Beleidsregel (brom)fietsverwijdering Coevorden 2020

Geldend van 17-10-2020 t/m heden

Intitulé

Beleidsregel (brom)fietsverwijdering Coevorden 2020

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Coevorden

Gelezen het voorstel van de afdeling Leefomgeving d.d. 3 juli 2020

Overwegende dat:

- het in het belang van het uiterlijk aanzien van de openbare ruimte en de toegankelijkheid en bereikbaarheid van voetpaden en fietsstallingen, noodzakelijk wordt geacht om nadere regels te stellen ten aanzien van het verwijderen van verkeerd en/of te lang gestalde (brom)fietsen, verwaarloosde (brom)fietsen en (brom)fietswrakken;

Gelet op:

- het bepaalde in artikel 5:24 Algemene wet bestuursrecht;

- het bepaalde in artikel 5:12 Algemene Plaatselijke Verordening Coevorden;

Besluit:

- vast te stellen de navolgende beleidsregel “(brom)fietsverwijdering gemeente Coevorden 2020”.

Hoofdstuk 1: Algemene bepalingen

Artikel 1. Begripsbepaling

Voor de toepassing van deze beleidsregel wordt verstaan onder:

  • a.

    Bromfiets: hetgeen in artikel 1, eerste lid onder e van de Wegenverkeerswet 1994 daaronder wordt verstaan.

  • b.

    (Brom)Fietswrak: een in rijtechnisch onvoldoende staat of in zwaar verwaarloosde toestand verkerende fiets of bromfiets.

  • c.

    Verwaarloosde fiets / bromfiets: (brom)fietsen die in kennelijke staat van verwaarlozing of onvoldoende staat van onderhoud verkeren, waaronder in ieder geval het in artikel 11 lid 1 van deze beleidsregel bepaalde.

  • d.

    Aangewezen gebied: een op grond van artikel 5:12 APV aangewezen gebied.

  • e.

    Toezichthouder: een toezichthouder of Buitengewoon Opsporingsambtenaar (BOA) die op grond van artikel 6:2 APV belast is met het toezicht op de naleving van het in de APV bepaalde.

  • f.

    Bewaarplaats: De plaats waar verwijderde (brom)fietsen worden bewaard. Dit is de fietsenloods “Ben Kwijt” in Emmen, aan de Prins Hendrikweg 10.

  • g.

    Bekendmaking: Een brief en/of sticker, met daarop een aanzegging van een last onder bestuursdwang, tijdstip van constatering, de begunstigingstermijn, volgnummer en beoogde verwijderingsdatum.

Artikel 2. Controle

  • 1.

    Wekelijks zal in de aangewezen gebieden door een toezichthouder gecontroleerd worden op verkeerd of te lang gestalde (brom)fietsen en eventuele (brom)fietswrakken.

  • 2.

    Indien nodig kan de controlefrequentie zoals genoemd in lid 1 verhoogd of verlaagd worden.

Artikel 3. Verwijderingsgrondslag

Verwijdering van (brom)fietsen in de zin van deze beleidsregel vindt plaats door middel van toepassing van artikel 5:24 Algemene wet bestuursrecht (last onder bestuursdwang).

Hoofdstuk 2: (Brom)Fietsen in aangewezen gebieden

Paragraaf 2.1: Algemene voorschriften in aangewezen gebieden

Artikel 4. Stallingsvoorschriften

  • 1.

    Binnen aangewezen gebieden dienen fietsen in de daarvoor bestemde rekken geplaatst te worden.

  • 2.

    Binnen de aangewezen gebieden dienen bromfietsen in de daarvoor bestemde parkeervoorziening gezet te worden, of op dusdanige wijze dat dit geen hinder oplevert voor andere gebruikers van de voorziening.

  • 3.

    Onverminderd het hiervoor bepaalde is het in aangewezen gebieden niet toegestaan om:

    • a.

      Fietsen buiten de daarvoor bestemde rekken te plaatsen of onbeheerd achter te laten;

    • b.

      Bromfietsen buiten de daarvoor bestemde ruimten te laten staan of te plaatsen op een manier waardoor hinder ontstaat voor (andere) gebruikers van de fietsenstalling of parkeervoorziening.

Artikel 5. Stallingsduur (brom)fietsen

  • 1.

    Het is in aangewezen gebieden niet toegestaan om fietsen langer dan tien dagen aaneengesloten in de hiervoor bestemde rekken te plaatsen en te laten staan.

  • 2.

    Het is in aangewezen gebieden niet toegestaan om bromfietsen langer dan tien dagen aaneengesloten in de hiervoor bestemde ruimten te laten staan, dan wel buiten deze ruimten te laten staan voor zover dit hinder oplevert voor (andere) gebruikers van de fietsenstalling of parkeervoorziening.

Artikel 6. Verwaarloosde (brom)fietsen en wrakken

  • 1.

    Het is binnen aangewezen gebieden niet toegestaan om:

    • a.

      (Brom)Fietsen die in kennelijke staat van verwaarlozing of in onvoldoende staat van onderhoud verkeren, in de rekken of parkeervoorzieningen te plaatsen of te laten staan;

    • b.

      Een als wrak aan te duiden (brom)fiets in de rekken of parkeervoorzieningen te plaatsen of te laten staan.

  • 2.

    Onverminderd het in lid 1 bepaalde, is het in aangewezen gebieden niet toegestaan (brom)fietsen die in kennelijke staat van verwaarlozing of die als wrak aan te duiden zijn buiten de rekken of parkeervoorziening in de openbare ruimte te plaatsen of te laten staan.

Artikel 7. Slotbepaling

Het in artikel 6 bepaalde is van overeenkomstige toepassing op verwaarloosde (brom)fietsen of (brom)fietswrakken die aangetroffen worden buiten de op grond van artikel 5:12 APV aangewezen gebieden.

Paragraaf 2.2: Verkeerd of te lang geplaatste (brom)fietsen

Artikel 8. Verwijdering verkeerd geplaatste (brom)fietsen

  • 1.

    Indien een toezichthouder tijdens een controle, zoals bedoeld in artikel 2, (brom)fietsen aantreft die niet in overeenstemming met het in artikel 4 bepaalde zijn geplaatst, zal hij deze voorzien van een bekendmaking met daarop het voornemen tot verwijdering van de (brom)fiets.

  • 2.

    Vanaf het aanbrengen van de bekendmaking heeft de eigenaar vier uur de tijd om de (brom)fiets op de juiste wijze te plaatsen.

  • 3.

    Indien de (brom)fiets na de in lid 2 genoemde termijn niet juist geplaatst is, zal de toezichthouder deze (laten) verwijderen.

Artikel 9. Te lang geplaatste (brom)fietsen

  • 1.

    Indien een toezichthouder tijdens een controle, zoals bedoeld in artikel 2, (brom)fietsen aantreft die langer dan de maximale stallingsduur zijn gestald, zal hij deze (laten) verwijderen.

  • 2.

    Te lang gestalde (brom)fietsen worden gesignaleerd door het aanbrengen van papieren labels aan het wiel en het frame, welke scheuren als de (brom)fiets gebruikt wordt. Indien de labels tien dagen na aanbrengen, rekenend vanaf de eerstvolgende dag na aanbrengen, nog intact zijn, is duidelijk dat de (brom)fiets niet gebruikt wordt en zal deze verwijderd worden.

Artikel 10. Wijze van verwijdering

  • 1.

    Verwijdering van de (brom)fiets vindt op de voor de eigenaar minst bezwarende manier plaats. Er wordt zo weinig mogelijk schade aan de (brom)fiets veroorzaakt. Eventuele andere goederen, behorend bij de verwijderde (brom)fiets, worden mede in bewaring genomen.

  • 2.

    Verwijderde (brom)fietsen worden opgeslagen in de bewaarplaats als bedoeld in artikel 1 onder f en worden geregistreerd op www.BenKwijt.nl.

  • 3.

    De kosten die gepaard gaan met de verwijdering van de (brom)fiets worden op de overtreder verhaald.

  • 4.

    Van iedere te verwijderen (brom)fiets wordt een last onder bestuursdwang opgesteld en worden in ieder geval twee foto’s gemaakt (één van dichtbij en een overzichtsfoto). Uit de foto’s blijkt om welke (brom)fiets het gaat en waarom de (brom)fiets is verwijderd. Zo nodig worden extra foto’s genomen.

Artikel 11. Rapportage ‘Verkeerd of te lang gestalde (brom)fiets’

  • 1.

    De toezichthouder stelt van iedere verwijderde (brom)fiets een rapportage op.

  • 2.

    De rapportage ‘verkeerd of te lang gestalde (brom)fiets’ bevat in ieder geval:

    • a.

      de datum en het tijdstip waarop het besluit is genomen en de bekendmaking aan de te verwijderen (brom)fiets is bevestigd en een volgnummer;

    • b.

      de datum en het tijdstip van verwijdering van de (brom)fiets;

    • c.

      de grondslag waarop de (brom)fiets is verwijderd;

    • d.

      de locatie en de wijze waarop de (brom)fiets is aangetroffen;

    • e.

      een beschrijving van de (brom)fiets (merk, dames-, heren- of kinderfiets, type, kleur, schade, bijzonderheden, conditie);

    • f.

      of de (brom)fiets op slot stond en zo ja, of het slot is geforceerd of doorgeknipt;

    • g.

      eventuele goederen, die mede in bewaring zijn genomen, en

    • h.

      de foto’s zoals bedoeld in artikel 10 lid 4 van deze beleidsregel.

Paragraaf 2.3: Verwaarloosde (brom)fietsen en (brom)fietswrakken

Artikel 12. Begripsbepaling verwaarloosde (brom)fietsen en (brom)fietswrakken

  • 1.

    Voor de toepassing van deze paragraaf wordt in ieder geval verstaan onder:

    • a.

      Verwaarloosde (brom)fiets: hetgeen daaronder wordt verstaan in artikel 1 onder c van deze beleidsregel, maar in ieder geval:

      • -

        (brom)fietsen waarvan één of twee band(en) leeg is of zijn, of;

      • -

        (brom)fietsen waarvan duidelijk is dat hier niet direct op gefietst of gereden kan worden, of;

      • -

        (brom)fietsen waarvan de remmen, zadel of stuur ontbreken, onbruikbaar of kapot zijn, of

      • -

        (brom)fietsen waar de ketting af ligt.

    • b.

      (Brom)fietswrak: hetgeen daaronder wordt verstaan in artikel 1 onder b, maar in ieder geval (brom)fietsen die, naast de kenmerken van een verwaarloosde (brom)fiets een of meer ernstig gebreken hebben aan:

      • -

        het frame, of;

      • -

        de voorvork, of;

      • -

        de wielen, of;

      • -

        het stuur, of;

      • -

        de handreminrichting, of

      • -

        de trapinrichting of versnellingen.

Artikel 13. Verwijdering verwaarloosde (brom)fietsen

  • 1.

    Indien een toezichthouder (brom)fietsen aantreft die in kennelijke staat van verwaarlozing of in onvoldoende staat van onderhoud verkeren, zal hij deze voorzien van een bekendmaking met daarop het voornemen tot verwijdering van de (brom)fiets.

  • 2.

    Vanaf het aanbrengen van de bekendmaking heeft de eigenaar, mits de (brom)fiets geplaatst is in overeenstemming met artikel 4, vier dagen tijd, rekenend vanaf de eerstvolgende dag na de bekendmaking, om de (brom)fiets te verwijderen.

  • 3.

    Indien de (brom)fiets na de in lid 2 genoemde termijn niet verwijderd is, zal de toezichthouder deze (laten) verwijderen.

  • 4.

    Van iedere te verwijderen (brom)fiets wordt een last onder bestuursdwang opgesteld en worden in ieder geval twee foto’s gemaakt (één van dichtbij en een overzichtsfoto). Uit de foto’s blijkt om welke (brom)fiets het gaat en waarom deze is verwijderd. Zo nodig worden extra foto’s genomen.

Artikel 14. Wijze van verwijdering

  • 1.

    Verwijdering van de verwaarloosde (brom)fiets vindt op de voor de eigenaar minst bezwarende manier plaats. Eventuele andere goederen, behorend bij de verwaarloosde (brom)fiets, worden dan ook mede in bewaring genomen. Daarnaast wordt zo weinig mogelijk schade aan de (brom)fiets veroorzaakt.

  • 2.

    Verwaarloosde (brom)fietsen worden in beginsel opgeslagen in de bewaarplaats als bedoeld in artikel 1 onder f, en worden geregistreerd op www.BenKwijt.nl.

  • 3.

    De kosten die gepaard gaan met het verwijderen van de verwaarloosde (brom)fiets worden verhaald op de eigenaar van de (brom)fiets.

Artikel 15. Rapportage ‘Verwaarloosde (brom)fiets’

  • 1.

    De toezichthouder stelt van ieder te verwijderen (brom)fiets een rapportage op.

  • 2.

    De rapportage ‘Verwaarloosde fiets of bromfiets’ bevat in ieder geval:

    • a.

      de datum en het tijdstip waarop het besluit is genomen en de bekendmaking aan de te verwijderen (brom)fiets is bevestigd en een volgnummer;

    • b.

      de datum en het tijdstip van verwijdering van de (brom)fiets;

    • c.

      de grondslag waarop de (brom)fiets is verwijderd;

    • d.

      de locatie en de wijze waarop de (brom)fiets is aangetroffen;

    • e.

      een beschrijving van de (brom)fiets (merk, dames-, heren- of kinderfiets, type, kleur, schade, bijzonderheden, conditie);

    • f.

      of de (brom)fiets op slot stond en zo ja, of het slot is geforceerd of doorgeknipt;

    • g.

      eventuele goederen, die mede in bewaring zijn genomen, en

    • h.

      de foto’s zoals bedoeld in artikel 13 lid 4 van deze beleidsregel.

Artikel 16. Verwijdering (brom)fietswrakken

  • 1.

    Indien een toezichthouder (brom)fietsen aantreft die als wrak te definiëren zijn, zal hij deze (laten) verwijderen.

  • 2.

    (Brom)Fietswrakken worden, in afwijking van artikel 3 van deze beleidsregel, aangemerkt als foutief aangeboden afval en kunnen op grond van artikel 25 van de Afvalstoffenverordening worden afgevoerd.

  • 3.

    Van ieder te verwijderen (brom)fietswrak wordt een last onder bestuursdwang opgesteld en worden ten minste twee foto’s gemaakt (één van dichtbij en één overzichtsfoto). Uit de foto’s blijkt om welk wrak het gaat en waarom het wrak wordt verwijderd. Zo nodig worden extra foto’s genomen.

Artikel 17. Rapportage ‘verwijdering (brom)fietswrak’

  • 1.

    De toezichthouder stelt van ieder te verwijderen (brom)fietswrak een rapportage op.

  • 2.

    De rapportage ‘(brom)fietswrak bevat in ieder geval:

    • a.

      de datum en tijdstip waarop het besluit is genomen;

    • b.

      de grondslag waarom de (brom)fiets is verwijderd;

    • c.

      de locatie en de wijze waarop de (brom)fiets is aangetroffen;

    • d.

      een beschrijving van de (brom)fiets (merk, dames-, heren- of kinderfiets, type, kleur, schade, bijzonderheden, conditie), en

    • e.

      de foto’s zoals bedoeld in artikel 16 lid 3 van deze beleidsregel.

Artikel 18. Slotbepaling

De in deze paragraaf genoemde artikelen zijn van overeenkomstige toepassing op verwaarloosde (brom)fietsen of (brom)fietswrakken die aangetroffen worden buiten de op grond van artikel 5:12 APV aangewezen gebieden.

Hoofdstuk 3. Teruggave verwijderde (brom)fietsen

Paragraaf 3.1: Bewaring van verwijderde (brom)fietsen

Artikel 19. Afhalen van verwijderde (brom)fietsen

  • 1.

    De bewaarplaats van verwijderde (brom)fietsen is de fietsenloods van “Ben Kwijt”, aan de Prins Hendrikweg 10, 7811 KD in Emmen.

  • 2.

    Verwijderde (brom)fietsen kunnen worden opgehaald bij de bewaarplaats gedurende openingstijden van de fietsenloods van “Ben Kwijt”. De openingstijden zijn te raadplegen op www.benkwijt.nl/fiets-kwijt.

Artikel 20. Bewaartermijn

  • 1.

    Verwijderde (brom)fietsen worden bij “Ben Kwijt” 12 weken opgeslagen. Na afloop van deze termijn, of zoveel eerder wanneer de kosten van toepassing bestuursdwang in verhouding tot de waarde van de (brom)fiets onevenredig hoog worden, kunnen de verwijderde en niet opgehaalde (brom)fietsen worden verkocht.

  • 2.

    Voor de verkoop van (brom)fietsen vindt er een kijkochtend plaats in de bewaarplaats.

  • 3.

    In een register wordt bijgehouden wanneer welke (brom)fietsen zijn overgedragen.

Paragraaf 3.2: Afhalen in bewaring genomen (brom)fiets

Artikel 21. Ophalen (brom)fiets

De medewerker laat bij de bewaarplaats de eigenaar zijn of haar fiets zoeken. Als blijkt dat het meegebrachte (brom)fietssleuteltje op het slot past dan wordt er van uitgegaan dat het de rechtmatige eigenaar betreft. Als de sleutel niet past maar wel op andere wijze aangetoond kan worden dat deze persoon eigenaar is, bijvoorbeeld met behulp van een aankoopbewijs, dan kan de (brom)fiets, na betaling van de kosten van bewaring, toch worden teruggegeven. De eigenaar dient zich dan te legitimeren voordat de (brom)fiets wordt meegegeven.

Artikel 22. Teruggave

  • 1.

    De rechtmatige eigenaar krijgt de (brom)fiets terug na betaling van de kosten van bestuursdwang. Dit is een vergoeding van € 30,– per (brom)fiets. Betaling dient per pin plaats te vinden bij de bewaarplaats. Als bij de verwijdering van de (brom)fiets het slot is stuk geknipt, dient desgewenst het slot te worden meegegeven.

  • 2.

    Als er betaald is, wordt een ontvangstbewijs in tweevoud ingevuld. De rechtmatige eigenaar tekent voor ontvangst van zijn (brom)fiets en eventuele andere goederen. Eén exemplaar wordt overhandigd aan de eigenaar en het andere wordt behouden.

  • 3.

    Aan de rechtmatige eigenaar wordt het ingevulde ’Besluit verkeerd geparkeerde fiets’ of ingevulde’ Besluit wrak’ uitgereikt. Het rapport en de foto’s worden op verzoek nagezonden. Van dit alles wordt een kopie gemaakt.

Artikel 23. Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    Deze beleidsregel kan worden aangehaald als ‘Beleidsregel (brom)fietsverwijdering gemeente Coevorden 2020’.

  • 2.

    De oude beleidsregel ‘Fietsverwijdering gemeente Coevorden 2018’ van 13 november 2018 wordt ingetrokken.

  • 3.

    Dit besluit treedt in werking op de dag na de bekendmaking.

Ondertekening

Coevorden, 13 oktober 2020

Het college van burgemeester en wethouders

Secretaris Burgemeester

B.M. de vries B.J. Bouwmeester