Regeling vervallen per 20-06-2023

Verordening op de vertrouwenscommissie tot herbenoeming van de burgemeester 2012

Geldend van 02-02-2012 t/m 19-06-2023

Intitulé

Verordening op de vertrouwenscommissie tot herbenoeming van de burgemeester 2012

De gemeenteraad van Culemborg, bijeen in zijn openbare vergadering van 26 januari 2012;

Gelet op artikel 61a, 82 en 86 van de Gemeentewet, artikel 15 van de Archiefwet 1995 en artikel 9 van het Archiefbesluit 1995 en de circulaire van de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties d.d. 21 november 2001, kenmerk bk01/96074;

Besluit:

De verordening op de vertrouwenscommissie tot herbenoeming van de burgemeester 2012 vast te stellen als volgt:

Artikel 1 - Begripsbepalingen.

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    De minister: de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties;

  • b.

    De commissaris: de commissaris van de Koningin in Gelderland;

  • c.

    De burgemeester: de burgemeester van de gemeente Culemborg, de heer R. van Schelven;

  • d.

    De commissie: de vertrouwenscommissie, zijnde een raadscommissie, die belast is met de voorbereiding van de aanbeveling inzake de herbenoeming van de burgemeester.

Artikel 2 - Taak en werkwijze van de commissie

  • 1.

    De commissie heeft tot taak de aanbeveling van de gemeenteraad inzake de herbenoeming van de burgemeester voor te bereiden in het jaar 2012.

  • 2.

    De commissie vormt zich een oordeel over het functioneren van de burgemeester.

  • 3.

    De commissie formuleert de informatiebronnen op basis waarvan zij zich een oordeel vormt over het functioneren van de burgemeester. Deze informatiebronnen maakt zij vooraf kenbaar aan de burgemeester, de raad en de commissaris.

  • 4.

    De commissie brengt over haar oordeel schriftelijk en vertrouwelijk verslag uit aan de raad en de commissaris. Dit verslag wordt voorzien van een conceptaanbeveling.

  • 5.

    Bij de vervulling van haar taak neemt de commissie het gestelde in de circulaire van de minister d.d. 21 november 2001, in acht.

Artikel 3 - Samenstelling commissie

  • 1.

    De commissie bestaat uit de volgende raadsleden:

    • -

      de heer H.H. van Alphen

    • -

      de heer T.J. Heemskerk

    • -

      de heer S.A.D. Jumelet

    • -

      de heer J.G. Marringa

    • -

      mevrouw A.C.Ch. Pin

    • -

      mevrouw J.H.A. Sørensen

    • -

      mevrouw J.J. Visser-Vreugdenhil

  • 2.

    De plaatsvervangend voorzitter van de raad is voorzitter van de commissie. Bij afwezigheid van de voorzitter kiest de commissie kiest uit haar midden een plaatsvervangend voorzitter.

  • 3.

    De commissie kent geen plaatsvervangende leden.

Artikel 4 - Ambtelijke ondersteuning

  • 1.

    De griffier is secretaris van de commissie.

  • 2.

    De secretaris draagt zorg voor de ambtelijke ondersteuning van de commissie.

  • 3.

    De secretaris is geen lid van de commissie.

  • 4.

    De commissie wijst uit haar midden een plaatsvervangend secretaris aan.

Artikel 5 - Adviseur

  • 1.

    De heer H.C. van Oorschot, als vertegenwoordiger van het college van burgemeester en wethouders, wordt als adviseur aan de commissie worden toegevoegd. Plaatsvervanging is niet mogelijk.

  • 2.

    De adviseur kan advies uitbrengen tot het moment waarop de commissie haar verslag van bevindingen aanbiedt aan de raad.

  • 3.

    De adviseur is geen lid van de commissie en heeft geen stemrecht.

Artikel 6 - Vergaderingen

  • 1.

    De vergaderingen van de commissie zijn besloten.

  • 2.

    De commissie vergadert zo dikwijls als de voorzitter of ten minste twee leden dit noodzakelijk achten.

  • 3.

    De voorzitter doet van elke vergadering tenminste vierentwintig uur tevoren aankondiging aan de leden van de commissie.

  • 4.

    De commissie vergadert niet als niet ten minste de helft plus één van het aantal leden aanwezig is.

Artikel 7 - Geheimhouding.

  • 1.

    De commissie legt in elke vergadering, met toepassing van artikel 86 van de Gemeentewet, geheimhouding op over de inhoud van de stukken en het behandelde tijdens de vergadering, met inachtneming van het bepaalde in artikel 9.

  • 2.

    De voorzitter ziet erop toe dat aan het gestelde in het vorige lid wordt voldaan.

  • 3.

    De commissie en haar leden verstrekken geen inzage in de stukken noch informatie over de stukken en over het behandelde in haar vergadering aan raadsleden die geen zitting hebben in de commissie, noch aan anderen, behoudens het bepaalde in artikel 2, lid 4.

  • 4.

    De commissie, noch de gemeenteraad zal de geheimhouding waartoe het eerste lid verplicht, opheffen.

  • 5.

    De geheimhouding blijft na ontbinding van de commissie van kracht.

  • 6.

    Het bepaalde in dit artikel is van overeenkomstige toepassing op de secretaris.

Artikel 8 - Verslag

  • 1.

    Het verslag van de commissie wordt bij meerderheid van stemmen vastgesteld.

  • 2.

    Leden van de commissie kunnen in het verslag van een minderheidsstandpunt blijk geven.

  • 3.

    Bij het staken van de stemmen over de uit te brengen opvattingen, wordt het nemen van een beslissing uitgesteld tot de volgende vergadering. Is uitstel van de beslissing niet mogelijk of staken de stemmen ook in die volgende vergadering, dan worden geen opvattingen van de commissie, maar de verschillende meningen binnen de commissie ter kennis van de gemeenteraad gebracht.

Artikel 9 - Overleg tussen de commissie en de burgemeester

  • 1.

    De commissie of een delegatie van de commissie kan bij de aanvang van haar werkzaamheden een gesprek hebben met de burgemeester.

  • 2.

    Alvorens het verslag aan de raad te zenden, bespreekt de commissie het concept met de burgemeester.

  • 3.

    Indien ter zake van zijn functioneren in het in lid 2 genoemde gesprek afspraken met de burgemeester worden gemaakt, worden deze in het verslag aan de raad vermeld.

  • 4.

    De commissie zendt het verslag aan de raad, de burgemeester en de commissaris. De burgemeester kan, voorafgaand aan de bespreking in de raad, zijn zienswijze over het verslag geven.

Artikel 10 - Ontbinding vertrouwenscommissie

De vertrouwenscommissie wordt geacht te zijn ontbonden met ingang van de dag volgend op die waarop de minister een besluit heeft genomen op de aanbeveling van de raad.

Artikel 11 - Archivering van stukken

  • 1.

    De voorzitter en de secretaris van de commissie dragen er zorg voor dat op het tijdstip bedoeld in artikel 10 alle archiefbescheiden onverwijld in een verzegelde envelop en gerubriceerd als "geheim" worden overgebracht naar een krachtens de wet door de raad aangewezen archiefbewaarplaats.

  • 2.

    Zij dragen er eveneens zorg voor dat uitvoering wordt gegeven aan het bepaalde in de volgende leden van dit artikel. Van de in het eerste lid bedoelde overbrenging wordt een verklaring van overbrenging als bedoeld in artikel 10 van het Archiefbesluit 1995 opgemaakt. In deze verklaring wordt melding gemaakt van de met toepassing van artikel 15 lid 1 sub. a en c van de Archiefwet 1995 gestelde beperkingen aan de openbaarheid, geldende voor een periode van 75 jaar.

  • 3.

    Alle overige bescheiden en kopieën van de in dit artikel bedoelde bescheiden worden onmiddellijk vernietigd.

Artikel 12 - Contactpersoon

  • 1.

    De voorzitter van de commissie treedt op als contactpersoon naar buiten.

  • 2.

    Alle stukken bestemd voor de commissie worden gericht aan de voorzitter en gezonden aan het privé-adres van de secretaris en aldaar bewaard.

  • 3.

    Alle stukken die van de commissie uitgaan worden door de voorzitter en de secretaris ondertekend en vanaf het privé-adres van de secretaris verzonden.

Artikel 13- Onvoorziene aangelegenheden

In alle gevallen waarin deze verordening dan wel de circulaire van de minister d.d. 21 november 2001 niet voorzien, beslist de commissie.

Artikel 14 - Inwerkingtreding en vervaldatum

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking daags na bekendmaking

  • 2.

    Deze verordening vervalt met ingang van de dag volgend op die waarop door de minister een besluit is genomen op de aanbeveling van de raad.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de vergadering van 26 januari 2012