beleidsregel ligplaatsvergunning woonschepen

Geldend van 03-11-2011 t/m heden met terugwerkende kracht vanaf 01-11-2011

Intitulé

beleidsregel ligplaatsvergunning woonschepen

Het college van burgemeester en wethouders van Delfzijl;

gelet op afdeling 6 van de Algemene Plaatselijke Verordening Delfzijl 2010;

besluit vast te stellen de volgende:

beleidsregel ligplaatsvergunning woonschepen

Artikel 1 Begripsbepalingen

Voor de toepassing van deze beleidsregel wordt verstaan onder:

  • a.

    woonschip: elk vaartuig dat uitsluitend of in hoofdzaak wordt gebezigd als, of te oordelen naar zijn constructie of inrichting uitsluitend of in hoofdzaak bestemd is tot dag- of nachtverblijf van een of meer personen;

  • b.

    woonboot: een van oorsprong als bedrijfsvaartuig fungerend schip zoals bv. een vrachtschip of een sleepboot, dat gebruikt wordt om op te wonen;

  • c.

    woonark: een platte rechthoekige bak van staal of beton met drijvende eigenschappen, waarop veelal een rechthoekige woonruimte is gebouwd;

  • d.

    ligplaats: een gedeelte van het openbaar water, bestemd of geschikt om door een woonschip met bijbehorende voorzieningen te worden ingenomen;

  • e.

    bijbehorende voorzieningen: zaken zonder welke het gebruik van het woonschip als woning niet goed mogelijk is, zoals een bijboot, steiger en een loopplank;

Artikel 2 Wijze van meten

De in deze beleidsregel genoemde maten worden uitwendig gemeten daar waar zij het grootst zijn. Ondergeschikte bouwdelen zoals lichtkoepels en antennes worden niet meegerekend.

Artikel 3 Nadere eisen/ voorschriften

  • 1. Een ligplaats mag slechts door één woonschip met bijbehorende voorzieningen in gebruik genomen worden. Bij een woonschip is maximaal één bijboot toegestaan.

  • 2. Een woonschip dient te voldoen aan de volgende afmetingen:

    • a.

      in de lengte: maximaal 25 meter;

    • b.

      in de breedte: maximaal 5 meter;

    • c.

      in de hoogte: de goothoogte maximaal 3 meter boven de waterspiegel en de nokhoogte maximaal 3.60 meter boven de waterspiegel.

  • 3. De diepgang van een woonschip mag niet meer dan 1.50 meter bedragen.

  • 4. Een woonschip moet aangesloten zijn op riolering, gas en elektriciteitsvoorziening. Eventuele kosten voor aansluiting op deze nutsvoorzieningen komen voor rekening van de eigenaar van het woonschip.

  • 5. Een woonschip dient in voldoende mate te voldoen aan eisen van veiligheid en gezondheid.

  • 6. Een woonschip dient in voldoende staat van onderhoud te verkeren.

Artikel 4 Welstandstoets

Het uiterlijk van een woonschip dient zowel op zichzelf als in verband met de omgeving te voldoen aan redelijke eisen van welstand. De gemeentelijke monumentencommissie adviseert of hieraan wordt voldaan. Hierbij zijn in ieder geval de volgende welstandscriteria van toepassing:

Plaatsing

  • 1.

    Een woonschip dient evenwijdig aan en los van de oever te liggen, waarbij de toegang middels een loopplank of brug met een maximum breedte van 1.50 m wordt gerealiseerd.

Hoofdvorm

  • 2.

    In de woonschepenhaven aan het Snikkepad te Delfzijl is de aanleg van zowel woonboten als woonarken toegestaan.

  • 3.

    In de woonschepenhaven aan de Mello Coendersbuurt te Termunterzijl is uitsluitend de aanleg van woonboten toegestaan.

  • 4.

    Woonboten dienen hun oorspronkelijke bootvorm te behouden.

  • 5.

    Woonarken dienen te beschikken over een eenduidige hoofdvorm met een veelal platte afdekking. De woonruimte mag niet groter zijn dan de onderliggende bak met uitzondering van uitkragende terrassen aan de kopse kant van het woonschip.

Aanzicht

  • 6.

    Bij woonboten dient het oorspronkelijke karakter gehandhaafd te blijven.

Opmaak

  • 7.

    Als uitgangspunt voor woonboten geldt dat kleurstellingen bijdragen aan het te handhaven karakter. Ondergeschikte niet bij het oorspronkelijk karakter aansluitende kleuraccenten zijn toegestaan.

  • 8.

    Als uitgangspunt voor woonarken geldt dat een breed scala aan kleuren is toegestaan.

Artikel 5 Wachtlijst

  • 1. De aanbieding van ligplaatsen voor woonschepen vindt plaats aan de hand van de volgorde van inschrijving op de wachtlijst.

  • 2. Inschrijvingen op de wachtlijst geschieden op volgorde van datum van ontvangst.

  • 3. Het college kan de plaatsing van de inschrijving op de wachtlijst doorhalen, indien:

    • a.

      de ingeschrevene is verhuisd zonder het college schriftelijk, binnen vier weken, op de hoogte te stellen van de adreswijziging of anderszins kennelijk heeft opgehouden belang te hebben bij plaatsing op de wachtlijst;

    • b.

      een door het college aangeboden ligplaats wordt geaccepteerd.

Artikel 6 Overdracht vergunning

Op schriftelijk verzoek van de vergunninghouder en de rechtsverkrijgende schrijft het college de vergunning voor dezelfde ligplaats op hetzelfde woonschip over op naam van de rechtverkrijgende.

Artikel 7 Slotbepalingen

  • 1. Deze beleidsregel is een beleidsregel in de zin van artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht en kan worden aangehaald als: beleidsregel ligplaatsvergunning woonschepen

  • 2. Deze beleidsregel treedt in werking op de dag na bekendmaking en werkt terug tot en met 1 november 2011.

Ondertekening

Aldus vastgesteld door burgemeester en wethouders van Delfzijl op 30 augustus 2011
 
E.A. Groot
(burgemeester)
 
K.J. Havinga
(secretaris)