Regeling vervallen per 20-06-2020

Nadere subsidieregels Peuteropvang en Voorschoolse Educatie Dantumadiel 2016

Geldend van 01-04-2016 t/m 19-06-2020

Intitulé

Nadere subsidieregels Peuteropvang en Voorschoolse Educatie Dantumadiel 2016

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Dantumadiel;

Overwegende dat het gewenst is nadere regels vast te stellen ten behoeve van de subsidiëring van de Peuteropvang voor gezinnen die niet in aanmerking komen voor een kinderopvangtoeslag en subsidiëring voor de Voorschoolse educatie;

Gelet op artikel 156 lid 3 van de Gemeentewet en de Algemene subsidieverordening Dantumadiel 2012, zoals vastgesteld door de gemeenteraad van Dantumadiel d.d. 20 december 2011;

Besluit vast te stellen de volgende nadere regels:

Nadere subsidieregels Peuteropvang en Voorschoolse Educatie Dantumadiel 2016

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze nadere regels wordt verstaan onder:

  • a.

    doelgroeppeuters: peuters die door de Jeugdgezondheidszorg worden aangewezen en daardoor in aanmerking komen voor een aanbod voorschoolse educatie;

  • b.

    kinderopvangtoeslag: de toeslag die ouders/verzorgers kunnen aanvragen bij de Belastingdienst voor kinderopvang dan wel peuteropvang;

  • c.

    niet toeslaggezinnen; gezinnen die geen recht hebben op de kinderopvangtoeslag van de Belastingdienst;

  • d.

    ouderbijdrage: de inkomensafhankelijke bijdrage, op basis van de landelijke tabel kinderopvangtoeslag, die ouders/verzorgers betalen aan de aanbieder;

  • e.

    voorziening: peuteropvang of voorschoolse educatie zoals een instelling dat op een specifieke locatie aanbiedt;

  • f.

    peuteropvang: de opvang gericht op kinderen van 2 tot 4 jaar oud gedurende 2 dagdelen van maximaal 3 uur per dagdeel op twee verschillende dagen, gedurende maximaal 40 weken per jaar;

  • g.

    voorschoolse educatie: peuteropvang gericht op doelgroeppeuters van 3 tot 4 jaar oud, waarin gewerkt wordt met een VVE programma en gecertificeerde leidsters, een aanbod voorschoolse educatie wordt uitgevoerd gedurende 10 uur per week op verschillende dagen, gedurende maximaal 40 weken per jaar;

  • h.

    VVE programma: een erkend voorschools programma waarin op gestructureerde en samenhangende wijze de ontwikkeling wordt gestimuleerd op het gebied van rekenen, taal, motoriek en de sociaal-emotionele ontwikkeling voor zover dit programma is opgenomen in de databank Effectieve Jeugdinterventies van het Nederlands Jeugd Instituut.

Hoofdstuk 2 Subsidieverlening

Artikel 2 Subsidiabele activiteiten

  • 1. Burgemeester en wethouders kunnen vanaf 1 april 2016 subsidie verstrekken aan een rechtspersoon die peuteropvang en/of voorschoolse educatie (VE) aanbiedt en als kinderdagverblijf opgenomen is in het Landelijk Register Kinderopvang in de zin van Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen.

  • 2. Subsidie kan verstrekt worden voor:

  • 1. de ouderbijdrage voor niet toeslaggezinnen voor peuteropvang;

  • 2. voorschoolse educatie voor doelgroeppeuters;

  • 3. extra leidsteruren in verband met begeleiding peuters zoals gesprekken met ouders over ontwikkeling peuter, contacten met jeugdgezondheidszorg, gebiedsteam of de basisscholen.

Artikel 3 Bijzondere bepalingen en verplichtingen

  • 1. De aanvrager van een subsidie voor peuteropvang of voorschoolse educatie:

    • a.

      werkt samen met het basisonderwijs zodat een doorgaande lijn met het basisonderwijs ontstaat;

    • b.

      werkt met een kind- of ontwikkelvolgsysteem;

    • c.

      zorgt voor een overdracht van gegevens over de ontwikkeling van het kind bij de doorstroom naar het basisonderwijs;

    • d.

      betrekt ouders en ondersteunt deze bij het stimuleren van de ontwikkeling van hun kinderen;

    • e.

      werkt samen met de Jeugdgezondheidszorg.

  • 2. De aanvrager van een subsidie peuteropvang of voorschoolse educatie factureert en int de ouderbijdrage en is verantwoordelijk voor het daadwerkelijk ontvangen van deze bijdrage.

Artikel 4 Reikwijdte van de subsidieregeling

Burgemeester en wethouders kunnen subsidie verstrekken aan instellingen die peuteropvang en/of voorschoolse educatie aanbieden in een voorziening gevestigd in de gemeente Dantumadiel en bedoeld voor peuters woonachtig in de gemeente Dantumadiel.

Artikel 5 Grondslag voor de subsidieberekening

  • 1. De grondslag voor de subsidie is het aantal bezette plaatsen voor peuteropvang en/of voorschoolse educatie.

  • 2. Voor de peuteropvang geldt per peuter een maximum van 240 subsidiabele uren op jaarbasis, voor zover de ouders/verzorgers aantoonbaar geen recht hebben op kinderopvangtoeslag.

  • 3. Voor de voorschoolse educatie geldt per peuter een maximum van 480 subsidiabele uren op jaarbasis (inclusief de 240 uur peuteropvang op grond van lid 2).

  • 4. Burgemeester en wethouders stellen jaarlijks voorafgaande aan het kalenderjaar de inkomensafhankelijke ouderbijdrage vast voor gebruik van peuterplaatsen peuteropvang. Deze is gebaseerd op de voor het kalenderjaar geldende landelijke tabel van de kinderopvangtoeslag.

  • 5. Aanbieders van peuteropvang en voorschoolse educatie ontvangen de ouderbijdragen. Zij zijn verantwoordelijk voor het innen van deze betalingen conform de vastgestelde ouderbijdragentabel en het bijbehorende risico van dubieuze debiteuren.

  • 6. De te verlenen subsidie voor peuteropvang wordt bepaald op de hoogte van het uurtarief, vermenigvuldigd met het aantal uren peuteropvang en verminderd met de ouderbijdrage.

  • 7. De te verlenen subsidie voor de voorschoolse educatie in de peuteropvang wordt bepaald op basis van lid 6 van dit artikel. Voor de eerste twee dagdelen wordt daarbij de ouderbijdrage in mindering gebracht, bij 3e en 4e dagdeel wordt geen ouderbijdrage in mindering gebracht. Bij de voorschoolse educatie wordt namelijk de ouderbijdrage geïnd over de eerste twee dagdelen. Het derde en vierde dagdeel zijn voor de ouders kosteloos en worden derhalve volledig gesubsidieerd door de gemeente tot het maximum zoals bepaald in het derde lid.

  • 8. De te verlenen subsidie voor de uitvoering van de taken vermeld in artikel 2, lid 3, bedraagt € 100,- per peuter in de peuteropvang of € 200,- per peuter in de voorschoolse educatie (doelgroeppeuter).

Artikel 6 De subsidieaanvraag

  • 1. Instellingen die in aanmerking wensen te komen voor een subsidie op grond van artikel 5 lid 6 (subsidie peuteropvang) en lid 7 (subsidie voorschoolse educatie) moeten jaarlijks vóór 1 oktober van het jaar voorafgaand aan het kalenderjaar een subsidieaanvraag indienen.

  • 2. De aanvraag als bedoeld in lid 1 van dit artikel moet voorzien zijn van:

    • a.

      een gespecificeerde opgave van registratienummer landelijk register, locatienaam, adres en contactgegevens;

    • b.

      het aantal kinderen voor wie in het kalenderjaar peuteropvang wordt aangeboden, waarvan de ouders/verzorgers geen recht hebben op kinderopvangtoeslag;

    • c.

      het aantal doelgroeppeuters voor wie in het kalenderjaar voorschoolse educatie in de peuteropvang wordt aangeboden;

    • d.

      een opgave van het voor het kalenderjaar geldende uurtarief;

    • e.

      een beschrijving van het VVE programma;

    • f.

      een verklaring dat wordt voldaan aan de bepalingen en verplichtingen van deze subsidieregeling.

  • 3. Burgemeester en wethouders nemen vóór 1 januari van het kalenderjaar een besluit over de subsidieverlening.

  • 4. De subsidie wordt per kwartaal op basis van een voorschot aan de aanbieder uitbetaald, in de eerste maand van het kwartaal.

Artikel 8 Dossiervorming

  • 1. Omdat de subsidie rechtstreeks aan de aanbieder uitbetaald wordt, dient de aanbieder de volgende informatie per peuter vast te leggen:

    • a.

      de startdatum van de peuteropvang;

    • b.

      de startdatum van de voorschoolse educatie;

    • c.

      het aantal uren peuteropvang per maand;

    • d.

      het uurtarief en de ouderbijdrage;

    • e.

      overzicht jaarinkomen ouders bijv. jaaropgave;

    • f.

      ondertekende verklaring van ‘Geen recht op kinderopvangtoeslag’ door ouders;

    • g.

      de aard van de opvang (VVE of niet);

    • h.

      indien van toepassing de wijziging of einddatum van de peuteropvang;

    • i.

      een afschrift van de indicatiestelling van de peuter door de Jeugdgezondheidszorg.

  • 2. Periodiek kan een controle uitgevoerd worden door de gemeente. Daarbij zal de gemeente een aantal dossiers toetsen op voorgeschreven inhoud, juistheid van gegevens en op het correct uitvoeren van de toetsing niet-recht op kinderopvangtoeslag en de inschaling in de ouderbijdragetabel.

  • 3. Burgemeester en wethouders kunnen nadere gegevens opvragen om de rechtmatigheid van de besteding van de subsidie conform de opgelegde verplichtingen te controleren.

Hoofdstuk 3 Subsidievaststelling

Artikel 9 De subsidievaststelling

  • 1. Een verzoek tot vaststelling van de subsidie voor peuteropvang en/of vaststelling van de subsidie voor de voorschoolse educatie moet worden ingediend vóór 1 mei volgend op het kalenderjaar.

  • 2. Burgemeester en wethouders stellen op basis van het ingediende verzoek en de dossiers, conform artikel 8 lid 1, de subsidie vast op basis van het gedurende het kalenderjaar daadwerkelijk gebruik per peuter voor de peuteropvang en/of voorschoolse educatie.

  • 3. Voor de subsidiabele uren geldt het aantal conform artikel 5 lid 2 en 3.

Hoofdstuk 4 Slot- en overgangsbepalingen

Artikel 10 Algemene subsidieverordening Dantumadiel 2012.

Voor zover in deze subsidieregeling niet anders is geregeld, gelden de bepalingen van de Algemene subsidieverordening Dantumadiel 2012.

Artikel 11 Hardheidsclausule

  • 1. Burgemeester en wethouders kunnen een artikel of artikelen van deze subsidieregeling, met uitzondering van artikel 1 en 2, in bijzondere gevallen buiten toepassing laten of daarvan afwijken, voor zover de toepassing van die bepalingen voor de subsidieaanvrager of -ontvanger gevolgen zou hebben die onevenredig zijn.

  • 2. Toepassing van het vorige lid wordt gemotiveerd in het besluit.

Artikel 12 Inwerkingtreding

Deze subsidieregeling treedt in werking op 1 april 2016.

Artikel 13 Citeerartikel

Deze subsidieregeling wordt aangehaald als: Nadere subsidieregels peuteropvang en voorschoolse educatie Dantumadiel 2016.