Verordening commissie bezwaarschriften De Friese Meren

Geldend van 30-01-2014 t/m heden met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2014

Intitulé

Verordening commissie bezwaarschriften De Friese Meren

De raad, het college van burgemeester en wethouders en de burgemeester van de gemeente De Friese Meren;

ieder voor zover het zijn bevoegdheden betreft;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders, nummer 2014/009;

gelet op artikel 7:13 van de Algemene wet bestuursrecht;

besluit:

vast te stellen de volgende verordening:

Verordening commissie bezwaarschriften De Friese Meren

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

commissie: vaste commissie van advies voor de bezwaarschriften;

verwerend orgaan: bestuursorgaan dat het bestreden besluit heeft genomen.

Artikel 2 Inleidende bepaling commissie

  • 1 Er is een commissie ter voorbereiding van de beslissing op bezwaren tegen besluiten van de raad, het college en de burgemeester.

  • 2 De commissie is niet bevoegd ten aanzien van bezwaarschriften die zijn ingediend tegen:

    • a.

      besluiten op grond van een wettelijk voorschrift inzake belastingen en de Wet waardering onroerende zaken;

    • b.

      personele aangelegenheden.

Artikel 3 Samenstelling van de commissie

  • 1 De commissie bestaat uit een voorzitter, vice-voorzitter en ten minste twee leden.

  • 2 De voorzitter, vice-voorzitter en de leden worden door het college benoemd, geschorst en ontslagen.

  • 3 De voorzitter, vice-voorzitter en de leden van de commissie maken geen deel uit van of zijn werkzaam onder verantwoordelijkheid van een bestuursorgaan van de gemeente De Friese Meren.

Artikel 3a Kamers

  • 1 De commissie bestaat uit twee kamers:

    • a

      Sociale kamer: voor de behandeling van bezwaarschriften op grond van de sociale wetgeving die door het gemeentebestuur wordt uitgevoerd.

    • b

      Algemene kamer: voor de behandeling van de overige bezwaarschriften.

  • 2 Elke kamer bestaat uit een voorzitter overeenkomstig artikel 7:13 Awb of één van de leden van de commissie en ten minste twee leden.

  • 3 De voorzitter van de commissie is tevens voorzitter van de Algemene kamer.

  • 4 De vice-voorzitter van de commissie is tevens voorzitter van de Sociale kamer.

  • 5 Het college wijst de voorzitter, de vice-voorzitter en de leden aan. De leden kunnen tevens plaatsvervangend voorzitter zijn.

  • 6 Op de werkwijze van de kamers is het bepaalde in deze verordening van overeenkomstige toepassing.

Artikel 4 Secretaris

  • 1 Door het college wordt aan de commissie één of meer secretarissen toegevoegd.

  • 2 Op aanwijzing van de voorzitter van betreffende kamer verricht de secretaris alle werkzaamheden welke dienstig zijn aan het functioneren van de betreffende kamer.

Artikel 5 Zittingsduur

  • 1 De voorzitter en de leden van de commissie worden voor een periode van vier jaar benoemd en kunnen ten hoogste één keer voor maximaal vier jaar worden herbenoemd.

  • 2 De voorzitter of een lid van de commissie treedt af op het moment dat hij niet meer voldoet aan het bepaalde in artikel 3, lid 4.

  • 3 De voorzitter en de leden van de commissie kunnen op elk moment ontslag nemen.

  • 4 Een aftredende of ontslag nemende voorzitter of lid van de commissie blijft zijn functie vervullen totdat in zijn opvolging is voorzien, behoudens het bepaalde in lid 2.

Artikel 6 Ingediend bezwaarschrift

  • 1 Op het ingediende bezwaarschrift wordt de datum van ontvangst aangetekend.

  • 2 Het bezwaarschrift met de daarbij overgelegde stukken wordt zo spoedig mogelijk in handen van de commissie gesteld.

  • 3 Bij het bericht van ontvangst, als bedoeld in artikel 6:14 Awb, wordt vermeld dat de commissie over het bezwaar zal adviseren.

Artikel 7 Bemiddeling

De commissie onderzoekt of de zaak in de minne kan worden geschikt alvorens de zaak in behandeling wordt genomen. De secretaris verricht daartoe de nodige handelingen.

Artikel 8 Uitoefening bevoegdheden

De bevoegdheden ingevolge de hierna genoemde artikelen van de Awb worden voor de toepassing van deze verordening uitgeoefend door de voorzitter van de commissie:

  • a

    artikel 2:1, tweede lid;

  • b

    artikel 6:6, wat betreft het de indiener stellen van een termijn;

  • c

    artikel 6:17, voor zover het de verzending van stukken betreft tijdens de behandeling door de commissie;

  • d

    artikel 7:4, tweede lid;

  • e

    artikel 7:6, vierde lid.

Artikel 9 Vooronderzoek

  • 1 De voorzitter van de commissie is bevoegd rechtstreeks alle gewenste inlichtingen in te winnen of te laten inwinnen.

  • 2 De voorzitter kan uit eigen beweging of op verlangen van de commissie bij deskundigen advies of inlichtingen inwinnen en hen zo nodig uitnodigen daartoe op de hoorzitting te verschijnen.

Artikel 10 Hoorzitting

  • 1 De voorzitter van de commissie bepaalt plaats en tijdstip van de zitting waarin de belanghebbenden en het verwerend orgaan in de gelegenheid worden gesteld zich door de commissie te laten horen.

  • 2 De voorzitter beslist over de toepassing van artikel 7:3 van de Awb.

  • 3 Indien de voorzitter op grond van het tweede lid besluit af te zien van het horen, doet hij daarvan mededeling aan de belanghebbenden en het verwerend orgaan.

Artikel 11 Kennisgeving en uitnodiging hoorzitting

  • 1 De belanghebbenden en het verwerend orgaan worden zo spoedig mogelijk, maar uiterlijk drie weken van te voren, geinformeerd over de datum en tijdsvak van de hoorzitting.

  • 2 Binnen drie dagen na het bekendmaken van de datum van hoorzitting kunnen de belanghebbenden of het verwerend orgaan onder opgaaf van redenen de voorzitter verzoeken de datum en/of het tijdsvak van de zitting te wijzigen.

  • 3 De beslissing van de voorzitter op dit verzoek wordt uiterlijk twee weken voor de datum van de zitting aan de belanghebbenden en het verwerend orgaan meegedeeld.

  • 4 De voorzitter nodigt de belanghebbenden en het verwerend orgaan ten minste 10 dagen voor de zitting schriftelijk uit en vermeld daarbij het tijdstip van de hoorzitting.

  • 5 De voorzitter is bevoegd in bijzondere omstandigheden af te wijken of afwijking toe te staan van de termijnen die genoemd zijn in het eerste tot en met het vierde lid.

Artikel 12 Quorum

Voor het houden van een zitting is vereist dat de meerderheid van het aantal leden, onder wie in elk geval de voorzitter, of zijn plaatsvervanger, aanwezig is.

Artikel 13 Niet-deelneming aan de behandeling

De voorzitter en de leden van de commissie nemen niet deel aan de behandeling van een bezwaarschrift indien daarbij hun onpartijdigheid in het geding kan zijn. Zij laten zich zo nodig vervangen.

Artikel 14 Openbaarheid zitting

  • 1 De zittingen van de Algemene kamer zijn openbaar.

  • 2 De zittingen van de Sociale kamer zijn niet openbaar.

  • 3 De deuren kunnen worden gesloten indien de voorzitter van de commissie of één van de aanwezige leden het nodig oordeelt of indien een belanghebbende daartoe een verzoek doet.

  • 4 Indien de commissie vervolgens beslist dat gewichtige redenen aanwezig zijn die zich tegen openbaarheid van de zitting verzetten, vindt de zitting plaats achter gesloten deuren.

Artikel 15 Schriftelijke verslaglegging

  • 1 Het verslag als bedoeld in artikel 7:7 Awb vermeldt de namen van de aanwezigen en hun hoedanigheid.

  • 2 Het verslag houdt een zakelijke vermelding in van wat over en weer is gezegd en wat verder ter zitting is voorgevallen.

  • 3 Indien de zitting geheel of gedeeltelijk achter gesloten deuren plaatsvond, of indien belanghebbenden, respectievelijk hun gemachtigden niet in elkaars tegenwoordigheid zijn gehoord, maakt het verslag hiervan melding.

  • 4 Het verslag verwijst naar de op de zitting overgelegde bescheiden, die aan het verslag kunnen worden gehecht.

  • 5 Het verslag wordt ondertekend door de voorzitter en de secretaris van de commissie.

Artikel 16 Nader onderzoek

  • 1 Indien na afloop van de zitting maar voordat het advies wordt opgesteld, nader onderzoek wenselijk blijkt te zijn, kan de voorzitter uit eigen beweging of op verlangen van de andere commissieleden dit onderzoek houden.

  • 2 De uit het nader onderzoek verkregen informatie wordt in afschrift aan de leden van de commissie, het verwerend orgaan en de belanghebbenden toegezonden.

  • 3 De leden van de commissie, het verwerend orgaan en de belanghebbenden kunnen binnen een week na verzending van de nadere informatie aan de voorzitter van de commissie een verzoek richten tot het beleggen van een nieuwe hoorzitting. De voorzitter beslist op een dergelijk verzoek.

  • 4 Op een nieuwe hoorzitting zijn de bepalingen in deze verordening die betrekking hebben op de hoorzitting, zo veel mogelijk van overeenkomstige toepassing.

Artikel 17 Raadkamer en advies

  • 1 De commissie beraadslaagt en beslist achter gesloten deuren over het door haar uit te brengen advies.

  • 2 De commissie beslist bij meerderheid van stemmen over het uit te brengen advies.

  • 3 Indien bij een stemming de stemmen staken, beslist de stem van de voorzitter.

  • 4 Van een minderheidsstandpunt wordt bij het advies melding gemaakt indien die minderheid dat verlangt.

  • 5 Het advies is gemotiveerd en omvat een voorstel voor de te nemen beslissing op het bezwaarschrift.

  • 6 Het advies wordt door de voorzitter en de secretaris van de commissie ondertekend.

Artikel 18 Uitbrengen advies en verdaging

  • 1 Het advies wordt, onder medezending van het verslag, bedoeld in artikel 15 en eventueel door de commissie ontvangen nadere informatie en nader verslag, tijdig uitgebracht aan het bestuursorgaan dat op het bezwaarschrift dient te beslissen.

  • 2 Indien naar het oordeel van de voorzitter van de commissie de termijn van 12 weken genoemd in artikel 7:10, eerste lid, van de Awb, ontoereikend is voor achtereenvolgens het uitbrengen van een advies en het nemen van een beslissing, verzoekt hij het verwerend orgaan tijdig de beslissing te verdagen.

  • 3 Van een besluit tot verdaging ontvangen de commissie en de belanghebbenden een afschrift.

Artikel 19 Jaarverslag

De commissie brengt jaarlijks aan de bestuursorganen van de gemeente verslag uit van haar werkzaamheden in het voorafgaande kalenderjaar.

Artikel 20 Vervallen verklaren oude regelingen

De volgende verordeningen worden vervallen verklaard:

  • a.

    De Verordening commissie bezwaarschriften 2008, vastgesteld door de raad van de gemeente Boarnsterhim op 2 december 2008, voor het gebied dat tot de gemeente De Friese Meren behoort;

  • b.

    De Verordening commissie bezwaarschriften, vastgesteld door de raad van de gemeente Gaasterlân-Sleat op 24 september 2012;

  • c.

    De Verordening commissie bezwaarschriften, vastgesteld door de raad van de gemeente Lemsterland op 16 juli 2012;

  • d.

    De Verordening commissie bezwaarschriften, vastgesteld door de raad van de gemeente Skarsterlân op 3 oktober 2012, voor het gebied dat tot de gemeente De Friese Meren behoort.

Artikel 20a Overgangsbepaling

Bezwaarschriften die voor de datum van inwerkingtreding van deze verordening zijn ingediend en die op het moment van de inwerkingtreding van deze regeling nog niet zijn overgedragen aan de commissie voor de bezwaarschriften, worden afgehandeld overeenkomstig deze regeling.

Artikel 21 Inwerkingtreding en terugwerkende kracht

Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag na bekendmaking en werkt terug tot en met 1 januari 2014.

Artikel 22 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening commissie bezwaarschriften De Friese Meren.

Ondertekening

Aldus besloten door de raad van de gemeente De Friese Meren in zijn openbare vergadering van 6 januari 2014.
De raad voornoemd,
Voorzitter, griffier
Het college van burgemeester en wethouders van De Friese Meren,
Burgemeester, secretaris
De burgemeester van De Friese Meren,