Overgangsregeling personeelsbeoordeling 2011

Geldend van 01-02-2011 t/m heden

Intitulé

Overgangsregeling personeelsbeoordeling 2011

Overgangsregeling personeelsbeoordeling

Overgangsregeling personeelsbeoordeling

Inhoudsopgave

  • Artikel 1 Begripsomschrijving

  • Artikel 2 Beoordeling

  • Artikel 3 Beoordelingstijdstip

  • Artikel 4 Verantwoordelijkheid

  • Artikel 5 Beoordelingsverslag

  • Artikel 6 Rechtspositionele consequenties

  • Artikel 7 Bezwaar en beroep

  • Artikel 8 Onvoorziene gevallen

  • Artikel 9 Inwerkingtreding

  • Beoordelingsformulier

Artikel 1 Begripsomschrijving

Voor de toepassing van deze regeling wordt verstaan onder:

  • a

    Medewerker: de ambtenaar in de zin van artikel 1:1 lid 1 sub a van de CAR.

  • b

    Beoordelaar: de direct leidinggevende die verantwoordelijk is voor het dagelijks functioneren van de medewerker.

  • c

    Medebeoordelaar / informant: een persoon die naar het oordeel van de beoordelaar voldoende inzicht heeft in het functioneren van de medewerker om een gefundeerde beoordeling tot stand te kunnen laten komen.

  • d

    Beoordelingsadviseur: de P&O-adviseur.

  • e

    Functie: de werkzaamheden die door de medewerker vanuit de taken binnen de vastgestelde functiebeschrijving worden verricht. Indien de medewerker in de beoordelingsperiode bij opdracht (bijv. in een project) tijdelijk andere taken uitvoert / heeft uitgevoerd, dan worden ook die beschouwd als behorende tot de functie.

  • f

    Beoordelingsgesprek: het gesprek waarin de beoordeling over de medewerker door de leidinggevende wordt uitgesproken en vastgelegd.

Artikel 2 Beoordeling

Lid 1

Deze overgangsregeling voorziet in de behoefte om, in afwachting van een definitieve regeling, de mogelijkheid voor het uitspreken van een beoordeling te formaliseren.

Lid 2

De beoordeling van een medewerker betreft de wijze waarop de medewerker zijn functie of taken heeft vervuld gedurende het beoordelingstijdvak.

Lid 3

De beoordeling geschiedt op basis van de functie en de functie-eisen en betreft de kwaliteit van het functioneren van de medewerker met inachtneming van de op het functioneren van de medewerker van invloed zijnde in- en externe factoren.

Lid 4

De periode waarover de beoordeling wordt opgemaakt omvat 6 maanden. De beoordeling vindt uiterlijk voor 1 oktober 2011 plaats.

Artikel 3 Beoordelingstijdstip

Lid 1

Een beoordelingsgesprek vindt in ieder geval plaats voorafgaand aan:

  • a

    bevordering van aanloopschaal naar functieschaal, en nadat uiterlijk in de 3e maand een tussentijds gesprek over de voortgang heeft plaatsgevonden;

  • b

    Als a, waarbij het vastgestelde ontwikkelplan het uitgangspunt vormt, mits er nadere ontwikkelafspraken zijn gemaakt.

Lid 2

Indien naar het oordeel van de beoordelaar aanleiding bestaat tot een frequentere beoordeling dan wel een beoordeling als gevolg van een specifieke situatie, kan van de onder lid 1 genoemde situaties worden afgeweken. Ook op verzoek van de medewerker kan een beoordelingsgesprek worden gehouden.

Lid 3

Van zowel het beoordelings- als het voortgangsgesprek wordt een verslag gemaakt.

Artikel 4 Verantwoordelijkheid

Lid 1

De beoordeling vindt plaats door en onder verantwoordelijkheid van de beoordelaar.

Lid 2

De beoordelaar kan zich laten adviseren door een medebeoordelaar/informant, indien naar het oordeel van de beoordelaar de kwaliteit van de beoordeling of het beoordelingsgesprek daardoor verbetert.

Lid 3

Op verzoek van de beoordelaar of van de medewerker kan het beoordelingsgesprek worden bijgewoond door de beoordelingsadviseur. Deze beoordelingsadviseur bewaakt de procedure en toetst het beoordelingsrapport marginaal op inhoud en consistentie.

Artikel 5 Beoordelingsverslag

Lid 1

In het beoordelingsgesprek en (deels) in het voortgangsgesprek komen in elk geval de volgende gesprekonderwerpen aan de orde welke in een formulier (zie bijlage) duidelijk worden aangegeven:

  • a

    kennis en vaardigheden;

  • b

    gedrag en houding in de werksituatie;

  • c

    organisatie van het werk;

  • d

    kwaliteit en kwantiteit van het werk;

  • e

    zelfstandigheid;

  • f

    contacten;

  • g

    uitdrukkingsvaardigheid (mondeling en schriftelijk);

  • h

    relevante (overige) competenties;

  • i

    leidinggeven (indien van toepassing);

  • j

    omgang met (groot) materiaal (indien van toepassing).

Lid 2

De beoordelaar vermeldt in een door hem ondertekend formulier (zie bijlage) de bevindingen van de beoordeling. Deze wordt uiterlijk twee dagen voorafgaand aan het beoordelingsgesprek aan de medewerker verstrekt. In het beoordelingsgesprek wordt vervolgens een toelichting gegeven op de beoordeling. Van dat toelichtende gesprek wordt een verslag gemaakt.

Lid 3

De beoordeling vindt plaats aan de hand van vijf scores:

  • a

    de medewerker functioneert in opvallende mate boven de gestelde eisen --> 5;

  • b

    de medewerker functioneert boven de gestelde eisen --> 4;

  • c

    de medewerker functioneert volgens de gestelde eisen --> 3;

  • d

    de medewerker functioneert niet geheel volgens de gestelde eisen, verbetering is op een of meerdere aspecten noodzakelijk --> 2;

  • e

    de medewerker functioneert niet volgens de gestelde eisen --> 1.

Lid 4

Het verslag wordt binnen twee weken ter beschikking gesteld van de medewerker.

Lid 5

De medewerker wordt in de gelegenheid gesteld binnen 2 weken na het ter beschikking komen van het verslag schriftelijk een afwijkende zienswijze bij de beoordelaar in te leveren.

Lid 6

Een blijvende afwijkende zienswijze van de medewerker wordt bij het verslag gevoegd.

Lid 7

Het verslag wordt ondertekend door alle deelnemers aan het beoordelingsgesprek. De medewerker is verplicht het verslag te ondertekenen voor gezien. De beoordelingsadviseur geeft met ondertekening aan dat de kwaliteit van de beoordeling heeft voldaan aan de kwaliteitseisen, die daaraan in deze regeling worden gesteld. De ondertekening door de medebeoordelaar houdt in, dat zijn advies in de beoordeling in ogenschouw is genomen. De beoordelaar is eindverantwoordelijk voor de inhoud en kwaliteit van het verslag.

Lid 8

De naast hogere leidinggevende stelt de beoordeling vast.

Lid 9

Indien een medewerker expliciet aangeeft geen persoonlijk gesprek te wensen, wordt de procedure schriftelijk afgewikkeld.

Lid 10

De leidinggevende is verantwoordelijk voor een adequate archivering van het verslag van de medewerker, door het origineel ter hand te stellen van de beoordelingsadviseur. Het verslag wordt toegevoegd aan het persoonsdossier.

Artikel 6 Rechtspositionele consequenties

Indien een beoordeling aanleiding geeft tot rechtspositionele gevolgen, wordt de medewerker hiervan separaat in kennis gesteld. Het opgestelde formulier en verslag kan dienen als basis voor de voorgenomen maatregelen.

Artikel 7 Bezwaar en beroep

Lid 1

De medewerker die bezwaar heeft tegen een vastgestelde, aan hem/haar uitgebrachte beoordeling, kan binnen zes weken schriftelijk een gemotiveerd bezwaarschrift indienen bij het Dagelijks Bestuur van de Kompanjie, het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Pekela of Veendam of de gemeenteraad van de gemeente Pekela of Veendam.

Lid 2

Het Dagelijks Bestuur van de Kompanjie, het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Pekela of Veendam of de gemeenteraad van de gemeente Pekela of Veendam legt het bezwaar ter advisering voor aan de bezwarencommissie.

Lid 3

Tegen het besluit van het Dagelijks Bestuur van de Kompanjie, het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Pekela of Veendam of de gemeenteraad van de gemeente Pekela of Veendam op het advies van de bezwarencommissie kan de medewerker beroep aantekenen bij de arrondissementsrechtbank, sector bestuursrecht.

Artikel 8 Onvoorziene gevallen

In gevallen waarin deze regeling niet of niet in redelijkheid voorziet, kan het Dagelijks Bestuur van de Kompanjie, , het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Pekela of Veendam of de gemeenteraad van de gemeente Pekela of Veendam een bijzondere voorziening treffen.

Artikel 9 Inwerkingtreding

Lid 1

Deze regeling kan worden aangehaald als de “Overgangsregeling personeelsbeoordeling 2011” en treedt in de plaats van voorgaande beoordelingsregelingen.

Lid 2

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 februari 2011.

Beoordelingsformulier

Beoordelingsformulier