Verordening stimulering detailhandel gemeente Delfzijl 2014

Geldend van 01-01-2014 t/m heden

Intitulé

Verordening stimulering detailhandel gemeente Delfzijl 2014

De raad van de gemeente Delfzijl;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders;

besluit: vast te stellen de volgende:

Verordening stimulering detailhandel gemeente Delfzijl 2014

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1: Begripsbepalingen

  • a.

    Bestaande onderneming: iedere bestaande onderneming die op het moment van aanvraag van subsidie in het kader van deze verordening minimaal al 2 jaar rechtmatig gevestigd is;

  • b.

    Branches: een groep ondernemingen die tot dezelfde handelsindeling behoren;

  • c.

    Detailhandel: het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan personen die die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit;

  • d.

    Detailhandel ondersteunende horeca en dienstverlening: daghoreca en dienstverlening (met baliefunctie zoals een kapper) die de detailhandelsstructuur van het centrum ondersteunt;

  • e.

    De-minimis steun: steun van decentrale overheden aan een onderneming die over een periode van drie belastingjaren niet hoger is dan de de-minimisdrempel (2013: € 200.000) en hierdoor niet beschouwd kan worden als staatssteun;

  • f.

    Eigenaar: de persoon die zakelijk gerechtigd is met betrekking tot een onroerende zaak en het in zijn macht heeft de feitelijke bestemming van deze onroerende zaak met medewerking van de overheid te herzien;

  • g.

    Kernwinkelgebied: het gebied binnen het winkelcentrum van Delfzijl, zoals rood omlijnd op de kaart in bijlage 1 (het kernwinkelgebied ligt binnen het centrum van Delfzijl en omvat de Landstraat (vanaf Noordersingel tot Poststraat/Schoolstraat), Waterstraat (vanaf Oranjestraat tot Poststraat/Willemstraat), De Vennen, de Schoolstraat (vanaf de molen), de Poststraat en de Willemstraat en de aanliggende hoekpanden;

  • h.

    Leegstaand vastgoed: een vastgoedobject gelegen binnen het kernwinkelgebied danwel transformatiegebied dat leeg staat of binnen een jaar vanaf datum aanvraag subsidie in het kader van hoofdstuk 3 of 4 van deze verordening leeg komt te staan;

  • i.

    Ondernemer: de natuurlijke- of rechtspersoon die een onderneming drijft;

  • j.

    Onderneming: een detailhandelsvestiging waaruit minimaal één aanvaardbaar inkomen wordt genoten;

  • k.

    Perifere detailhandel: detailhandel die vanwege de aard en omvang van de gevoerde artikelen een groot oppervlak nodig heeft voor de uitstraling, zoals de verkoop van auto's, boten, caravans, tuininrichtingsartikelen, grove bouwmaterialen, bouwmarkten, meubelen met woninginrichtingsartikelen, keukens, sanitair en brand- en explosiegevaarlijke stoffen;

  • l.

    Transformatiegebied: het gebied binnen het winkelcentrum van Delfzijl, zoals blauw omlijnd op de kaart in bijlage 1;

  • m.

    Vastgoedverbeteringsplan: een plan voor het verbeteren van een vastgoedobject in het kernwinkelgebied waarmee een beter verhuurbaar vastgoedobject ontstaat;

  • n.

    het college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Delfzijl;

  • o.

    de Werkgroep: de Werkgroep vastgoedfonds detailhandel, zijnde een door het college ingestelde werkgroep bestaande uit gemeenteambtenaren en adviseurs.

Artikel 2: Doelstelling

Deze verordening heeft als doelstelling de ruimtelijk-economische winkelstructuur in het centrum van Delfzijl te versterken door het beschikbaar stellen van subsidie voor concentratie van detailhandel en verbetering van de profilering/presentatie van bestaande ondernemingen in het kernwinkelgebied en het stimuleren van herontwikkeling, functiewijziging en verbeteren van de gebruiksmogelijkheden van leegstaand vastgoed.

Artikel 3: Toepassingsbereik

  • 1. Deze verordening is van toepassing op het grondgebied van de plaats Delfzijl met uitzondering van het winkelgebied “De Wending” en de winkels gelegen aan de Jachtlaan;

  • 2. Deze verordening is niet van toepassing voor perifere detailhandel of detailhandel die op grond van bijzondere branchering of de bijzondere locatie niet verplaatst hoeft te worden.

Hoofdstuk 2 Verplaatsingsubsidie

Artikel 4: Verplaatsingsubsidie

  • 4.1 Verplaatsingsubsidie kan worden toegekend ten behoeve van de verplaatsing van een buiten het kernwinkelgebied gelegen bestaande levensvatbare detailhandelsonderneming, detailhandel ondersteunende horecazaak of detailhandel ondersteunende onderneming in de dienstverlening;

  • 4.2 De subsidie wordt betaald aan de ondernemer die zijn onderneming verplaatst naar het Kernwinkelgebied en bestaat uit een bijdrage voor herinvesteringen en verplaatsingskosten van € 10.000,-.

Artikel 5: Voorwaarden verplaatsingsubsidie

Verplaatsingsubsidie wordt alleen toegekend als aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:

  • a.

    de ondernemer beëindigt de onderneming op de locatie buiten het kernwinkelgebied;

  • b.

    de verplaatsing past binnen de branchering zoals deze is weergegeven op de kaart in bijlage 1;

  • c.

    het is de ondernemer niet toegestaan binnen vijf jaar na de verplaatsing een detailhandels onderneming, detailhandel ondersteunende horecazaak of detailhandel ondersteunende onderneming in de dienstverlening te starten buiten het kernwinkelgebied op straffe van betaling van een boete die zo hoog is als de bijdrage genoemd onder artikel 4.2;

  • d.

    De branche van de onderneming mag binnen 2 jaar na de verplaatsing, gerekend vanaf de officiële opening van het pand, niet fundamenteel gewijzigd worden zonder toestemming van burgemeester en wethouders;

  • e.

    De onderneming dient minimaal 2 jaar na de verplaatsing, gerekend vanaf de ingebruikname van het pand, gevestigd te blijven op de nieuwe locatie op straffe van betaling van een boete die zo hoog is als de bijdrage genoemd onder artikel 4.2;

  • f.

    De eigenaar dient, voor zover redelijkerwijs voor uitvoering van deze verordening noodzakelijk, desgevraagd inzage te geven in zijn boeken en bescheiden c.q. accountantsverklaring;

  • g.

    Voor iedere beëindiging met verplaatsing kan maximaal één maal subsidie worden genoten in het kader van deze verordening.

Artikel 6: Aanvraag verplaatsingsubsidie

  • 6.1 Een aanvraag dient schriftelijk te worden ingediend bij het college op een daartoe beschikbaar te stellen aanvraagformulier;

  • 6.2 De aanvraag moet worden ingediend voordat met activiteiten wordt gestart die tot subsidievaststelling kunnen leiden.

Artikel 7: Beoordeling aanvraag verplaatsingsubsidie

  • 7.1 De werkgroep toetst de aanvraag aan de doelstelling van deze regeling en de criteria die hierin zijn genoemd en onderhoudt contacten met de aanvrager. De werkgroep adviseert aan het college over de volledige aanvraag;

  • 7.2 De werkgroep adviseert zo spoedig mogelijk maar in ieder geval binnen 6 weken na ontvangst van de aanvraag aan het college over de volledige aanvraag.

Hoofdstuk 3 Planontwikkelingsubsidie leegstaand vastgoed

Artikel 8: Planontwikkelingsubsidie vastgoed

  • 8.1 Planontwikkelingsubsidie kan worden toegekend ten behoeve van het vervaardigen van een plan voor het verbeteren of de transformatie van een leegstaand vastgoedobject;

  • 8.2 De planontwikkelingsubsidie kan bestaan uit:

    • a.

      een vergoeding aan de eigenaar voor het vervaardigen van een plan (ontwerp van een architect en een haalbaarheidsstudie) voor de herontwikkeling van leegstaand vastgoed gelegen in het transformatiegebied naar een functie anders dan detailhandel;

    • b.

      een vergoeding aan de eigenaar voor het vervaardigen van een schetsplan van een architect voor de herontwikkeling van leegstaand vastgoed binnen kernwinkelgebied met als doel de gebruiksmogelijkheden van het vastgoedobject te verbeteren en de verhuurbaarheid te vergroten;

  • 8.3 Subsidiebedragen:

    • a.

      de vergoeding voor het vervaardigen van een plan als bedoeld in artikel 8.2 onder a. bedraagt 70% van de door de opsteller(s) van het plan gedeclareerde kosten tot een maximum van €5.000,=;

    • b.

      de vergoeding voor het vervaardigen van een schetsplan als bedoeld in artikel 8.2 onder b. bedraagt 70% van de door de opsteller(s) van het plan gedeclareerde kosten tot een maximum van €2.000,=.

Artikel 9: Voorwaarden planontwikkelingsubsidie

Planontwikkelingsubsidie wordt alleen toegekend als aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:

  • a.

    Voor een vastgoedobject kan maximaal één maal subsidie worden genoten voor het opstellen van een plan zoals bedoeld onder artikel 8.2.

  • b.

    Voor een vastgoedobject kan maximaal één maal subsidie worden genoten voor het opstellen van een schetsplan zoals bedoeld onder artikel 8.2.b.

Artikel 10: Aanvraag planontwikkelingsubsidie

  • 10.1 Het voornemen om een aanvraag in te dienen wordt mondeling dan wel schriftelijk kenbaar gemaakt aan de Werkgroep; Deze werkgroep brengt een zwaarwegend advies uit ten aanzien van de inhoud van de aanvraag en de op te stellen plannen;

  • 10.2 Een aanvraag voor subsidie dient schriftelijk te worden ingediend bij het college op een daartoe beschikbaar te stellen aanvraagformulier;

  • 10.3 De aanvraag moet worden ingediend voordat met activiteiten wordt gestart die tot subsidievaststelling kunnen leiden.

Artikel 11: Beoordeling aanvraag Planontwikkelingsubsidie

  • 11.1 De Werkgroep toetst de aanvraag aan de doelstelling van deze regeling en de criteria die hierin zijn genoemd en onderhoudt contacten met de aanvrager en de opstellers van de plannen;

  • 11.2 De werkgroep adviseert zo spoedig mogelijk maar in ieder geval binnen 6 weken na ontvangst van de aanvraag aan het college over de volledige aanvraag.

Hoofdstuk 4 Transformatie subsidie leegstaand vastgoed.

Artikel 12: Transformatiesubsidie vastgoed

  • 12.1 Transformatiesubsidie kan worden toegekend ten behoeve van het transformeren (verbouwen/aanpassen) van leegstaand vastgoed gelegen in het transformatiegebied met de bestemming detailhandel en/of horeca naar een andere gewenste bestemming;

  • 12.2. De transformatiesubsidie bestaat uit een vergoeding aan de eigenaar voor het transformeren van leegstaand vastgoed gelegen in het transformatiegebied;

  • 12.3 de vergoeding voor het transformeren van het leegstaand vastgoed bedraagt 45% van de verbouwingskosten tot een maximum van € 90.000,-

Artikel 13: Voorwaarden transformatiesubsidie

  • 13.1 Transformatiesubsidie wordt alleen toegekend als aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:

    • a.

      De eigenaar dient voor wat betreft een aanvraag van transformatiesubsidie als beschreven in 12.2 middels een haalbaarheidsonderzoek te onderbouwen dat het vastgoed na transformatie exploitabel is;

    • b.

      De eigenaar stemt in met de opheffing van de bestemming detailhandel en/of horeca of enig recht op vestiging van detailhandel en/of horeca op de betreffende locatie;

    • c.

      Met een aanvraag voor transformatiesubsidie als beschreven in 12.2 stemt de eigenaar in met de bestemming die aan de onroerende zaak, waarin de huidige bestemming wordt beëindigd, zal worden gegeven in een toekomstig bestemmingsplan;

    • d.

      De eigenaar zal bij zijn rechtsopvolgers bedingen dat de locatie tot aan de aanpassing van het bestemmingsplan niet opnieuw in gebruik zal worden genomen voor de huidige bestemming (detailhandel en/of horeca) en alleen gebruikt zal worden voor doeleinden die passen binnen de toekomstige bestemming en dat ook de rechtsopvolgers, zolang de nieuwe bestemming niet onherroepelijk van kracht is, dit bij hun opvolgers bedingen op straffe van betaling van een boete die zo hoog is als het toegekende subsidiebedrag als bedoeld in artikel 12.3;

    • e.

      De eigenaar dient, voor zover redelijkerwijs voor uitvoering van deze verordening noodzakelijk, desgevraagd inzage te geven in zijn boeken en bescheiden c.q. accountantsverklaring.

  • 13.2 Voor een vastgoedobject kan maximaal één maal subsidie worden genoten voor het transformeren van het vastgoed zoals bedoeld onder 12.2.

Artikel 14: Aanvraag transformatiesubsidie

  • 14.1 Het voornemen om een aanvraag in te dienen wordt mondeling dan wel schriftelijk kenbaar gemaakt aan de Werkgroep; Deze werkgroep brengt een zwaarwegend advies uit ten aanzien van de inhoud van de aanvraag en het transformatieplan;

  • 14.2 Een aanvraag voor subsidie dient schriftelijk te worden ingediend bij het college op een daartoe beschikbaar te stellen aanvraagformulier en moet vergezeld gaan van een transformatieplan;

  • 14.3 De aanvraag moet worden ingediend voordat met activiteiten wordt gestart die tot subsidievaststelling kunnen leiden.

Artikel 15: Beoordeling aanvraag transformatiesubsidie

  • 15.1 De Werkgroep toetst de aanvraag aan de doelstelling van deze regeling en de criteria die hierin zijn genoemd en onderhoudt contacten met de aanvrager;

  • 15.2 De werkgroep adviseert zo spoedig mogelijk maar in ieder geval binnen 6 weken na ontvangst van de aanvraag aan het college over de volledige aanvraag.

Hoofdstuk 5 Gevelverbeteringsubsidie.

Artikel 16: Gevelverbeteringsubsidie

  • 16.1 Gevelverbeteringsubsidie kan worden toegekend ten behoeve van de verbetering van de gevel (luifel, pui, entree) van:

    • a.

      een bestaande detailhandelsonderneming, detailhandel ondersteunende horecazaak of detailhandel ondersteunende onderneming in de dienstverlening gelegen binnen het kernwinkelgebied;

    • b.

      een bestaande horecazaak of onderneming in de dienstverlening aan de aanloopstraat zoals weergegeven op de kaart in bijlage 1.

  • 16.2. Gevelverbeteringsubsidie bestaat uit een vergoeding aan degene die investeringen pleegt aan luifel, pui en/of entree (begane grond) van het vastgoedobject waarin de onderneming wordt gedreven;

  • 16.3 De vergoeding voor investeringen in luifel, pui en/of entree van de begane grond bestaat uit een bijdrage voor de investeringen van 30% van de investering tot een maximum van € 4.000,-.

Artikel 17: Voorwaarden gevelverbeteringsubsidie

Subsidie wordt alleen toegekend als aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:

  • a.

    De detailhandelsonderneming dient minimaal 2 jaar na verlening van de gevelverbeteringsubsidie gevestigd te blijven op de bestaande locatie op straffe van terugbetaling van de vergoeding die aan de ondernemer is verstrekt (artikel 16.3);

  • b.

    Door een onderneming kan maximaal één maal gevelverbeteringsubsidie worden genoten;

  • c.

    Op de vergoeding als genoemd in artikel 16.2 kan geen aanspraak worden gemaakt indien in het kader van hoofdstuk 2, 3 of 4 van deze verordening een aanvraag is ingediend.

Artikel 18: Aanvraag gevelverbeteringsubsidie

  • 18.1 Het voornemen een aanvraag om subsidie in te dienen voor gevelverbetering wordt mondeling dan wel schriftelijk kenbaar gemaakt aan de werkgroep. Deze werkgroep brengt een zwaarwegend advies uit ten aanzien van de inhoud van de aanvraag en het vastgoedverbeterplan;

  • 18.2 Een aanvraag dient schriftelijk te worden ingediend bij het college op een daartoe beschikbaar te stellen aanvraagformulier;

  • 18.3 De aanvraag moet worden ingediend voordat met activiteiten wordt gestart die tot subsidievaststelling kunnen leiden;

  • 18.4 De aanvraag voor het verbeteren van het vastgoed moet vergezeld gaan van een vastgoedverbeterplan. In het vastgoedverbeterplan worden aanbevelingen gedaan over verbetering van de geveluitstraling (begane grond: luifel, pui, entree en voorgevel van de verdieping).

Artikel 19: Beoordeling aanvraag gevelverbeteringsubsidie

  • 19.1 De werkgroep toetst de aanvraag aan de doelstelling van deze regeling en de criteria die hierin zijn genoemd en onderhoudt contacten met de aanvrager en de opstellers van het verbeterplan;

  • 19.2 De werkgroep adviseert zo spoedig mogelijk maar in ieder geval binnen 6 weken na ontvangst van de aanvraag aan het college over de volledige aanvraag.

Hoofdstuk 6 Afhandeling.

Artikel 20: Datum van indiening

Aanvragen worden in volgorde van datum van indiening afgehandeld.

Artikel 21: Vaststelling subsidie

  • 21.1 Het college besluit omtrent een aanvraag binnen 8 weken na ontvangst van het advies van de Werkgroep. Zij kunnen hun besluit één maal met ten hoogste 8 weken verdagen. Het college wijkt slechts – vanwege bijzondere feiten en/of omstandigheden - af van het advies, nadat de werkgroep daarover is gehoord;

  • 21.2 Het college kan voorschriften verbinden aan hun besluit, doch stelt bij het besluit in ieder geval een termijn vast waarbinnen de verplaatsing (hoofdstuk 2) moet plaats vinden, de transformatie moet zijn afgerond (hoofdstuk 4) of de gevelverbetering moet zijn afgerond (hoofdstuk 5).

Artikel 22: Intrekking subsidie

Het college kan de subsidievaststelling geheel of gedeeltelijk intrekken indien:

  • a.

    Niet aan de voorschriften is voldaan;

  • b.

    Niet is voldaan aan de conform artikel 21.2 gestelde termijnen.

Artikel 23: Uitbetaling subsidie

  • 23.1 Betaling van de verplaatsingsubsidie vindt plaats binnen vier weken nadat de onderneming in het nieuwe pand is gevestigd en de ondernemer de gemeente hiervan schriftelijk op de hoogte heeft gesteld;

  • 23.2 Betaling van de planontwikkelingsubsidie vindt binnen vier weken plaats nadat het definitieve transformatieplan en/of haalbaarheidsonderzoek door de gemeente is ontvangen;

  • 23.3 Een verzoek om betaling van de transformatiesubsidie dient schriftelijk te worden ingediend bij het college op een daartoe beschikbaar te stellen declaratieformulier. Een percentage van 25% kan worden gedeclareerd bij aanvang van de (bouw)werkzaamheden. Betaling van het resterende deel van de subsidie vindt plaats zodra het vastgoedobject na transformatie voor de nieuwe functie in gebruik is genomen hetgeen door de aanvrager schriftelijk wordt gemeld bij het college. De werkgroep toetst binnen 6 weken het declaratieformulier aan het vaststellingsbesluit en adviseert het college over de betaling. De betaling vindt binnen vier weken plaats nadat de werkgroep een positief advies heeft uitgebracht;

  • 23.4 Een verzoek om betaling van de kosten voor het verbeteren van de geveluitstraling dient schriftelijk te worden ingediend bij het college op een daartoe beschikbaar te stellen declaratieformulier. De Werkgroep toetst binnen 6 weken het declaratieformulier aan het vaststellingsbesluit en adviseert het college over de betaling. De betaling vindt binnen vier weken plaats nadat de werkgroep een positief advies heeft uitgebracht.

Artikel 24: Algemene weigeringsgronden

De subsidie kan in ieder geval worden geweigerd indien:

  • a.

    met de uitvoering van de betreffende activiteit is begonnen;

  • b.

    naar het oordeel van het college twijfels bestaan over de levensvatbaarheid of de kredietwaardigheid van de aanvrager;

  • c.

    de aanvrager door het verlenen van de subsidie boven de de-minimis grens uitkomt;

  • d.

    de aanvrager niet in het bezit is van vergunningen voor zover dit voor de uitvoering van de werkzaamheden en/of de bedrijfsactiviteiten is vereist;

  • e.

    de ondernemer niet rechtmatig is gevestigd conform het bestemmingsplan, niet in het bezit is van een geldige huurovereenkomst of niet in het bezit is van de benodigde vergunningen die vereist zijn voor de bedrijfsactiviteiten.

Hoofdstuk 7 Slotbepalingen.

Artikel 25: Uitzonderingen

Indien een subsidieaanvraag wordt gedaan die niet voldoet aan de voorwaarden van dezeverordening, maar die wel past binnen de doelstellingen van deze verordening en hetdetailhandelsbeleid, dan kan het college besluiten alsnog, al dan niet gedeeltelijk en/of onder (gewijzigde) voorwaarden, subsidie te verstrekken.

Artikel 26: Subsidieplafond

  • 26.1 Het college stelt jaarlijks het subsidiebedrag vast, en bepaalt daarbij welk deel beschikbaar is voor verplaatsingssubsidie, planontwikkelingsubsidie, transformatiesubsidie en gevelverbeteringsubsidie;

  • 26.2 Het college verdeelt het beschikbare bedrag in volgorde van ontvangst van de complete aanvragen. Wanneer de aanvrager krachtens artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht de gelegenheid heeft gehad de aanvraag aan te vullen, geldt als datum van ontvangst van de aanvraag de dag, waarop de aanvulling is ontvangen door de gemeente;

  • 26.3 Dit volumebesluit wordt na vaststelling openbaar bekendgemaakt.

Artikel 27: Hardheidsclausule

  • 27.1 Het college kan in bijzondere gevallen, ten gunste van de belanghebbende, afwijken van de bepalingen in deze verordening, indien toepassing van de verordening tot onbillijkheden van overwegende aard leidt;

  • 27.2 In alle gevallen waarin deze verordening niet voorziet beslist het college.

Artikel 28: Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2014.

Artikel 29: BTW

BTW kosten zijn voor de aanvrager. Bij toekenning van subsidies wordt geen BTW vergoed.

Artikel 30: Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: “Verordening stimulering detailhandel gemeente Delfzijl 2014”.

Ondertekening

Delfzijl, 14 november 2013
De raad voornoemd,
voorzitter
(E.A. Groot)
griffier
(O. Rijkens)

Bijlage 1 kernwinkelgebied branchering verplaatsingen

Kernwinkelgebied branchering verplaatsingen