Regeling vervallen per 31-12-2021

Speelautomatenhalverordening Cuijk 2001

Geldend van 08-11-2001 t/m 30-12-2021

Intitulé

Speelautomatenhalverordening Cuijk 2001

De raad van de gemeente Cuijk

Gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 16 oktober 2001;

 

Gelet op titel Va van de Wet op de Kansspelen, het Speelautomatenbesluit en de artikelen 142, 149 en 154 van de Gemeentewet;

B e s l u i t :

Vast te stellen de navolgende speelautomatenhalverordening

Artikel 1 Begripsbepalingen

  • 1 Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

  • a de wet: de Wet op de kansspelen;

  • b Speelautomatenbesluit: KB van 23 mei 2000, Stb. 223;

  • c speelautomaat: een toestel, ingericht voor de beoefening van een spel, dat bestaat uit een door de speler in werking gesteld mechanisch, elektrisch of elektronisch proces, waarbij het resultaat kan leiden tot de middellijke of onmiddellijke uitkering van prijzen of premies, daaronder begrepen het recht om gratis verder te spelen;

  • d behendigheidsautomaat: een speelautomaat waarvan:

    1. het spelresultaat uitsluitend kan leiden tot een verlengde speelduur of het recht op gratis spellen, en

    2. het proces, ook nadat het in werking is gesteld, door de speler kan worden beïnvloed en het geheel of vrijwel geheel van zijn inzicht en behendigheid bij het gebruik van de daartoe geboden middelen afhangt of en in welke mate de speelduur verlengd of het recht op gratis spellen verkregen wordt;

  • e kansspelautomaat: een speelautomaat die geen behendigheidsautomaat is;

  • f speelautomatenhal: een inrichting, bestemd om het publiek gelegenheid te geven een spel door middel van speelautomaten te beoefenen, als bedoeld in artikel 30 c, eerste lid, onder c, van de wet;

  • g ondernemer: de natuurlijke of rechtspersoon die de speelautomatenhal exploiteert;

  • h beheerder: degene die met het dagelijks toezicht en de onmiddellijke leiding in de speelautomatenhal is belast;

  • i openbare weg: alle voor het openbaar rij- of ander verkeer openstaande wegen of paden, daaronder begrepen de daarin gelegen bruggen en duikers, de tot die wegen of paden behorende bermen en zijkanten, alsmede kampeerplaatsen en de aan de wegen of paden liggende en als zodanig aangeduide parkeerterreinen.

Artikel 2

  • 1 Het is verboden zonder vergunning van de burgemeester een speelautomatenhal te vestigen of te exploiteren.

  • 2 De burgemeester kan voor maximaal één speelautomatenhal een vergunning verlenen.

Artikel 3

  • 1 De ondernemer dient de vergunning aan te vragen onder overlegging van:

  • a een nauwkeurige beschrijving van de inrichting waarbij is opgenomen de oppervlakte daarvan, alsmede een plattegrond waarin is aangegeven op welke plaats in de speelautomatenhal en in welk aantal en type kansspel- en/of behendigheidsautomaten worden opgesteld;

  • b een bewijs van inschrijving bij de Kamer van koophandel en fabrieken;

  • c een verklaring waaruit blijkt dat hij gerechtigd is over de ruimte te beschikken;

  • d een verklaring omtrent het gedrag van de ondernemer dan wel, indien de ondernemer een rechtspersoon is, van degene(n) die de onderneming krachtens de statuten vertegenwoordigt(en) en van de beheerder;

  • e een verklaring als bedoeld in artikel 5 lid 2 Speelautomatenbesluit waaruit blijkt dat bedrijfsleiders en beheerders beschikken over voldoende kennis en inzicht met betrekking tot het gebruik van speelautomaten en de daaraan verbonden risico’s van gokverslaving;

  • f een geldig KEMA-keuringcertificaat van de speelautomatenhal.

Artikel 4

  • 1 De burgemeester beslist binnen twaalf weken na de datum waarop hij de aanvraag met bijbehorende bescheiden heeft ontvangen. De beslissing kan eenmaal voor ten hoogste twaalf weken worden verdaagd.

Artikel 5

  • 1 De vergunning wordt jaarlijks afgegeven en kan uitsluitend worden gesteld ten name van de ondernemer en is niet overdraagbaar.

  • 2 In de vergunning wordt de naam van de beheerder vermeld.

  • 3 Aan de vergunning worden voorschriften en beperkingen verbonden. Deze hebben in elk geval betrekking op:

    A. de sluitingstijden van de speelautomatenhal;

    B. het toezicht in de speelautomatenhal;

    C. het aantal en type speelautomaten dat mag worden opgesteld;

    D. de exploitatie van de hal;

    E. KEMA-keuringcertificaat van de speelautomatenhal

Artikel 6

  • 1 De vergunning wordt geweigerd, indien:

    A. het maximaal aantal af te geven vergunningen voor speelautomatenhallen is verleend;

    B. de speelautomatenhal niet uitsluitend rechtstreeks vanaf de openbare weg voor het publiek toegankelijk is;

    C. de beheerder(s) de leeftijd van 25 jaar nog niet heeft (hebben) bereikt;

    D. door de aanwezigheid van de speelautomatenhal naar het oordeel van de burgemeester de leef- en woonsituatie in de naaste omgeving of het karakter van de winkelstraat/winkelbuurt op ontoelaatbare wijze nadelig wordt beïnvloed;

    E. de exploitatie of vestiging van de speelautomatenhal strijd oplevert met het geldende bestemmingsplan, dan wel een stadsvernieuwingsplan of leefmilieuverordening in de zin van de Wet op de stads- en dorpsvernieuwing;

    F. geen geldig KEMA-keuringcertificaat is afgegeven voor de speelautomatenhal.

  • 2 De burgemeester kan ontheffing verlenen van het leeftijdsvereiste, gesteld in het eerste lid, onder c.

Artikel 7

  • 1 Indien een overeenkomstig artikel 5, tweede lid, in de vergunning vermelde beheerder de hoedanigheid van beheerder heeft verloren, dient de ondernemer onder overlegging van de in artikel 3, onder d, genoemde bescheiden een nieuwe vergunning aan te vragen binnen twee weken nadat de in artikel 3 bedoelde verklaring omtrent het gedrag aan hem is verzonden.

  • 2 De vergunning vervalt indien de beslissing op een aanvraag voor een nieuwe vergunning voor het vestigen of exploiteren van een speelautomatenhal in hetzelfde pand onherroepelijk is geworden dan wel indien geen aanvraag is ingediend binnen zes maanden na het verlies van de hoedanigheid als bedoeld in het eerste lid.

Artikel 8

  • 1 De burgemeester kan de vergunning intrekken:

  • a indien blijkt dat de vergunning ten gevolge van een onjuiste of onvolledige opgave is verleend;

  • b indien de omstandigheden of inzichten op grond waarvan de vergunning is afgegeven zodanig zijn gewijzigd dat een situatie is ontstaan als bedoeld in artikel 6, eerste lid, onder d;

  • c indien gehandeld wordt in strijd met aan de vergunning verbonden voorschriften en beperkingen;

  • d indien de exploitatie van een speelautomatenhal voor een periode van langer dan zes maanden wordt onderbroken.

Artikel 9 Nieuw Artikel

  • 1 Indien een ondernemer komt te overlijden dient, indien voortzetting van de exploitatie wordt beoogd, binnen twaalf weken een nieuwe vergunning te worden aangevraagd.

  • 2 In alle andere gevallen van wisseling van ondernemer dient binnen vier weken na overname van de speelautomatenhal een nieuwe vergunning te worden aangevraagd.

  • 3 Zolang op een tijdig ingediende aanvrage niet is beslist is voortzetting van de exploitatie toegestaan, met inachtneming van de voorschriften en beperkingen, verbonden aan de van rechtswege vervallen vergunning.

Artikel 10

  • 1 Overtreding van artikel 2 van deze verordening en van de krachtens dat artikel gegeven voorschriften wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste drie maanden of geldboete van de tweede categorie.

Artikel 11

  • 1 De opsporing van de in artikel 10 strafbaar gestelde feiten is, behalve aan de in artikel 141 van het Wetboek van strafvordering genoemde opsporingsambtenaren, opgedragen aan hen die door burgemeester en wethouders met de zorg voor de naleving van deze verordening zijn belast, ieder voor zover het de feiten betreft die in de aanwijzing zijn vermeld.

Artikel 12

  • 1 Deze verordening kan worden aangehaald als: Speelautomatenhalverordening Cuijk 2001

Artikel 13

  • 1 Deze verordening treedt in werking met onmiddellijke ingang na bekendmaking in de gemeentelijke informatierubriek van het Cuijks Weekblad.

     

    Aldus vastgesteld door de raad van de gemeente Cuijk in zijn openbare vergadering van 29 oktober 2001.

     

    De raad voornoemd,

     

     

     

    J.J.P.M. Gilissen             L.M. Schoots

    secretaris                     voorzitter