Beleidsregel zaterdagmarkt toewijzing vaste standplaatsen

Juridische grondslag

Gemeentewet

Artikel 160 regelt de overheveling van de gemeentewettelijke bestuursbevoegdheden aan het college. Op grond van dit artikel kan het college marktdagen instellen, afschaffen of veranderen.

Marktverordening gemeente Bunschoten 2009

De raad heeft op 12 maart 2009 de marktverordening gemeente Bunschoten 2009 vastgesteld. In de marktverordening stelt de raad de kaders voor de uitvoerende bevoegdheden van het college. Het college bepaalt vervolgens zelf de uitvoering en stelt daarvoor beleidsregels en nadere regels vast, zoals het marktreglement. Nadere regels zijn net als de regels in de verordening algemeen verbindende voorschriften. Afwijking van nadere regels is alleen mogelijk als dit expliciet is aangegeven. Beleidsregels geven duidelijkheid over de manier waarop het college in bepaalde situaties handelt. Dit is belangrijk om willekeur te voorkomen. Voor beleidsregels geldt de inherente afwijkingsbevoegdheid. Dit betekent dat het college in bijzondere omstandigheden kan afwijken van bestaand beleid.

Algemene Plaatselijke Verordening gemeente Bunschoten 2009

Op grond van de APV kan het college besluiten nemen met betrekking tot de markt.

Algemene wet bestuursrecht

Op grond van artikel 4:81 Awb kan het college beleidsregels vaststellen voor de haar toekomende bevoegdheden.

Besluit tot het instellen van de warenmarkt

De weekmarkt wordt gehouden op zaterdag van 10.00 uur tot 17.00 uur in het centrum van onze gemeente. Het college heeft op 31 maart 2009 een nieuw besluit tot het instellen van de warenmarkt genomen. Tot die tijd gold het raadsbesluit van 25 november 1999. Het college heeft een nieuw besluit genomen, omdat er behoefte bestaat aan het houden van een extra jaarmarkt in december en aan de mogelijkheid om een extra marktdag te houden in de kerstweek, ook als een van de kerstdagen niet op een zaterdag valt.

Beleid met betrekking tot het toewijzen van vrijgekomen plaatsen.

In tegenstelling tot de meeste gemeenten, werken wij niet met een wachtlijst. De raad heeft op 30 november 2000 besloten deze af te schaffen. De oude wachtlijst wordt nog wel afgewerkt.

Voor het toewijzen van vrijgekomen standplaatsen wordt de volgende procedure gevolgd:

Als voor een vrijgekomen plaats niemand op de wachtlijst staat, wordt een advertentie geplaatst op de website van de CVAH en eventueel in ‘De Koopman’ voor het invullen van de standplaats. Hierop kunnen geïnteresseerden reageren. Als op een advertentie meerdere reacties binnenkomen, bepaalt het college op advies van de marktcommissie aan wie de standplaats wordt toegewezen. Een vrijgekomen plaats in de food-branche wordt weer ingevuld door de food-branche, een plaats in de non-food branche weer door non-food.

Bij besluit van 18 december 2012 komt voor een vrijgekomen plaats in de non-food branche ook een food-vergunninghouder in aanmerking, die een plaats inneemt op hetzelfde deel van de markt, waar de non-food plaats is vrijgekomen. De beleidsregel is als bijlage bij dit beleidsstuk gevoegd .

Beleid met betrekking tot het overschrijven van vergunningen

Het overschrijven van de vergunningen is geregeld in artikel 5 van het marktreglement.

Het college hanteert daarbij het beleid dat de nieuwe vergunninghouder de plaats mag innemen, die op de vergunning is vermeld. Dat wil zeggen dat bij overschrijving de plaats niet eerst wordt aangeboden aan de ingeschrevenen op de anciënniteitslijst.

Beleid met betrekking tot de indeling van de markt

Op grond van artikel 2 van de marktverordening heeft het college voor de indeling van de markt de volgende regels vastgesteld:

Aantal standplaatsen

Op onze zaterdagmarkt is plaats voor 53 marktkooplieden met een vaste standplaats

Daarvan nemen 22 marktkooplieden een plaats in de food-branche in. De overige plaatsen worden ingenomen door kooplieden in de non-food branche.

Afmeting standplaatsen

De standplaatsen variëren van 4 tot maximaal 12 strekkende meter en zijn 2 meter diep.

Het college heeft gekozen voor standplaatsen van maximaal 12 strekkende meter om een gevarieerd aanbod op de markt te waarborgen.

Opstelling markt [2]

De opstelling van de markt is getoetst aan de veiligheidshandreiking. Bij de opstelling van de markt is voor de doorrijroute uitgegaan van een vrije doorgang van 3,5 meter voor hulpverleningsvoertuigen. Deze doorgang moet vrijgehouden worden van obstakels. De overige paden zijn minimaal 2 meter breed. Een tekening van de opstelling van de markt is bijgevoegd. Op deze tekening is de doorrijroute voor hulpverleningsvoertuigen aangegeven.

De markt is zodanig opgesteld dat de vijf bluswatervoorzieningen, die op het marktterrein aanwezig zijn, bereikbaar zijn.

Standwerkersplaatsen

Behalve vaste standplaatsen zijn op de markt twee standwerkersplaatsen beschikbaar op de volgende locaties:

• -

  Spuistraat voor ABN/AMRO

• -

  Kerkstraat voor juwelier Jannie van de Geest

Voor de standwerkers geldt het standwerkersreglement, dat eerder door het college op 3 februari 2004 is vastgesteld. [3]

Branche-indeling

Op onze zaterdagmarkt geldt een branche-indeling. Dit betekent dat per branche een beperkt aantal kooplieden wordt toegelaten. Dit zorgt voor een grote variatie aan artikelen op de markt, waardoor de markt aantrekkelijk wordt voor de consument.

Uit de enquête, die op 20 oktober 2007 is gehouden, is naar voren gekomen welke branches de consument mist op onze markt. Bij het invullen van vrijgekomen plaatsen wordt daarmee rekening gehouden. Hoewel branchering niet mag plaatsvinden op basis van economisch motieven, ontstaat door ordening op basis van ruimtelijke indeling, veiligheid, hygiëne en bereikbaarheid van hulpdiensten een grote diversiteit op de markt. Dit is dus een positief neveneffect voor de consument.

Voorschriften en beperkingen bij de vergunning

Op grond van artikel 4 van de marktverordening kan het college voorschriften en beperkingen aan de vergunning verbinden. Deze hebben onder andere tot doel de veiligheidsbelangen te beschermen. Na onderzoek van de veiligheidsrisico’s op de markt op initiatief van het HBD, is de handreiking “Veiligheid op de markt” samengesteld. Omdat de veiligheid op de markt een gezamenlijke verantwoordelijkheid is van gemeenten en marktkooplieden, worden in de handreiking zowel aan gemeenten als aan marktkooplieden richtlijnen gegeven over de veiligheid op de markt en over de manier waarop de risico’s te beperken zijn. Daarbij gaat het om fysieke veiligheidsrisico’s, zoals:

• -

  Brand en explosiegevaar

• -

  Weersomstandigheden

• -

  Paniek in menigten

• -

  Specifieke kenmerken van kramen/verkoopwagens en marktterrein

De maatregelen, die de kooplieden moeten nemen met betrekking tot de veiligheid op de markt zijn vertaald in voorschriften, waaraan ze zich moeten houden. Behalve de veiligheidsbelangen, zijn ook de openbare orde, zedelijkheid en gezondheid, beperking van overlast en regulering van het woon- en leefklimaat belangen, die beschermd mogen worden door het stellen van voorschriften. De bepalingen in artikel 2, lid 1, f, g h en i van het marktreglement zijn ook als voorschriften opgenomen bij de vergunning. De voorschriften en beperkingen zijn als bijlage bij dit stuk gevoegd. [1]

Veiligheidsmaatregelen door de gemeente

Behalve de kooplieden, moet ook de gemeente maatregelen nemen om de veiligheid te vergroten. Deze maatregelen hebben betrekking op de volgende risico’s:

Slecht weer

Bij slecht weer, zoals onweer en storm, kan er voor de bezoekers en de marktkooplieden gevaar ontstaan op lichamelijk letsel. In de veiligheidshandreiking wordt daarom aanbevolen criteria op te stellen over de voorwaarden waaronder de markt niet wordt opgebouwd of versneld wordt afgebouwd. Omdat de effecten van de windkracht lokaal sterk verschillend, is hiervoor geen eensluidend advies te geven. De effecten van windkracht zijn aan de kust nu eenmaal anders dan in het binnenland, maar ook de opstelling van de markt in een open of omsloten ruimte speelt een rol.

Tot nu toe gelden op onze markt geen speciale regels in geval van slechte weersomstandigheden.

De marktmeester gaat in overleg met de brandweer en na afstemming met de burgemeester wordt bepaald of de markt moet worden afgelast.

Paniek in menigten

Paniek kan zich voordoen als gevolg van brand, maar ook als gevolg van andere omstandigheden. Als er in een dergelijke situatie veel publiek aanwezig is, kunnen mensen in het gedrang komen. Van belang zijn voldoende en goed betreedbare vluchtroutes.

Op onze markt zijn voldoende vluchtroutes aanwezig.

Omroepinstallatie

Bij calamiteiten, zoals brand of noodweer, of bij dreiging daarvan moeten publiek en marktkooplieden snel geïnformeerd worden. Voor markten met meer dan 20 kramen wordt in de handreiking een omroepinstallatie geadviseerd. Op onze markt beschikken we nog niet over een omroepinstallatie. Momenteel wordt een plan uitgewerkt om dit in samenwerking met de middenstandsvereniging te realiseren.

Marktterrein

Om te voorkomen dat bezoekers letsel oplopen, is de kwaliteit van het marktterrein van belang. Als beheerder van de openbare weg binnen de gemeentegrenzen heeft de gemeente de taak de kwaliteit van de bestrating op peil te houden. Ook moet gelet worden op uitstekende luifels en anders uitsteeksels aan kramen en verkoopwagens.

Infrastructuur van de elektriciteit

De gemeente is verantwoordelijk voor de kwaliteit en veiligheid van infrastructuur van de elektriciteit op de markt. Hiermee worden de stroomkasten, de verdeelkasten en de bekabeling naar de kasten bedoeld. Als kwaliteitsnorm voor de infrastructuur van de elektriciteit geldt NEN 1010.

Kramen en verlichtingsmateriaal

De gemeente verhuurt via de kramenexploitant kramen en verlichtingsmateriaal aan de ondernemers en is daarom verantwoordelijk voor de veiligheid van dit materiaal. Het kraammateriaal moet voldoende brandvertragend zijn. Voor het verlichtingsmateriaal geldt NEN 1010 als kwaliteitsnorm.

Eerste hulp marktmeester

Op de markt zijn meestal veel bezoekers aanwezig. Onderdeel van de verantwoordelijkheid van de gemeente voor de bezoekers is de mogelijkheid eerste hulp te verlenen bij ongevallen. De marktmeester gaat hiervoor een EHBO-opleiding volgen.

Op grond van de Arbo-wet zijn ondernemers overigens verplicht bijstand te verlenen bij ongevallen aan werknemers en bezoekers.

Algemene Plaatselijke Verordening

Op grond van de APV van onze gemeente zijn de volgende besluiten genomen met betrekking tot de markt:

Fietsen op de markt

Omdat in de mensenmenigte een fiets hinderlijk is, heeft het college op grond van artikel 2:52 van de APV het marktterrein aangewezen als plaats waar het verboden is zich met een fiets of bromfiets te bevinden.

Collegebesluit: 4 mei 1999

Publicatie: 12 mei 1999

Flyeren/folderen op de markt

Regelmatig krijgen we als gemeente de vraag of op de markt flyers uitgedeeld mogen worden. Ook worden we geconfronteerd met het venten met kranten op de markt. Zolang hiervoor niets is geregeld is dit niet verboden. Zowel het venten met gedrukte stukken, als het flyeren valt onder de vrijheid van meningsuiting en het openbaringsrecht. Dit mag je als gemeente inhoudelijk niet beperken. Wel mag je als gemeente het verspreidingsrecht beperken. Het college heeft daarom besloten de markt aan te wijzen al openbare ruimte, waar zowel het flyeren als het venten met gedrukte stukken niet is toegestaan. In de APV wordt de mogelijkheid geboden hiervan ontheffing te verlenen. Ontheffing voor het venten met kranten wordt per aanbieder eenmaal per maand verleend. Dit beleid werd toe nu toe gehanteerd en is bij collegebesluit van 31 maart 2009 geformaliseerd.

‘Beleid en regelgeving zaterdagmarkt gemeente Bunschoten’ is vastgesteld door het college op 24 maart 2009

1e wijziging, 18 december 2012

Standwerkerreglement

• 1.

  De werkwijze van de standwerker dient er op gericht te zijn publiek rond zich te verzamelen en het verzamelde publiek aan te zetten tot aankoop van een artikel.

• Standwerkers zijn te onderscheiden in:

  • a.

    Hoogwerker; de standwerker welke zijn verkoop pleegt te doen vanaf een verhoogd platform.

  • b.

    Laagwerker; de standwerker welke zijn verkoop pleegt te doen achter of voor een platform op gelijke hoogte met het publiek.

  • c.

    Zwemmer; de standwerker welke zijn waren rondom zich uitstalt op een verlaagd platform en telkens een ander artikel tracht aan te bieden aan het publiek.

• 2.

  Een standwerker heeft een oppervlakte van maximaal 10 m2 en een maximale overkapping van 5m1, waarvan maximaal 3-3,5 m1 gebruikt mag worden als verkoopruimte c.q. uitstalling. Buiten de toegestane verkoopbreedte mogen geen goederen aan of onder de overkapping geplaatst of gehangen worden.Ten behoeve van een standwerker, welke zijn verkoop pleegt te verrichten als hoogwerker of als zwemmer, dient een andere maatvoering van de standwerkerplaats gehanteerd te worden. Indien de ruimte dit toelaat.

• 3.

  Per 3 standwerkerplaatsen wordt niet meer dan 1 standwerker met hetzelfde artikel toegelaten. Indien door deze maatregel standwerkerplaatsen openblijven kan per marktdag bepaald worden dat dit aantal uitgebreid wordt naar 2. Per 125 m1 verkoopruimte op de markt wordt minimaal 1 standwerkerplaats ter beschikking gesteld.

De markt in de gemeente Bunschoten heeft een totale verkoopruimte van meer dan 450 meter.

Per 250 meter wordt minimaal 1 standwerkersplaats ter beschikking gesteld. Op de markt zijn twee standwerkersplaatsen beschikbaar. De beide standplaatsen worden, indien mogelijk, niet in dezelfde branche ingenomen.

• 4.

  Op markten met een totale verkoopruimte van 250 m1 of minder kan bepaald worden dat voor artikelen uit de food-sector, waarvan het aantal plaatsen wat bepaald is door de brancheregeling in haar totaliteit bezet is, een beperking wordt opgelegd dat dit artikel slechts éénmaal per vier weken door een standwerker aangeboden mag worden.

• Deze beperking geldt niet voor de markt in de gemeente Bunschoten.

• 5.

  Samenloten door standwerkers is mogelijk, met een maximum van 2, indien dit voor de loting aan de marktmeester is medegedeeld. Slechts de als eerste ingelote standwerker van het samenwerkende koppel kan een plaats verkrijgen. Beide standwerkers zijn echter aansprakelijk voor een juiste invulling van de standwerkerplaats. Beiden dienen ook de gehele dag daadwerkelijk als standwerker aanwezig te zijn.

• 6.

  Indien geconstateerd wordt dat een standwerker, welke deel heeft genomen aan de loting voor een standwerkerplaats en als zodanig een plaats is toegewezen, geen invulling geeft aan de gestelde regels m.b.t. de invulling van een standwerkerplaats, zal hem/haar schriftelijk medegedeeld worden dat de eerstkomende keer dat deelgenomen wordt aan de loting voor een standwerkerplaats, extra aandacht besteed zal worden aan zijn/haar werkwijze. Voorts zal aan personen waarvan onomstotelijk vaststaat dat zij niet als standwerker optreden schriftelijk te kennen gegeven worden dat zij gedurende een periode van 6 maanden uitgesloten zijn voor deelname aan de loting voor een standwerkerplaats.

• 7.

  Het gebruik van meet- en weegwerktuigen alsmede het gebruik van prijskaarten is op een standwerkerplaats ten strengste verboden.

NB. Het schuingedrukte bij de artikelen 3 en 4 geldt in afwijking van het reglement van de CVAH voor de gemeente Bunschoten.

Voorschriften en beperkingen vaste standplaats

De volgende voorschriften en beperkingen worden verbonden aan de vergunning voor het innemen van een standplaats op de zaterdagmarkt gemeente Bunschoten.

Veilige opstelling van goederen, verpakkingsmateriaal, vervoermiddelen en aanhangers

• -

  De vergunninghouder moet zijn materiaal zo opstellen, dat de hulpdiensten in staat zijn tot een snelle bestrijding van calamiteiten en dat een snelle ontruiming van het marktterrein mogelijk is.

• -

  De vergunninghouder volgt hiervoor de aanwijzingen van de marktmeester op.

• -

  De vergunninghouder plaatst geen obstakels in de (loop)paden en op de doorrijroute voor hulpverleningsvoertuigen.

Veiligheid van toestellen en installaties

- Elektrische installaties, verlichtingstoestellen, verwarmingstoestellen en bak-, kook- en frituurinstallaties moet zodanige eigenschappen hebben en zodanig worden gebruikt dat dit geen brand- en/of explosiegevaar oplevert.

• -

  Toestellen en installaties moeten schoon en vetvrij worden gehouden.

• -

  Bij gebruik van een installatie voor koken, bakken, braden en frituren moet voor iedere pan of frituurbak een goed passend metalen deksel aanwezig zijn.

• -

  Op iedere standplaats waar een bak- of kookinstallatie wordt gebruikt, of op een andere manier met vuur wordt gewerkt, moet een handbrandblusser aanwezig zijn met een inhoud van tenminste 6 kilogram.

• -

  Voor mobiele bakwagens gelden de brandveiligheidsvoorschriften mobiele bakwagens. Deze ontvangt u als bijlage bij deze voorschriften.

• -

  Mobiele bakwagens moeten beschikken over een geldig keuringsrapport van de brandweer.

Stroomgebruik, verlichtingsmateriaal en kramen

• -

  De vergunninghouder is verplicht gebruik te maken van de stroomvoorziening van de gemeente.

• -

  De vergunninghouder is verplicht verlichting te gebruiken en dit materiaal te betrekken van de kramenexploitant.

• -

  De vergunninghouder is verplicht de kramen van de kramenexploitant te gebruiken. Dit geldt niet voor vergunninghouders met verkoopwagens.

Aanzien standplaats

• -

  De vergunninghouder zorgt voor een verzorgd aanzien van zijn standplaats.

• -

  De vergunninghouder zorgt bij verkoop van consumptieartikelen zelf voor voldoende afvalbakken.

• -

  De vergunninghouder zorgt zelf voor de inzameling en afvoer van zijn afval.

Geluidsapparatuur

• -

  De vergunninghouder mag geen geluidsapparatuur gebruiken, behalve voor de verkoop daarvan.

Calamiteiten, zoals brand of noodweer

De vergunninghouder volgt de aanwijzingen van de marktmeester meteen op.