Verordening verrekening bestuurlijke boete bij recidive gemeente Coevorden 2015

Geldend van 01-07-2015 t/m heden

Intitulé

Verordening verrekening bestuurlijke boete bij recidive gemeente Coevorden 2015

No. 2015/1231

De raad van de gemeente Coevorden;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders, nummer 1231 ;

gelet op het bepaalde in artikel 8, eerste lid, aanhef en onderdeel d van de Participatiewet;

b e s l u i t:

vast te stellen de ‘Verordening verrekening bestuurlijke boete bij recidive gemeente Coevorden 2015’.

Artikel 1. Begrippen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    beslagvrije voet: beslagvrije voet als bedoeld in de artikelen 475c tot en met 475e van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering

  • b.

    recidiveboete: bestuurlijke boete als bedoeld in artikel 18a, vijfde lid, van de Participatiewet;

  • c.

    bezit: waarde van de bezittingen waarover belanghebbende of diens gezin beschikt of redelijkerwijs kan beschikken, met uitzondering van bezittingen in natura, bedoeld in artikel 34 tweede lid onder a van de Participatiewet en het in de woning met bijbehorend erf gebonden vermogen, bedoeld in artikel 50, eerste lid, van de Participatiewet;

  • d.

    verrekenen: verrekening als bedoeld in artikel 60, vierde lid, van de Participatiewet.

Artikel 2. Verrekenen met beslagvrije voet bij voldoende bezit

  • 1. Indien het bezit van een belanghebbende ten minste driemaal de toepasselijke bijstandsnorm bedraagt, verrekent het college de recidiveboete zonder inachtneming van de beslagvrije voet.

  • 2. De verrekening, bedoeld in het eerste lid, geschiedt gedurende een tijdvak van drie maanden vanaf het moment van de dagtekening waarop de bestuurlijke boete is opgelegd.

Artikel 3. Verrekenen bij geen of onvoldoende bezit

  • 1. Indien het bezit van een belanghebbende niet ten minste driemaal de toepasselijke bijstandsnorm bedraagt, verrekent het college de recidiveboete gedurende één maand zonder inachtneming van de beslagvrije voet. De verrekening geschiedt vanaf het moment van de dagtekening waarop de bestuurlijke boete is opgelegd.

  • 2. Aansluitend op verrekening als bedoeld in het eerste lid, verrekent het college de recidiveboete in de daarop volgende twee maanden op een dusdanige wijze dat belanghebbende blijft beschikken over een inkomen ter hoogte van 80% van de toepasselijke bijstandsnorm.

  • 3. Tot het inkomen, bedoeld in het tweede lid, worden ook middelen gerekend als bedoeld in artikel 31, tweede lid, onderdelen d, n, r en z van de Participatiewet.

Artikel 4. Verrekenen met inachtneming beslagvrije voet

In afwijking van de artikelen 2 en 3 kan het college de recidiveboete met inachtneming van de beslagvrije voet verrekenen indien:

  • a.

    aannemelijk is dat verrekening op de wijze, bedoeld in de artikelen 2 of 3, zou leiden tot huisuitzetting van belanghebbende en diens gezin; of

  • b.

    anderszins sprake is van dringende redenen.

Artikel 5. Eerder opgelegde bestuurlijke boetes

De artikelen 2, 3 en 4 zijn van overeenkomstige toepassing op de verrekening van de bestuurlijke boete, bedoeld in artikel 18a, eerste lid, van de Participatiewet, indien en voor zover deze boete nog niet is betaald op het moment van verrekening van de recidiveboete.

Artikel 6. Inwerkingtreding

  • 1. De ‘Verordening verrekening bestuurlijke boete bij recidive Coevorden’ wordt ingetrokken per 1 juli 2015.

  • 2. Deze verordening treedt in werking op 1 juli 2015.

Artikel 7. Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als: ‘Verordening verrekening bestuurlijke boete bij recidive gemeente Coevorden 2015’.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering
van 23 juni 2015.
De raad voornoemd,
, voorzitter.
, griffier.

Toelichting verordening