Regeling vervallen per 20-12-2012

Verordening begrafenisrechten Bunschoten 2012

Geldend van 22-12-2011 t/m 19-12-2012

Intitulé

Verordening begrafenisrechten Bunschoten 2012

Nr: 719e

De raad van de gemeente Bunschoten;

gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 2 december 2011, nr. 719;

gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet;

besluit:

vast te stellen de:

"Verordening op de heffing en de invordering van de begrafenisrechten 2012"

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Deze verordening verstaat onder:

  • a.

    begraafplaats: de gemeentelijke begraafplaatsen Memento Mori en De Akker;

  • b.

    particulier graf: een graf waarvoor aan een natuurlijk of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot:

    • -

      het doen begraven en begraven houden van lijken;

    • -

      het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

    • -

      het doen verstrooien van as;

  • c.

    algemeen graf: een graf bij de gemeente in beheer waarin aan een ieder gelegenheid wordt geboden tot het doen begraven van lijken;

  • d.

    kindergraf: een particulier graf bestemd voor het begraven van het lijk van een kind van maximaal 12 jaar oud;

  • e.

    particuliere urnenkelder: een grafkelder, waarvoor voor bepaalde tijd het uitsluitend recht is verleend tot het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

  • f.

    algemene urnenkelder: een grafkelder bij de gemeente in beheer waarin aan een ieder gelegenheid wordt geboden tot het doen bijzetten van asbussen met of zonder urnen;

  • g.

    urn: een voorwerp ter berging van één of meer asbussen;

  • h.

    asbus: een bus ter berging van as van een overledene;

  • i.

    strooiveld: een permanent daartoe bestemd terrein waarop as wordt verstrooid, dan wel een plaats waarvoor voor bepaalde tijd het recht is verleend as te doen verstrooien.

Artikel 2 Belastbaar feit

Op basis van deze verordening worden rechten geheven voor het gebruik van de begraafplaatsen en voor het door of vanwege de gemeente verlenen van diensten in verband met de begraafplaatsen.

Artikel 3 Belastingplicht

De rechten worden geheven van degene op wiens aanvraag dan wel ten behoeve van wie de dienst wordt verricht of van degene die van de bezittingen, werken of inrichtingen gebruik maakt.

Artikel 4 Vrijstellingen

De rechten worden niet geheven voor:

  • a.

    het lichten van een lijk op rechterlijk gezag;

  • b.

    het begraven van doodgeboren kinderen of van zuigelingen die met de overleden moeder in één kist worden begraven.

Artikel 5 Maatstaf van heffing en belastingtarief

  • 1.

    De rechten worden geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

  • 2.

    Voor de berekening van de rechten wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

Artikel 6 Belastingjaar

  • 1.

    Het belastingtijdvak voor de rechten genoemd in artikel 1.1, 1.5 en 1.8 van de tarieventabel is gelijk aan 60 belastingjaren.

  • 2.

    Het belastingtijdvak voor de rechten genoemd in artikel 1.2, 1.6 en 1.9 van de tarieventabel is gelijk aan 30 belastingjaren.

  • 3.

    Het belastingtijdvak voor de rechten genoemd in artikel 1.3, 1.7 en 1.10 van de tarieventabel is gelijk aan 20 belastingjaren.

  • 4.

    Het belastingtijdvak voor de rechten genoemd in artikel 1.4 van de tarieventabel is gelijk aan de periode waarvoor wordt afgekocht.

  • 5.

    Het belastingtijdvak voor de rechten genoemd in artikel 1.11 van de tarieventabel is gelijk aan 20 belastingjaren.

  • 6.

    Een belastingjaar is gelijk aan een kalenderjaar.

Artikel 7 Wijze van heffing

De rechten worden geheven door middel van een gedagtekende kennisgeving, waarop het gevorderde bedrag is vermeld.

Artikel 8 Ontstaan van de belastingschuld in de loop van het belastingtijdvak

De rechten, als bedoeld in hoofdstuk 1 van de tarieventabel, zijn verschuldigd bij de aanvang van het belastingtijdvak; gedeelten van een jaar worden daarbij gerekend als een heel jaar.

Artikel 9 Ontstaan van de belastingschuld voor de overige rechten

Andere rechten, als die bedoeld in hoofdstuk 1 van de tarieventabel, zijn verschuldigd bij de aanvang van de dienstverlening of bij de aanvang van het gebruik van de bezittingen, werken of inrichtingen.

Artikel 10 Termijnen van betaling

  • 1.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de rechten worden betaald op het moment van uitreiking van de in artikel 7 bedoelde kennisgeving.

  • 3.

    Indien de in het tweede lid bedoelde kennisgeving wordt toegezonden, moeten de rechten worden betaald binnen een maand na de dagtekening van de kennisgeving.

  • 4.

    De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in de eerste en tweede lid gestelde termijnen.

Artikel 11 Kwijtschelding

Bij de invordering van begrafenisrechten wordt geen kwijtschelding verleend als bedoeld in artikel 26 van de Invorderingswet 1990 (Stb. 221).

Artikel 12 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van begrafenisrechten.

Artikel 13 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    De "Verordening begrafenisrechten Bunschoten 2011" van 16 september 2010 wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 3.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2012.

  • 4.

    Deze verordening kan worden aangehaald als "Verordening begrafenisrechten Bunschoten 2012".

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Bunschoten van 12 december 2011.
de griffier, de voorzitter,
Drs. A.S. Dijkstra M. v.d. Groep

Tarieventabel behorende bij de Verordening begrafenisrechten Bunschoten 2012.

Hoofdstuk 1 Verlenen van rechten

1.1

Voor het verlenen van het uitsluitend recht op een particulier voor een periode van 60 jaar wordt geheven

 

 

- voor kindergraven (tot en met 12 jaar)

€ 2.400,00

 

- voor volwassenengraven

€ 4.800,00

1.2

Voor het verlenen van het uitsluitend recht op een particulier graf voor een periode van 30 jaar wordt geheven

 

 

- voor kindergraven (tot en met 12 jaar)

€ 1.630,00

 

- voor volwassenengraven

€ 3.260,00

1.3

Voor het verlengen van het onder 1.1 en 1.2 vermelde recht met 20 jaar wordt geheven

 

 

- voor kindergraven (tot en met 12 jaar)

€ 1.020,00

 

- voor volwassenengraven

€ 2.040,00

1.4

Voor het tussentijds verlengen van de uitgiftetermijn tot tenminste de grafrustperiode van 20 jaren, in die situatie dat de resterende termijn van de reeds uitgegeven grafperiode niet aan deze termijn voldoet, wordt het tarief berekend naar het aantal jaren waarvoor tussentijdse verlenging plaatsvindt, vermenigvuldigd met 1/20 deel van het in 1.3 vermelde bedrag.

 

1.5

Voor het verlenen van het uitsluitend recht op een particuliere urnenkelder voor een periode van 60 jaar wordt geheven

€ 4.800,00

1.6

Voor het verlenen van het uitsluitend recht op een particuliere urnenkelder voor een periode van 30 jaar wordt geheven

€ 3.260,00

1.7

Voor het verlengen van het onder 1.5 en 1.6 vermelde recht met 20 jaar wordt geheven

€ 2.040,00

1.8

Voor het verlenen van het uitsluitend recht op een verstrooiingsplaats voor een periode van 60 jaar wordt geheven

€ 2.400,00

1.9

Voor het verlenen van het uitsluitend recht op een verstrooiingsplaats voor een periode van 30 jaar wordt geheven

€ 1.630,00

1.10

Voor het verlengen van het onder 1.8 en 1.9 vermelde recht met 20 jaar wordt geheven

€ 1.020,00

1.11

Voor het ter beschikking stellen voor een periode van 20 jaar voor een algemeen graf, urnenkelder of verstrooiingsplaats wordt geheven

€ 1.020,00

 

 

 

Hoofdstuk 2 Begraven

2.1

Voor het begraven van een lijk van een persoon ouder dan 12 jaar wordt geheven

€ 360,00

2.2

Voor het begraven van een lijk van een kind beneden één jaar wordt geheven

€ 90,00

2.3

Voor het begraven van een lijk van een kind Van 12 jaar of jonger wordt geheven

€ 180,00

2.4

Tenzij de begraving in het belang van de openbare orde of gezondheid door de burgemeester mocht worden gelast, wordt voor het begraven op buitengewone uren het recht, bedoeld in 2.1., 2.2., 2.3. verhoogd met

€ 225,00

2.5

Onder buitengewone uren wordt verstaan:

 

 

a. Op werkdagen de uren voor 08.00 uur en na 16.00 uur;

 

 

b. Op zaterdag de uren voor 10.00 uur en na 15.00 uur.

 

 

Voor het begraven op de tweede kerstdag indien deze valt op een zaterdag of op een dinsdag zal het in 2.4. vermelde recht niet worden geheven. Goede vrijdag en de dag waarop Koninginnedag wordt gevierd, worden niet als een werkdag beschouwd.

 

 

 

 

Hoofdstuk 3 Bijzetten van asbussen en urnen

3.1

Voor het bijzetten van een asbus of urn wordt geheven:

 

3.1.1

in een urnenkelder

€ 180,00

3.1.2

in een particulier graf

€ 180,00

3.1.3

in een algemeen graf

€ 180,00

3.2

Tenzij het bijzetten van een asbus of urn in het belang van de openbare orde of gezondheid door de burgemeester mocht worden gelast, wordt voor het bijzetten asbus of urn op buitengewone uren het recht, bedoeld in 3.1.1, 3.1.2, 3.1.3 verhoogd met

€ 225,00

3.3

Onder buitengewone uren wordt verstaan:

 

 

a. Op werkdagen de uren voor 08.00 uur en na 16.00 uur;

 

 

b. Op zaterdag de uren voor 10.00 uur en na 15.00 uur.

 

 

Voor het bijzetten van asbussen of een urn op de tweede kerstdag indien deze valt op een zaterdag of op een dinsdag zal het in 3.2. vermelde recht niet worden geheven. Goede vrijdag en de dag waarop Koninginnedag wordt gevierd, worden niet als een werkdag beschouwd.

 

 

 

 

Hoofdstuk 4 Lijkschouwing

4.1

Voor het schouwen van een lijk door een gemeentelijke lijkschouwer wordt geheven

€ 68,00

 

 

 

Hoofdstuk 5 Inschrijven en overboeken van eigen graven

5.1

Voor het inschrijven en overboeken van particuliere graven in een daartoe bestemd register wordt geheven

€ 1,70

 

 

 

Hoofdstuk 6 Opgraven, ruimen, verstrooien

6.1

Voor het opgraven van een lijk of overblijfselen van een lijk en het na opgraving opnieuw begraven in hetzelfde graf wordt geheven (samenvoegen)

€ 304,00

6.2

Voor het na opgraving weer opnieuw begraven in een ander graf wordt boven het recht als bedoeld in hoofdstuk 2 geheven

€ 304,00

6.3

Voor het ruimen van een graf op verzoek van de belanghebbende wordt geheven

€ 304,00

6.4

Voor het opgraven of verwijderen van een asbus wordt geheven:

 

6.4.1

uit een particulier of algemeen graf

€ 152,00

6.4.2

uit een particuliere of algemene urnenkelder

€ 152,00

6.5

Bij het weer terugplaatsen van de asbus wordt geheven

€ 152,00

6.6

Voor het verstrooien van as wordt per asbus geheven:

 

6.6.1

uit een particulier of algemeen graf

€ 175,00

6.6.2

uit een particuliere of algemene urnenkelder

€ 175,00

6.6.3

op een verstrooiingsplaats

€ 175,00

 

 

 

Behorende bij raadsbesluit van 12 december 2011.

De griffier van Bunschoten,

Drs. A.S. Dijkstra