Algemene dienst

Geldend van 16-11-2017 t/m heden

Intitulé

Algemene dienst

Algemene dienst

Regeling algemene dienst 2013

Inhoudsopgave

  • Artikel 1 Begripsomschrijving

  • Artikel 2 Inzetbaarheid

  • Artikel 3 Termijnen

  • Artikel 4 Jaarplancyclus

  • Artikel 5 Ondersteuning

  • Artikel 6 Voorkeurspositie

  • Artikel 7 Hardheidsclausule

  • Artikel 8 Inwerkingtreding

Artikel 1 Begripsomschrijving

Voor de toepassing van deze regeling wordt verstaan onder:

  • a

    medewerker:de ambtenaar als bedoeld in artikel 1:1, eerste lid, sub a van de CAR-UWO, alsmede uitzendkrachten, detacheringskrachten, stagiaires en personen die anderszins werkzaam zijn van bij de werkgever.

  • b

    passende functie:een functie die de ambtenaar redelijkerwijs in verband met zijn persoonlijke omstandigheden, kennis, vaardigheden en vooruitzichten kan vervullen; onder persoonlijke omstandigheden en vooruitzichten kunnen worden verstaan: interesse, gezondheid, opleiding, scholing en salarispositie.

  • c

    functie:het geheel van werkzaamheden dat aan de ambtenaar is opgedragen, zoals omschreven in artikel 1:1 sub b CAR-UWO.

  • d

    werkgever:het Dagelijks Bestuur van het Openbaar Lichaam “De Kompanjie”, bestaande uit vertegenwoordigers van de colleges van burgemeester en wethouders van de deelnemende gemeenten Pekela en Veendam, de colleges van burgemeester en wethouders van de gemeente Pekela en Veendam en de gemeenteraden van de gemeenten Pekela en Veendam.

Artikel 2 Inzetbaarheid

Medewerkers in algemene dienst zijn in principe inzetbaar binnen de gehele organisatie op passende structurele en -tijdelijke functies en op projecten met passende werkzaamheden.

Artikel 3 Termijnen

Lid 1

Nieuw in dienst tredende medewerkers en zittende medewerkers waarvan de functiegebonden aanstelling per 1 januari 2013 van rechtswege wordt omgezet in een aanstelling in algemene dienst, worden voor een periode van maximaal 5 jaar in de functie geplaatst waarop ze respectievelijk hebben gesolliciteerd of die ze op de dag voor omzetting vervulden. In onderling overleg kan deze periode ingekort worden, mits vastgelegd.

Lid 2

De termijn bedoeld in het eerste lid kan na afloop worden verlengd. Leidinggevende en medewerker bepalen in overleg de duur van de verlenging.

Artikel 4 Jaarplancyclus

Lid 1

Gesprekken over de inzetbaarheid van de medewerker binnen de gemeentelijke organisatie worden gevoerd binnen het kader van de Jaarplancyclus.

Lid 2

Leidinggevende en medewerker maken jaarlijks concrete afspraken over ontwikkeling en opleiding gericht op inzetbaarheid in de huidige functie (effectiviteit) of over doorstroom naar een andere passende functie (loopbaanplan). De leidinggevende houdt bij het maken van de afspraken over ontwikkeling, opleiding of doorstroming, voor zover relevant, rekening met de persoonlijke situatie van de medewerker (leeftijd, gezondheid, gezinssituatie enz.).

Lid 3

De leidinggevende faciliteert de medewerker in het realiseren van de afspraken over opleiding en ontwikkeling met inachtneming van het gestelde in Hoofdstuk 17 CAR.

Lid 4

De medewerker kan in het kader van mobiliteit (doorstroom ten bate van blijvende inzetbaarheid en effectiviteit) niet worden verplicht een hem/haar aangeboden passende functie te accepteren. De medewerker behoort een weigering echter wel te beargumenteren.

Artikel 5 Ondersteuning

Lid 1

Op verzoek van de leidinggevende of van de medewerker kan personeelszaken ondersteunen bij het opstellen en het realiseren van een loopbaanplan.

Lid 2

Medewerkers die zich willen oriënteren op een vervolgfunctie, worden in de gelegenheid gesteld een loopbaanadvies op te laten stellen conform hetgeen gesteld in artikel 17:2 CAR-UWO.

Artikel 6 Voorkeurspositie

Medewerkers in algemene dienst die in overleg met hun leidinggevende een loopbaanplan hebben opgesteld, hebben na herplaatsingkandidaten een voorkeurspositie bij het vervullen van vacatures, indien dit een passende functie betreft.

Artikel 7 Hardheidsclausule

In die gevallen waarin (de toepassing van) deze regeling voor de medewerker onbedoeld tot een onbillijke of onredelijke situatie leidt, kan het Dagelijks Bestuur van deze regeling afwijken.

Artikel 8 Inwerkingtreding

Deze regeling kan worden aangehaald als "Regeling algemene dienst 2013" en treedt in werking met ingang van 1 januari 2013.