Beleidsregels afvoer van hemelwater en grondwater en het stimuleren van de afkoppeling daarvan

Geldend van 03-02-2011 t/m heden

Intitulé

Beleidsregels afvoer van hemelwater en grondwater en het stimuleren van de afkoppeling daarvan

Beleidsregels afvoer van hemelwater en grondwater en het stimuleren van de afkoppeling daarvan.

Beleidskader voor de afkoppeling van het hemelwater en grondwater in het aangewezen gebied

Inleiding

Op het gemeentelijk niveau is het hemelwater- en grondwaterbeleid door de Raad vastgelegd in het verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan (GRP), dat in samenspraak met het betrokken waterschappen Velt en Vecht alsmede Aa en Hunze tot stand is gekomen en afgestemd is met de provincie Drenthe. Met de Wet gemeentelijke watertaken heeft de gemeente een instrument gekregen om het lozingenbeleid van hemelwater en grondwater in het GRP tot uitvoering te brengen, via de gemeentelijke verordeningsbevoegdheid voor de omgang met afstromend hemelwater en grondwater.

Naast de wettelijke instrumenten die de gemeente heeft, is het ook noodzakelijk om een stimuleringsbeleid voor de afvoer van hemelwater door het college vast te laten leggen. Een stimuleringsmaatregel is een positieve aanvulling naast de verordenende mogelijkheden. Daarmee wordt voor de belanghebbende en de gemeentelijke overheid een win-win situatie gecreëerd.

Bij lozingen van afstromend hemelwater en grondwater bestaat een beleidsmatige voorkeur voor het, zo mogelijk, lokaal in het milieu terugbrengen daarvan. Deze voorkeur is op de volgende drie uitgangspunten gebaseerd:

  • 1.

    Deze waterstromen bevatten in principe geen of geringe verontreinigingen, zodat ze zonder maatregelen direct in het milieu kunnen worden geloosd. Voor deze lozingen zijn over het algemeen geen individuele vergunningen of ontheffingen nodig; ze worden in het algemeen toegestaan.

  • 2.

    In het aangewezen gebied, zoals aangegeven in de bijbehorende gebiedskaart, is de capaciteit van de afvoer van hemelwater en of grondwater via het openbaar vuilwaterriool beperkt. Het hemelwater leidt regelmatig tot ongewenste overstroming via de drukpersleiding en vrij verval leiding (vuilwaterriool). Dat leidt tot ongewenste vervuiling van het oppervlaktewater en ongewenste overstroming bij derden/particulieren.

  • 3.

    In het aangewezen gebied, zoals aangegeven op de gebiedskaart, die behoort bij de uitvoeringsregeling afvoer hemelwater en grondwater, zijn er voldoende volwaardige alternatieven aanwezig om het hemelwater en grondwater af te koppelen en via het oppervlaktewater af te laten vloeien, zonder dat dat het onnodig hoge kosten voor de belanghebbende in dat gebied met zich meebrengt.

Het verbod om hemelwater en grondwater via het openbaar vuilwater riool in het aangewezen gebied af te laten vloeien vindt haar grondslag in het verbreed GRP en de verordening op de afvoer van hemelwater en grondwater gemeente Coevorden 2010 en deze uitvoeringsregeling.

De beleidsregels die in deze nota staan vermeld zijn gebaseerd op artikel 2 van de verordening afvoer hemelwater en grondwater gemeente Coevorden 2010, artikel 3 lid 2 sub a en o van de Algemene subsidieverordening Coevoprden2006 en de bepalingen van de Algemene wet bestuursrecht (artikel 1:3 lid 4; artikelen 4:81 t/m 4:84), en bieden de nodige flexibiliteit bij de ontwikkeling van een nieuw wettelijk instrument.

Deze stimuleringsregeling beperkt zich dus tot de omgang met afstromend hemelwater en grondwater, afkomstig van particulieren wonend in het aangewezen gebied en deze particulieren ontvangen geen korting op de hemelwaterheffing in het kader van de Verordening rioolheffing. Andere soorten afvalwater (huishoudelijk afvalwater, bedrijfsafvalwater, etc.) kunnen niet met dit instrument gereguleerd worden.

Beleidsvoorwaarden voor het uitkeren van een stimuleringsmaatregel

In het algemeen gelden de voorwaarden zoals geformuleerd in de Algemene Subsidieverordening Coevorden 2006 voor het uitkeren van een subsidie. Ook ten aanzien van deze stimuleringsmaatregel zijn de algemene regels van voornoemde verordening onverkort van toepassing. Naast het gestelde in de Algemene Subsidieverordening Coevorden 2006, zijn de volgende beleidsregels van belang voor de stimuleringsregeling:

  • I.

    Het college kan aan bewoners in een op basis van de verordening op de afvoer van hemelwater en grondwater gemeente Coevorden 2010 aangewezen gebied, voor zover passend binnen het gemeentelijk waterbeleid:

  • a.

    een eenmalige stimuleringsmaatregel/subsidie verstrekken voor het afkoppelen van bestaand dakoppervlak in het bestaand gebied met een bestaande afvoer van het regenwater naar een gemengd rioolstelsel;

  • b.

    deze eenmalige stimuleringsmaatregel/subsidie alleen verstrekken aan

    degene die tevens een aanslag ontvangt voor de inzameling van afvloeiend hemelwater ookwel rioolheffing hemel-en grondwater genoemd in het jaar waarin de stimuleringsmaatregel/subsidie wordt aangevraagd.

  • II.

    Deze stimuleringsmaatregel/subsidie wordt verstrekt in de vorm van een financiële bijdrage per m² afgekoppeld schoon verhard dakoppervlak gerekend in het platte vlak, waarbij de dakhelling niet is meegerekend. Als ondergrens geldt dat minimaal 20 m² schoon verhard dakoppervlak wordt afgekoppeld.

  • III.

    Het college stelt jaarlijks het beschikbare budget vast voor de afkoppeling, binnen de door de raad vastgestelde begroting.

  • IV.

    Indien het bedrag waarvoor op grond van alle tijdig ingediende aanvragen subsidie wordt gevraagd, groter is dan het vastgestelde subsidieplafond beslist het college op de aanvragen in de volgorde waarin de aanvragen zijn binnengekomen.

  • V.

    Om voor een stimuleringsmaatregel/subsidie in aanmerking te kunnen komen overlegt de aanvrager de volgende gegevens:

  • a.

    Een opgave over de aard en omvang van het af te koppelen schoon verhard dakoppervlak en de bestemming van het afgekoppelde water;

  • b.

    een kadastrale kaart van het projectgebied;

  • c.

    Het tijdstip waarop met de uitvoering wordt gestart en de vermoedelijke datum van oplevering;

  • d.

    een raming van de uitvoeringskosten;

  • e.

    kopie van de aanslag rioolheffing hemel- en grondwater.

  • VI.

    De subsidieaanvraag geschiedt middels een door het college vastgesteld aanvraagformulier.

  • VII.

    Het subsidiebedrag dat wordt verleend bedraagt € 20, - per m² afgekoppeld schoon verhard dakoppervlak. Het subsidiebedrag bedraagt maximaal € 1.000, - per aanvraag en per perceel en wordt berekend aan de hand van de overgelegde opgave zoals bedoeld bij het vastgestelde aanvraagformulier.

  • VIII.

    Subsidie wordt geweigerd indien het college van oordeel is dat a. het hemelwater niet nuttig gebruikt kan worden, of b. infiltratie niet haalbaar is, of c. afvoer via afstroming naar oppervlaktewater niet mogelijk is.

  • IX.

    Binnen 6 maanden na de subsidieverlening moet zijn gestart met de te realiseren maatregelen. Deze maatregelen moeten binnen één jaar na de subsidieverlening zijn uitgevoerd.

  • X.

    Indien sprake is van samenloop van deze regeling met een vergelijkbare andere regeling en uit hoofde van die andere regeling een subsidiebedrag is verstrekt, wordt dit bedrag in mindering gebracht bij de vaststelling van het subsidiebedrag.

  • XII.

    De ontvanger van de subsidie meldt het project uiterlijk binnen één jaar na het verlenen van de subsidie gereed bij het college. De gereedmelding gaat vergezeld van een verantwoording van de gemaakte kosten door overlegging van rekeningen en een verzoek tot definitieve vaststelling van de subsidie.

Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking na bekendmaking, doch gelijktijdig met de verordening op de afvoer van hemelwater en grondwater gemeente Coevorden 2010.

Dat zal zijn met ingang van de achtste dag nadat die verordening bekend gemaakt is.

Aldus vastgesteld in de vergadering van Burgemeester en Wethouders van Coevorden d.d 16 november 2010

Burgemeester Secretaris