Verordening brandveiligheid en hulpverlening

Geldend van 01-01-2003 t/m heden

Intitulé

Verordening brandveiligheid en hulpverlening

Verordening brandveiligheid en hulpverlening

De raad der gemeente De Bilt, gelet op artikel 1, tweede lid, en artikel 12 van de Brandweerwet 1985, artikel 8, tweede lid, van de Woningwet, artikel 8.11, derde lid, en artikel 8.40 van de Wet milieubeheer en artikel 149 van de Gemeentewet, gezien het advies van de Commandant Brandweer, gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders van 12 november 2002,

overwegende dat:

burgemeester en wethouders de zorg hebben voor:

  • a.

    het voorkomen, beperken en bestrijden van brand, het beperken van brandgevaar, het voorkomen en beperken van ongevallen bij brand en al hetgeen daarmee verband houdt;

  • b.

    het beperken en bestrijden van gevaar voor mensen en dieren bij ongevallen anders dan bij brand;

de uitvoering van werkzaamheden ter zaken van het beperken en bestrijden van rampen, als bedoeld in artikel 1 van de Rampenwet tot de taak van de brandweer behoort;

burgemeester en wethouders andere werkzaamheden, dan hierboven bedoeld, kunnen aanwijzen die de gemeentelijke brandweer verricht;

de brandbeveiligingsverordening voorschriften bevat omtrent het gebruik van inrichtingen voor zover dit geen bouwwerken zijn als bedoeld in de Woningwet en de Bouwverordening;

de bouwverordening voorschriften bevat omtrent het gebruik van woningen, woonketen, woonwagens, andere gebouwen, bouwwerken geen gebouwen zijnde, en standplaatsen, waaronder in elk geval zijn begrepen voorschriften met betrekking tot onder meer brandveiligheid;

de Wet milieubeheer beoogt het milieu te beschermen, onder meer door de brandveiligheid te bevorderen;

het wenselijk is de voorzieningen voor brandveiligheid en hulpverlening in samenhang te treffen,

besluit vast te stellen de: Verordening brandveiligheid en hulpverlening.

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    repressieve taken:

    • 1.

      het beperken en bestrijden van brand, het beperken van brandgevaar, het beperken van ongevallen bij brand en al hetgeen daarmee verband houdt;

    • 2.

      het beperken en bestrijden van gevaar voor mensen en dieren bij ongevallen anders dan bij brand;

    • 3.

      de uitvoering van werkzaamheden ter zake van het beperken en bestrijden van rampen, als bedoeld in artikel 1 van de Rampenwet;

  • b.

    preventieve taken:

    • 1.

      het voorkomen en beperken van brand, het beperken van brandgevaar, het voorkomen en beperken van ongevallen bij brand en al hetgeen daarmee verband houdt;

    • 2.

      de uitvoering van werkzaamheden ter zake van het beperken van rampen, als bedoeld in artikel 1 van de Rampenwet;

    • 3.

      de uitvoering van de voorschriften met betrekking tot het brandveilig gebruik van woningen, woonketen, woonwagens, andere gebouwen, bouwwerken geen gebouwen zijnde, en standplaatsen;

    • 4.

      de uitvoering van de brandbeveiligingsverordening.

Artikel 2 Gemeentelijke brandweer

Burgemeester en wethouders beschikken over een gemeentelijke brandweer.

Artikel 3 Taken brandweer

De taken van de gemeentelijke brandweer bestaan, behoudens de in artikel 5 aan de regionale brandweer opgedragen taken, uit:

  • 1.

    de feitelijke uitvoering van de preventieve en repressieve taken;

  • 2.

    andere dan de onder 1 genoemde werkzaamheden voor zover deze niet te maken hebben met het wegnemen van onmiddellijk gevaar voor mens en dier, te weten

    • a.

      het bestrijden van milieu-incidenten;

    • b.

      het reinigen van wegen en terreinen bij ongevallen;

    • c.

      het assisteren van de ambulancedienst bij het transport van patiënten

    • d.

      het toegang verschaffen aan bewoners en anderen bij buitensluiting;

    • e.

      het verrichten van bewakingsdiensten;

    • f.

      het onderhouden van voertuigen en materieel van de gemeentelijke brandweer;

    • g.

      het testen van brandbeveiligingsinstallaties;

    • h.

      het geven van voorlichting/instructie aan instellingen en bedrijven;

    • i.

      het geven van advies over ontwerpplannen ontruimingsplannen e.d.;

    • j.

      het leveren van bijdragen aan de coördinatie en ontwikkeling van de gemeentelijke rampenbestrijding als bedoeld in de Wet rampen en zware ongevallen;

    • k.

      het volgen van landelijk beleid en het aanpassen en ontwikkelen van nieuw beleid voor de gemeentelijke brandweer.

De kosten van de genoemde werkzaamheden onder 2a tot en met 2e en van 2g tot en met 2i kunnen worden berekend volgens de gemeentelijke legesverordening, voor zover deze werkzaamheden hierin zijn opgenomen.

Artikel 4 Beleidsplan brandveiligheid en hulpverlening

Burgemeester en wethouders leggen de gemeenteraad eenmaal per 2 jaar een plan voor op welke wijze aan de inhoud van in artikel 3 omschreven taken uitvoering zal worden gegeven (beleidsplan brandveiligheid en hulpverlening). Dit plan omvat in elk geval een omschrijving van de financiële en personele middelen die beschikbaar zijn voor de uitvoering van de preventieve en repressieve taken, alsmede de overige ondersteunende taken zoals pro-actie, preparatie, bedrijfsvoering en administratie.

Artikel 5 Regionale taken

Naast de in artikel 3, tweede lid, van de Brandweerwet 1985 opgedragen taken, zijn aan de regionale brandweer overgedragen de taken zoals opgenomen in de gemeenschappelijke regeling Brandweer Regio Utrechts Land.

Artikel 6

Het personeel van de gemeentelijke brandweer met preventieve en/of repressieve taken alsmede de overige taken zoals genoemd in 4 bestaat uit:

  • a.

    1 commandant, in de rang van Commandeur 1e klasse;

  • b.

    1 plaatsvervangend commandant, in de rang van Hoofdbrandmeester 1e klasse;

en ten minste

  • c.

    4 officieren, in de rang van Adj. Hoofdbrandmeester, Adj. Hoofdbrandmeester I of hoofdbrandmeester;

  • d.

    6 groepscommandanten, in de rang van Brandmeester;

  • e.

    12 Bevelvoerders, in de rang van Onderbrandmeester;

  • f.

    99 brandwachten, in de rang van Brandwacht, Brandwacht I of Hoofdbrandwacht

  • g.

    4 preventiefunctionarissen

De totale sterkte van het korps wordt bepaald op 120 personen. Hierin zijn dubbelfuncties en een bemensing van 225% voor de brandwachten meegenomen.

Artikel 7 Opleiding en oefening

Burgemeester en wethouders dragen zorg voor de opleiding en oefening van het brandweerpersoneel, die voor de taakuitoefening noodzakelijk zijn. Hiervoor wordt door de brandweer gebruik gemaakt van de Leidraad Oefenen.

Artikel 8 Instructie commandant

De commandant heeft de algemene leiding en het bevel over de brandweer, overeenkomstig de voor hem door burgemeester en wethouders vastgestelde instructies.

Artikel 9 Materieel

1.Het materieel van de gemeentelijke brandweer bestaat ten minste uit:

2 Tankautospuiten (hoofdpost Bilthoven)

1 Tankautospuit (uitrukpost De Bilt)

1 Tankautospuit (uitrukpost Maartensdijk)

1 Tankautospuit (uitrukpost Groenekan)

1 Tankautospuit (uitrukpost Westbroek)

1 Hulpverleningsvoertuig klasse II (hoofdpost Bilthoven)

1 Hulpverleningsvoertuig klasse III (uitrukpost Maartensdijk)

1 Verbindings/commandovoertuig klasse III (hoofdpost Bilthoven)

1 Redvoertuig autoladder (hoofdpost Bilthoven)

1 Tankautospuit t.b.v. bosbrandbestrijding (hoofdpost Bilthoven)

1 Verkenningsvoertuig 4x4 t.b.v. bosbrandbestrijding (hoofdpost Bilthoven)

1 Personeel/materieel voertuig (hoofdpost Bilthoven)

1 personeel/materieel voertuig (uitrukpost Maartensdijk)

1 dienstauto t.b.v. de Officier van Dienst

2 dienstauto’s ten behoeve van preventietaken (hoofdpost Bilthoven)

2 Motorspuitaanhangers

1 Schuimblusaanhanger

1 Ontsmettingsaanhanger

2 Poederblusaanhangers

1 Goederenaanhanger

2.Burgemeester en wethouders bepalen de plaats waar en de wijze waarop het materieel en de overige goederen van de brandweer worden ondergebracht.

Artikel 10 Bluswatervoorziening

Burgemeester en wethouders dragen zorg voor zodanige bluswatervoorzieningen en de bereikbaarheid daarvan, dat de brandbestrijding te allen tijde zoveel mogelijk gewaarborgd is.

Artikel 11 Citeertitel en in werking treden

1.Deze verordening kan worden aangehaald als:

Verordening brandveiligheid en hulpverlening.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag van de maand, volgende op die, waarin zij is vastgesteld.

  • 3.

    Op de in het tweede lid genoemde datum vervalt de Organisatieverordening brandweer, vastgesteld bij raadsbesluit van 29 juni 1995, zoals deze sedertdien is gewijzigd.

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 19 december 2002,

De voorzitter, De secretaris,