlenging of aanpassing van de maatwerkvoorziening noodzakelijk is. De kosten voor de ondersteuning ter overbrugging worden door de centrumgemeente betaald.

4.3.2 Tijdelijk verblijf in een andere regio

Het kan voorkomen dat een cliënt uit de Achterhoek tijdelijk in een instelling in een andere regio moet verblijven. ‘Tijdelijk verblijf’ is verblijf van maximaal één jaar, waarbij vanaf het begin de intentie aanwezig is om de cliënt terug te laten keren naar de regio Achterhoek. In dergelijke gevallen zal centrumgemeente Doetinchem de plek in de andere centrumgemeente financieren.

4.3.3 Tijdelijke afwezigheid bij instelling

Indien een cliënt, tijdelijk als gevolg van een behandeling in een ziekenhuis of behandelcentrum of detentie elders wordt opgenomen, moet dit binnen een week na opname bij de centrumgemeente worden gerapporteerd door de aanbieder Beschermd Wonen. Dit geldt ook wanneer de cliënt op eigen initiatief de beschermde woonplek heeft verlaten.

De beschermde woonplek bij een organisatie wordt door de centrumgemeente voor een maximum van 14 dagen bekostigd, als ware de cliënt verblijft bij de aanbieder. Vervolgens mag een aanbieder gedurende maximaal tien weken de wooncomponent nog declareren. In het Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Bronckhorst is hiervoor het bedrag per dag opgenomen. Wanneer duidelijk wordt dat de cliënt langer dan twaalf weken elders zal verblijven, zal in principe zijn plek bij de aanbieder vervallen. Wanneer de cliënt na deze periode weer beschermd wil gaan wonen, kan de cliënt hiervoor contact opnemen met de consulent Beschermd Wonen. De cliënt kan in overleg met de consulent Beschermd Wonen ervoor kiezen zijn ondersteuning bij een andere aanbieder voor Beschermd Wonen te verzilveren. De cliënt kan pas weer instromen bij de aanbieder als er plaats is.

Artikel 5 Wijze van verstrekking

Beschermd Wonen wordt toegekend in:

  • a.

    de vorm van een voorziening in Zorg in Natura of

  • b.

    de vorm van een persoonsgebonden budget.

Wanneer een maatwerkvoorziening toegewezen is, informeert de consulent Beschermd Wonen de cliënt of zijn vertegenwoordiger over het door de gemeente gecontracteerde aanbod. Ook informeert de consulent Beschermd Wonen de cliënt over de mogelijkheid om te kiezen voor een verstrekking van een persoonsgebonden budget. De hoogte van het persoonsgebonden budget is vastgelegd in het Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Doetinchem.. Jaarlijks kunnen de bedragen wijzigen.

5.1 Maatwerkvoorziening in Natura

Het verkrijgen van een maatwerkvoorziening in natura gaat via een van de gecontracteerde aanbieders, waarmee de centrumgemeente afspraken heeft gemaakt. De Achterhoekse gemeenten hebben bij de aanbesteding de volgende categorieën kwaliteitseisen geformuleerd:

  • -

    Kwaliteitseisen die zich met name richten op het professioneel organiseren van een gezonde bedrijfsvoering.

  • -

    Kwaliteitseisen die betrekking hebben op het werken met een ondersteuningsplan, samenwerking met ketenpartners en andere partijen voor integrale hulpverlening en eisen aan de geleverde ondersteuning.

  • -

    Kwaliteitseisen die worden gesteld aan de competenties, type opleiding en/of het opleidingsniveau van de professionals die ondersteuning leveren in het primaire proces.

  • -

    Kwaliteitseisen die worden gesteld aan het resultaat van de ondersteuning. Het kan hierbij gaan om (het meten van) effecten van ondersteuning op het gebied van zelfredzaamheid en participatie, maar ook resultaten in de vorm van door- en uitstroom.

5.1.1 Specifieke eisen voor Beschermd Wonen

Voor Beschermd Wonen zijn specifieke eisen gesteld aan de 24-uurs bereikbaarheid en de begeleiding die de aanbieder moet bieden.

Eisen aan de 24-uurs bereikbaarheid

  • 1.

    Bij elke variant van Beschermd Wonen moet sprake zijn van 24-uurs bereikbaarheid van de begeleiding. Bij de varianten ‘Wonen Beschermd – Ontwikkeling’ en ‘Wonen Beschermd – Stabilisatie’ moet de begeleiding altijd aanwezig zijn. Bij de andere varianten moet de begeleiding binnen 20 minuten ter plaatse kunnen zijn. De aanbieder biedt dan zo nodig een kortdurende interventie aan de cliënt. Hierbij zorgt hij zo nodig voor contact met het netwerk, de structurele begeleider van de cliënt, de politie, het lokale team en het toegangsteam van de gemeente.

  • 2.

    De aanbieder ziet erop toe dat de cliënt in en buiten de woning geen overlast veroorzaakt. Mocht dit toch gebeuren dan spreekt de aanbieder de cliënt daarop aan en maakt de aanbieder afspraken met de cliënt om herhaling te voorkomen. Overlastklachten die over bewoners bij de gemeente binnenkomen worden aan de aanbieder doorgegeven zodat er maatregelen kunnen worden genomen. Bij herhaaldelijke en voortdurende overlastklachten uit de buurt zal de aanbieder, in overleg met de cliënt en de gemeente, maatregelen treffen. Dit kan betekenen dat voor de overlast veroorzakende cliënt een ander onderkomen moet worden gezocht.

  • 3.

    De aanbieder dient maatregelen te nemen om de veiligheid van de cliënten en de omgeving waarin zij wonen te waarborgen.

Eisen aan de begeleiding

  • 1.

    De begeleiding wordt door meerdere professionele begeleiders geboden. De verantwoordelijkheid voor de 24-uurs bereikbaarheid en de dagelijkse begeleiding wordt door meerdere begeleiders gedeeld. Bij Wonen Beschermd (stabiliseren en ontwikkelen) geldt dat minimaal één van de bij de cliënt betrokken beroepskrachten (dus geen betrokken behandelaar vanuit de Zorgverzekeringswet o.i.d.) een relevante hbo-opleiding (of mbo-opleiding met door ervaring verkregen gelijkwaardigheid aan een hbo-opleiding) heeft. In de praktijk vervult deze beroepskracht vaak de rol als casemanager. Er kan een verscheidenheid aan expertises en functieniveaus van beroepskrachten nodig zijn die de benodigde zorg en ondersteuning kunnen bieden. Welke mix van beroepskrachten als passend wordt gezien, is de verantwoordelijkheid van de aanbieder.

  • 2.

    De aanbieder moet minimaal twee beroepskrachten in dienst hebben.

  • 3.

    De aanbieder moet op cliëntniveau inzichtelijk maken op welke momenten professionele ondersteuning vanuit een GGZ-instelling en/of een hulpverlener ingeschakeld wordt.

  • 4.

    De aanbieder zorgt voor begeleiding van de cliënt als hij niet alleen kan reizen bij een doktersbezoek of om boodschappen te doen. Uiteraard kan daarvoor eerst een beroep gedaan worden op familieleden, kennissen of vrijwilligers.

  • 5.

    De aanbieder stimuleert de cliënt deel te nemen aan sociale activiteiten.

  • 6.

    De aanbieder zoekt met de cliënt naar een passende, stimulerende dagactiviteit, waarbij zoveel mogelijk gebruik wordt gemaakt van algemene voorzieningen en van de mogelijkheden van de cliënt om als vrijwilliger, in arbeidsmatige werkprojecten of in een beschutte omgeving werkzaamheden te verrichten. Vrijwilligerswerk moet aansluiten bij de mogelijkheden van de cliënt en tegelijk uitdagend zijn. De dagbesteding is bij voorkeur zo dicht bij de woonplek dat de cliënt hier zelfstandig naartoe kan. Nadrukkelijk dient de aanbieder te kijken of de cliënt als vrijwilliger bij kan dragen en zijn kwaliteiten in kan zetten voor de samenleving, de buurt of buurtgenoten, de woonplek of medebewoners, of anderen.

  • 7.

    De aanbieder ondersteunt de cliënt bij het omgaan met geld, helpt hem de uitgaven en inkomsten in evenwicht te houden.

  • 8.

    De aanbieder is verantwoordelijk voor coördinatie en regie van de met cliënt afgesproken ondersteuning (individuele begeleiding en dagbesteding) ook als dagbesteding bij een andere aanbieder is ondergebracht. De aanbieder ziet erop toe dat de cliënt zichzelf goed verzorgt (persoonlijke hygiëne).

5.2 Maatwerkvoorziening als persoonsgebonden budget

De cliënt kan een maatwerkvoorziening in de vorm van een persoonsgebonden budget aanvragen. Met een persoonsgebonden budget kan de cliënt zelf de gewenste ondersteuning inkopen. Het persoonsgebonden budget kan uitsluitend worden ingezet voor de kosten van de toegekende maatwerkvoorziening. De kosten van het wonen en voeding worden door de cliënt zelf betaald. Deze kosten mogen niet uit het persoonsgebonden budget betaald worden.

5.2.1 Wettelijke voorwaarden

Om een persoonsgebonden budget toegekend te krijgen moet de cliënt aan drie wettelijke voorwaarden (Wet maatschappelijke ondersteuning 2015, artikel 2.3.6) voldoen. Het is aan de consulent Beschermd Wonen om te beoordelen of hieraan wordt voldaan. Zo beoordeelt de consulent Beschermd Wonen onder meer:

  • 1.

    de kennis van de cliënt over de rechten en plichten die horen bij het beheer van een persoonsgebonden budget;

  • 2.

    de mogelijkheden van de cliënt om degene die de ondersteuning verleend aan te sturen en

  • 3.

    of de ondersteuning veilig, doeltreffend en cliëntgericht is.

Ad 1.

Als de cliënt de aan een persoonsgebonden budget verbonden taken uitvoert met hulp van een vertegenwoordiger, toetst het college deze persoon op dezelfde wettelijke voorwaarden als de cliënt. Daarnaast gelden nog enkele aanvullende voorwaarden ten aanzien van de vertegenwoordiger zoals bepaald in artikel 13 van de Verordening.

In beginsel is het toegestaan dat de cliënt zich bij het beheer van zijn persoonsgebonden budget laat vertegenwoordigen door een familielid in de eerste of tweede graad, die tevens (een deel van) de ondersteuning levert, tenzij er naar het oordeel van het college sprake is van ongewenste belangenverstrengeling. Het belang van de cliënt moet centraal staan. Een factor die kan wijzen op ongewenste belangenverstrengeling is als de cliënt vanwege zijn beperkingen een lage mate van invloed heeft op het besluit om voor een persoonsgebonden budget te kiezen. De dubbelrol van informele zorgverlener en persoonsgebonden budget beheerder mag daarnaast niet ten koste gaan van het bereiken van de gewenste resultaten. Ervaringen die er vanuit het verleden eventueel al met ondersteuning en het beheer van het persoonsgebonden budget zijn, kunnen hierbij een rol spelen. Aangezien de combinatie van beheerder van het persoonsgebonden budget en uitvoerder van ondersteuning kwetsbaar is, kan ervoor gekozen worden de indicatieduur te beperken of om frequenter tussentijds te evalueren hoe de ondersteuning en het beheer van het persoonsgebonden budget verloopt.

Ad 2.

De cliënt moet motiveren waarom hij de maatwerkvoorziening als persoonsgebonden budget wil ontvangen.

Ad 3.

De centrumgemeente moet beoordelen of de met het persoonsgebonden budget in te kopen ondersteuning veilig, doeltreffend en cliëntgericht is.

Om de veiligheid van de ondersteuning te waarborgen moet:

  • -

    de begeleiding 24 uur bereikbaar zijn. Bij de varianten ‘Wonen beschermd – Ontwikkeling’ en ‘Wonen beschermd – Stabilisatie’ moet de begeleiding altijd aanwezig zijn. Bij de andere varianten moet de begeleiding binnen 20 minuten ter plaatse kunnen zijn;

  • -

    dient de organisatie aantoonbaar maatregelen te nemen om de veiligheid van de cliënten en omgeving waarin zij wonen te waarborgen;

  • -

    dient de organisatie minimaal twee beroepskrachten in dienst te hebben en

  • -

    heeft minimaal één van de bij de cliënt betrokken beroepskrachten (dus geen betrokken behandelaar vanuit de Zorgverzekeringswet o.i.d.) een relevante hbo-opleiding (of mbo-opleiding met door ervaring verkregen gelijkwaardigheid aan een hbo-opleiding).

De doeltreffendheid en cliëntgerichtheid van de ondersteuning uit zich in dat:

  • -

    de organisatie de cliënt betrekt bij het opstellen en evalueren van het ondersteuningsplan;;

  • -

    de organisatie met de cliënt duidelijk afspreekt op welke momenten professionele ondersteuning vanuit een GGZ-instelling/hulpverlener ingeschakeld wordt en de ondersteuning afstemt op eventuele behandeling;

  • -

    de organisatie zorgt voor goede afspraken over de begeleiding van de cliënt als hij niet alleen kan reizen bij een doktersbezoek of om boodschappen te doen;

  • -

    de organisatie met de cliënt zoekt naar een passende, stimulerende dagactiviteit, waarbij zoveel mogelijk gebruik wordt gemaakt van algemene voorzieningen en van de mogelijkheden van de cliënt om als vrijwilliger, in arbeidsmatige werkprojecten of in een beschutte omgeving werkzaamheden te verrichten. De dagbesteding is bij voorkeur zo dicht bij de woonplek dat de cliënt hier zelfstandig naartoe kan;

  • -

    de organisatie de cliënt ondersteunt bij het omgaan met geld, helpt hem de uitgaven en inkomsten in evenwicht te houden en

  • -

    de organisatie erop toe ziet dat de cliënt zichzelf goed verzorgt (persoonlijke hygiëne).

5.2.2 Ondersteunings- en budgetplan

Om de in artikel 5.2.1 genoemde punten te kunnen beoordelen, verwacht de centrumgemeente dat de cliënt een ondersteunings- en budgetplan indient waar dit duidelijk in beschreven staan. In dit ondersteunings- en budgetplan legt de cliënt samen met de organisatie vast waar hij de ondersteuning wil inkopen en de afspraken rondom de gewenste ondersteuning. Het moet duidelijk maken dat de organisatie kwalitatief goede ondersteuning levert, die aansluit bij de gestelde doelen.

In het ondersteunings- en budgetplan maakt de cliënt in ieder geval inzichtelijk:

  • -

    waar de ondersteuning wordt ingekocht en waar de ondersteuning uit zal bestaan;

  • -

    hoe aan de in het gespreksverslag of gezinsplan omschreven doelen wordt gewerkt;

  • -

    waarom voor deze ondersteuner is gekozen;

  • -

    wie het persoonsgebonden budget gaat beheren;

  • -

    waarom hij de ondersteuning in de vorm van een persoonsgebonden budget wil ontvangen;

  • -

    welke salarisafspraken zijn gemaakt;

  • -

    hoe de continuïteit van de ondersteuning bij ziekte of andere uitval wordt gegarandeerd en

  • -

    indien van toepassing, wat de resultaten waren van de eerder gestelde doelen.

5.2.3 Beschermd Wonen en persoonsgebonden budget voor sociaal netwerk

Er is een groep cliënten met een indicatie voor Beschermd Wonen overgekomen vanuit de AWBZ, die zelfstandig een woning huurt of bezit en zelf de ondersteuning regelt met een persoonsgebonden budget. Middels dit persoonsgebonden budget huren zij (24-uurs) ondersteuning en begeleiding in vanuit het eigen sociaal netwerk. Op basis van de Wet Maatschappelijke ondersteuning 2015 en de toelatingscriteria Beschermd Wonen stellen de Achterhoekse gemeenten dat deze wijze van ondersteuning niet onder de definitie Beschermd Wonen valt. Immers, deze cliënten wonen niet in een accommodatie van een instelling en hebben geen 24-uurs ondersteuning van een professionele organisatie nodig. Wanneer hun indicatie afloopt en deze cliënten een nieuwe melding voor ondersteuning doen, zullen ze opnieuw worden beoordeeld aan de hand van de huidige systematiek. Het onderzoek hiervoor zal door een consulent Beschermd Wonen in samenwerking met een consulent van de betreffende Achterhoekse gemeente worden uitgevoerd. In dit geval kan, wanneer sprake is van financiële achteruitgang, een overgangstermijn worden geboden.

5.2.4 Spelregels persoonsgebonden budget

Salarisafspraken

Naast het ondersteunings- en budgetplan moet de cliënt ook de zorgovereenkomst van de Sociale Verzekeringsbank (SVB) invullen. Hierin worden afspraken over het aantal te leveren uren en uurtarieven vastgelegd.

De SVB faciliteert zowel betalingen via een vast maandloon als via facturering per uur of dagdeel. De budgetbeheerder is verantwoordelijk voor de rechtmatigheid van de bestedingen uit het budget. De centrumgemeente vindt het belangrijk dat de budgetbeheerder hier voldoende inzicht in heeft. Daartoe hanteert de centrumgemeente het uitgangspunt dat een betaling via facturatie de standaard is. Betaling via facturatie ondersteunt de controle op rechtmatigheid voor zowel budgetbeheerder als de centrumgemeente. Betaling via een vast maandloon is mogelijk. Net als bij betaling via facturatie moet de cliënt de rechtmatigheid van de bestedingen kunnen aantonen en verantwoorden. Daartoe moet een administratie worden bijgehouden. Eventuele wijzigingen in de hoogte van de geleverde ondersteuning moeten worden doorgeven aan de SVB. Wanneer een budgetbeheerder kiest voor betaling via maandloon moet hij in het ondersteunings- en budgetplan aangeven dat hij zich van deze verantwoordelijkheid bewust is. Het ondersteunings- en budgetplan en de zorgovereenkomst moeten door de consulent Beschermd Wonen zijn goedgekeurd voordat de centrumgemeente het persoonsgebonden budget bij de Sociale Verzekeringsbank klaarzet. Bij de herbeoordeling van de indicatie wordt het ondersteunings- en budgetplan geëvalueerd. Ook kan de centrumgemeente steekproefsgewijs controles uitvoeren. Indien de budgetbeheerder de besteding van het persoonsgebonden budget niet adequaat kan verantwoorden, kan het college besluiten het persoonsgebonden budget te beëindigen of (een deel van) het persoonsgebonden budget terug te vorderen.

De cliënt aan wie een persoonsgebonden budget is toegekend heeft de mogelijkheid om te kiezen voor een ondersteuner die een hoger tarief hanteert dan het tarief waarop het persoonsgebonden budget is gebaseerd. Indien als gevolg hiervan sprake is van meerkosten, dan komen deze volledig voor rekening van de cliënt. Het is in beginsel toegestaan dat de cliënt hierdoor minder ondersteuning inkoopt dan is geïndiceerd. Wel zal bij een herindicatie worden onderzocht wat de invloed van de lagere inzet op het beoogde resultaat is geweest.

Ondersteuning in het buitenland

Als ondersteuning is ingekocht buiten Nederland mogen de reis- en verblijfskosten niet vanuit het persoonsgebonden budget worden betaald. Daarnaast geldt dat voor het bieden van begeleiding aan de cliënt in het buitenland expliciet toestemming door de consulent moet worden gegeven. De consulent zal hierbij toetsen of de besteding van het persoonsgebonden budget past binnen het ondersteuningsplan en de te behalen resultaatgebieden. Daarbij geldt dat een persoonsgebonden budget maximaal dertien weken per jaar buiten Nederland mag worden besteed. Als de cliënt langer dan zes weken per jaar in het buitenland verblijft en daar ondersteuners inhuurt die niet onder de Nederlandse sociale- en belastingwetgeving vallen, zal de hoogte van het persoonsgebonden budget verlaagd worden op grond van het voor dat land geldende aanvaardbaarheidspercentage zoals bepaald door het Menzis Zorgkantoor regio Arnhem.

Overige spelregels

Het persoonsgebonden budget kent geen vrij besteedbaar bedrag en geen eenmalige uitkering.

Kosten die de ondersteuner bij een budgethouder in rekening brengt in verband met een opzegtermijn zijn niet te verhalen op de gemeente. Ook kosten die de ondersteuner de budgethouder in rekening brengt voor het niet nakomen van een afspraak kunnen niet worden verhaald op de gemeente.

Artikel 6 Bestrijding misbruik en oneigenlijk gebruik

Artikel 14 van de Verordening beschrijft de mogelijkheden die de gemeente heeft ter voorkoming en bestrijding van fraude. Bij het voorkomen van fraude staat de voorlichting aan de ingezetene centraal. Deze moet vooraf weten wat zijn of haar rechten en plichten zijn. En wat de consequenties zijn bij het overtreden van de regels. In de aanpak van fraudepreventie maakt de centrumgemeente gebruik van de principes van het hoogwaardig handhaven:

  • Vroegtijdig informeren: hierbij is een belangrijke rol weggelegd voor de consulenten Beschermd Wonen. Zij informeren ingezetenen vroegtijdig, tijdens het gesprek, over hun rechten en plichten.

  • Vroegtijdig detecteren en afhandelen: de consulenten Beschermd Wonen zijn ook alert op fraudesignalen. Bij twijfels over de rechtmatigheid, organiseren zij een huisbezoek; dit doet een beroep op de professionaliteit van de consulent. Intercollegiaal overleg over het bepalen van de te nemen stappen vindt zo nodig plaats.

  • Optimaliseren van de dienstverlening: bij de inrichting van de werkprocessen wordt ook gekeken naar het effect van de werkprocessen op de bereidheid van ingezetenen om de regels na te leven.

  • Daadwerkelijk sanctioneren: De centrumgemeente gaat er van uit dat de voorzieningen op rechtmatige wijze worden ingezet en verantwoord. Zodra er signalen zijn over onrechtmatig gebruik, wordt de nodige expertise binnen de centrumgemeente ingezet om nader onderzoek te doen. De centrumgemeente hanteert een krachtige consequent sanctiebeleid en een effectief opsporingsbeleid.

Deze principes worden in samenhang uitgevoerd en kunnen ze elkaar versterken. Er is aandacht voor bestrijding van misbruik en oneigenlijk gebruik van individuele maatwerkvoorzieningen. Van de ingezetene wordt verwacht dat hij/zij mededeling doet van wijzigingen in hun omstandigheden, waarvan redelijkerwijs is in te schatten dat deze consequenties hebben voor de verstrekte voorziening. Ook wordt van de ingezetene verwacht dat hij/zij meewerkt aan onderzoek in geval van (vermoedens van) onrechtmatigheden. Voor wat betreft de beheersing van de risico’s zijn onder andere goede voorlichting en/of communicatie, onderlinge samenwerking, eenduidige werkwijze en het persoonsgebonden budget-trekkingsrecht belangrijke maatregelen. Voor alle medewerkers van de centrumgemeente geldt dat zij zich aan de wetten moeten houden. Zodra er fraude geconstateerd wordt, moet daar op ingegrepen worden. Dit vertaalt zich er in eerste instantie in dat de consulent bij (vermoedens van) fraude met de betrokken ingezetene in gesprek gaat. De ingezetene heeft de plicht dit te melden bij de betrokken instantie. Wanneer aan deze oproep geen gehoor wordt gegeven zal de consulent Beschermd Wonen hiervan zelf melding moeten maken. In uitzonderlijke gevallen kan een uitzondering worden gemaakt. Dit wordt dan opgeschaald naar het college.

Artikel 7 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1. Deze beleidsregels treden in werking op 1 januari 2019.

  • 2. Met het in werking treden van deze beleidsregels worden de beleidsregels Beschermd Wonen 2018 ingetrokken.

  • 3. Deze beleidsregels worden aangehaald als:

    Beleidsregels Beschermd Wonen gemeente Bronckhorst.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de vergadering van het college van burgemeester en wethouders van Bronckhorst, d.d. 11 december 2018.

B. Drewes

secretaris

M. Besselink

burgemeester

Bijlage 1 Overzichtstabel Beschermd Wonen

Woonvariant

Woonkosten

24 - uurs Toezicht

24 - uurs Bereikbaarheid

Wonen

Verblijf

Voeding

Wonen Omklapwoning

Nee

Nee

Nee

Nee

Ja

Wonen Beschut Ambulant

Nee

Nee

Nee

Nee

Ja

Wonen Beschut inclusief woonkosten

Ja

Ja

Ja

Nee

Ja

Wonen Beschut exclusief woonkosten

Nee

Nee

Nee

Nee

Ja

Wonen Beschermd – Ontwikkelen inclusief woonkosten

Ja

Ja

Ja

Ja

Nee

Wonen Beschermd – Ontwikkelen exclusief woonkosten

Nee

Nee

Nee

Ja

Nee

Wonen Beschermd – Stabiliseren inclusief woonkosten

Ja

Ja

Ja

Ja

Nee

Wonen Bescherm – Stabiliseren exclusief woonkosten

Nee

Nee

Nee

Ja

Ja

Dit kan worden aangevuld met:

Begeleiding Individueel

Gericht op ontwikkeling:

- Ontwikkelen en coachen bij

- Ontwikkelen Plus

Gericht op stabiliseren:

- Stabiliseren en helpen bij

- Stabiliseren en overnemen

- Stabiliseren Plus

Ondersteuning Groep

Gericht op ontwikkeling:

- Ontwikkelen en coachen bij

- Ontwikkelen Plus

Gericht op stabiliseren:

- Stabiliseren en helpen bij

- Stabiliseren en overnemen

- Stabiliseren Plus

Persoonlijke Verzorging

Gericht op ontwikkeling

Gericht op stabilisatie

Vervoer

Vervoer

Rolstoel-/Individueel vervoer

Bijlage 2 Ondersteuningsvormen

In deze bijlage worden de vormen van maatwerkondersteuning gedefinieerd die vanaf 2015 als nieuwe taak naar de gemeente zijn gegaan, aangevuld met de maatwerkvoorzieningen gericht op hulp bij het huishouden:

  • 1.

    Maatwerkvoorziening hulp bij het huishouden;

  • 2.

    Ondersteuning individueel: begeleiding individueel gericht op ontwikkeling of stabilisatie;

  • 3.

    Ondersteuning groep: begeleiding groep gericht op ontwikkeling of stabilisatie;

  • 4.

    Vervoer, alleen in combinatie met begeleiding groep;

  • 5.

    Persoonlijke verzorging, wanneer deze niet onder voorliggende wetgeving valt en;

  • 6.

    Logeren.

In deze bijlage wordt per ondersteuningsvorm het afwegingskader weergegeven.

2.1 Maatwerkvoorzieningen hulp bij het huishouden

De volgende twee vormen worden onderscheiden:

Ondersteuning thuis – schoon huis

Dit is het helpen bij, inslijten en/of (deels) overnemen van lichte en zware huishoudelijke taken. De cliënt heeft geen tot weinig mogelijkheden tot versterking van de zelfredzaamheid. De ondersteuning kan langdurig zijn of bij verbetering overgaan in een situatie waarbij de cliënt met minder ondersteuning of samen met zijn sociaal netwerk de beperkingen kan hanteren. De cliënt kan samen met de hulp bepalen hoe de tijd wordt besteed.

De te behalen resultaten zijn gericht op:

  • -

    Een schoon en leefbaar huis, waarbij cliënten gebruik moeten kunnen maken van een schone woonkamer, als slaapvertrek in gebruik zijnde ruimtes, een keuken, een douche/toilet en een gang/trap.

  • -

    Het voorkomen van ontregeling en vervuiling.

  • -

    Signaleren van veranderende omstandigheden en melden bij het aanspreekpunt van de cliënt.

Ondersteuning thuis – coachen gericht op het huishouden

Dit is het aanleren, oefenen en bestendigen van huishoudelijke vaardigheden en vaardigheden ten behoeven van het aanbrengen van structuur in het huishouden. Waar nodig het overnemen van lichte en zware huishoudelijke taken in de woonruimtes die in gebruik zijn om ontregeling van huishouden te voorkomen. Het bieden van lichte begeleiding bij de dagelijkse organisatie van het huishouden, zoals door het checken van producten op de houdbaarheidsdatum en het aanbrengen van structuur in de agenda. Ondersteuning thuis – Coachen gericht op het huishouden kan alleen aan de orde zijn als versterking van de zelfredzaamheid van de cliënt mogelijk is. De cliënt heeft begeleiding nodig om zichzelf te ontwikkelen om huishoudelijke vaardigheden onder de knie te krijgen. Het kan nodig zijn dat de begeleiding eerst taken overneemt en de cliënt coacht en begeleidt in het op termijn voorkomen daarvan. De ondersteuning is waar mogelijk eindig.

De te behalen resultaten zijn gericht op:

  • -

    Een schoon en leefbaar huis, waarbij inwoners gebruik moeten kunnen maken van een schone woonkamer, als slaapvertrek in gebruik zijnde ruimtes, een keuken, een douche/toilet en een gang/trap.

  • -

    Het voorkomen van ontregeling en vervuiling.

  • -

    Het aanleren van vaardigheden om zelfstandig een huishouden te kunnen voeren.

  • -

    Structuur aanbrengen in het huishouden.

  • -

    Het sociaal netwerk van de cliënt wordt betrokken waar nodig.

2.2 Ondersteuning individueel

Begeleiding Individueel is gericht op het vergroten, dan wel behouden van de zelfredzaamheid en de deelname aan de samenleving.

Van begeleiding individueel worden de volgende vormen onderscheiden:

Begeleiding individueel – ontwikkelen

De cliënt ervaart op een of meerdere levensgebieden problemen bij het opgroeien, de zelfredzaamheid en/of deelname aan de samenleving. Door het aanleren van en oefenen met vaardigheden en gedrag kan de cliënt de problemen oplossen of zodanig verbeteren dat cliënt weer zelfstandig kan functioneren, dan wel om kan gaan met de gevolgen van de (gedrags-)problemen, veilig kan opgroeien en mee kan doen in de samenleving. De cliënt beschikt over voldoende verandercapaciteit en heeft voldoende mogelijkheden tot ontwikkelen van vaardigheden. Het vergroten van de eigen kracht kan bij deze cliënt veelal een positief effect hebben op alle leefgebieden. Vaak is in het begin de Ondersteuning van intensievere aard, voor het aanleren van vaardigheden. De cliënt leert vaardigheden om voldoende te participeren, dagelijkse levensverrichtingen uit te voeren en het persoonlijke leven te structureren en daar zoveel mogelijk regie over te voeren. De cliënt is leerbaar en de Ondersteuning is in principe eindig of kan overgaan in een lichtere vorm van begeleiding zoals begeleiding gericht op stabilisatie.

Begeleiding individueel – ontwikkelen plus

Aanvullend op ‘begeleiding individueel ontwikkelen en coachen bij’ geldt dat het bij ‘ontwikkelen plus’ altijd gaat om meervoudig complexe (gezins-)problematiek. Er zijn altijd beperkingen op meerdere levensdomeinen en er is altijd aanvullend sprake van gedragsproblematiek. In veel gevallen is extra inspanning nodig op het gebied van communicatie en motivatie.

Naast de Eisen van begeleiding individueel geldt bij ontwikkelen Plus de volgende aanvullende eis:

De medewerker zoekt actief de samenwerking met andere ketenpartners, organiseert zo nodig casusoverleg in samenspraak met de Lokale Teams. En kan zo nodig terugvallen op de expertise van bijvoorbeeld een gedragswetenschapper of andere specialist op het gebied van de problematiek van de cliënt.

Begeleiding individueel – stabiliseren en helpen bij

Begeleiding individueel – stabiliseren en helpen bij is bedoeld voor cliënten die structureel begeleiding en/ of toezicht nodig hebben bij zelfstandig opgroeien. Ook kan deze categorie van ‘begeleiding individueel’ gericht zijn op het voorkomen van achteruitgang van zelfredzaamheid en het bevorderen van deelname aan de samenleving.

De cliënt ervaart op een of meerdere levensgebieden problemen bij het oplossen van problemen, het zelfstandig nemen van besluiten, het regelen van dagelijkse bezigheden en de dagelijkse routine. Cliënten zijn bij het voorkomen en/of oplossen van problemen en het nemen van besluiten afhankelijk van anderen voor structuur en regie. De cliënt beschikt over beperkte verandercapaciteit en heeft beperkt mogelijkheden tot ontwikkelen van vaardigheden of gedrag. Het samen doen, oefenen, bestendigen, deels overnemen van vaardigheden staan centraal. De Ondersteuning kan langdurig zijn, kan overgaan in een situatie waarbij de cliënt samen met zijn omgeving de beperkingen kan hanteren zonder aanvullende Ondersteuning, of overgaan naar “stabiliseren en overnemen”, of de situatie kan zodanig verslechteren dat een intramurale setting noodzakelijk is.

Begeleiding individueel – stabiliseren en overnemen

Aanvullend op Begeleiding individueel – stabiliseren en helpen bij geldt hier dat de cliënt op meerdere levensdomeinen afhankelijk is van anderen. De cliënt kan taken en vaardigheden op meerdere levensdomeinen niet meer zelfstandig of slechts met hulp uitvoeren. De begeleidingsvraag komt veelal voort uit een (chronische) aandoening. Een (progressieve) achteruitgang kan aan de orde zijn, net als fluctuerende intensiteit van ernst, en “goede” en “slechte” periodes. De inzet van de professional kan hierdoor ook fluctueren. Ondersteuning draagt bij aan het ontlasten van de mantelzorger.

Begeleiding individueel – stabiliseren plus

In tegenstelling tot begeleiding gericht op stabiliseren en helpen bij, of overnemen geldt dat het bij Stabiliseren en overnemen Plus altijd gaat om meervoudig complexe (gezins-)problematiek. Er zijn altijd beperkingen op meerdere levensdomeinen en er is altijd aanvullend sprake van gedragsproblematiek. In veel gevallen is extra inspanning nodig op het gebied van communicatie en motivatie.

Naast de Eisen van begeleiding individueel geldt bij stabiliseren en overnemen Plus de aanvullende eis:

  • -

    De medewerker zoekt actief de samenwerking met andere ketenpartners, organiseert zo nodig casusoverleg in samenspraak met de Lokale Teams. En kan zo nodig terugvallen op de expertise van bijvoorbeeld een gedragswetenschapper of andere specialist op het gebied van de problematiek van de Cliënt.

2.3 Ondersteuning groep

Begeleiding groep is gericht op een zinvolle dag-invulling, dag-structuur, aanleren, oefenen, bestendigen of overnemen van vaardigheden en het ontplooien van talenten om zelfredzaamheid en deelname aan de samenleving te vergroten, dan wel achteruitgang te voorkomen.

Van begeleiding groep worden de volgende vormen onderscheiden:

Begeleiding groep – ontwikkelen

Begeleiding groep gericht op ontwikkeling is groepsgewijs coachend ondersteunen door een zinvolle dag-invulling te bieden. Het gaat om niet loonvormende activiteiten, dag-structuur, aanleren en stimuleren van (arbeids-)vaardigheden, verdienvermogen en ontplooiing van talenten om de zelfredzaamheid en deelname aan de samenleving te vergroten. De Ondersteuning is gericht op door- of uitstroom richting scholing, werk, of vrijwilligerswerk. Uitstroom naar werk kan ook zijn uitstroom naar deels (al dan niet met Ondersteuning verrichten van) loonvormend werk. De Ondersteuning is gericht op het aanleren en bestendigen van vaardigheden en gedrag. De doelen zijn afgestemd op eventuele andere ondersteuning die de cliënt ontvangt, bijvoorbeeld BW, scholings-/werktraject, etc. De cliënt is leerbaar en de Ondersteuning is in principe eindig, of kan overgaan in een lichtere vorm van begeleiding groep zoals begeleiding groep gericht op stabilisatie.

Begeleiding groep – ontwikkelen plus

Aanvullend op Ontwikkelen geldt dat bij Ontwikkelen Plus het altijd gaat om meervoudig complexe (gezins-)problematiek. Er zijn beperkingen op meerdere levensdomeinen en er is altijd aanvullend sprake van gedragsproblematiek. In veel gevallen is extra inspanning nodig op het gebied van communicatie en motivatie.

Begeleiding groep – stabiliseren en begeleiden bij

Begeleiding groep gericht op stabiliseren en helpen bij is voor cliënten die structureel Ondersteuning en/of toezicht nodig hebben. Het is groepsgewijze structurele Ondersteuning door zinvolle dag-invulling, door niet loonvormende activiteiten, dag-structuur, en onderhouden van vaardigheden gericht op zelfredzaamheid, scholing, arbeid en talenten. Het doel is stabilisatie, behoud van zelfredzaamheid en deelname aan de samenleving, en achteruitgang te voorkomen of te vertragen. Het samen doen, oefenen, bestendigen, en deels overnemen van vaardigheden en gedrag staan centraal. De Ondersteuning draagt bij aan het ontlasten van de mantelzorger.

De Ondersteuning kan langdurig zijn of overgaan in uitstroom naar scholing of met Ondersteuning verrichten van (deels) loonvormend werk. Ook kan een cliënt uitstromen naar een situatie waarbij de cliënt samen met zijn omgeving de beperkingen kan hanteren zonder aanvullende Ondersteuning. De cliënt ervaart op een of meerdere levensgebieden problemen bij het oplossen van problemen, het zelfstandig nemen van besluiten, het regelen van dagelijkse bezigheden en de dagelijkse routine. Cliënten zijn bij het voorkomen en/ of oplossen van problemen en het nemen van besluiten afhankelijk van anderen voor structuur en regie. De cliënt beschikt over beperkte verandercapaciteit en heeft beperkt mogelijkheden tot ontwikkelen van vaardigheden of gedrag, maar kan wel zelf om hulp vragen.

Begeleiding groep – stabiliseren en overnemen

Begeleiding groep gericht op stabiliseren en overnemen is voor cliënten die structureel Ondersteuning en/of toezicht nodig hebben. Het is groepsgewijze structurele Ondersteuning door zinvolle dag-invulling, door niet loonvormende activiteiten, dag-structuur, en onderhouden van vaardigheden gericht op zelfredzaamheid. Het doel is stabilisatie, behoud van zelfredzaamheid, deelname aan de samenleving, en achteruitgang te voorkomen of te vertragen. Aanvullend op helpen bij geldt hier dat de cliënt op meerdere levensdomeinen afhankelijk is van anderen. De cliënt kan taken en vaardigheden op meerdere levensdomeinen niet meer zelfstandig of met hulp uitvoeren. De aard van de vraag komt veelal voort uit een (chronische) aandoening. Een (progressieve) achteruitgang kan aan de orde zijn, net als fluctuerende intensiteit van ernst, en “goede” en “slechte” periodes. De inzet van de professional kan hierdoor ook fluctueren. Ondersteuning draagt bij aan het ontlasten van de mantelzorger.

Begeleiding groep – stabiliseren plus

Bovenop begeleiding groep gericht op stabiliseren en helpen bij, of overnemen geldt dat het bij Stabiliseren en overnemen Plus altijd gaat om meervoudig complexe (gezins)problematiek. Er zijn altijd beperkingen op meerdere levensdomeinen en er is altijd aanvullend sprake van gedragsproblematiek waardoor de cliënt een prikkelarme omgeving nodig heeft. In veel gevallen is extra inspanning nodig op het gebied van communicatie en motivatie.

Bovenop de Eisen aan begeleiding groep gelden bij ontwikkelen Plus deze aanvullende Eisen:

  • -

    Afstemming met overige behandelaars in de keten;

  • -

    Aanbieder borgt ADL-zorg indien noodzakelijk, ook als deze via bijvoorbeeld de Zorgverzekeringswet loopt;

2.4 Vervoer, alleen in combinatie met begeleiding groep

Bij het product Begeleiding groep kan indien noodzakelijk een opslag voor vervoer toegekend worden door de consulent. De consulent bepaalt of een cliënt met een indicatie voor Begeleiding groep in aanmerking komt voor een vervoersvoorziening naar de locatie waar de ondersteuning wordt geboden. Het vervoer wordt in ieder geval noodzakelijk geacht als:

  • a.

    de cliënt niet in staat is zelfstandig lopend, al dan niet met een algemeen gebruikelijk loophulpmiddel, de locatie te bereiken of zelfstandig met een algemeen gebruikelijk vervoermiddel te reizen en;

  • b.

    de cliënt niet met beschikbare hulp van personen uit zijn of haar sociale netwerk of vrijwilligers kan reizen of op een andere manier door hen kan worden begeleid.

2.5 Persoonlijke verzorging

Persoonlijke verzorging richt zich op algemene dagelijkse levensverrichtingen (ADL), persoonlijke hygiëne en lichamelijke basiszorg om een tekort aan zelfredzaamheid op dit gebied op te lossen door het aanleren dan wel overnemen van taken zodat de cliënt zo lang mogelijk zelfredzaam is en deel kan nemen aan de samenleving. Het kan gaan om taken zoals wassen, aan- en uitkleden, in en uit bed gaan, toiletgang, bewegen, vervangen katheter/stomazakje, toedienen sondevoeding, aanreiken medicijnen. Gemeenten zijn voor alle cliënten, zowel onder als boven de 18 jaar alleen verantwoordelijk voor het gedeelte van persoonlijke verzorging dat niet onder voorliggende wetgeving zoals de Zorgverzekeringswet of Wet langdurige zorg valt. Wanneer de PV gericht is op geneeskundige zorg of een hoog risico daarop dan is de Zorgverzekeringswet van toepassing (artikel 2.10 Besluit zorgverzekering).

Persoonlijke verzorging bestaat uit:

Persoonlijke verzorging – ontwikkelen

Persoonlijke verzorging – ontwikkeling is gericht op het aanleren en verbeteren van vaardigheden rondom persoonlijke hygiëne en lichamelijke basiszorg zodat de cliënt deze taken (weer) zelfstandig of met behulp van zijn/ haar omgeving kan uitvoeren. De Ondersteuning is gericht op het aanleren, oefenen en bestendigen van vaardigheden en gedrag. De cliënt is leerbaar en de Ondersteuning is in principe eindig, of kan overgaan in een lichtere vorm van Ondersteuning zoals Persoonlijke verzorging – stabiliseren.

Persoonlijke verzorging – stabiliseren

Bij Persoonlijke verzorging – stabiliseren bestaat de Ondersteuning vooral uit het helpen bij, inslijten en of (deels) overnemen van taken in de persoonlijke hygiëne en lichamelijke basiszorg. De aard van de vraag komt veelal voort uit een (chronische) aandoening. De cliënt is beperkt leerbaar. De Ondersteuning kan bij verbetering overgaan in een situatie waarbij de cliënt samen met zijn omgeving de beperkingen kan hanteren zonder aanvullende Ondersteuning. Bij verslechtering kan in samenspraak met de wijkverpleging worden beoordeeld of er sprake is van zorg waar de Zorgverzekeringswet (of Wlz) van toepassing is.

2.6 Logeren

Logeren (kortdurend verblijf of respijtzorg) is het logeren in een accommodatie van een Instelling of in een logeergezin met als doel het tijdelijk ontlasten van de mantelzorger en/of de omgeving en/of ter preventie van ontsporing. Indien er ook sprake is van ondersteuning vanuit de Zorgverzekeringswet (Zvw) zoals persoonlijke verzorging en verpleging, wordt nauw samengewerkt met partners vanuit deze ondersteuning, zodat deze Ondersteuning geleverd blijft worden (werk volgt cliënt).

Cliënten hebben een beschermende woonomgeving nodig waarin de fysieke en sociale veiligheid is gewaarborgd en een passend pedagogisch klimaat wordt geboden. Het product logeren geldt voor de tijd tussen 17:00 uur en 9:00 uur (dit is een richtlijn) en voorziet niet in dag-invulling van de tijd tussen 09:00 en 17:00 uur. Als dag-invulling in die periode niet geregeld is en wel gewenst, moet het product logeren worden aangevuld met een vorm van dagbesteding.

Afhankelijk van de zorgvraag van de cliënt en de gestelde doelen kan logeren voor de dag-invulling aangevuld worden met:

  • -

    dagdelen groepsbegeleiding en/of uren individuele begeleiding voor cliënten vanaf 18 jaar;

  • -

    dagdelen groepsbegeleiding en/of uren individuele begeleiding en/of dagdelen groepsbehandeling en/of uren individuele behandeling voor cliënten onder de 18 jaar.