Uitvoeringsvoorschriften (huis)nummering gemeente Bunschoten

Geldend van 10-02-2011 t/m heden

Intitulé

Uitvoeringsvoorschriften (huis)nummering gemeente Bunschoten

Burgemeester en wethouders van Bunschoten;

Gelet op artikel 6 en 7 van de Verordening naamgeving en nummering (adressen) gemeente Bunschoten”, vastgesteld in de raad van 9 december 2010.

Besluiten:

Vast te stellen de volgende “nadere regels voor de systematiek van de (huis)nummering en de technische- en administratieve uitvoeringsvoorschriften gemeente Bunschoten, hierbij”:

Artikel 1. Uitgangspunten

Aan objecten zoals genoemd in de verordening "Verordening naamgeving en nummering (adressen) gemeente Bunschoten " worden nummers toegekend volgens de uitgangspunten van de Wet BAG (basisregistratie adressen en gebouwen). Hiertoe wordt de “Beslisboom verblijfsobject-afbakening” als vertrekpunt gehanteerd.  

Artikel 2. Wijze van nummering

Bij het toekennen van nummers aan objecten of aan een te onderscheiden deel daarvan worden de volgende uitgangspunten gehanteerd:

  • a.

    De nummers dienen zoveel mogelijk op te lopen vanuit het gemeentehuis van Bunschoten zolang dit logisch is. De nummers worden zoveel mogelijk aaneensluitend toegekend.

  • b.

    Vanuit dit punt geredeneerd worden de huisnummers aan de rechterkant even genummerd en aan de linkerkant oneven. Indien er slechts aan één zijde bebouwd kan worden, dan kan ook gekozen worden voor een opeenvolgende nummering.

  • c.

    Bij doodlopende wegen dient de nummering vanaf de aangrenzende weg aan te vangen.

  • d.

    Toevoeging van letters dienen zoveel mogelijk te worden voorkomen.

  • e.

    Wanneer een weg begint of eindigt met, dan wel onderbroken wordt door een plein dat dezelfde naam draagt als die weg, dan kan worden genummerd alsof het plein een onderdeel van de weg is.

  • f.

    Het nummeren van een gebouw met meer dan een bouwlaag waarin meer nummers vereist zijn, moet, met inachtneming van punt g, worden begonnen bij de onderste bouwlaag. Wanneer zich de mogelijkheid voordoet om zowel in horizontale richting als in verticale richting te nummeren dan dient steeds eerst te worden gekozen voor horizontale richting en vervolgens voor verticale richting.

  • g.

    Bij gebouwen met meer dan één hoofdingang dient het gebouw denkbeeldig in zoveel delen te worden verdeeld als er hoofdingangen zijn. Elk deel moet afzonderlijk van een nummer of nummerreeks worden voorzien.

  • h.

    Gebouwen met toegangen aan verschillende wegen moeten worden genummerd volgens de nummering zoals deze plaats vindt langs de weg of straat waaraan de (hoofd)toegangen gelegen zijn.

  • i.

    Voor ruimten tussen gebouwen, die in de toekomst mogelijk bebouwd worden, wordt het maximaal te verwachten aantal huisnummers gereserveerd.

  • j.

    Voor verzamelgebouwen wordt per eenheid een nummer gereserveerd, ook indien deze eenheid bij een andere eenheid is gevoegd.

  • k.

    De in bijlage 1. genoemde objecten komen in aanmerking voor nummering. Hierbij wordt gekeken in hoeverre het object zelfstandig gebruikt kan worden.

Artikel 3. Wijze van uitvoering

  • a.

    De gemeente draagt zorg voor het aanbrengen van de nummering op gebouwen bij nieuwbouw, afsplitsing en wijziging objectafbakening, waarbij conform de uitgangs-punten van de BAG een (nieuw) nummer vereist is. In beginsel wordt de nummering aangebracht op een hoogte van het gebouw tussen 1,75 m en 2,25 m vanwege het goed leesbaar zijn van dit nummer vanaf de openbare weg;

  • b.

    In gevallen waarbij de gebruiker van het gebouw naderhand op een andere wijze in de nummering op het gebouw voorziet, dan dient de door de gemeente aangegeven nummering te worden gevolgd. Echter ten aanzien van de vormgeving zijn hier geen specifieke eisen aan verbonden. Het enige criterium is dat het betreffende nummer leesbaar vanaf de openbare weg op de gevel is aangebracht.

  • c.

    Verzamelnummerborden en verwijsborden kunnen worden aangebracht nabij een of meer van de volgende plaatsen:

  • -

    de (openbare) weg;

  • -

    de toegang van een (openbare) bij een gebouw behorende parkeergelegenheid of parkeergarage;

  • -

    de toegang van een afzonderlijk voetpad;

  • -

    de hoofdingang van een gebouw of delen van een gebouw;

  • -

    de toegang van een galerij, gang en dergelijke;

  • -

    een trap of lifthal;

  • -

    in een lift.

  • d.

     Op ‘verzamelborden’ en verwijsborden kan worden volstaan met de vermelding van het laagste en het hoogste nummer, bijvoorbeeld: “2-24 (even)”. Indien nodig wordt de straatnaam toegevoegd.

Artikel 4. Tegemoetkoming in de kosten

De tegemoetkoming in de kosten bij het hernoemen of hernummeren, op initiatief van burgemeester en wethouders met een overgangstermijn van een jaar, bedraagt per object:

  • a.

    voor bewoners € 75,00

  • b.

    voor bedrijven € 150,00

Artikel 5. Citeertitel en inwerkingtreding

Deze regeling kan worden aangehaald als “Uitvoeringsvoorschriften (huis)nummering gemeente Bunschoten” en treedt in werking een dag na publicatie.

Ondertekening

Aldus vastgesteld op 1 februari 2011 door
Burgemeester en wethouders
J.P. van Velden M. van de Groep
secretaris/directeur burgemeester

Bijlage 1 bij de “Uitvoeringsvoorschriften nummering gemeente Bunschoten”

Overzicht van objecten die in aanmerking komen voor nummering behorende bij artikel 2 van de Uitvoeringsvoorschriften nummering:

  • 1.

    Zelfstandige woning, bedrijfspand, winkel of kantoor.  

  • 2.

    Bedrijfsruimte zoals loods, garage, werkplaats, barakkiosk, etc.  

  • 3.

    Bedrijfsverzamelgebouw, zowel het totale pand als de afzonderlijke eenheden.  

  • 4.Woonruimte

    achter of boven, aan of onder een bedrijf, winkel of kantoor.  

  • 5.

    Woningcomplex met etagewoningen, appartementen en aanleunwoningen, zowel het totale pand als de afzonderlijke eenheden.  

  • 6.

    Centrale wooneenheid, zoals verpleeghuizen, bejaardenoorden, opvanghuizen, gezinsvervangende huizen, waarbij in beginsel alleen het totale pand een nummer krijgt.  

  • 7.

    Ligplaats voor woonboot, staanplaats voor woonwagen.  

  • 8.

    Recreatiewoning.  

  • 9.

    Zelfstandige praktijkruimte aan huis.  

  • 10.

    Bijzondere gebouwen, zoals kerk, school, sportzaal, zwembad, buurtcentrum.  

  • 11.

    Vrijstaande garage, garagebox.

  • 12.

    Ieder hiervoor niet genoemd object welke volgens de “Beslisboom verblijfsobject- afbakening Wet BAG” wel als verblijfsobject moet worden gedefinieerd.