Handhavingsverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ gemeente Coevorden 2015

Geldend van 01-07-2015 t/m heden

Intitulé

Handhavingsverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ gemeente Coevorden 2015

Nr. 2015/ 1231

De raad van de gemeente Coevorden;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders, nummer 1231 ;

gelet op het bepaalde in artikel 8b van de Participatiewet, artikel 35 eerste lid onderdeel c van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers, artikel 35 eerste lid onderdeel c van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen en de bepalingen van de Algemene wet bestuursrecht;

b e s l u i t:

vast te stellen de ‘Handhavingsverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ gemeente Coevorden 2015’.

Artikel 1. Begrippen

  • 1. In deze verordening wordt verstaan onder:

    • a.

      College: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Coevorden;

    • b.

      IOAW: Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers;

    • c.

      IOAZ: Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen;

    • d.

      Uitkeringsgerechtigde: personen met een uitkering ingevolge de Participatiewet, de IOAW en IOAZ;

    • e.

      de wet: de Participatiewet, de IOAW of IOAZ;

    • f.

      Voor zover niet anders is bepaald worden begrippen in deze verordening gebruikt in dezelfde betekenis als in de wet.

Artikel 2. Voorlichting en optimaliseren dienstverlening

Het college stelt een beleidsplan vast. Hierin staat onder andere op welke wijzeaandacht wordt besteed aan het voorkomen van fraude door het vroegtijdiginformeren en door een optimale dienstverlening. Onderdeel daarvan is de wijzewaarop het college uitkeringsgerechtigden informatie geeft over rechten en plichtendie aan het ontvangen van bijstand zijn verbonden alsmede over de consequenties vanmisbruik en oneigenlijk gebruik.

Artikel 3. Informatieverzameling

  • 1.

    Het college voert onderzoeken uit om de rechtmatigheid van de uitkering te controleren, alsmede onderzoeken naar de reden van beëindiging van de uitkering, en neemt op basis daarvan besluiten met betrekking tot de rechtmatigheid van de uitkering en de wederzijds tussen het college en de belanghebbende resterende verplichtingen en de afhandeling daarvan.

  • 2.

    Het college maakt ter controle gebruik van bestandsvergelijkingen met actuelegegevens en van de samenloopsignalen die daaruit voortkomen.

  • 3.

    Het college onderzoekt overige signalen en tips die relevant zijn voor het recht op bijstand, de IOAW of IOAZ uitkering.

Artikel 4. Systematiek en middelen

  • 1. In het beleidsplan beschrijft het college de in te zetten controlesystematiek en de middelen om de rechtmatigheid van de uitkering te controleren. Deze systematiek kan worden toegepast bij aanvraag, tijdens en na beëindiging van de bijstand.

  • 2. Op basis van deze systematiek neemt het college besluiten met betrekking tot de rechtmatigheid van de uitkering en de wederzijds tussen het college en de uitkeringsgerechtigde resterende verplichtingen en de afhandeling daarvan.

Artikel 5. Aangifte Openbaar Ministerie

Indien een gedraging van uitkeringsgerechtigde leidt tot benadeling van de gemeente, doet het college, onverminderd de mogelijkheid een boete op te leggen afgestemd op de hoogte van het bruto benadelingsbedrag en de ten onrechte ontvangen bijstand terug te vorderen, aangifte bij het Openbaar Ministerie, in overeenstemming met de door het Openbaar Ministerie op dit punt gehanteerde uitgangspunten.

Artikel 6. Inwerkingtreding

  • 1. De ‘Handhavingsverordening WWB, IOAW en IOAZ 2013’ wordt ingetrokken per 1 juli 2015.

  • 2. Deze verordening treedt in werking op 1 juli 2015.

Artikel 7. Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als ‘Handhavingsverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ gemeente Coevorden 2015’

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 23 juni 2015
De raad voornoemd,
plv. voorzitter, griffier,
G.Roeles T. Kuipers-Meijering

Toelichting

Inleiding

De gemeenteraad dient bij verordening regels te stellen voor de bestrijding van het ten onrechte ontvangen van bijstand alsmede van misbruik en oneigenlijk gebruik van de wet.

In de verordening worden de hoofdlijnen rondom handhaving aangegeven. Nadere invulling wordt gegeven in het beleidsplan.

Artikel 2

Onze gemeente hanteert de werkwijze: Hoogwaardige Handhaving. Deze werkwijze verbindt in de uitvoeringspraktijk evenwichtig preventieve en repressieve activiteiten. Handhaving wordt daarmee naar een hoger vlak getild.

Artikel 3 en 4

In deze artikelen wordt aangegeven (met verwijzing naar het beleidsplan) dat gewerkt wordt met een signaal gestuurde controlesystematiek. Naar aanleiding van een signaal kan worden overgegaan naar een intensieve controle. Bij een intensieve controle kunnen allerlei bronnen worden genoemd die geraadpleegd kunnen worden. In principe mogenvele bronnen geraadpleegd worden (ook in het kader van privacy), als de klant daarvan maar op de hoogte wordt gesteld (vroegtijdig informeren). Dat kan soms ook achteraf: als er niets uit een onderzoek is gekomen, moet de klant toch op de hoogte gesteld worden dat er onderzoek is gedaan, welke gegevens zijn gebruikt en wat er met de gegevens enresultaten is/wordt gedaan.

Artikel 5

Naast het opleggen van een boete en het terugvorderen van de te veel verstrekte bijstand wordt aangifte van fraude gedaan bij het Openbaar Ministerie. De voorwaarden voor aangifte zullen jaarlijks worden afgestemd met het Openbaar Ministerie en zullen worden vermeld in het beleidsplan.

Artikel 6

Dit artikel behoeft geen nadere toelichting.

Artikel 7

Dit artikel behoeft geen nadere toelichting.