Regeling vervallen per 01-01-2024

Referendumverordening Cuijk 2006

Geldend van 13-07-2006 t/m 31-12-2023

Intitulé

Referendumverordening Cuijk 2006

De raad van de gemeente Cuijk;

Gelezen het voorstel d.d. 19 juni 2006;

Gelet op artikel 147 en 149 Gemeentewet;

Gezien het advies van de commissie Bestuur d.d. 31 mei 2006;

B e s l u i t :

Vast te stellen de navolgende

“Referendumverordening Cuijk 2006”

Artikel 1 Begripsbepalingen

  • 1 In deze verordening en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:referendum: een op initiatief van de gemeenteraad dan wel van ingezetenen plaatsvindende volksstemming waarbij de kiesgerechtigden zich uitspreken over een door de raad te nemen besluit;

  • 2 kiesgerechtigden: diegenen die overeenkomstig artikel B3 van de Kieswet op de dag voorafgaande aan de dag waarop een kennisgeving, een inleidend dan wel een definitief verzoek tot het houden van een referendum, als bedoeld in deze verordening wordt ingediend, kiesgerechtigd zijn voor de verkiezing van de leden van de raad van de gemeente Cuijk;

  • 3 voorgenomen besluit: een conceptraadsbesluit, zoals dat bij een raadsvoorstel is gevoegd en ter besluitvorming op de conceptagenda voor een gemeenteraadsvergadering is geplaatst;

  • 4 de raad: de gemeenteraad van Cuijk;

  • 5 het college: het college van burgemeester en wethouders van Cuijk.

Artikel 2 Termijnen

  • 1 Op de in deze verordening geldende termijnen is de Algemene termijnenwet van overeenkomstige toepassing.

  • 2 Indien een termijn waarbinnen de raad een beslissing moet nemen eindigt in een voor de regio waartoe de gemeente behoort aangewezen vakantieperiode voor basis- en voortgezet onderwijs, wordt die termijn verlengd tot de dag van de eerste raadsvergadering na die vakantieperiode.

Artikel 3 Toepassingsgebied

  • 1 Een referendum wordt gehouden onder de kiesgerechtigden van het hele grondgebied van de gemeente.

Artikel 4 Uitzonderingen

  • 1 Een referendum kan niet worden gehouden over:

  • a Een voorgenomen besluit over individuele kwesties, zoals benoemingen, ontslagen, schorsingen, kwijtscheldingen en schenkingen, beslissingen over rechtspositionele regelingen, alsmede beslissingen met betrekking tot geldelijke voorzieningen voor ambtsdragers en hun nabestaanden;

  • b Een voorgenomen besluit tot het voor kennisgeving aannemen van notities en rapporten;

  • c Een voorgenomen besluit in het kader van deze verordening;

  • d Een voorgenomen besluit inhoudende een algemeen verbindend voorschrift of de intrekking daarvan;

  • e Een voorgenomen besluit, als bedoeld in artikel 158, eerste lid van de Gemeentewet;

  • f Een voorgenomen besluit als bedoeld in artikel 1, eerste en derde lid, 51 eerste en derde lid, 61, eerste en derde lid, 73, eerste en derde lid en 96 van de Wet gemeenschappelijke regelingen;

  • g Een voorgenomen besluit tot het vaststellen van de begroting en de rekening, alsmede met bettrekking tot het vaststellen van gemeentelijke tarieven en belastingen;

  • h Een voorgenomen besluit waarbij het belang van het referendum niet opweegt tegen de verantwoordelijkheid van de raad voor kwetsbare groepen in de samenleving;

  • i Een voorgenomen besluit ter uitvoering van een besluit van een hoger bestuursorgaan of de wetgever, waarover de raad geen beleidsvrijheid heeft;

  • j Een voorgenomen besluit als bedoeld in artikel 3, tweede lid, onder a van de wet Algemene regels herindeling;

  • k Een voorgenomen besluit in het kader van een bezwaarprocedure;

  • l Een voorgenomen besluit dat naar het oordeel van de raad zijn grondslag vindt in een eerder genomen beslissing waarover een referendum is gehouden of kon worden gehouden;

  • m Een voorgenomen besluit waarvan de inwerkingtreding of uitvoering niet kan worden uitgesteld vanwege de daarmee gemoeide spoedeisende gemeentelijke belangen;

  • n Een voorgenomen besluit waarvan de raad van mening is dat er andere dan in de onder h. en m. genoemde dringende redenen zijn om geen referendum te houden.

Artikel 5 Initiatief van de raad

  • 1 De raad kan besluiten tot het houden van een referendum.

  • 2 De raad stelt daartoe een startdocument vast waarin de probleemstelling en een beeld van de beoogde oplossingsrichting(-en) staan beschreven.

  • 3 De raad kan in afwijking van het bepaalde in artikel 3 besluiten tot het houden van een referendum in een gedeelte van de gemeente.

  • 4 In het geval toepassing wordt gegeven aan het bepaalde in het derde lid stelt de raad in het startdocument tevens het aantal kiesgerechtigden vast dat in dat gedeelte van de gemeente woonachtig is.

  • 5 Het bepaalde in de artikelen 9 en volgende is van overeenkomstige toepassing.

Artikel 6 Initiatief van kiesgerechtigden

  • 1 Kiesgerechtigden kunnen schriftelijk aangeven dat zij een initiatief willen nemen tot het houden van een referendum over een voorgenomen besluit.

  • 2 De kennisgeving moet uiterlijk om 12.00 uur op de vijfde dag voorafgaande aan de dag waarop de vergadering van de raad, waarvoor het voorgenomen besluit is geagendeerd wordt gehouden, bij het college zijn ingediend.

  • 3 De kennisgeving moet worden ondersteund door 25 kiesgerechtigden.

  • 4 In de kennisgeving wordt aangegeven op welk voorgenomen raadsbesluit deze betrekking heeft.

  • 5 De kennisgeving gaat vergezeld van een handtekening van elke verzoeker, met een opgave van diens naam, adres en geboortedatum.

  • 6 De in het vijfde lid bedoelde persoonsgegevens worden geplaatst op daartoe van gemeentewege verstrekte lijsten.

  • 7 Het college onderzoekt of de kennisgeving aan de hiervoor gestelde eisen voldoet en stelt de raad aan het begin van de raadvergadering van de resultaten hiervan in kennis.

  • 8 Kiesgerechtigden waarvan de gegevens als bedoeld in het vijfde lid niet zijn overgelegd, worden bij het bepalen van het aantal ondersteunende kiesgerechtigden niet meegerekend.

  • 9 Indien de kennisgeving is gedaan volgens de hiervoor gestelde eisen beslist de raad in dezelf-de vergadering waarvoor het voorgenomen besluit van de raad is geagendeerd of over dit besluit, met in achtneming van het bepaalde in artikel 4, een inleidend verzoek kan worden ingediend.

  • 10 Het besluit als bedoeld in het negende lid, wordt op de gebruikelijke wijze ter openbare kennis gebracht.

  • 11 De raad kan zijn beslissing met ten hoogste 8 weken verdagen.

Artikel 7 Inleidend verzoek

  • 1 Een aantal van 125 kiesgerechtigden kan bij het college schriftelijk een inleidend verzoek indienen voor het houden van een referendum over een voorgenomen besluit.

  • 2 Dit verzoek moet worden gedaan binnen 6 weken na de dag waarop op de gebruikelijke wijze ter openbare kennis is gebracht dat over een voorgenomen besluit een referendum kan worden gehouden.

  • 3 Voor de vaststelling van het in het eerste lid bedoelde aantal kiesgerechtigden worden de kiesgerechtigden, die de kennisgeving, als bedoeld in artikel 6, hebben ondersteund, meegerekend.

  • 4 In het verzoek wordt aangegeven op welk voorgenomen besluit het verzoek betrekking heeft.

  • 5 Het verzoek gaat vergezeld van een handtekening van elke kiesgerechtigde die het verzoek ondersteunt met een opgave van diens naam, adres en geboortedatum.

  • 6 De in het vijfde lid bedoelde persoonsgegevens worden geplaatst op daartoe van gemeentewege verstrekte lijsten.

  • 7 Kiesgerechtigden waarvan de gegevens als bedoeld in het vijfde lid niet zijn overgelegd, worden bij het bepalen van het aantal ondersteunende kiesgerechtigden niet meegerekend.

  • 8 Het college onderzoekt binnen 4 weken na binnenkomst van een inleidend verzoek of dit verzoek aan de hiervoor gestelde eisen voldoet en maakt aan de raad bekend of naar zijn mening is voldaan aan de vereisten voor het indienen van een definitief verzoek.

  • 9 De raad beslist in zijn eerste vergadering na de bekendmaking als bedoeld in het achtste lid of een definitief verzoek kan worden ingediend.

  • 10 De raad kan zijn beslissing verdagen tot de eerstvolgende raadsvergadering.

  • 11 De besluiten als bedoeld in het negende en tiende lid worden op de gebruikelijke wijze ter openbare kennis gebracht.

Artikel 8 Steunverwerving en besluit definitief verzoek

  • 1 Kiesgerechtigden kunnen bij de raad een definitief verzoek indienen voor het houden van een referendum binnen 8 weken na de dag waarop op de gebruikelijke wijze ter openbare kennis is gebracht dat het inleidende verzoek aan de gestelde eisen voldoet.

  • 2 Dit verzoek moet worden ondersteund door 1.250 kiesgerechtigden.

  • 3 Voor de vaststelling van het in het tweede lid bedoelde aantal kiesgerechtigden worden de kiesgerechtigden, die het inleidende verzoek, als bedoeld in artikel 7, hebben ondersteund, meegerekend.

  • 4 In het verzoek wordt aangegeven op welk voorgenomen raadsbesluit het verzoek betrekking heeft.

  • 5 Het verzoek gaat vergezeld van een handtekening van elke kiesgerechtigde die het ondersteunt met een opgave van diens naam, adres en geboortedatum.

  • 6 De in het vijfde lid bedoelde gegevens worden vermeld op daartoe van gemeentewege verstrekte lijsten, die op bij openbare kennisgeving bekendgemaakte plaatsen zijn neergelegd of elders aan de kiesgerechtigden beschikbaar zijn gesteld.

  • 7 Kiesgerechtigden waarvan de gegevens als bedoeld in het vijfde lid niet zijn overgelegd, worden bij het bepalen van het aantal ondersteunende kiesgerechtigden niet meegerekend.

  • 8 Het college onderzoekt binnen 4 weken na binnenkomst van een definitief verzoek of dit verzoek aan de hiervoor gestelde eisen voldoet en maakt aan de raad bekend of naar zijn mening is voldaan aan de vereisten voor het houden van een referendum.

  • 9 De raad beslist in zijn eerste vergadering na de bekendmaking als bedoeld in het achtste lid of een referendum kan worden gehouden.

  • 10 De raad kan zijn beslissing verdagen tot de eerstvolgende raadsvergadering.

  • 11 De besluiten als bedoeld in het negende en tiende lid worden op de gebruikelijke wijze ter openbare kennis gebracht.

Artikel 9 Aanhouding beslissing

  • 1 Wanneer de raad na een besluit als genoemd in artikel 6 van mening is dat over het voorgenomen besluit een referendum kan worden gehouden, wordt het betreffende raadsvoorstel op de gangbare wijze behandeld.

  • 2 De stemming over het door de raad te nemen besluit zoals dat luidt na de aanvaarde amendementen, wordt echter aangehouden tot de eerstvolgende raadsvergadering na de dag waarop het referendum wordt gehouden, tenzij eerder negatief over de ontvankelijkheid van het inleidende of definitieve verzoek wordt beslist.

Artikel 10 Datum

  • 1 Het referendum wordt gehouden op een door de raad te bepalen tijdstip, doch niet later dan vier maanden na de dag waarop het definitieve verzoek is ingewilligd of nadat de raad besloten heeft tot het houden van een referendum op basis van artikel 4.

  • 2 Indien het tijdstip van het referendum zou vallen binnen zes maanden voor het tijdstip van een algemene verkiezing, kan in afwijking van het bepaalde in het eerste lid het referendum worden gehouden op de datum van die verkiezing.

  • 3 Er kunnen gelijktijdig meerdere referenda worden gehouden.

Artikel 11 Vraagstelling

  • 1 De raad stelt de vraagstelling en de antwoordcategorieën van het referendum vast.

  • 2 De vraagstelling wordt weergegeven op de oproepingskaart.

Artikel 12 Advies en toezicht

  • 1 De raad kan zich bij het vaststellen van de vraagstelling laten adviseren door een commissie van advies en toezicht.

  • 2 De raad stelt de in het eerste lid genoemde commissie in en benoemt en ontslaat en haar leden.

Artikel 13 Uitvoering

  • 1 Het college is belast met de uitvoering tot het houden van een referendum en regelt de bestuurlijke en ambtelijke coördinatie.

Artikel 14 Budget

  • 1 De raad stelt, nadat is besloten tot het houden van een referendum, een budget beschikbaar voor voorlichting en organisatie.

Artikel 15 Dekking

  • 1 De begroting bevat een post om de kosten van ten minste één referendum per jaar te kunnen dekken.

Artikel 16 De stemming

  • 1 Stemgerechtigd zijn degenen die op de drieënveertigste dag voor de dag waarop het referendum wordt gehouden kiesgerechtigd zijn voor de verkiezing van de gemeenteraad.

  • 2 De bepalingen van de Kieswet zijn van overeenkomstige toepassing, met uitzondering van het bepaalde in hoofdstuk Z, paragraaf 1, en met dien verstande dat voor het referendum als hoofdstembureau fungeert het stembureau ter verkiezing van de leden van de gemeenteraad.

Artikel 17 De uitslag

  • 1 De uitslag van het referendum wordt berekend op basis van de gewone meerderheid van het totaal uitgebrachte geldige stemmen.

Artikel 18 De beslissing van de raad

  • 1 In de eerstvolgende vergadering van de raad na de dag waarop het referendum wordt gehouden, vindt besluitvorming plaats over het aangehouden raadsbesluit, als bedoeld in artikel 9, dat aan het referendum is onderworpen.

Artikel 19 Strafbepaling

  • 1 Met hechtenis van ten hoogste drie maanden of een geldboete van de tweede categorie wordt gestraft degene die:

  • a Stembiljetten, volmachtbewijzen of referendumkaarten namaakt of vervalst met het oogmerk deze als echt en onvervalst te gebruiken of door anderen te doen gebruiken;

  • b Stembiljetten, volmachtbewijzen of referendumkaarten die hij zelf heeft nagemaakt of vervalst of waarvan de valsheid of vervalsing hem, toen hij deze ontving, bekend was, opzettelijk als echt en onvervalst gebruikt of door anderen doet gebruiken, dan wel deze met het oogmerk om deze als echt en onvervalst te gebruiken of door anderen te doen gebruiken, in voorraad heeft;

  • c Stembiljetten, volmachtbewijzen of referendumkaarten voorhanden heeft met het oogmerk deze wederrechtelijk te gebruiken of door anderen te doen gebruiken;

  • d Als gemachtigde stemt voor een persoon, wetende dat deze is overleden.

Artikel 20 Overgangsbepaling

  • 1 Deze verordening is niet van toepassing op besluiten die hun grondslag vinden in een beslissing die de raad heeft genomen vóór de datum van de inwerkingtreding van deze verordening.

Artikel 21 Inwerkingtreding

  • 1 Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag na de datum van haar bekendmaking.

Artikel 22 Citeertitel

  • 1 Deze verordening wordt aangehaald als “Referendumverordening Cuijk 2006”.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 3 juli 2006
De raad voornoemd,
C.G.W.M. Selman L.M. Schootsgriffier voorzitter