Verordening betreffende de raadspenning van de gemeente Dalfsen

Geldend van 16-04-2008 t/m heden

Intitulé

Verordening betreffende de raadspenning van de gemeente Dalfsen

De raad van de gemeente Dalfsen;

gelezen het voorstel van het raadspresidium, dd. 13 februari 2006, nr. 159

gezien de reactie van het College van Burgemeester en Wethouders, dd. 12 januari 2006, nr. 42

gelet op artikel 149 van de Gemeentewet;

b e s l u i t:

vast te stellen het “Verordening betreffende de raadspenning van de gemeente Dalfsen”

Artikel 1 De raadspenning

Er is een onderscheiding van de gemeente Dalfsen, genaamd: de raadspenning van de gemeente Dalfsen.

Artikel 2 Toekenning raadspenning

  • 1. De raadspenning wordt bij hun afscheid toegekend aan raadsleden die tenminste een volle raadsperiode zitting in de raad van de gemeente Dalfsen hebben gehad, als blijk van waardering voor hun verdiensten voor de lokale gemeenschap.

  • 2. De raadspenning kan worden uitgereikt aan de nabestaanden van een raadslid, wiens lidmaatschap van de raad, van rechtswege wegens overlijden, is beëindigd en die tenminste een volle raadsperiode zitting in de raad van de gemeente Dalfsen hebben gehad, als blijk van waardering voor hun verdiensten voor de lokale gemeenschap.

  • 3. Indien zeer bijzondere omstandigheden daartoe aanleiding geven, kan het presidium, besluiten toekenning van de raadspenning intrekken.

Artikel 3 Besluitvorming

De voorzitter van de raad besluit tot het toekennen van de raadspenning. De voorzitter van de raad neemt geen besluit dan nadat het presidium ter zake geconsulteerd is.

Artikel 4 Uiterlijke kenmerken raadspenning

1.De raadspenning vertoont aan de voorzijde het wapen van de gemeente Dalfsen en aan de achterzijde een inscriptie met de volgende tekst:

“Raadspenning van de gemeente Dalfsen

uitgereikt aan [naam raadslid],

lid van de raad van de gemeente Dalfsen

[datum aanvang raadslidmaatschap – datum einde raadslidmaatschap]

2.De uitvoering van de raadspenning is in geoxideerd zilver.

Artikel 5 Uitreiking

  • 1. De raadspenning wordt, zoveel mogelijk, uitgereikt in de laatste openbare vergadering van de raad van de gemeente Dalfsen die de begiftigde als lid van de raad van Dalfsen bijwoont.

  • 2. In het geval het tweede lid van artikel 2 van deze verordening werking toekomt, wordt plaats, tijd en aard van de uitreiking in overleg met de nabestaanden bepaald.

  • 3. Bij de uitreiking van de raadspenning zal aan de begiftigde een oorkonde worden uitgereikt, in ieder geval vermeldend de datum en plaats van uitreiking, de naam van de begiftigde en de duur van diens lidmaatschap van de raad van de gemeente Dalfsen.

Artikel 6 Register

Onder verantwoordelijkheid van de voorzitter van de raad wordt van elke toekenning van de raadspenning een aantekening in een daartoe aangelegd register gemaakt.

Artikel 7 Verplichtingen en rechten raadspenninghouders

  • 1. Aan de toekenning van de raadspenning zijn geen rechten of verplichtingen verbonden.

  • 2. Raadspenninghouders worden, voor zover zij nog in de gemeente Dalfsen wonen, uitgenodigd om belangrijke gebeurtenissen in de gemeente bij te wonen.

Artikel 8 Eigendom raadspenning

De raadspenning wordt eigendom van de raadspenninghouder of zijn rechtverkrijgenden.

Artikel 9 Andere eerbetonen

Deze verordening laat onverlet het begiftigen van scheidende raadsleden met andere bewijzen van eerbetoon.

Artikel 10 Inwerkingtreding

De verordening treedt in werking daags nadat zij is bekendgemaakt.

Artikel 11 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als Verordening op de raadspenning Dalfsen 2006.

Ondertekening

Aldus vastgesteld door de raad van de gemeente Dalfsen in zijn openbare vergadering van 13 februari 2006.
De raad voornoemd,
de voorzitter, de griffier,
L.V. Elfers H.C. Lankman

Inhoudsopgave

Artikel 1 De raadspenning

Artikel 2 Toekenning raadspenning

Artikel 3 Besluitvorming

Artikel 4 Uiterlijke kenmerken raadspenning

Artikel 5 Uitreiking

Artikel 6 Register

Artikel 7 Verplichtingen en rechten raadspenninghouders

Artikel 8 Eigendom raadspenning

Artikel 9 Andere eerbetonen

Artikel 10 Inwerkingtreding

Artikel 11 Citeertitel