Delegatie- en mandaatstatuut gemeenteraad Dalfsen 2021

Geldend van 01-06-2021 t/m 27-01-2022 met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2021

Intitulé

Delegatie- en mandaatstatuut gemeenteraad Dalfsen 2021

De raad van de gemeente Dalfsen;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 13 februari 2021, nummer 1239;

overwegende dat:

  • een doelmatige en voortvarende uitoefening van bevoegdheden gebaat is bij delegatie en mandaat;

  • de actualisering van het Delegatiestatuut gemeente Dalfsen wenselijk is;

  • de actualisering van het Mandaatstatuut gemeente Dalfsen wenselijk is.

gelet op de artikelen 156 en 157 van de Gemeentewet, Titel 10.1 van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 3:60 van het Burgerlijk Wetboek;

gezien het Delegatiebesluit van Gedeputeerde Staten van Overijssel d.d. 29 november 1994;

b e s l u i t:

vast te stellen het “Delegatie- en mandaatstatuut gemeenteraad Dalfsen 2021

Hoofdstuk 1 Inleidende bepalingen

Artikel 1 Begrippen

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a. Delegatie: het overdragen door een bestuursorgaan van zijn bevoegdheid tot het nemen van besluiten aan een ander die deze onder eigen verantwoordelijkheid uitoefent;

  • b. Mandaat: de bevoegdheid om in naam van een bestuursorgaan besluiten te nemen;

  • c. Machtiging: de bevoegdheid om in naam van een bestuursorgaan (de volmachtgever) te besluiten tot feitelijke handelingen en deze te verrichten;

  • d. Presidium: het door de raad ingestelde raadspresidium als bedoeld in het Reglement van orde voor de vergaderingen en andere werkzaamheden van de raad van de gemeente Dalfsen;

  • e. College: Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Dalfsen.

Hoofdstuk 2 Delegatie

Artikel 2 Delegatie algemeen

De onderstaande bevoegdheden worden gedelegeerd aan het college:

  • a.

    het aanvaarden van het eigendom van wegen in het kader van de Wet herverdeling wegenbeheer, zoals bedoeld in artikel 14 van de Wet herverdeling wegenbeheer;

  • b.

    het op grond van Hoofdstuk III van de Wet openbaarheid van bestuur, dan wel Hoofdstuk 4 van de Wet open overheid, verdagen en beslissen op verzoeken om informatie en het verstrekken van die informatie. Het college is bevoegd deze bevoegdheid te (onder) mandateren;

  • c.

    het op grond van artikel 7:10 van de Algemene wet bestuursrecht verdagen van de termijn voor het beslissen op een bezwaarschrift. Het college is bevoegd deze bevoegdheid te (onder) mandateren;

  • d.

    het zorgdragen voor voorzieningen in de huisvesting ten behoeve van de scholen (artikel 91, lid 1 Wet op het primair onderwijs);

  • e.

    het zorgdragen voor voorzieningen in de huisvesting ten behoeve van de scholen (artikel 76b, lid 1 Wet op het voortgezet onderwijs);

  • f.

    het indelen van het grondgebied van de gemeente, het vaststellen van de openbare ruimten, het toekennen van nummeraanduidingen aan de op het grondgebied van de gemeente gelegen verblijfsobjecten, standplaatsen en ligplaatsen en het vaststellen van de standplaatsen en ligplaatsen en de afbakening van panden, verblijfsobjecten, standplaatsen en ligplaatsen (artikel 6 Wet basisregistraties adressen en gebouwen);

  • g.

    het vaststellen van de grenzen van de bebouwde kommen, zoals bedoeld in artikel 20a van de Wegenverkeerswet 1994 en artikel 3.21, derde lid en artikel 4.1, onder a. van de Wet natuurbescherming;

  • h.

    [bij amendement verwijderd];

  • i.

    het benoemen en ontslaan van bestuursleden van Stichting De Stoomfabriek en Stichting Kulturhus De Spil Nieuwleusen;

  • j.

    te besluiten of inspraak wordt verleend bij de voorbereiding van gemeentelijk beleid, voor besluitvorming waarbij de raad het bevoegd gezag is, zoals bedoeld in artikel 2, eerste lid van de Inspraakverordening voor de gemeente Dalfsen;

  • k.

    het opmaken van een eindverslag ter afronding van de inspraak, voor besluitvorming waarbij de raad het bevoegd gezag is, zoals bedoeld in artikel 5 van de Inspraakverordening voor de gemeente Dalfsen;

  • l.

    het stellen van een termijn voor het indienen van de nadere gronden bij een pro forma zienswijze in de procedure rondom de verklaringen van geen bedenkingen, zoals bedoeld in artikel 2.27 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.

Artikel 3 Delegatie artikel 2.8 Omgevingswet

[gereserveerd]

Hoofdstuk 3 Mandaat

Artikel 4 Mandaat

Onder de voorwaarden opgenomen in bijlage 1 bij dit besluit de volgende bevoegdheden tot het afhandelen van zaken te mandateren aan:

Omschrijving

Bevoegdheid/Wettelijke vindplaats

Naar

Bij afwezigheid

Voorwaarden

doorzenden van geschriften tot behandeling waarvan kennelijk een ander bestuursorgaan dan de raad bevoegd is, onder gelijktijdige mededeling daarvan aan de afzender.

raad

artikel 2:3 Awb

griffier

raadsadviseur

 

Verzorgen van correspondentie ter uitvoering van raadsbesluiten en m.b.t.

informatie over vastgesteld beleid en enquêtes

raad

griffier / eenheids-managers

raadsadviseur

De eenheidsmanager is gemandateerd voor zover het betreft de lopende procedures die zijn belegd bij zijn/haar eenheid

Het beoordelen van de geldigheid van burgerinitiatieven, zoals bedoeld in de Verordening op het burgerinitiatief

raad

artikel 6 Verordening op het burgerinitiatief

griffier

raadsadviseur

aanwijzen functionaris voor de gegevensbescherming voor de raad

raad

artikel 37 van de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG)

presidium

aangaan van verwerkersovereenkomsten op grond van de AVG

raad

artikel 28 lid 3 van de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG)

college

het vaststellen en wijzigen van de Wegenlegger, zoals bedoeld in de Wegenwet

raad (zie delegatiebesluit GS d.d. nov. 1994).

Artikel 35 Wegenwet

college

het vaststellen van de grenzen van de bebouwde kom, zoals bedoeld in de Wegenwet

raad (zie delegatiebesluit GS d.d. nov. 1994).

Artikel 27, tweede lid Wegenwet

college

Hoofdstuk 4 Machtiging

Artikel 5 Machtiging Wet kenbaarheid publiekrechtelijke beperkingen (Wkpb)

Het college wordt gemachtigd tot het (laten) verrichten van alle handelingen in verband met de verplichtingen die bij of krachtens artikel 15 van de Wet kenbaarheid publiekrechtelijke beperkingen onroerende zaken (Wkpb) zijn opgelegd aan de gemeenteraad.

Hoofdstuk 5 Slotbepalingen

Artikel 6 Slotbepalingen

  • 1. Deze regeling wordt aangehaald als ‘Delegatie- en mandaatstatuut gemeenteraad Dalfsen 2021.

  • 2. Het ‘Delegatiestatuut gemeente Dalfsen’, zoals vastgesteld op 26 juni 2006 en laatstelijk gewijzigd op 31 mei 2010, wordt bij de inwerkingtreding van deze regeling ingetrokken.

  • 3. Het ‘Mandaatstatuut gemeente Dalfsen’, zoals vastgesteld op 26 mei 2008 en laatstelijk gewijzigd op 21 maart 2016, wordt bij de inwerkingtreding van deze regeling ingetrokken.

  • 4. Deze regeling treedt in werking op de dag na bekendmaking en werkt terug tot 1 januari 2021.

Ondertekening

Aldus besloten door de raad van de gemeente Dalfsen in zijn (openbare) vergadering van 25 mei 2021.

De raad voornoemd,

de voorzitter, de griffier,

drs. E. van Lente drs. J. Leegwater

Bijlage 1 algemene voorwaarden voor het uitoefenen van mandaat

Artikel 1

Bij de uitoefening van de in dit besluit opgenomen bevoegdheden, dienen de eventueel gestelde voorwaarden in acht te worden genomen.

Onverminderd het bepaalde in het eerste lid wordt bij de uitoefening van bedoelde bevoegdheden het daaromtrent gestelde bij of krachtens wetten, besluiten, verordeningen, circulaires, regelingen, aanwijzingen en richtlijnen van rijks- en provinciale en gemeentelijke wetgevers of bestuursorganen in acht genomen. Ten aanzien van bevoegdheden die financiële consequenties hebben, geldt bovendien dat hierin in de begroting moet zijn voorzien.

Bij de uitoefening van de bevoegdheden, bedoeld in dit besluit overlegt de gemandateerde vooraf met eventueel betrokken andere afdelingen.

Voor de in dit besluit opgenomen bevoegdheden geldt de volledige afhandeling van zaken, dus zowel het positief als het negatief beslissen op een aanvraag.

Artikel 2

Behoudens in zaken met een routinematig karakter geldt ondertekeningsmandaat niet ten aanzien van stukken gericht aan de Kroon, Minister, Staatssecretaris, Commissaris van de Koning en Gedeputeerde Staten.