Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR152772
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR152772/3
Bouwverordening gemeente Dalfsen 2009
Geldend van 25-07-2018 t/m heden met terugwerkende kracht vanaf 01-07-2018
Intitulé
Bouwverordening gemeente Dalfsen 2009De raad van de gemeente Dalfsen;
Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 30 juni 2009, nummer 116;
Gelet op het voorstel van burgemeester en wethouders van 30 juni 2009, nummer 1030;
Overwegende dat de Bouwverordening die op basis van artikel 8 van de Woningwet tot stand is gekomen moet worden aangepast aan nieuwe wetgeving;
b e s l u i t:
tot het vaststellen van de Bouwverordening gemeente Dalfsen 2009, inclusief bijlagen en toelichting, onder gelijktijdige intrekking van de Bouwverordening 2008.
Aldus besloten door de raad van de gemeente Dalfsen in zijn openbare vergadering van 28 september 2009.
De raad voornoemd
de voorzitter, de griffier,
L.V. Elfers H.C. Lankman
HOOFDSTUK 1 INLEIDENDE BEPALINGEN
Artikel 1.1 begripsbepalingen
-
1. In deze verordening wordt verstaan onder:
- –
bouwwerk: elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, met inbegrip van een gedeelte daarvan, die op de plaats van bestemming hetzij direct hetzij indirect met de grond verbonden is, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond, bedoeld om ter plaatse te functioneren;
- –
NEN: een door de Stichting Nederlands Normalisatie Instituut uitgegeven norm;
- –
-
2. In deze verordening wordt verder verstaan onder:
- –
bevoegd gezag: dat wat daaronder wordt verstaan in de Woningwet;
- –
omgevingsvergunning voor het bouwen: dat wat daaronder wordt verstaan in de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.
- –
Artikel 1.2 Termijnen (vervallen)
Artikel 1.3 Indeling van het gebied van de gemeente
-
1. Voor de toepassing van deze verordening geldt als indeling van de gemeente:
- a.
het gebied binnen de bebouwde kom;
- b.
het gebied buiten de bebouwde kom.
- a.
-
2. Als gebied binnen de bebouwde kom geldt het gebied zoals door de raad is besloten op grond van artikel 20a Wegenverkeerswet 1994.
HOOFDSTUK 2 DE AANVRAAG OMGEVINGSVERGUNNING VOOR HET BOUWEN
Paragraaf 1 Gegevens en bescheiden
Artikel 2.1.1 Aanvraag bouwvergunning (vervallen)
Artikel 2.1.2 In de aanvraag op te nemen gegevens (vervallen)
Artikel 2.1.3 Bij de aanvraag in te dienen bescheiden (vervallen)
Artikel 2.1.4 Gegevens met betrekking tot het coördineren van vergunningaanvragen ( vervallen)
Artikel 2.1.5 Bodemonderzoek
-
1. Het onderzoek betreffende de bodemgesteldheid als bedoeld in artikel 8, vierde lid, van de Woningwet bestaat uit:
- a.
de resultaten van een recent milieuhygiënisch bodemonderzoek verricht volgens NEN 5740, uitgave 1999, in overeenstemming met het onderzoeksprotocol dat volgt uit figuur 1;
- b.
(vervallen);
- c.
indien op basis van het vooronderzoek aanleiding bestaat te veronderstellen dat asbest, daaronder mede begrepen asbestvezels, -deeltjes of –stof, in de bodem aanwezig is, vindt het onderzoek mede plaats op de wijze als voorzien in NEN 5707, uitgave 2003.
- a.
-
2. De plicht tot het indienen van een onderzoeksrapport als bedoeld in artikel 2.4, onder d van de Regeling omgevingsrecht geldt niet als het bouwen betrekking heeft op een bouwwerk dat naar aard en omvang gelijk is aan een bouwwerk als genoemd in het Besluit omgevingsrecht, artikelen 2 en 3 van bijlage II. Deze verwijzing geldt niet voor de hoogtebepalingen in het Besluit omgevingsrecht, artikelen 2 en 3 van bijlage II.
-
3. Het bevoegd gezag staat een geheel of gedeeltelijk afwijken van de plicht tot het indienen van een onderzoeksrapport bedoeld in artikel 2.4, onder d van de Regeling omgevingsrecht toe, indien voor toepassing van artikel 2.4.1 bij het bevoegd gezag reeds bruikbare recente onderzoeksresultaten beschikbaar zijn.
-
4. Het bevoegd gezag kan een gedeeltelijk afwijken van de plicht tot het indienen van een onderzoeksrapport als bedoeld in artikel 2.5, onder d van de Regeling omgevingsrecht toestaan voor een bouwwerk met een beperkte instandhoudingstermijn als bedoeld in artikel 2.23 Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en artikel 5.16 van het Besluit omgevingsrecht, indien uit het in NEN 5725, uitgave 2009, bedoelde vooronderzoek naar het historisch gebruik en naar de bodemgesteldheid blijkt, dat de locatie onverdacht is dan wel de gerezen verdenkingen een volledig veldonderzoek volgens NEN 5740, uitgave 2009 niet rechtvaardigen.
-
5. Als met het bouwen pas kan worden begonnen nadat de aanwezige bouwwerken zijn gesloopt, moet het bodemonderzoek plaatsvinden nadat is gesloopt en voordat met de bouw wordt begonnen.
Artikel 2.1.6 Overige gegevens en bescheiden behorende bij de aanvraag om bouwvergunning (vervallen)
Artikel 2.1.7 Bouwregistratie (vervallen)
Artikel 2.1.8 Bijzondere bepalingen omtrent de aanvraag om bouwvergunning woonwagens en standplaatsen (vervallen)
Paragraaf 2 Behandeling van de aanvraag om bouwvergunning
Artikel 2.2.1 Ontvangst van de aanvraag (vervallen)
Artikel 2.2.2 Samenloop met vrijstelling ruimtelijke ordening (vervallen)
Artikel 2.2.3 Bekendmaking van termijnen (vervallen)
Artikel 2.2.4 In behandeling nemen en fasering bouwvergunningverlening (vervallen)
Artikel 2.2.5 In behandeling nemen en bodemonderzoek (vervallen)
Artikel 2.2.6 Kennisgeving van rechtswege verleende bouwvergunning (vervallen)
Paragraaf 3 Welstandstoetsing
Artikel 2.3.1 Welstandscriteria (vervallen)
Paragraaf 4 Het tegengaan van bouwen op verontreinigde bodem
Artikel 2.4.1 Verbod tot bouwen op verontreinigde bodem
Op een bodem die zodanig is verontreinigd dat schade of gevaar is te verwachten voor de gezondheid van de gebruikers, mag niet worden gebouwd voorzover dat bouwen betrekking heeft op een bouwwerk:
- a.
waarin voortdurend of nagenoeg voortdurend mensen zullen verblijven;
- b.
voor het bouwen waarvan een omgevingsvergunning voor het bouwen is vereist; en
- c.
1. dat de grond raakt, of
2. waarvan het bestaande, niet-wederrechtelijke gebruik niet wordt gehandhaafd.
Artikel 2.4.2 Voorwaarden omgevingsvergunning voor het bouwen
In afwijking van het bepaalde in artikel 2.4.1 en onverminderd het bepaalde in artikel 2.4, onder d, van de Regeling omgevingsrecht, kan het bevoegd gezag voorwaarden verbinden aan de omgevingsvergunning voor het bouwen, in het geval zij op grond van het in de Regeling omgevingsrecht bedoelde onderzoeksrapport en/of andere bij hen bekende onderzoeksresultaten dan wel op grond van het overeenkomstig het tweede lid van artikel 39 van de Wet bodembescherming goedgekeurde saneringsplan bedoeld in artikel 39, eerste lid, van die Wet van oordeel zijn, dat de bodem niet geschikt is voor het beoogde doel maar door het stellen van voorwaarden alsnog geschikt kan worden gemaakt.
Paragraaf 5 [vervallen]
Paragraaf 6: Voorschriften inzake brandveiligheidsinstallaties en vluchtrouteaanduidingen
Artikel 2.6.1 Beginsel inzake brandmeldinstallaties (vervallen)
Artikel 2.6.2 Aanwezigheid van brandmeldinstallaties (vervallen)
Artikel 2.6.3 Omvang van de bewaking door brandmeldinstallaties (vervallen)
Artikel 2.6.4 Kwaliteit van brandmeldinstallaties (vervallen)
Artikel 2.6.5 Beginsel inzake ontruimingsalarminstallaties (vervallen)
Artikel 2.6.6 Aanwezigheid van ontruimingsalarminstallaties (vervallen)
Artikel 2.6.7 Kwaliteit van ontruimingsalarminstallaties (vervallen)
Artikel 2.6.8 Beginsel inzake vluchtrouteaanduidingen (vervallen)
Artikel 2.6.9 Aanwezigheid van vluchtrouteaanduidingen (vervallen)
Artikel 2.6.10 Kwaliteit van vluchtrouteaanduidingen (vervallen)
Artikel 2.6.11 Gelijkwaardigheid (vervallen)
Artikel 2.6.12 Communicatiesysteem voor publieke hulpverleningsdiensten (vervallen)
Paragraaf 7: Aansluitplicht op de nutsvoorzieningen
Artikel 2.7.1 Eis tot aansluiting aan de waterleiding (vervallen)
Artikel 2.7.2 Eis tot aansluiting aan het elektriciteitsnet (vervallen)
Artikel 2.7.3 Eis tot aansluiting aan het aardgasnet (vervallen)
Artikel 2.7.4 Eis tot aansluiting aan de openbare riolering (vervallen)
Artikel 2.7.5 Aansluiting anders dan aan de openbare riolering (vervallen)
Artikel 2.7.6 Kwaliteit en dimensionering van de buitenriolering op erven en terreinen (vervallen)
Artikel 2.7.7 Wijze van meten van de afstand tot de leidingen van het openbare net van denutsvoorzieningen (vervallen)
HOOFDSTUK 3 DE MELDING
Artikel 3.1 De wijze van melden (vervallen).
Artikel 3.2 Welstandscriteria (vervallen).
HOOFDSTUK 4 PLICHTEN TIJDENS EN BIJ VOLTOOIING VAN DE BOUW EN BIJ INGEBRUIKNEMING VAN EEN BOUWWERK
Artikel 4.1 (vervallen)
Artikel 4.2 Op het bouwterrein verplicht aanwezige bescheiden (vervallen)
Artikel 4.3 Wijzigingen in gegevens bouwregistratie (vervallen)
Artikel 4.4 Het uitzetten van de bouw (vervallen)
Artikel 4.5 Kennisgeving aan het bouwtoezicht van start van (onderdelen van) de bouwwerkzaamheden (vervallen)
Artikel 4.6 Opmetingen, ontgravingen, opbrekingen en onderzoekingen (vervallen)
Artikel 4.7 Bemalen van bouwputten (vervallen)
Artikel 4.8 Veiligheid op het bouwterrein (vervallen)
Artikel 4.9 Afscheiding van het bouwterrein ( vervallen)
Artikel 4.10 Veiligheid van hulpmiddelen en het voorkomen van hinder (vervallen)
Artikel 4.11 Bouwafval (vervallen)
Artikel 4.12 Gereedmelding van (onderdelen van) de bouwwerkzaamheden (vervallen)
Artikel 4.13 Melden van werken bij lage temperaturen (vervallen)
Artikel 4.14 Verbod tot ingebruikneming (vervallen)
HOOFDSTUK 5 STAAT VAN OPEN ERVEN EN TERREINEN, AANSLUITING OP DE NUTSVOORZIENINGEN EN HET WEREN VAN SCHADELIJK EN HINDERLIJK GEDIERTE
Paragraaf 1 Staat van open erven en terreinen
Artikel 5.1.1 Staat van onderhoud van open erven en terreinen (vervallen)
Artikel 5.1.2 Bereikbaarheid van gebouwen voor wegverkeer. Brandblusvoorzieningen (vervallen)
Artikel 5.1.3 Bereikbaarheid van gebouwen voor gehandicapten (vervallen)
Paragraaf 2 Staat van brandveiligheidsinstallaties en vluchtrouteaanduidingen
Artikel 5.2.1 Voorschriften inzake brandveiligheidsinstallaties en vluchtrouteaanduidingen (vervallen)
Artikel 5.2.2 Aanwezigheid van brandveiligheidsinstallaties in gebouwen niet zijnde woningen, woongebouwen, logiesgebouwen of kantoorgebouwen (vervallen)
Artikel 5.2.3 Aanwezigheid van brandveiligheidsinstallaties in woongebouwen van bijzondere aard (vervallen)
Artikel 5.2.4 Aanwezigheid van brandveiligheidsinstallaties in logiesverblijven en logiesgebouwen (vervallen)
Artikel 5.2.5 Aanwezigheid van brandveiligheidsinstallaties in kantoorgebouwen (vervallen)
Paragraaf 3 Aansluiting op nutsvoorzieningen
Artikel 5.3.1 Eis tot aansluiting aan de waterleiding (vervallen)
Artikel 5.3.2 Eis tot aansluiting aan het elektriciteitsnet (vervallen)
Artikel 5.3.3 Eis tot aansluiting aan het aardgasnet (vervallen)
Artikel 5.3.4 Eis tot aansluiting aan de openbare riolering (vervallen)
Artikel 5.3.5 Aansluiting anders dan aan de openbare riolering (vervallen)
Artikel 5.3.6 Kwaliteit en dimensionering van de buitenriolering op erven en terreinen (vervallen)
Artikel 5.3.7 Wijze van meten van de afstand tot de leidingen van het openbare net van de nutsvoorzieningen (vervallen)
Paragraaf 4 Het weren van schadelijk of hinderlijk gedierte. Reinheid
Artikel 5.4.1 Preventie (vervallen)
HOOFDSTUK 6 BRANDVEILIG GEBRUIk
Paragraaf 1 Gebruiksvergunning
Artikel 6.1.1 Vergunning gebruik bouwwerk (vervallen)
Artikel 6.1.2 Aanvraag gebruiksvergunning (vervallen)
Artikel 6.1.3 In behandeling nemen (vervallen)
Artikel 6.1.4 Termijn van beslissing (vervallen)
Artikel 6.1.5 Weigeren gebruiksvergunning (vervallen)
Artikel 6.1.6 Intrekken gebruiksvergunning (vervallen)
Artikel 6.1.7 Verplicht aanwezige bescheiden (vervallen)
Paragraaf 2 Het voorkomen van brand en het beperken van brand en brandgevaar
Artikel 6.2.1 Gebruikseisen voor bouwwerken (vervallen)
Artikel 6.2.2. Opslag brandgevaarlijke stoffen (vervallen)
Artikel 6.2.3 Opslag en verwerking stoffen (vervallen)
Paragraaf 3 Het bestrijden van brand en het voorkomen van ongevallen bij brand
Artikel 6.3.1 Gebruiksgereed houden bluswaterwinplaatsen (vervallen)
Artikel 6.3.2 Gebruik middelen en voorzieningen (vervallen)
Paragraaf 4 Hinder in verband met brandveiligheid
Artikel 6.4.1 Hinder in verband met de brandveiligheid (vervallen)
HOOFDSTUK 7 OVERIGE GEBRUIKSBEPALINGEN
Paragraaf 1 Overbevolking
Artikel 7.1.1 Overbevolking van woningen (vervallen)
Artikel 7.1.2 Overbevolking van woonwagens (vervallen)
Paragraaf 2 Staken van het gebruik
Artikel 7.2.1 Verbod tot gebruik bij bouwvalligheid (vervallen)
Artikel 7.2.2 Staken van gebruik wegens gebrek aan veiligheid en gebrek aan hygiëne (vervallen)
.
Artikel 7.2.3 Staken van het gebruik van een woonwagen (vervallen)
Paragraaf 3 Gebruik van bouwwerken, open erven en terreinen
Artikel 7.3.1 Verbod tot het gebruik van bouwwerken, open erven en terreinen in afwijking vande bestemming (vervallen)
Artikel 7.3.2 Hinder (vervallen)
Paragraaf 4 Het weren van schadelijk of hinderlijk gedierte. Reinheid
Artikel 7.4.1 Preventie (vervallen)
Paragraaf 5 Watergebruik
Artikel 7.5.1 Verboden gebruik van water (vervallen)
Paragraaf 6 Installaties
Artikel 7.6.1 Gebruiksgereed houden van installaties (vervallen)
HOOFDSTUK 8 SLOPEN
Paragraaf 1 Omgevingsvergunning voor het slopen
Artikel 8.1.1 Omgevingsvergunning voor het slopen (vervallen)
Artikel 8.1.2 Aanvraag sloopvergunning (vervallen)
Artikel 8.1.3 In behandeling nemen (vervallen)
Artikel 8.1.4 Termijn van beslissen (vervallen)
Artikel 8.1.5 Samenloop van slopen en bouwen (vervallen)
Artikel 8.1.6 Weigeren omgevingsvergunning voor het slopen (vervallen)
Artikel 8.1.7 Intrekken omgevingsvergunning voor het slopen (vervallen)
Paragraaf 2 Uitzonderingen op het vereiste van omgevingsvergunning voor het slopen
Artikel 8.2.1 Sloopmelding (vervallen)
Artikel 8.2.2 Overige uitzonderingen op het vereiste van omgevingsvergunning voor het slopen (vervallen)
Paragraaf 3 Verplichtingen tijdens het slopen
Artikel 8.3.1 Veiligheid op sloopterrein (vervallen)
Artikel 8.3.2 Op het sloopterrein verplicht aanwezige bescheiden (vervallen)
Artikel 8.3.3 Plichten van de houder van de omgevingsvergunning voor het slopen (vervallen)
Artikel 8.3.4 Plichten van degene die sloopt (vervallen)
Artikel 8.3.5 Wijze van slopen, verpakken en opslaan van asbest (vervallen)
Artikel 8.3.6 Plichten ten aanzien van de sloop van tuinbouwkassen (vervallen)
Paragraaf 4 Vrij slopen
Artikel 8.4.1 Sloopafval algemeen (vervallen)
HOOFDSTUK 9 WELSTANDS- EN MONUMENTENADVISERING
Artikel 9.1 De advisering door de stadsbouwmeester en de monumentencommissie
-
1. De stadsbouwmeester adviseert over welstandsaspecten van aanvragen voor een omgevingsvergunning voor het bouwen. De monumentencommissie adviseert over monumentenaspecten van aanvragen voor een omgevingsvergunning.
-
2. De stadsbouwmeester dan wel de monumentencommissie brengt in bezwaar en beroepsprocedures desgevraagd in heroverweging advies uit.
-
3. De stadsbouwmeester baseert zijn welstandsadvies voor de bestaande bebouwing en inbreidingslocaties op de in de welstandsnota genoemde welstandscriteria en voor nieuwe bouwlocaties op het welstandsbeleid zoals vastgelegd in gemeentelijke beleidsstukken/ beeldkwaliteitsplannen.
-
4. De adviezen van de stadsbouwmeester en de monumentencommissie zijn schriftelijk. De adviezen van de monumentencommissie zijn met redenen omkleed en van de stadsbouwmeester zijn desgewenst met redenen omkleed.
-
5. Zodra het advies wordt uitgebracht, wordt het door of het bevoegd gezag gevoegd bij de aanvraag om een omgevingsvergunning.
Artikel 9.2 Samenstelling van de monumentencommissie
-
1. De monumentencommissie bestaat ten minste uit vier leden, , waarvan ten minste drie leden deskundig zijn op het gebied van architectuur/esthetiek, stedenbouw, monumentenzorg, de inrichting van de openbare ruimte, dan wel landschapsarchitectuur. Voor de monumentenzorg zal één lokale deskundige deel uitmaken in de monumentencommissie.
-
2. Voor de leden worden plaatsvervangers aangewezen.
-
3. De monumentencommissie kan slechts adviezen uitbrengen indien ten minste drie leden aanwezig zijn en waarvan ten minste twee leden beschikken over deskundigheid op het gebied van monumentenzorg.
-
4. De leden van de monumentencommissie zijn onafhankelijk van het gemeentebestuur.
Artikel 9.3 Benoeming en zittingsduur (vervallen).
Artikel 9.4 Ambtelijk adviseurs
-
1. Als ambtelijk adviseurs ten behoeve van de stadsbouwmeester en de monumentencommissie worden aangewezen de allround medewerkers bouwen, de senior medewerker bouwen en de beleidsmedewerker monumentenzorg en hun plaatsvervangers.
-
2. De ambtelijk adviseurs verstrekken aan de stadsbouwmeester en de monumentencommissie alle informatie die in verband met een goede uitoefening van haar adviestaak noodzakelijk is, desgevraagd ook tijdens vergaderingen van de stadsbouwmeesterdan wel de monumentencommissie.
Artikel 9.5 Jaarlijkse verantwoording
-
1. Zowel de stadsbouwmeester als de monumentencommissie, stellen jaarlijks een verslag op van hun werkzaamheden voor de gemeenteraad.
-
2. Zowel de stadsbouwmeester als de monumentencommissie kunnen in hun jaarverslag aanbevelingen doen ten aanzien van het gemeentelijk ruimtelijk kwaliteitsbeleid in het algemeen en de aanpassing van de gemeentelijke welstandsnota in het bijzonder.
-
3. Eénmaal per jaar vindt er mede naar aanleiding van het jaarverslag als bedoeld in lid 1 overleg plaats tussen burgemeester en wethouders en desgewenst de raadscommissie en de stadsbouwmeester over het welstandstoezicht mede in relatie tot de welstandsnota.
Artikel 9.6 Termijn van advisering
-
1. De stadsbouwmeester brengt binnen vijf werkdagen advies uit nadat door of namens burgemeester en wethouders daarom is verzocht.
-
2. vervallen
-
3. De monumentencommissie houdt bij een aanvraag om omgevingsvergunning die ziet op een monument, de termijnen aan die in de vastgestelde erfgoedverordening van de gemeente Dalfsen staan.
-
4. Burgemeester en wethouders kunnen in hun verzoek om advies de stadsbouwmeester een langere termijn dan genoemd in de bovengenoemde leden van dit artikel geven voor het uitbrengen van het welstandsadvies.
Artikel 9.7 Openbaarheid van vergaderen en mondelinge toelichting
-
1. De behandeling van bouwplannen door de stadsbouwmeester of de monumentencommissie is openbaar. De agenda voor de vergadering van de stadsbouwmeester dan wel de monumentencommissie wordt tijdig bekendgemaakt in een van gemeentewege uitgegeven blad of een dag-, nieuws- of huis-aan-huisblad, dan wel op een andere geschikte wijze. Indien burgemeester en wethouders – al dan niet op verzoek van de aanvrager – een verzoek doen tot niet-openbare behandeling, dan dienen burgemeester en wethouders daaraan klemmende redenen op grond van artikel 10 van de Wet openbaarheid van bestuur ten grondslag te leggen. De openbaarheid geldt zowel voor de beraadslagingen, de beoordeling als de adviezen.
-
2. Indien de aanvrager van de omgevingsvergunning voor het bouwen hierom bij het indienen van de aanvraag om omgevingsvergunning heeft verzocht, wordt deze door of namens de stadsbouwmeester dan wel de monumentencommissie in staat gesteld tot het geven van een toelichting op het bouwplan.
-
3. In het geval dat het bouwplan in de vergadering van de stadsbouwmeester dan wel de monumentencommissie wordt behandeld en een verzoek tot het geven van een toelichting is gedaan, dient de aanvrager van de omgevingsvergunning een uitnodiging te ontvangen voor de vergadering van de stadsbouwmeester dan wel de monumentencommissie, waarin de aanvraag wordt behandeld.
-
4. Belanghebbenden hebben in toelichtende zin spreekrecht.
Artikel 9.8 Afdoening onder verantwoordelijkheid (vervallen)
Artikel 9.9 Uitsluiting van gebieden en categorieën bouwwerken (vervallen)
HOOFDSTUK 10 OVERIGE ADMINISTRATIEVE BEPALINGEN
Artikel 10.1 De aanvraag om woonvergunning (vervallen)
Artikel 10.2 De aanvraag om vergunning tot hergebruik van een ontruimde onbewoonbaar verklaarde woning of woonwagen (vervallen)
Artikel 10.3 Overdragen vergunningen (vervallen)
Artikel 10.4 Overdragen mededeling (vervallen)
Artikel 10.5 Het kenteken voor onbewoonbaar verklaarde woningen en woonwagens alsmede onbruikbaar verklaarde standplaatsen (vervallen)
Artikel 10.6 Herziening en vervanging van aangewezen normen en andere voorschriften
Het bevoegd gezag is bevoegd om rekening te houden met de herziening en vervanging van de NEN-normen, voornormen, praktijkrichtlijnen en andere voorschriften waarnaar in deze verordening - of in de bij deze verordening behorende bijlagen - wordt verwezen, indien de bevoegde instantie de betrokken norm, voornorm, praktijkrichtlijn of het voorschrift heeft herzien of vervangen en die herziening of vervanging heeft gepubliceerd.
HOOFDSTUK 11 HANDHAVING
Artikel 11.1 Stilleggen van de bouw (vervallen)
Artikel 11.2 Overtreding van het verbod tot ingebruikneming (vervallen)
Artikel 11.3 Stilleggen van het slopen (vervallen)
Artikel 11.4 Onderzoek naar een gebrek (vervallen)
HOOFDSTUK 12 STRAF, overgangs- EN SLOTBEPALINGEN
Artikel 12.1 Strafbare feiten (vervallen)
Artikel 12.2 Overgangsbepaling bodemonderzoek (vervallen)
Artikel 12.3 Overgangsbepaling met betrekking tot de staat van open erven en terreinen (vervallen)
Artikel 12.4 Overgangsbepaling (aanvragen om) gebruiksvergunning (Vervallen)
Artikel 12.5 Overgangsbepaling sloopmelding (vervallen)
Artikel 12.6 Slotbepaling
-
1. Deze verordening treedt in werking op 28 oktober 2009.
-
2. Bij de inwerkingtreding van deze verordening vervalt de bouwverordening, vastgesteld bij raadsbesluit d.d. 25 juli 2007 en alle daarin aangebrachte wijzigingen.
-
3. Deze verordening kan worden aangehaald als 'Bouwverordening gemeente Dalfsen 2009'.
Ondertekening
BIJLAGE 1 GEGEVENS EN BESCHEIDEN AANVRAAG BOUWVERGUNNING (VERVALLEN)
BIJLAGE 2 GEGEVENS EN BESCHEIDEN AANVRAAG GEBRUIKSVERGUNNING (VERVALLEN)
BIJLAGE 3 GEBRUIKSEISEN VOOR BOUWWERKEN (VERVALLEN)
BIJLAGE 4 GEBRUIKSEISEN VOOR BOUWWERKEN MET UITZONDERING VAN DE NIET-GEMEENSCHAPPELIJKE RUIMTEN IN WOONFUNCTIES (VERVALLEN)
BIJLAGE 5 OPSLAG BRANDGEVAARLIJKE STOFFEN (VERVALLEN)
BIJLAGE 6 OPSLAG BRANDGEVAARLIJKE STOFFEN (VERVALLEN)
BIJLAGE 7 KWALITEITSEISEN VOOR BUIZEN EN HULPSTUKKEN VAN DE BUITENRIOLERING OP ERVEN EN TERREINEN (VERVALLEN)
BIJLAGE 8 CHECKLIST VOOR DE VISUELE INSPECTIE VAN WONINGEN EN DAARMEE VERGELIJKBARE BOUWWERKEN OP DE AANWEZIGHEID VAN ASBEST (VERVALLEN)
BIJLAGE 9 SELECTIE EN BENOEMING VAN DE WELSTANDS- EN DE MONUMENTENCOMMISSIE
BIJLAGE BEHORENDE BIJ ARTIKEL 9.3 (VERVALLEN)
BIJLAGE 10 Tabel 2.6.1 behorende bij artikel 2.6.1 (brandmeldinstallaties) (VERVALLEN)
BIJLAGE 11 Tabel 2.6.5 behorende bij artikel 2.6.5 (ontruimingsinstallaties) (VERVALLEN)
BIJLAGE 12 Tabel 2.6.8 behorende bij artikel 2.6.8 (vluchtrouteaanduiding) (VERVALLEN)
BIJLAGE 13 HANTERING BODEMKWALITEITSKAART BIJ BOUWEN
Toetsingskader behorende bij artikel 2.1.5., lid 3.
Inhoudsopgave
HOOFDSTUK 1 INLEIDENDE BEPALINGEN
Artikel 1.1 begripsbepalingen
Artikel 1.2 Termijnen (vervallen)
Artikel 1.3 Indeling van het gebied van de gemeente
HOOFDSTUK 2 DE AANVRAAG OMGEVINGSVERGUNNING VOOR HET BOUWEN
Paragraaf 1 Gegevens en bescheiden
Artikel 2.1.1 Aanvraag bouwvergunning (vervallen)
Artikel 2.1.2 In de aanvraag op te nemen gegevens (vervallen)
Artikel 2.1.3 Bij de aanvraag in te dienen bescheiden (vervallen)
Artikel 2.1.4 Gegevens met betrekking tot het coördineren van vergunningaanvragen ( vervallen)
Artikel 2.1.5 Bodemonderzoek
Artikel 2.1.6 Overige gegevens en bescheiden behorende bij de aanvraag om bouwvergunning (vervallen)
Artikel 2.1.7 Bouwregistratie (vervallen)
Artikel 2.1.8 Bijzondere bepalingen omtrent de aanvraag om bouwvergunning woonwagens en standplaatsen (vervallen)
Paragraaf 2 Behandeling van de aanvraag om bouwvergunning
Artikel 2.2.1 Ontvangst van de aanvraag (vervallen)
Artikel 2.2.2 Samenloop met vrijstelling ruimtelijke ordening (vervallen)
Artikel 2.2.3 Bekendmaking van termijnen (vervallen)
Artikel 2.2.4 In behandeling nemen en fasering bouwvergunningverlening (vervallen)
Artikel 2.2.5 In behandeling nemen en bodemonderzoek (vervallen)
Artikel 2.2.6 Kennisgeving van rechtswege verleende bouwvergunning (vervallen)
Paragraaf 3 Welstandstoetsing
Artikel 2.3.1 Welstandscriteria (vervallen)
Paragraaf 4 Het tegengaan van bouwen op verontreinigde bodem
Artikel 2.4.1 Verbod tot bouwen op verontreinigde bodem
Artikel 2.4.2 Voorwaarden omgevingsvergunning voor het bouwen
Paragraaf 5 Voorschriften van stedenbouwkundige aard en bereikbaarheidseisen
Artikel 2.5.1 Richtlijnen voor de verlening van ontheffing van de stedenbouwkundige bepalingen (vervallen)
Artikel 2.5.2 Anti-cumulatiebepaling
Artikel 2.5.3 Bereikbaarheid van bouwwerken voor wegverkeer. Brandblusvoorzieningen (vervallen)
Artikel 2.5.3A Brandweeringang (vervallen)
Artikel 2.5.4 Bereikbaarheid van gebouwen voor gehandicapten (vervallen)
Artikel 2.5.5 Ligging van de voorgevelrooilijn
Artikel 2.5.6 Verbod tot bouwen met overschrijding van de voorgevelrooilijn
Artikel 2.5.7 Toegelaten overschrijding van de voorgevelrooilijn
Artikel 2.5.8 Vergunningverlening in afwijking van het verbod tot overschrijding van de voorgevelrooilijn
Artikel 2.5.9 Bouwen op de weg
Artikel 2.5.10 Plaatsing van de voorgevel ten opzichte van de voorgevelrooilijn. Afschuining van straathoeken
Artikel 2.5.11 Ligging van de achtergevelrooilijn
Artikel 2.5.12 Verbod tot bouwen met overschrijding van de achtergevelrooilijn
Artikel 2.5.13 Toegelaten overschrijding van de achtergevelrooilijn
Artikel 2.5.14 Vergunningverlening in afwijking van het verbod tot overschrijding van de achtergevelrooilijn
Artikel 2.5.15 Erf bij woningen en woongebouwen
Artikel 2.5.16 Erf bij overige gebouwen
Artikel 2.5.17 Ruimte tussen bouwwerken
Artikel 2.5.18 Erf- en terreinafscheidingen
Artikel 2.5.19 Bouwen nabij bovengrondse hoogspanningslijnen en ondergrondse hoofdtransportleidingen
Artikel 2.5.20 Toegelaten hoogte in de voorgevelrooilijn
Artikel 2.5.21 Toegelaten hoogte in de achtergevelrooilijn
Artikel 2.5.22 Toegelaten hoogte van zijgevels tegenover een achtergevelrooilijn
Artikel 2.5.23 Toegelaten hoogte tussen voor- en achtergevelrooilijnen
Artikel 2.5.24 Grootste toegelaten hoogte van bouwwerken
Artikel 2.5.25 Hoogte van bouwwerken op niet aan een weg grenzende terreinen
Artikel 2.5.26 Wijze van meten van de hoogte van bouwwerken
Artikel 2.5.27 Toegelaten afwijkingen van de toegelaten bouwhoogte
Artikel 2.5.28 Vergunningverlening in afwijking van het verbod tot overschrijding van de toegelaten bouwhoogte
Artikel 2.5.29 Vergunningverlening in afwijking van het verbod tot overschrijding van de rooilijnen en van de toegelaten bouwhoogte in geval van voorbereiding van nieuw ruimtelijk beleid
Artikel 2.5.30 Parkeergelegenheid en laad- en losmogelijkheden bij of in gebouwen
Paragraaf 6: Voorschriften inzake brandveiligheidsinstallaties en vluchtrouteaanduidingen
Artikel 2.6.1 Beginsel inzake brandmeldinstallaties (vervallen)
Artikel 2.6.2 Aanwezigheid van brandmeldinstallaties (vervallen)
Artikel 2.6.3 Omvang van de bewaking door brandmeldinstallaties (vervallen)
Artikel 2.6.4 Kwaliteit van brandmeldinstallaties (vervallen)
Artikel 2.6.5 Beginsel inzake ontruimingsalarminstallaties (vervallen)
Artikel 2.6.6 Aanwezigheid van ontruimingsalarminstallaties (vervallen)
Artikel 2.6.7 Kwaliteit van ontruimingsalarminstallaties (vervallen)
Artikel 2.6.8 Beginsel inzake vluchtrouteaanduidingen (vervallen)
Artikel 2.6.9 Aanwezigheid van vluchtrouteaanduidingen (vervallen)
Artikel 2.6.10 Kwaliteit van vluchtrouteaanduidingen (vervallen)
Artikel 2.6.11 Gelijkwaardigheid (vervallen)
Artikel 2.6.12 Communicatiesysteem voor publieke hulpverleningsdiensten (vervallen)
Paragraaf 7: Aansluitplicht op de nutsvoorzieningen
Artikel 2.7.1 Eis tot aansluiting aan de waterleiding (vervallen)
Artikel 2.7.2 Eis tot aansluiting aan het elektriciteitsnet (vervallen)
Artikel 2.7.3 Eis tot aansluiting aan het aardgasnet (vervallen)
Artikel 2.7.4 Eis tot aansluiting aan de openbare riolering (vervallen)
Artikel 2.7.5 Aansluiting anders dan aan de openbare riolering (vervallen)
Artikel 2.7.6 Kwaliteit en dimensionering van de buitenriolering op erven en terreinen (vervallen)
Artikel 2.7.7 Wijze van meten van de afstand tot de leidingen van het openbare net van denutsvoorzieningen (vervallen)
HOOFDSTUK 3 DE MELDING
Artikel 3.1 De wijze van melden (vervallen).
Artikel 3.2 Welstandscriteria (vervallen).
HOOFDSTUK 4 PLICHTEN TIJDENS EN BIJ VOLTOOIING VAN DE BOUW EN BIJ INGEBRUIKNEMING VAN EEN BOUWWERK
Artikel 4.1 (vervallen)
Artikel 4.2 Op het bouwterrein verplicht aanwezige bescheiden (vervallen)
Artikel 4.3 Wijzigingen in gegevens bouwregistratie (vervallen)
Artikel 4.4 Het uitzetten van de bouw (vervallen)
Artikel 4.5 Kennisgeving aan het bouwtoezicht van start van (onderdelen van) de bouwwerkzaamheden (vervallen)
Artikel 4.6 Opmetingen, ontgravingen, opbrekingen en onderzoekingen (vervallen)
Artikel 4.7 Bemalen van bouwputten (vervallen)
Artikel 4.8 Veiligheid op het bouwterrein (vervallen)
Artikel 4.9 Afscheiding van het bouwterrein ( vervallen)
Artikel 4.10 Veiligheid van hulpmiddelen en het voorkomen van hinder (vervallen)
Artikel 4.11 Bouwafval (vervallen)
Artikel 4.12 Gereedmelding van (onderdelen van) de bouwwerkzaamheden (vervallen)
Artikel 4.13 Melden van werken bij lage temperaturen (vervallen)
Artikel 4.14 Verbod tot ingebruikneming (vervallen)
HOOFDSTUK 5 STAAT VAN OPEN ERVEN EN TERREINEN, AANSLUITING OP DE NUTSVOORZIENINGEN EN HET WEREN VAN SCHADELIJK EN HINDERLIJK GEDIERTE
Paragraaf 1 Staat van open erven en terreinen
Artikel 5.1.1 Staat van onderhoud van open erven en terreinen (vervallen)
Artikel 5.1.2 Bereikbaarheid van gebouwen voor wegverkeer. Brandblusvoorzieningen (vervallen)
Artikel 5.1.3 Bereikbaarheid van gebouwen voor gehandicapten (vervallen)
Paragraaf 2 Staat van brandveiligheidsinstallaties en vluchtrouteaanduidingen
Artikel 5.2.1 Voorschriften inzake brandveiligheidsinstallaties en vluchtrouteaanduidingen (vervallen)
Artikel 5.2.2 Aanwezigheid van brandveiligheidsinstallaties in gebouwen niet zijnde woningen, woongebouwen, logiesgebouwen of kantoorgebouwen (vervallen)
Artikel 5.2.3 Aanwezigheid van brandveiligheidsinstallaties in woongebouwen van bijzondere aard (vervallen)
Artikel 5.2.4 Aanwezigheid van brandveiligheidsinstallaties in logiesverblijven en logiesgebouwen (vervallen)
Artikel 5.2.5 Aanwezigheid van brandveiligheidsinstallaties in kantoorgebouwen (vervallen)
Paragraaf 3 Aansluiting op nutsvoorzieningen
Artikel 5.3.1 Eis tot aansluiting aan de waterleiding (vervallen)
Artikel 5.3.2 Eis tot aansluiting aan het elektriciteitsnet (vervallen)
Artikel 5.3.3 Eis tot aansluiting aan het aardgasnet (vervallen)
Artikel 5.3.4 Eis tot aansluiting aan de openbare riolering (vervallen)
Artikel 5.3.5 Aansluiting anders dan aan de openbare riolering (vervallen)
Artikel 5.3.6 Kwaliteit en dimensionering van de buitenriolering op erven en terreinen (vervallen)
Artikel 5.3.7 Wijze van meten van de afstand tot de leidingen van het openbare net van de nutsvoorzieningen (vervallen)
Paragraaf 4 Het weren van schadelijk of hinderlijk gedierte. Reinheid
Artikel 5.4.1 Preventie (vervallen)
HOOFDSTUK 6 BRANDVEILIG GEBRUIk
Paragraaf 1 Gebruiksvergunning
Artikel 6.1.1 Vergunning gebruik bouwwerk (vervallen)
Artikel 6.1.2 Aanvraag gebruiksvergunning (vervallen)
Artikel 6.1.3 In behandeling nemen (vervallen)
Artikel 6.1.4 Termijn van beslissing (vervallen)
Artikel 6.1.5 Weigeren gebruiksvergunning (vervallen)
Artikel 6.1.6 Intrekken gebruiksvergunning (vervallen)
Artikel 6.1.7 Verplicht aanwezige bescheiden (vervallen)
Paragraaf 2 Het voorkomen van brand en het beperken van brand en brandgevaar
Artikel 6.2.1 Gebruikseisen voor bouwwerken (vervallen)
Artikel 6.2.2. Opslag brandgevaarlijke stoffen (vervallen)
Artikel 6.2.3 Opslag en verwerking stoffen (vervallen)
Paragraaf 3 Het bestrijden van brand en het voorkomen van ongevallen bij brand
Artikel 6.3.1 Gebruiksgereed houden bluswaterwinplaatsen (vervallen)
Artikel 6.3.2 Gebruik middelen en voorzieningen (vervallen)
Paragraaf 4 Hinder in verband met brandveiligheid
Artikel 6.4.1 Hinder in verband met de brandveiligheid (vervallen)
HOOFDSTUK 7 OVERIGE GEBRUIKSBEPALINGEN
Paragraaf 1 Overbevolking
Artikel 7.1.1 Overbevolking van woningen (vervallen)
Artikel 7.1.2 Overbevolking van woonwagens (vervallen)
Paragraaf 2 Staken van het gebruik
Artikel 7.2.1 Verbod tot gebruik bij bouwvalligheid (vervallen)
Artikel 7.2.2 Staken van gebruik wegens gebrek aan veiligheid en gebrek aan hygiëne (vervallen)
Artikel 7.2.3 Staken van het gebruik van een woonwagen (vervallen)
Paragraaf 3 Gebruik van bouwwerken, open erven en terreinen
Artikel 7.3.1 Verbod tot het gebruik van bouwwerken, open erven en terreinen in afwijking vande bestemming (vervallen)
Artikel 7.3.2 Hinder (vervallen)
Paragraaf 4 Het weren van schadelijk of hinderlijk gedierte. Reinheid
Artikel 7.4.1 Preventie (vervallen)
Paragraaf 5 Watergebruik
Artikel 7.5.1 Verboden gebruik van water (vervallen)
Paragraaf 6 Installaties
Artikel 7.6.1 Gebruiksgereed houden van installaties (vervallen)
HOOFDSTUK 8 SLOPEN
Paragraaf 1 Omgevingsvergunning voor het slopen
Artikel 8.1.1 Omgevingsvergunning voor het slopen (vervallen)
Artikel 8.1.2 Aanvraag sloopvergunning (vervallen)
Artikel 8.1.3 In behandeling nemen (vervallen)
Artikel 8.1.4 Termijn van beslissen (vervallen)
Artikel 8.1.5 Samenloop van slopen en bouwen (vervallen)
Artikel 8.1.6 Weigeren omgevingsvergunning voor het slopen (vervallen)
Artikel 8.1.7 Intrekken omgevingsvergunning voor het slopen (vervallen)
Paragraaf 2 Uitzonderingen op het vereiste van omgevingsvergunning voor het slopen
Artikel 8.2.1 Sloopmelding (vervallen)
Artikel 8.2.2 Overige uitzonderingen op het vereiste van omgevingsvergunning voor het slopen (vervallen)
Paragraaf 3 Verplichtingen tijdens het slopen
Artikel 8.3.1 Veiligheid op sloopterrein (vervallen)
Artikel 8.3.2 Op het sloopterrein verplicht aanwezige bescheiden (vervallen)
Artikel 8.3.3 Plichten van de houder van de omgevingsvergunning voor het slopen (vervallen)
Artikel 8.3.4 Plichten van degene die sloopt (vervallen)
Artikel 8.3.5 Wijze van slopen, verpakken en opslaan van asbest (vervallen)
Artikel 8.3.6 Plichten ten aanzien van de sloop van tuinbouwkassen (vervallen)
Paragraaf 4 Vrij slopen
Artikel 8.4.1 Sloopafval algemeen (vervallen)
HOOFDSTUK 9 WELSTANDS- EN MONUMENTENADVISERING
Artikel 9.1 De advisering door de stadsbouwmeester en de monumentencommissie
Artikel 9.2 Samenstelling van de monumentencommissie
Artikel 9.3 Benoeming en zittingsduur (vervallen).
Artikel 9.4 Ambtelijk adviseurs
Artikel 9.5 Jaarlijkse verantwoording
Artikel 9.6 Termijn van advisering
Artikel 9.7 Openbaarheid van vergaderen en mondelinge toelichting
Artikel 9.8 Afdoening onder verantwoordelijkheid (vervallen)
Artikel 9.9 Uitsluiting van gebieden en categorieën bouwwerken (vervallen)
HOOFDSTUK 10 OVERIGE ADMINISTRATIEVE BEPALINGEN
Artikel 10.1 De aanvraag om woonvergunning (vervallen)
Artikel 10.2 De aanvraag om vergunning tot hergebruik van een ontruimde onbewoonbaar verklaarde woning of woonwagen (vervallen)
Artikel 10.3 Overdragen vergunningen (vervallen)
Artikel 10.4 Overdragen mededeling (vervallen)
Artikel 10.5 Het kenteken voor onbewoonbaar verklaarde woningen en woonwagens alsmede onbruikbaar verklaarde standplaatsen (vervallen)
Artikel 10.6 Herziening en vervanging van aangewezen normen en andere voorschriften
HOOFDSTUK 11 HANDHAVING
Artikel 11.1 Stilleggen van de bouw (vervallen)
Artikel 11.2 Overtreding van het verbod tot ingebruikneming (vervallen)
Artikel 11.3 Stilleggen van het slopen (vervallen)
Artikel 11.4 Onderzoek naar een gebrek (vervallen)
HOOFDSTUK 12 STRAF, overgangs- EN SLOTBEPALINGEN
Artikel 12.1 Strafbare feiten (vervallen)
Artikel 12.2 Overgangsbepaling bodemonderzoek (vervallen)
Artikel 12.3 Overgangsbepaling met betrekking tot de staat van open erven en terreinen (vervallen)
Artikel 12.4 Overgangsbepaling (aanvragen om) gebruiksvergunning (Vervallen)
Artikel 12.5 Overgangsbepaling sloopmelding (vervallen)
Artikel 12.6 Slotbepaling
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl