Regeling vervallen per 01-01-2024

Subsidieverordening gemeentelijke monumenten en beeldbepalende panden De Ronde Venen 2015

Geldend van 01-01-2020 t/m 30-04-2021

Intitulé

Subsidieverordening gemeentelijke monumenten en beeldbepalende panden De Ronde Venen 2015

De raad van de gemeente De Ronde Venen

gelezen het voorstel van het college van B&W;

gelet op artikel 149 van de Gemeentewet;

b e s l u i t :

vast te stellen de volgende verordening: Subsidieverordening gemeentelijke monumenten en beeldbepalende panden De Ronde Venen 2015

HOOFDSTUK 1. ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1. Begripsbepalingen

Deze verordening verstaat onder:

  • a.

    erfgoedverordening: Erfgoedverordening De Ronde Venen 2013;

  • b.

    eigenaar: natuurlijke persoon of rechtspersoon die het recht van eigendom heeft of een ander zakelijk recht op een gemeentelijk monument of beeldbepalend pand in gemeente De Ronde Venen, de zakelijk gerechtigde;

  • c.

    college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente De Ronde Venen;

  • d.

    gemeenteraad: de gemeenteraad van de gemeente De Ronde Venen;

  • e.

    gemeentelijk monument: een monument dat overeenkomstig de erfgoedverordening door het college is aangewezen;

  • f.

    beeldbepalend pand: een pand van cultuurhistorische waarde waarvan de uiterlijke kenmerken in een ruimtelijk plan zijn beschermd;

  • g.

    subsidiabele instandhoudingskosten: kosten die naar het oordeel van het college noodzakelijk zijn om een gemeentelijk monument in stand te houden. Hieronder zijn niet begrepen kosten, die uitsluitend dan wel in overwegende mate worden gemaakt, voor de verbetering van het wooncomfort;

  • h.

    subsidie: een aanspraak op financiële middelen, door de gemeente De Ronde Venen verstrekt met het oog op de instandhouding van een gemeentelijk monument of beeldbepalend pand;

  • i.

    subsidieplafond: het bedrag dat gedurende een bepaald begrotingsjaar ten hoogste beschikbaar is voor de verstrekking van subsidies voor gemeentelijke monumenten en beeldbepalende panden;

  • j.

    instandhoudingswerkzaamheden: onderhouds- of restauratiewerkzaamheden gericht op het behouden van de cultuurhistorische waarden van het monument of beeldbepalend pand;

  • k.

    meerwerk: uitgevoerde werkzaamheden welke niet in de beschikking tot subsidieverlening zijn opgenomen;

  • l.

    BTW: belasting over de toegevoegde waarde;

  • m.

    Monumentenwacht Utrecht: Stichting die zich ten doel stelt het verval van cultuurhistorische bouwwerken in de provincie Utrecht te voorkomen en deskundig is in het uitvoeren van bouwkundige inspecties.

Artikel 2. Subsidieplafond

  • 1. De gemeenteraad stelt jaarlijks bij de behandeling van de begroting het budget, zijnde het subsidieplafond, vast voor de verstrekking van subsidie ten behoeve van de instandhouding van gemeentelijke monumenten en beeldbepalende panden op grond van deze verordening.

  • 2. Het subsidieplafond wordt door het college bekendgemaakt voor aanvang van het tijdvak waarvoor het is vastgesteld.

  • 3. Bij de bekendmaking van het subsidieplafond wordt de wijze van verdeling vermeld.

Artikel 3. Behandeling

  • 1. Het college is bevoegd tot het verlenen, vaststellen en uitbetalen van subsidies als bedoeld in deze verordening.

  • 2. Aanvragen om subsidie worden op volgorde van binnenkomst behandeld.

  • 3. De volgorde van binnenkomst wordt bepaald door de datum van ontvangst van de volledige aanvraag, zoals bepaald in artikel 9.

Artikel 4. Grondslag en werkingssfeer

  • 1. Deze verordening is van toepassing op aanvragen om subsidie voor werkzaamheden aan gemeentelijke monumenten en beeldbepalende panden, die beogen de monumentale en cultuurhistorische waarden in stand te houden.

  • 2. Het college stelt een formulier vast voor het aanvragen van subsidie op grond van deze verordening.

  • 3. Het college stelt een formulier vast voor het aangeven van de start en het einde van de werkzaamheden.

  • 4. Het college stelt een formulier vast voor het aanvragen van vaststelling van de subsidie op grond van deze verordening.

Artikel 5. Toezicht

  • 1. Het college is bevoegd personen aan te wijzen die zijn belast met het toezicht op de naleving.

  • 2. De eigenaar is verplicht om aan door het college aangewezen personen toegang te verschaffen tot het gemeentelijk monument of beeldbepalende pand waarvoor subsidie is verleend. Daarnaast is de eigenaar verplicht inzage te geven in alle op het werk betrekking hebbende stukken.

HOOFDSTUK 2. SUBSIDIE

Artikel 6. Subsidiabele instandhoudingskosten

  • 1. De subsidie wordt verleend over de subsidiabele instandhoudingskosten.

  • 2. De subsidiabele instandhoudingskosten van de werkzaamheden zoals bedoeld in artikel 4, eerste lid, worden bepaald aan de hand van beoordeling op noodzakelijkheid, soberheid en doelmatigheid, of moeten gericht zijn op het voorkomen van verval of het vervangen van materiaal dat gebreken vertoont en zijn functie verloren heeft.

    • 3.

      De hoogte van de subsidiabele instandhoudingskosten wordt bepaald door de meest recente versie van de “Leidraad subsidiabele instandhoudingskosten”.

    • 4.

      De kosten van bouwkundig, bouwhistorisch en interieuronderzoek vallen onder de subsidiabele instandhoudingskosten zoals vermeld in artikel 6, eerste lid, mits het onderzoek noodzakelijk is en uitgevoerd is door de Monumentenwacht Utrecht of een ander, naar het oordeel van het college, gekwalificeerd bureau.

    • 5.

      Het college kan in bijzondere gevallen van de leidraad, genoemd in het derde lid, afwijken.

Artikel 7 Subsidiecategorieën

De subsidie als bedoeld in artikel 4, eerste lid, bedraagt voor:

  • 1.

    een gemeentelijk monument, geen gebouw zijnde: 25% van de subsidiabele instandhoudingskosten. Hierbij geldt dat de subsidiabele instandhoudingskosten minimaal € 1.250,- moeten zijn. Het maximaal uit te keren subsidiebedrag bedraagt € 2.000,- (bij subsidiabele instandhoudingskosten van € 8.000,-);

  • 2.

    een gemeentelijk monument, gebouw zijnde: 25% van de subsidiabele instandhoudingskosten. Hierbij geldt dat de subsidiabele instandhoudingskosten minimaal € 1.250,- moeten zijn. Het maximaal uit te keren subsidiebedrag bedraagt € 6.500,- (bij subsidiabele instandhoudingskosten van € 26.000,-);

  • 3.

    een beeldbepalend pand, gebouw zijnde: 25% van de subsidiabele instandhoudingskosten. Hierbij geldt dat de subsidiabele instandhoudingskosten minimaal € 1.250,- moeten zijn. Het maximaal uit te keren subsidiebedrag bedraagt € 3.000,- (bij subsidiabele instandhoudingskosten van € 12.000,-).

Artikel 8 Aanvullende subsidie bij grootschalig funderingsherstel

Het college kan besluiten in aanvulling op het bepaalde in artikel 7 een extra subsidie toe te kennen. De subsidie bedraagt voor:

  • 1.

    een gemeentelijk monument: 25% van de subsidiabele instandhoudingskosten voor funderingsherstel. Het extra uit te keren subsidiebedrag bedraagt maximaal € 10.000,- (bij subsidiabele instandhoudingskosten van € 40.000,-).

  • 2.

    een beeldbepalend pand: 25% van de subsidiabele instandhoudingskosten voor funderingsherstel. Het extra uit te keren subsidiebedrag bedraagt maximaal € 5.000,- (bij subsidiabele instandhoudingskosten van € 20.000,-).

HOOFDSTUK 3. DE PROCEDURE

Artikel 9. De subsidieaanvraag

  • 1.

    Een aanvraag om subsidie wordt bij het college ingediend, vóórdat met de werkzaamheden een aanvang is gemaakt.

  • 2.

    Een aanvraag om subsidie wordt schriftelijk ingediend middels een door het college vastgesteld aanvraagformulier en bevat in ieder geval:

    • a.

      (detail-)tekeningen van de bestaande situatie en de nieuwe situatie;

    • b.

      een gedetailleerde werkomschrijving;

    • c.

      een gespecificeerde begroting van de kosten;

    • d.

      foto’s van de bestaande situatie, inclusief, indien van toepassing, detailfoto’s van de gebreken.

  • 3.

    Indien er sprake isvan een omvangrijke of totaalrestauratie waarbij de subsidiabele instandhoudingskosten boven de € 10.000,- liggen, moet de subsidieaanvraag vergezeld gaan van een inspectierapport dat minder dan twee jaar voor de datum van indiening is opgesteld door de Monumentenwacht Utrecht of een ander, naar het oordeel van het college, gekwalificeerd bureau.

  • 4.

    Het college kan van de aanvrager, naast de in het tweede lid genoemde gegevens, aanvullende gegevens verlangen, mits deze gegevens noodzakelijk zijn voor een goede beoordeling van de subsidieaanvraag.

  • 5.

    Indien de subsidieaanvraag onvolledig is, wordt de aanvrager door het college in de gelegenheid gesteld om de subsidieaanvraag binnen vier weken aan te vullen. Indien de aanvrager van deze gelegenheid geen gebruik maakt, wordt de aanvraag buiten behandeling gelaten.

  • 6.

    De ontvangst van de subsidieaanvraag wordt schriftelijk aan de aanvrager bevestigd.

  • 7.

    Indien een monument of beeldbepalend pand meerdere eigenaren heeft, dient de subsidieaanvraag mede door deze eigenaren te zijn ondertekend.

Artikel 10 Voorwaarden

  • 1. De subsidie wordt uitsluitend toegekend aan de eigenaar van het object waarvoor subsidie is aangevraagd.

  • 2. Om in aanmerking te komen voor subsidie mag niet met de uitvoering van de werkzaamheden zijn begonnen voordat het college heeft beslist over de aanvraag om subsidie.

  • 3. Het uitvoeren van de werkzaamheden moet conform de beschikking tot verlening van subsidie geschieden. Indien werkzaamheden niet (volledig) worden uitgevoerd, meldt de aanvrager dit schriftelijk aan het college, zoals bedoeld in artikel 12.

  • 4. Een subsidie wordt verleend en vastgesteld op de voorwaarde dat de eigenaar het gemeentelijk monument of het beeldbepalende pand in een goede staat zal onderhouden teneinde het behoud op basis van de gesubsidieerde werkzaamheden voor een periode van 10 jaar na de vaststelling van de subsidie te waarborgen.

  • 5. Een aanvraag voor subsidie voor een beeldbepalend pand is uitsluitend mogelijk voor exterieuronderdelen inclusief de kap en dragende constructie, mits deze cultuurhistorische waarde hebben.

  • 6. Het college kan aan de subsidieverlening nadere voorwaarden verbinden.

Artikel 11 Weigeringsgronden

  • 1.

    • Een aanvraag om subsidie wordt in ieder geval afgewezen wanneer:

      • a.

        met het treffen van de voorzieningen het belang van monumentenzorg niet of in onvoldoende mate wordt gediend;

      • b.

        de aanvrager bij de aanvraag onjuiste of onvolledige gegevens heeft verstrekt, en deze niet zijn aangevuld; 

      • c.

        voor de uit te voeren werkzaamheden een omgevingsvergunning is vereist en deze niet is verleend;

      • d.

        voor de uit te voeren werkzaamheden een andere subsidie is toegekend;

      • e.

        de kosten op grond van een verzekering of enige andere regeling zijn gedekt;

      • f.

        niet is voldaan aan de voorwaarden genoemd in artikel 10;

      • g.

        het beeldbepalende pand aangewezen is als rijksmonument;

      • h.

        voor de betreffende instandhoudingswerkzaamheden binnen een periode van 10 jaar voorafgaand aan het jaar waarop de subsidieaanvraag wordt ingediend reeds subsidie is verleend;

      • i.

        voor het betreffende adres eerder in hetzelfde kalenderjaar subsidie is verleend op grond van deze verordening;

      • j.

        door het verlenen van subsidie het in artikel 2 bedoelde subsidieplafond wordt overschreden;

      • h.

        niet wordt voldaan aan bepalingen uit deze verordening.

Artikel 12. Verplichtingen subsidieontvanger

  • 1. Binnen 26 weken na de verzenddatum van de beschikking tot verlening van subsidie, moet gestart zijn met de instandhoudingswerkzaamheden.

  • 2. De instandhoudingswerkzaamheden worden uitgevoerd conform het bepaalde in de beschikking tot verlening van subsidie.

  • 3. De aanvrager meldt de aanvang van de instandhoudingswerkzaamheden binnen vijf werkdagen na aanvang aan het college via het “Formulier start-einde werkzaamheden”.

  • 4. De instandhoudingswerkzaamheden moeten binnen twee jaar na de verzenddatum van de beschikking tot verlening van subsidie zijn voltooid.

  • 5. De aanvrager meldt het beëindigen van de instandhoudingswerkzaamheden binnen vijf werkdagen na beëindiging aan het college via het “Formulier start-einde werkzaamheden”.

  • 6. De aanvrager moet binnen twee jaar na de verzenddatum van de beschikking het college verzoeken tot vaststelling van de subsidie via het “Aanvraagformulier voor het vaststellen van subsidie gemeentelijke monumenten en beeldbepalende panden De Ronde Venen”.

Artikel 13. Gereedmelding werkzaamheden, vaststelling en uitbetaling subsidie

  • 1. Binnen dertien weken na afronding van de werkzaamheden dient het aanvraagformulier voor het vaststellen van de subsidie te worden ingediend door de aanvrager.

  • 2. Het college stelt de subsidie definitief vast binnen zestien weken nadat het aanvraagformulier voor het vaststellen van de subsidie met bijlagen ontvangen zijn en de in de beschikking tot verlening van subsidie opgenomen werkzaamheden bij het college zijn gereed gemeld, gecontroleerd en akkoord bevonden.

  • 3. De subsidie wordt uitbetaald binnen zes weken na de verzenddatum van de vaststellingsbeschikking.

  • 4. De uitbetaling van de subsidie geschiedt op het door de aanvrager bij het verzoek tot vaststelling van de subsidie opgegeven bank- of gironummer.

  • 5. Indien de aanvrager failliet gaat voordat de subsidie definitief is vastgesteld, kan door derden geen aanspraak gemaakt worden op uitbetaling van de subsidie.

  • 6. Indien de werkzaamheden niet (volledig) conform de beschikking tot subsidieverlening zijn uitgevoerd, kan het college besluiten de subsidie op een lager bedrag vast te stellen.

  • 7. Meerwerk en niet uitgevoerde werkzaamheden die wel in de beschikking tot verlening van subsidie zijn opgenomen komen niet in aanmerking voor subsidie.

  • 8. Instandhoudingswerkzaamheden die geheel of gedeeltelijk zijn verricht door de eigenaar of door vrijwilligers c.q. personen, die voor hun werkzaamheden geen financiële vergoeding ontvangen, komen niet voor subsidiëring in aanmerking.

  • 9. Bij de vaststelling van de subsidie is artikel 4:46 van de Algemene wet bestuursrecht onverkort van toepassing.

Artikel 14. Intrekken en terugvorderen subsidie

Het college is bevoegd tot het intrekken of wijzigen van subsidieverlenings- of subsidievaststellingsbeschikkingen, en tot het geheel of gedeeltelijk terugvorderen van reeds uitbetaalde subsidiegelden. Ten aanzien van deze bevoegdheden is afdeling 4.2.6 van de Algemene wet bestuursrecht onverkort van toepassing.

HOOFDSTUK 4: OVERGANGS- EN SLOTBEPALINGEN

Artikel 15 Bijzondere gevallen

Het college kan in bijzondere gevallen, in het belang van de monumentenzorg of het behouden van cultuurhistorische waarden, afwijken van de bepalingen in deze verordening.

Artikel 16 Inwerkingtreding en intrekking oude regeling

  • 1. Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2015.

  • 2. De Subsidieverordening gemeentelijke monumenten De Ronde Venen 2011, vastgesteld op 3 januari 2011, wordt ingetrokken.

Artikel 17. Overgangsbepaling

  • 1. Op subsidieaanvragen die op grond van deze verordening zijn ingediend, verleend of vastgesteld vóór 1 januari 2020 is de Subsidieverordening gemeentelijke monumenten en beeldbepalende panden De Ronde Venen 2015 zoals deze luidde voor de 1e Wijziging Subsidieverordening gemeentelijke monumenten en beeldbepalende panden De Ronde Venen 2015 van toepassing.

  • 2. Op onvolledige subsidieaanvragen die zijn ingediend vóór 1 januari 2020 en die daarna volledig zijn geworden, is de Subsidieverordening gemeentelijke monumenten en beeldbepalende panden De Ronde Venen 2015 zoals deze luidt na de 1e Wijziging Subsidieverordening gemeentelijke monumenten en beeldbepalende panden De Ronde Venen 2015 van toepassing.

Artikel 18 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: “Subsidieverordening gemeentelijke monumenten en beeldbepalende panden De Ronde Venen 2015”.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente De Ronde Venen van 18 december 2014,
De raad voornoemd,
de griffier de voorzitter

Bijlage Aanvraagformulier

Aanvraagformulier

Toelichting Subsidieverordening gemeentelijke monumenten en beeldbepalende panden De Ronde Venen 2015

Enkele onderdelen van de verordening worden hier nader toegelicht.

Inleiding

De “Subsidieverordening gemeentelijke monumenten en beeldbepalende panden De Ronde Venen 2015” volgt op de voorgaande “Subsidieverordening gemeentelijke monumenten De Ronde Venen 2011” en is op een aantal punten aangepast. Belangrijke verschillen zijn:

  • 1.

    Eigenaars van beeldbepalende panden (panden die in bestemmingsplannen en beheersverordeningen zijn opgenomen) kunnen subsidie aanvragen voor restauratie- en herstelwerkzaamheden. Deze regeling is opgenomen zodat elke eigenaar van een cultuurhistorisch waardevol en beschermd bouwwerk of landschapselement dat door de gemeente is beschermd in aanmerking kan komen voor gemeentelijke instandhoudingssubsidie.

  • 2.

    Om de procedure tot vaststelling van subsidie te verbeteren is een nieuw formulier opgesteld. Met dit formulier is het voor de aanvrager van subsidie duidelijk welke stukken ingediend moeten worden nadat het werk is afgerond en tot vaststelling van de subsidie overgegaan kan worden.

  • 3.

    De periode waarin voor hetzelfde werk geen subsidie kan worden aangevraagd is verlaagd van 15 naar 10 jaar. De drempel is verlaagd omdat sommige subsidiabele onderhoudswerkzaamheden vaker noodzakelijk zijn dan eens in de 15 jaar.  

  • 4.

    De minimale subsidiabele instandhoudingskosten waarvoor subsidie kan worden aangevraagd zijn verhoogd van € 750,- naar € 1.250,-. De reden hiervoor is dat eigenaars gestimuleerd worden meerdere werkzaamheden tegelijk uit te voeren en daarvoor subsidie aan te vragen. Het verwerken van lage subsidiebedragen veroorzaakt groter administratieve lasten.

  • 5.

    De maximale subsidiebedragen zijn omlaag bijgesteld aan de hand van de verlaging van het jaarlijks beschikbare subsidiebudget. Nog altijd is er de mogelijkheid extra subsidie te ontvangen voor funderingsherstel.

  • 6.

    Het is niet meer mogelijk jaarlijks meerdere subsidies te verlenen ten behoeve van het herstel van hetzelfde monument.  

 

Historie

Deze verordening is de opvolger van de “Subsidieverordening gemeentelijke monumenten De Ronde Venen 2011”, die op haar beurt de “Subsidieverordening gemeentelijke monumenten 1998” van de voormalige gemeente De Ronde Venen verving. Dit is gebeurd als onderdeel van de harmonisatie van beleid in het kader van de herindeling van de gemeenten Abcoude en De Ronde venen per 1 januari 2011. In de voormalige gemeente Abcoude bestaan geen gemeentelijke monumenten.

 

Artikel 1, sub b. EigenaarEigenaren van gemeentelijke monumenten en beeldbepalende panden kunnen in aanmerking komen voor een subsidie. Eigenaren van rijksmonumenten kunnen geen aanspraak maken op een gemeentelijke subsidie op basis van deze verordening. Hiervoor zijn aparte financieringsmogelijkheden zoals belastingaftrek en restauratiehypotheken bij het Nationaal Restauratiefonds. Alle financierings- en subsidiemogelijkheden zijn te vinden op www.monumenten.nl. Sommige rijksmonumenten zijn ook in ruimtelijke plannen opgenomen als karakteristiek of beeldbepalend pand. Alleen eigenaren van beeldbepalende panden met ‘Waarde karakteristiek’ of aanduiding ‘Mip pand’ kunnen in aanmerking komen voor de subsidie.

Artikel 2. Subsidieplafond Het subsidieplafond is een instrument om “open einde financiering” tegen te gaan. Jaarlijks stelt de gemeenteraad bij de behandeling van de begroting de hoogte van het budget vast voor de subsidie van gemeentelijke monumenten en beeldbepalende panden krachtens deze verordening. Dit is tevens het subsidieplafond. Ten behoeve van een efficiënte manier van werken wordt het subsidieplafond vervolgens gepubliceerd door het college, waarbij aangegeven wordt op welke wijze de beschikbare subsidiegelden verdeeld zullen worden. Dit is geregeld in artikel 3 van de verordening.

 

Artikel 3. Behandeling

Aanvragen om subsidie worden op volgorde van binnenkomst behandeld. De volgorde van binnenkomst wordt bepaald door de datum van ontvangst van de volledige aanvraag.

 

 

Artikel 6. Subsidiabele instandhoudingskosten

Subsidie wordt enkel toegekend als de voorgenomen werkzaamheden noodzakelijk zijn voor het behoud van het monument of beeldbepalend pand. Daarnaast moeten de werkzaamheden sober en doelmatig zijn van aard. Reconstructie (van onderdelen) is niet subsidiabel en werkzaamheden louter ter verfraaiing van het monument of beeldbepalend pand komen niet in aanmerking voor subsidie. Wel kan subsidie verleend worden voor het voorkomen van verval, zoals schilderwerk en het verbeteren van funderingen. Ook het vervangen van materiaal dat gebreken vertoont en zijn functie verloren heeft is subsidiabel. Daarbij kan gedacht worden aan het vervangen van gebroken dakpannen of gebrekkig voegwerk waardoor de afwatering weer goed functioneert.

De “Leidraad subsidiabele instandhoudingskosten” wordt door het Rijk opgesteld ten behoeve van de bepaling van de hoogte van de subsidiabele instandhoudingskosten bij aanvragen om subsidie voor rijksmonumenten. De expertise van het Rijk op het vlak van monumentenzorg en het bepalen van noodzakelijke werkzaamheden om monumenten te behouden wordt gebruikt om te bepalen welke werkzaamheden bij subsidieaanvragen voor gemeentelijke monumenten en beeldbepalende panden subsidiabel zijn. De hoogte van de subsidie wordt vervolgens berekend op basis van de bepalingen in deze verordening. Beeldbepalende panden komen bijvoorbeeld niet in aanmerking voor werkzaamheden aan het interieur. De leidraad is via de website van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (www.cultureelerfgoed.nl) terug te vinden.

 

Stichting Monumentenwacht Utrecht

Een inspectie door de Monumentenwacht Utrecht is subsidiabel. Reden hiervoor is de aangetoonde positieve invloed die de inspecties en het contact van de Monumentenwacht met eigenaren hebben op de bouwkundige staat van monumenten. Het is ook mogelijk een alternatieve instantie een inspectie te laten uitvoeren of bouwkundige rapportage te laten opstellen. In dat geval zal het college de instantie voorafgaand toetsen op deskundigheid en onafhankelijkheid.

 

Artikel 7. Subsidiecategorieën

Er zijn drie subsidiecategorieën, één voor bouwwerken zoals herinneringsmonumenten of landschapselementen, één voor gemeentelijke monumenten zoals woonhuizen, boerderijen en kerken en één voor beeldbepalende panden. Per categorie is gekeken naar een realistisch percentage en maximaal subsidiebedrag op basis van subsidieaanvragen van de afgelopen jaren. Daarnaast moet rekening gehouden worden met het jaarlijks beschikbare subsidiebudget. Het doel is om met het budget jaarlijks meerdere subsidies te beschikken die ten goede komen aan het kwalitatieve behoud van monumentale waarden van gemeentelijke monumenten en beeldbepalende panden in De Ronde Venen. De subsidie moet eigenaren tegemoetkomen in de kosten van onderhoud en restauratie.  

De maximale subsidie voor beeldbepalende panden is de helft van het maximum voor gemeentelijke monumenten. De reden hiervoor is dat gemeentelijke monumenten een zwaardere bescherming genieten – zowel interieur als uiterlijk – en er meer regels voor gelden. Het restaureren en / of renoveren van een monument vergt ten opzichte van een beeldbepalend pand meer maatwerk. Dit neemt niet weg dat ook de interieurs van beeldbepalende panden van grote cultuurhistorische waarde kunnen zijn. Deze zijn echter niet via regelgeving beschermd.

Voor de subsidiecategorieën geldt een drempelbedrag van € 1.250,- aan subsidiabele kosten om in aanmerking te komen voor subsidie. Reden voor het vaststellen van dit drempelbedrag is tweeledig. Ten eerste wordt de eigenaar aangemoedigd kwalitatief hoogwaardig onderhoud en / of restauratiewerk te laten uitvoeren voor meerdere onderdelen van het monument / beeldbepalend pand. Ten tweede beperkt een drempel de administratieve lasten.

 

 

Artikel 8. Aanvullende subsidie bij grootschalig funderingsherstel Door de veenondergrond hebben veel gebouwen in De Ronde Venen te maken met verzakkings- en funderingsproblemen. Funderingsherstel brengt hoge kosten met zich mee. In die gevallen waar sprake is van volledig funderingsherstel ten gevolge van verzakkingen kan het college daarom besluiten een aanvullende subsidie te verlenen.

Artikel 9. De subsidieaanvraag

Communicatie over ontvangst van de subsidieaanvraag, de vraag om aanvullingen en het aanleveren van ingevulde formulieren kan zowel per e-mail en per post plaatsvinden.

 

Artikel 10 en 11. Voorwaarden en Weigeringsgronden Indien een subsidieaanvraag niet voldoet aan één van de voorwaarden of voldoet aan één van de weigeringsgronden wordt de subsidieaanvraag door het college afgewezen. Bij twijfel over cultuurhistorische waarde van het te restaureren onderdeel van het monument of beeldbepalende pand wordt de monumentencommissie om advies gevraagd.

 

Beschrijvingen van gemeentelijke monumenten en beeldbepalende panden kunnen betrekking hebben op meerdere (woon)eenheden. Jaarlijks kan per gemeentelijk monument of beeldbepalend pand één subsidie op basis van deze verordening worden toegekend, tenzij het monument of pand bestaat uit meerdere eenheden met verschillende eigenaren. In dat geval kan iedere eigenaar een aanvraag indienen.

Artikel 12. Verplichtingen subsidieontvanger

De formulieren voor het aanvragen en laten vaststellen van de subsidie en de formulieren voor start- en einde werk zijn te vinden op de gemeentelijke website www.derondevenen.nl. Bij de brief met beschikking tot subsidieverlening worden de formulieren start- einde werk en het vaststellingsformulier als bijlagen toegevoegd.

Artikel 15. Bijzondere gevallen In bijzondere gevallen kan het voorkomen dat op grond van strikte toepassing van de regeling geen of slechts beperkte subsidietoekenning mogelijk is. Het college kan, mits dit strookt met de intentie van de verordening, besluiten om toch een – al dan niet afwijkende – subsidie toe te kennen.