Handhavingsbeleid gemeente De Bilt 2010-2014

Geldend van 13-05-2010 t/m heden

Intitulé

Handhavingsbeleid gemeente De Bilt 2010-2014

Bouwen en Wonen

De volgende handhavingonderwerpen hebben op het gebied van bouwen en wonen de

hoogste prioriteit gekregen:

  • -

    handhaving op brand- en constructieveiligheid;

  • -

    asbestverwijdering;

  • -

    sloop van bouwwerken

Daarnaast zijn er zaken met een lagere prioriteit die opgepakt worden wanneer daar een tijd voor beschikbaar is en uiteraard wanneer er sprake is van een onveilige of onomkeerbare situatie. Hierbij kan worden gedacht aan:

  • -

    wegwerken van achterstanden;

  • -

    illegaal gebruik en illegale (ver)bouw

Op 1 november 2008 is het “Besluit brandveilig gebruik bouwwerken” (het Gebruiksbesluit) in

werking getreden. Dit besluit geeft een landelijke, uniforme regeling voor het brandveilig

gebruik van bouwwerken. De controles in het kader van het gebruiksbesluit worden uitgevoerd door de brandweer maar deze uren worden wel meegenomen in het handhavingsprogramma.

Milieu

De activiteiten worden beoordeeld op effecten voor het milieu bij niet naleving van de regels.

De Kans dat een overtreding plaatsvindt is afhankelijk van het naleefgedrag van een bedrijf en ervaringsgegevens.

In de gemeente De Bilt vermoeden wij op basis van de ervaringen tot nu toe dat de onderstaande activiteiten (in willekeurige volgorde) het meest risicovol zullen blijken te zijn. Hierbij hebben we gekeken naar de effecten bij niet naleving van de regels, de kans (als in de hoeveelheid bedrijven in onze gemeente, maar ook gemiddeld naleefgedrag van de beroepsgroepen) en de beleidsdoelstellingen van onze gemeente.

Aan de volgende onderwerpen kennen wij een hoge prioriteit toe:

  • -

    vuurwerk en andere ontplofbare stoffen;

  • -

    afleveren van vloeibare brandstof, mengsmering en aardgas/L.P.G. ten behoeve van openbare verkoop voor motorvoertuigen voor het wegverkeer;

  • -

    opslag vloeibare brandstof en afgewerkte olie;

  • -

    naar aanleiding van calamiteiten;

  • -

    onderhouden en repareren van motoren, motorvoertuigen en andere gemotoriseerde apparaten en proefdraaien van motoren;

  • -

    Horeca algemeen;

  • -

    houden van dieren (agrarische bedrijven).

APV-zaken en andere gemeentelijke verordeningen

De volgende handhavingsonderwerpen hebben op het gebied van de openbare orde de

hoogste prioriteit gekregen:

  • -

    fietsen in stationsgebied ;

  • -

    jongerenoverlast;

  • -

    parkeren aanhangwagens etc.;

  • -

    vervuiling en vandalisme;

  • -

    evenementen;

  • -

    bouwcontainers;

  • -

    blauwe zones/ verkeer parkeren;

  • -

    markt.

4. Wanneer handhaven en wanneer niet?

4.1 Handhavingsprogramma

Een jaarlijks handhavingsprogramma schept duidelijkheid omdat daarin de

handhavingdoelstellingen van dat jaar zijn vastgelegd. In een handhavingsprogramma zijn

de prioriteiten vastgelegd op basis van het handhavingsbeleid en wordt een balans gevonden tussen de doelen die we nastreven

en de beschikbare ambtelijke capaciteit. Hierna gaan we in op de handhavingsonderwerpen

in het handhavingsprogramma. We maken daarbij onderscheid tussen:

  • 1.

    Prioriteiten (actieve handhaving)

  • 2.

    Overige onderwerpen en handhavingsprojecten (passieve handhaving)

  • 3.

    Klachten/ meldingen en handhavingsverzoeken

4.2 Actieve handhaving

Prioriteiten worden actief gehandhaafd. Van actieve handhaving is sprake wanneer op

frequente basis wordt gecontroleerd op zaken die een hoge prioriteit hebben gekregen.

Wij gaan (op grond van de vastgestelde prioriteiten) dus actief handhaven op

regelgeving. Bij overtreding van de regelgeving wordt altijd handhavend opgetreden en een

handhavingstraject wordt altijd afgemaakt. De consequentie is dat een vast deel van de

beschikbare uren wordt ingezet voor het handhaven op onderwerpen met een hoge prioriteit.

4.3 Passieve handhaving

Alle handhavingsonderwerpen die geen hoge prioriteit hebben gekregen worden minder

frequent of op projectbasis gehandhaafd (passieve handhaving). Het gaat hierbij met name

om de volgende onderwerpen:

-Kleine illegale bouwwerken, zoals:

erfafscheidingen;

carports;

schuurtjes;

tuinhuisjes;

reclameborden;

speeltoestellen;

toegangspoorten.

  • -

    Aantasting van monumenten

  • -

    type A inrichtingen Activiteitenbesluit Wet milieubeheer, zoals:

    kantoorgebouwen

    verzorgingstehuizen

    woongebouwen

4.4 Overige handhaving / Risicoafweging

Handhavingsonderwerpen die niet in het handhavingsprogramma staan worden niet

gehandhaafd, tenzij dat een te hoog afbreukrisico met zich meebrengt. Als een groot risico

kleeft aan niet handhaven in een bepaalde zaak of als niet kan worden gelegaliseerd of

gedoogd, kan alsnog besloten worden wel te handhaven. Bij de afweging wordt in beeld

gebracht wat de mogelijke negatieve effecten zijn van de betreffende regelovertreding en

hoe groot de kans is dat die negatieve effecten zich ook voordoen. Daarbij wordt de

risicomatrix gehanteerd zoals beschreven in paragraaf 3.4.

4.5 Meldingen, klachten en handhavingsverzoeken

Bij de gemeente komen regelmatig meldingen, klachten en handhavingsverzoeken binnen.

In het handhavingsprogramma moet hiervoor vanzelfsprekend tijd worden ingeruimd.

Meldingen, klachten en handhavingsverzoeken die tot de onderwerpen behoren die hoge

prioriteit hebben gekregen, worden altijd gehandhaafd.

Meldingen, klachten en handhavingsverzoeken worden ook gehonoreerd als het betreffende

onderwerp is opgenomen in het handhavingsprogramma. In overige gevallen wordt niet

handhavend opgetreden behalve als daar een te groot afbreukrisico aan is verbonden en als

het gaat om schriftelijke handhavingsverzoeken. Concreet komt het er op neer dat bij schriftelijke verzoeken om handhaving wij feitelijk altijd moeten optreden.

4.6 legaliseren of gedogen?

Indien we niet handhavend optreden, moet worden bezien of er gelegaliseerd of (actief)

gedoogd moet worden. Het zal hier gaan om uitzonderingsgevallen. De in paragraaf 2.6

beschreven situaties dienen als leidraad voor een beslissing m.b.t. het al dan niet gedogen.

4.7 Werkwijze

Oude zaken versus nieuwe zaken

Een aantal zaken is nog in behandeling, een aantal zaken wacht nog op behandeling. De

zaken worden als volgt opgepakt:

  • -

    de lopende ‘oude zaken’ worden afgewerkt zoals dat voor de invoering van dit beleid de bedoeling is geweest;

  • -

    de ‘oude’ zaken die nog niet juridisch behandeld zijn, worden met behulp van de (nieuw) vastgestelde prioriteiten afgehandeld;

  • -

    voor nieuwe zaken spreekt het voor zich dat deze worden opgepakt overeenkomstig de vastgestelde prioriteiten.

5. Randvoorwaarden

5.1 Coördinatie

In de praktijk moet een goede balans worden gevonden tussen actieve en passieve

handhaving en de omgang met meldingen, klachten en handhavingverzoeken. De uitvoering

van het handhavingprogramma moet in overleg met het bestuur gecoördineerd en bewaakt

worden. Op deze wijze wordt een goede balans gewaarborgd.

5.2 Informatie gestuurd handhaven

Om goed te kunnen sturen op de uitvoering van het handhavingprogramma moet inzichtelijk

zijn hoeveel capaciteit op welke handhavingonderwerpen wordt ingezet. Een goede

urenverantwoording van de medewerkers is hiervoor essentieel.

5.3 Integraal handhaven

De controles worden waar mogelijk, integraal uitgevoerd door uitvoeringsprogramma’s op

elkaar af te stemmen. Dit geldt in hoofdzaak voor opleveringscontroles, andere vormen van toezicht lopen vaak niet met elkaar op. Door minder afzonderlijke controles wordt klantgerichter gecontroleerd. Daarnaast is het efficiënter omdat een controleur op meerdere aspecten kan letten. Kennisverbreding en het verkrijgen daarvan door het volgen van cursussen en seminars is een must.

Door regelmatig overleggen te plannen voor handhavingsmedewerkers, juridische

medewerkers en externe partners kan de integraliteit van de handhaving bewaakt worden.

Tevens kan er essentiële informatie uitgewisseld worden. Het regelmatig organiseren van

een handhavingoverleg is dus noodzakelijk. Als richtlijn dient dat eens in de drie weken een

handhavingsoverleg moet worden gepland.

5.4 Capaciteit

De beschikbare capaciteit moet minimaal in stand blijven zoals deze er op dit moment is en

dat betekent dat er voor bouw- en woningtoezicht 108(3x36 uur) uur per week beschikbaar moet zijn. Op het gebied van de milieuhandhaving praten we over eveneens over 108 uur.

Voor juridische ondersteuning is op de afdeling Vergunningen en Toezicht 72 uur (36 uur voor milieu en 36 uur voor bwt/RO) beschikbaar, echter deze uren zijn niet alleen voor handhaving. De juristen verzorgen bijvoorbeeld ook juridische advisering inzake vergunningverlening, adviesnota’s, verweerschriften etc.

5.5 Goed gedocumenteerde handhaving.

Goede dossiervorming en archivering van de overtredingen, aanschrijvingen, vergunningen

en ontheffingen is een vereiste. Enerzijds voor een efficiënte werkwijze, anderzijds om in

rechte effectief te kunnen handhaven. Elke controle moet worden vastgelegd.

5.6 Communicatie

Bij de uitvoering van de handhavingstaak speelt communicatie een belangrijke rol. Om te

voorkomen dat de gestelde regels niet overtreden worden, zal een burger of bedrijf moeten

weten welke regels er gelden en wat die regels inhouden. Door het geven van voorlichting

omtrent de gestelde regels en de eventuele vrijstellingsmogelijkheden kan naleving bewerkstelligd worden. Informatie over hoe naleving van die regels afgedwongen kan worden, kan eveneens een verhelderende werking hebben. Daarnaast zouden succesvolle handhavingszaken wat meer onder de aandacht gebracht mogen worden.

Indien vanuit handhaving communicatie gewenst is, vindt dit plaats in overleg met de medewerkers van de afdeling communicatie van de gemeente.

Mogelijke vormen van communicatie die gebruikt kunnen worden zijn de website en het huis- aan huis blad.