Regeling vervallen per 01-01-2020

Integriteitsbeleid gemeente Bunschoten

Geldend van 25-09-2011 t/m 31-12-2019

Intitulé

Integriteitsbeleid gemeente Bunschoten

1. INLEIDING

INTEGRITEIT, WAT IS DAT?

Onder integriteit en/of onkreukbaarheid kunnen verschillende zaken verstaan worden: het varieert van wat niet mag (fraude, corruptie) tot wat niet (of misschien toch) kan (aannemen van geschenken, privé-kopieën etc.).

De VNG zegt daarover:

In een integere organisatie nemen bestuur en management waarden en normen in acht, wordt zorgvuldig omgegaan met bevoegdheden en verantwoordelijkheden, wordt vermenging van functies vermeden en wordt de naleving van regels door het personeel gecontroleerd.

Integriteit raakt aan de ene kant de vraag of medewerkers handelen in overeenstemming met wetten en regels. Aan de andere kant heeft integriteit te maken met de vraag of medewerkers handelen volgens de geest en bedoelingen van de wet- en regelgeving.

Integriteitvraagstukken komen vaak tot uitdrukking in dilemma’s, waarbij dilemma’s zich bewegen tussen enerzijds geschreven regels en anderzijds abstracte normen en waarden.

In deze nota wordt de visie van de gemeente Bunschoten op het integriteitbeleid verwoord. Daarbij is gekozen voor een positieve en preventieve benadering van het onderwerp.

Het gaat daarbij om het bevorderen van gewenst gedrag.

Wat is integriteit?:

  • 1.

    Voldoen aan regels (juridisch verantwoord gedrag)

  • &

  • 2.

    Voldoen aan bedoelingen achter regels of aan de identiteit /principes van de gemeente (normconform gedrag)

2. WAAROM EEN INTEGRITEITBELEID?

Betekent dit nu dat een integere organisatie niet meer vanzelfsprekend is?

Wij gaan er in principe vanuit dat onze medewerkers integer zijn. We zijn ons er echter van bewust dat de samenleving complexer wordt en dat ieder van ons voor dilemma’s geplaatst kan worden, waar niet altijd een kant en klaar antwoord op te geven is.

Vanuit de media kent een ieder de voorbeelden van de bouwfraude of het aanbiedstation van de gemeente Utrecht. Mede hierdoor is integriteit de laatste tijd een belangrijk aandachtspunt voor overheidsorganisaties. Burgers moeten er zonder meer van uit kunnen gaan dat de overheid betrouwbaar en integer is. Al het overheidshandelen wordt gefinancierd met belastinggeld en de overheid heeft het alleenrecht om vergunningen te verstrekken, belastingen te innen en dwangmiddelen in te zetten tegen burgers. Zonder vertrouwen in de overheid en haar regels, zal de burger zelf ook niet bereid zijn zicht te houden aan de normen die het algemeen belang dienen.

De taken van de gemeente zijn toegenomen en complexer geworden. Ambtenaren hebben meer beoordelingsruimte bij het vervullen van hun taak. De ambtenaar moet daarom beschikken over een sterk verantwoordelijkheidsgevoel en normbesef. In de toenemende samenwerking tussen overheid en private partijen kunnen ambtenaren geconfronteerd worden met dilemma’s zoals traktaties, wederdiensten en het sneller regelen van zaken buiten de ambtelijke besluitvormingsprocedures om. De kansen dat mensen daardoor ontvankelijk worden voor invloeden die de integriteit aantasten in de organisatie nemen toe.

De mate waarin de overheid, bestuurders en ambtenaren zich in contacten met derden oprecht en onkreukbaar gedragen is van groot belang voor het functioneren van de organisatie en het vertrouwen van de burger in de organisatie. Het gaat er daarbij om of bestuurders en ambtenaren zich zo gedragen dat zij zich ten opzichte van

iedere burger, organisatie en instelling onafhankelijk en zonder verplichtingen kunnen opstellen.

Integriteit: waarom?

  • 1.

    De gemeente Bunschoten wil het, omdat het:

    • -

      positief bijdraagt aan kwaliteit, reputatie en waarde van de organisatie;

    • -

      de persoonlijke morele competenties versterkt.

  • 2.

    Het loont: het voorkomt schade (financiële, emotionele en reputatie).

  • 3.

    Het moet: de maatschappelijke ontwikkelingen eisen het.

3. FORMEEL KADER

CAR/UWO

De rechten en plichten van gemeenteambtenaren ten aanzien van integriteit zijn opgenomen in hoofdstuk 15 van de Collectieve Arbeidsvoorwaarden Regeling (CAR) en de Uitwerkings Overeenkomst (UWO).

Deze rechten en plichten zijn de randvoorwaarden bij het vervullen van de ambtelijke dienstbetrekking. Wanneer deze randvoorwaarden worden overschreden, komt de integriteit van de ambtenaar in gevaar. De ambtenaar kan niet meer functioneren zoals een goed ambtenaar betaamt met alle gevolgen van dien.

Op grond van artikel 15:1 van de CAR/UWO moet de ambtenaar:

  • -

    zijn betrekking nauwgezet en ijverig vervullen;

  • -

    zich gedragen als goed ambtenaar;

  • -

    de ambtseed of belofte afleggen, wanneer de wet, een gemeentelijke verordening of besluit van het college dat vereisen.

Op grond van artikel 15:1:3 en 15:1:4 van de CAR/UWO is het een ambtenaar, zonder toestemming van het College, verboden:

  • -

    diensten te laten verrichten door personen die werkzaam zijn bij de gemeente;

  • -

    aan de gemeente toebehorende eigendommen te gebruiken voor privé-gebruik;

  • -

    gebruik te maken van hetgeen hem in of in verband met zijn betrekking ter kennis is gekomen;

  • -

    in verband met zijn betrekking vergoedingen, beloningen, giften of beloften van derden te vorderen, te verzoeken of aan te nemen;

  • -

    steekpenningen aan te nemen.

Op grond van artikel 15:1:6 van de CAR/UWO m.b.t. nevenwerkzaamheden:

  • -

    is de ambtenaar verplicht aan het college opgave te doen van de nevenwerkzaamheden die hij verricht of voornemens is te gaan verrichten, die de belangen van de dienst, i.v.m. zijn functievervulling, kunnen raken

  • -

    wordt registratie gevoerd van de nevenwerkzaamheden;

  • -

    is het de ambtenaar verboden nevenwerkzaamheden te verrichten waardoor de goede vervulling van zijn functie niet in redelijkheid zou zijn verzekerd.

AMBTENARENWET

In de Ambtenarenwet (artikel 125) zijn diverse zaken vastgelegd teneinde integriteit te bevorderen.

Het gaat om:

  • -

    de aflegging van de eed of belofte bij aanstelling;

  • -

    melding, registratie openbaarmaking en verbieding van bepaalde nevenwerkzaamheden;

  • -

    melden van financiële belangen die de functievervulling kunnen raken;

  • -

    procedure voor het omgaan met misstanden (klokkenluiderregeling).

Daarnaast is er een wijziging van de ambtenarenwet voorgesteld die de gemeente verplicht om:

  • -

    een integriteitbeleid te voeren, gericht op het bevorderen van goed ambtelijk handelen en het bevorderen van integriteitbewustzijn en het voorkomen van misbruik

  • -

    integriteitbeleid onderdeel uit te laten maken van personeelsbeleid;

  • -

    een gedragscode op te stellen voor goed ambtelijk handelen (in het kader van de nieuwe geïntegreerde gemeentewet ook voor raad, wethouders en burgemeester).

  • -

    schriftelijk jaarlijks informeren van gevoerde integriteitbeleid en naleving van gedragscode.

Overtreding van de verboden en het verzaken van de plichten levert plichtsverzuim op en kan disciplinair bestraft worden ( plichtsverzuim art 16:1:1, lid 2).

De wet- en regelgeving m.b.t. integriteit omvat de volgende verplichtingen:

  • 1.

    afleggen eed of belofte bij aanstelling

  • 2.

    melden, registreren en verbieden van bepaalde nevenfuncties 15:1e CAR/UWO;

  • 3.

    het openbaar maken van bepaalde nevenfuncties;

  • 4.

    het melden van bepaalde financiële belangen;

  • 5.

    het opstellen van een klokkenluiderregeling.

Met de voorgestelde wijzigingen worden de volgende verplichtingen in de ambtenarenwet vastgelegd:

  • 1.

    het voeren van een integriteitbeleid, gericht op het bevorderen van goed ambtelijk handelen en het bevorderen van integriteitbewustzijn en het voorkomen van misbruik;

  • 2.

    integriteitbeleid dat onderdeel uitmaakt van het personeelsbeleid;

  • 3.

    gedragscode voor goed ambtelijk handelen (in het kader van nieuwe geïntegreerde gemeentewet ook voor raad, wethouders en burgemeester);

  • 3.

    schriftelijk jaarlijks informeren over gevoerde integriteitbeleid en naleving van de gedragscode.

4. UITGANGSSITUATIE

ONDERZOEK INTEGRITEITRISICO’S BUNSCHOTEN

In 1997 is in de gemeente Bunschoten een bijeenkomst gehouden over het onderwerp integriteit met het College van B&W, raadsleden en personeelsleden. Tijdens deze bijeenkomst is de behoefte geuit het bewustzijn van bestuur en ambtenaren met betrekking tot integriteitrisico’s te vergroten.

Om hieraan tegemoet te komen is aan de B&A Groep Beleidsonderzoek en -Advies een opdracht verstrekt met een tweeledige doelstelling:

het bewust maken van ambtenaren en bestuurders van de gemeente Bunschoten van integriteitrisico’s.

Het schetsen van een kader voor handelen voor ambtenaren en bestuurders van de gemeente t.b.v. het voorkomen en verminderen van integriteitrisico’s.

In oktober 1999 is er door het bureau een rapport uitgebracht over integriteit in Bunschoten dat de integriteitrisico’s binnen de gemeente beschrijft en handvatten biedt (“”kader voor integer handelen”) hoe daarmee omgegaan kan worden.

BEWUSTWORDINGSPROCES

Daarnaast is het bewustwordingsproces binnen de gemeente gestart met het verzoek om de nota te bespreken in de diverse werkoverleggen en van deze besprekingen een verslag te maken. Ook is de nota aan de raadsfracties toegezonden met hetzelfde verzoek.

In het najaar 2000 en het eerste kwartaal van 2001 zijn diverse reacties ontvangen.

Deze uitwerking is gestagneerd omdat aan andere werkzaamheden een hogere prioriteit is gegeven.

GEDRAGSCODE BESTUURDERS EN NOTA AANBESTEDINGSBELEID

Inmiddels is door de gemeenteraad een gedragscode voor bestuurders vastgesteld en een nota aanbestedingsbeleid. In de beleidsuitgangspunten van het college is aangegeven dat de ambtseed voor ambtenaren wordt ingevoerd. Daarnaast heeft de minister aangekondigd de vaststelling van een gemeentelijke code verplicht te gaan stellen.

Er is dus in de afgelopen jaren reeds een start gemaakt met het onderwerp integriteit, maar daar is slechts ten dele gevolg aan gegeven. Er dient derhalve nog een ambtelijke gedragscode ontwikkeld te worden, evenals een klokkenluiderregeling.

Daarnaast dient integriteitbeleid ingebed te worden in het personeelsbeleid en is het van belang een vertrouwenspersoon in te stellen waar mensen terecht kunnen met vragen, klachten en meldingen op het gebied van integriteit.

Het volgende is reeds gebeurd:

  • -

    integriteitrisico’s zijn in kaart gebracht

  • -

    bewustwordingsproces is op gang gebracht

  • -

    gedragscode voor bestuurders vastgesteld

  • -

    nota aanbestedingsbeleid vastgesteld

Wat moet er nog gebeuren:

  • -

    integriteitbeleid ontwikkelen dat onderdeel uitmaakt van het personeelsbeleid

  • -

    een ambtelijke gedragscode te ontwikkelen

  • -

    een klokkenluiderregeling te ontwikkelen

  • -

    de bewustwording dient verder gestimuleerd te worden

  • -

    een vertrouwenspersoon en meldpunt integriteit moet worden ingesteld

  • -

    jaarlijks rapporteren over gevoerde integriteitbeleid en naleving van de gedragscode

5. WAT WILLEN WE BEREIKEN?

We willen toe naar een situatie waarin alle medewerkers zich bewust zijn van het belang van integer handelen en waarin zij beseffen dat ook hun gedrag medebepalend is voor het oordeel dat burgers zich vormen over de overheid.

Een juiste naleving van wet- en regelgeving vinden we essentieel, of het nu gaat om een respectvolle wijze van met elkaar omgaan, om ons internetgebruik, of de wijze waarop relatiegeschenken worden verdeeld.

DAARVOOR IS HET NODIG DAT:

Medewerkers weten:

  • -

    welke regels en afspraken er in de organisatie bestaan over integer handelen;

  • -

    waar en bij wie zij informatie kunnen krijgen indien zaken niet duidelijk zijn;

  • -

    met wie zij kunnen praten bij twijfels, vragen of vermoedens;

  • -

    waar zij met serieuze problemen terechtkunnen;

  • -

    hoe zij elkaar kunnen aanspreken.

en bereid zijn tot:

  • -

    een open en eerlijke houding naar anderen en naar zichzelf;

  • -

    het leveren van een bijdrage aan een open sfeer, door eigen gedrag ter discussie te durven stellen;

  • -

    het tekenen van een integriteitverklaring of het afleggen van een eed of belofte waarin men belooft integer te handelen;

  • -

    het ter discussie stellen van nevenactiviteiten die mogelijk minder gewenst zijn gelet op de belangen van de gemeente Bunschoten.

en dat leidinggevenden:

  • -

    een open en veilig klimaat creëren waarbinnen medewerkers met hun vragen en twijfels terecht kunnen; (zaken bespreekbaar maken en bespreekbaar houden);

  • -

    risico’s voor hun organisatieonderdeel kunnen inschatten;

  • -

    alert zijn op signalen;

  • -

    handelend kunnen optreden bij problemen;

  • -

    weten waar en bij wie informatie te verkrijgen is, indien zij daar behoefte aan hebben;

  • -

    voorbeeldgedrag vertonen.

6. HOE KOMEN WE DAAR?

AFSPREKEN, BESPREKEN, AANSPREKEN

Regels en afspraken moeten er zijn. We moeten leren elkaar daar ook op aan te spreken. Belangrijker nog is de vraag hoe je tot deze afspraken komt en hoe je ze levend houdt. Ook in minder duidelijke situaties moeten we met elkaar in gesprek durven gaan over onze twijfels. Bespreken vergt openheid. Die ontstaat niet vanzelf, maar zal door allerlei activiteiten gestimuleerd moeten worden.

Leidinggevenden

Hoewel integer handelen een plicht is voor alle medewerkers nemen leidinggevenden toch een aparte positie in. Belangrijk is de voorbeeldfunctie die van leidinggevenden uitgaat. Daarnaast wordt van hen verwacht dat zij het onderwerp bespreekbaar maken in sollicitatiegesprekken, functionerings- en beoordelingsgesprekken en tijdens werkoverleggen.

Het gedrag van medewerkers in het kader van integriteit hoort een vast onderwerp te zijn in functionerings- en beoordelingsgesprekken. Het positief beoordelen van goed gedrag en het regelmatig aandacht besteden aan het gewenste gedrag heeft een regulerende werking op gedrag. Het is van belang dat bij onduidelijkheden, bijv.bij de al dan niet gewenstheid van een nevenfunctie, zo’n onderwerp wordt besproken in het werkoverleg of in andere overlegvormen tussen management en medewerkers en tussen management en bestuurders.

De verantwoordelijke leiding heeft een voorbeeldfunctie en dient er op toe te zien dat er door medewerkers niet wordt gehandeld in strijd met de regels of de gedragscode.

De leiding is de eerste gesprekspartner voor medewerkers die twijfels hebben over de juistheid van eigen handelen en ook als zij door personen buiten de organisatie in grenssituaties worden gebracht.

Nadrukkelijk wordt er op gewezen dat het voorbeeldgedrag door bestuurders en leidinggevenden van groot belang is. Dat voorbeeldgedrag moet de medewerkers duidelijk maken waar de grens ligt tussen ethisch en onethisch gedrag.

Nieuwe medewerkers

Bij werving zal duidelijk moeten zijn of een functie kwetsbaar is of niet. Bij het selectieproces zal bij alle functies (dus ook bij niet kwetsbare functies) aandacht moeten besteed aan de voor de gemeente ingestelde gedragscodes. De gedragscode moet een onderwerp zijn tijdens het selectiegesprek. Voor de met name kwetsbare functies kunnen ten behoeve van het selectieproces relevante vragen worden ontwikkeld.

De procedure bij aanname dient aangescherpt te worden voor wat betreft de verklaring omtrent het gedrag (artikel 2:2 lid 3 CAR/UWO), het tonen van originele diploma’s en getuigschriften. Getoonde papieren moeten origineel en geldig zijn, een kopie wordt opgenomen in de administratie.

De nieuwe medewerkers moeten worden geïnformeerd over de gedragscode en bij binnenkomst de eed of belofte afleggen en de integriteitverklaring ondertekenen.

Personeelsleden

Met de personeelsleden die al in dienst zijn worden bijeenkomsten georganiseerd waaraan deelname verplicht is.

Tijdens deze bijeenkomsten wordt door het bespreken van dilemma’s de discussie opgestart.

Door de bijeenkomsten voor het personeel verplicht te stellen, maak je als organisatie duidelijk dat het niet om een vrijblijvende zaak gaat. Hoewel een groter integriteitbewustzijn moeilijk afgedwongen kan worden, maken de bijeenkomsten duidelijk dat integriteitbewustzijn meer behelst dan het uitdelen van een gedragscode.

Eerst bespreken, dan afspreken.

Medewerkers die al in dienst zijn worden in de gelegenheid gesteld de eed of belofte af te leggen en een integriteitverklaring te ondertekenen. Voor deze groep is dit niet verplicht.

Het is de bedoeling om door middel van discussies over dilemma’s medewerkers zelf te motiveren over integriteitkwesties na te denken en hun integriteitbewustzijn te vergroten.

Medewerkers kunnen het onderwerp integriteit ook tijdens functionerings- en beoordelingsgesprekken tegenkomen. Er zal hen jaarlijks gevraagd worden of er nevenwerkzaamheden zijn die gemeld moeten worden en of anderszins integriteitkwesties te melden zijn. Uiteraard worden medewerkers aangemoedigd bij integriteitvragen niet te wachten tot een formeel gesprek, maar direct naar hun leidinggevende of de vertrouwenspersoon te stappen. Door het onderwerp in functionerings- en eventueel beoordelingsgesprekken aan de orde te stellen wordt een extra check ingebouwd.

Het integriteitbeleid en de gedragscode worden ten minste eenmaal per jaar in werkoverleggen besproken.

Personeelsleden kunnen, ondanks het accent op preventie toch te maken krijgen met integriteitproblemen.

Hiervoor zijn verschillende voorzieningen getroffen, n.l.:

  • -

    het instellen van een vertrouwenspersoon;

  • -

    het ontwerpen van een regeling Melding Vermoeden Misstanden.

Vertrouwenspersonen

Een speciale positie neemt de vertrouwenspersoon in. Bij deze vertrouwenspersoon kunnen medewerkers terecht met vragen, twijfels of klachten. De vertrouwenspersoon zorgt voor een eerste opvang, het starten van eventuele procedures en de noodzakelijke registratie. Ook wijst de vertrouwenspersoon de weg wanneer andere professionals ingeschakeld moeten worden.

Melding Vermoeden Misstanden

Ondanks het preventieve accent in ons beleid, kan het toch gebeuren dat een medewerker misstanden signaleert. Daarom is er een regeling Melding Vermoeden Misstanden ontworpen.

Dit is een procedure voor personeelsleden die een misstand in de organisatie vermoeden en daar melding van willen maken. Doel van de regeling is, dat misstanden snel bij de verantwoordelijke aan de orde worden gesteld, zonder negatieve gevolgen voor de medewerker die daartoe het initiatief neemt.

Vertrekkende medewerkers

Wanneer medewerkers de dienst verlaten, kan in een exitinterview gevraagd worden of integriteitzaken een rol hebben gespeeld bij de keuze van de medewerker om te vertrekken. Hoewel problemen het liefst in een eerder stadium aangepakt moeten worden, kan het interview ertoe bijdragen om een niet eerder gemeld probleem alsnog in beeld te krijgen.

7. ONZE AANPAK

POSITIEF

Onze aanpak gaat ervan uit, dat iedere medewerker een eigen verantwoordelijkheidsbesef heeft, dat de basis vormt voor ons integriteitbeleid. Iedereen krijgt met integriteitkwesties te maken en het is niet altijd even makkelijk om een pasklaar antwoord te geven. Openheid hierover draagt bij aan een goed werkklimaat.

Door een positieve wijze van presenteren van het onderwerp laten wij iedereen in zijn waarde, maar maakt wel duidelijk welke houding wij van onze medewerkers verwachten.

PREVENTIEF

Onze aanpak richt zich voornamelijk op het doorvoeren van een preventief beleid. De leidinggevende spelen een belangrijk rol om het onderwerp op de agenda te houden.

Behalve dat van hen een voorbeeldfunctie verwacht wordt, moeten zij tijdig signalen oppikken of nog eerder risico’s in hun eigen organisatieonderdeel leren inschatten.

Kortom een preventieve aanpak legt de verantwoordelijkheid waar hij hoort: bij de medewerker en de leidinggevende. Openheid en transparantie zijn belangrijke elementen in een preventief beleid.

PRAKTISCH

Regels kun je opleggen. Integriteitbewustzijn niet. Daarom hechten wij er veel waarde aan ons integriteitbeleid zo praktisch en herkenbaar mogelijk in te richten. Door af te spreken en aan te spreken wordt men wel alerter, maar bereiken wij niet wat we zo graag willen, namelijk dat onze medewerkers vanuit een positieve grondhouding meewerken aan een integere organisatie. Daarvoor is het nodig dat het onderwerp bespreekbaar wordt gemaakt in bijeenkomsten over dit onderwerp waarin men met herkenbare praktijkvoorbeelden aan de slag gaat. Ook moet ons beleid herkenbaar ingebed zijn in bestaande praktijksituaties waarin leidinggevenden en (aanstaande) medewerkers met elkaar praten, zoals: het sollicitatie-, functionerings- en beoordelingsgesprek en werkoverleggen.

Van leidinggevenden wordt niet verwacht dat zij altijd de wijsheid in pacht hebben, maar wel dat zij in staat zijn om samen met de medewerkers tot werkbare praktische afspraken te komen als het gaat om integriteitkwesties.

De hoofdlijnen van het integriteitbeleid

Trefwoorden: afspreken, bespreken en aanspreken

Ambtseed/Integriteitverklaring: voor nieuwe medewerkers verplicht voor huidige medewerkers op basis van vrijwilligheid

Gedragscode: presenteert regels en richtlijnen op papier

Leidinggevende: agendeert regels en richtlijnen in de praktijk

Registratiepunt: registreert en rapporteert jaarlijks in het sociaal jaarverslag

Vertrouwenspersoon: persoonlijke klankbord, onpartijdig doorgeefluik

Regeling Melding Vermoeden Misstanden: zuivere procedure voor misstanden