Regeling vervallen per 01-01-2020

Verordening op de heffing en invordering van een forensenbelasting 2012

Geldend van 25-11-2011 t/m 31-12-2019

Intitulé

Verordening op de heffing en invordering van een forensenbelasting 2012

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder woning:

een gemeubileerde woning als bedoeld in artikel 223 van de Gemeentewet.

Artikel 2 Belastbaar feit en belastingplicht

  • 1.

    Onder de naam "forensenbelasting" wordt een directe belasting geheven van de natuurlijke personen, die, zonder in de gemeente hoofdverblijf te hebben, er op meer dan 90 dagen van het belastingjaar voor zich of hun gezin een gemeubileerde woning beschikbaar houden.

  • 2.

    Of iemand in de gemeente hoofdverblijf heeft, wordt naar de omstandigheden beoordeeld.

Artikel 3 Vrijstellingen

Niet belastingplichtig is degene die ter tijdelijke waarneming van een openbare betrekking of ter bijwoning van de vergaderingen van een vertegenwoordigend openbaar lichaam, waarvan hij het lidmaatschap bekleedt, dan wel ingevolge last of bevel van de overheid, buiten de gemeente van zijn hoofdverblijf vertoeft.

Artikel 4 Maatstaf van heffing

  • 1.

    De belasting wordt geheven naar de heffingsmaatstaf voor de onroerende-zaakbelastingen zoals die voor het belastingobject waarvan de woning deel uitmaakt voor het belastingjaar is vastgesteld.

  • 2.

    Indien geen heffingsmaatstaf voor de onroerende-zaakbelastingen is vastgesteld, wordt de waarde berekend naar de waarde.

  • 3.

    De vaststelling van de waarde in het economische verkeer geschiedt overeenkomstig de regels voor de in de artikelen 220 tot en met 220 h van de Gemeentewet bedoelde belastingen.

Artikel 5 Belastingtarief

De belasting bedraagt bij een waarde van:

minder dan € 30.000,--: € 261,50

€ 30.000,-- doch minder dan € 50.000,--: € 495,75

€ 50.000,-- doch minder dan € 75.000,--: € 559,75

€ 75.000,-- doch minder dan € 100.000,--: € 586,00

€ 100.000,-- doch minder dan € 125.000,--: € 615,10

€ 125.000,-- doch minder dan € 160.000,--: € 645,50

€ 160.000,-- en meer: € 670,--

Artikel 6 Belastingjaar

Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 7 Wijze van heffing

De belasting wordt bij wege van aanslag geheven.

Artikel 8 Termijnen van betaling

1De aanslagen moeten worden betaald in twee gelijke termijnen waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede twee

maanden later.

2 In afwijking van het eerste lid geldt, in geval het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen, of als het aanslagbiljet maar één aanslag bevat het bedrag daarvan, minder is dan € 11.350,-- en zolang de

verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in tien (10) gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt één maand na de

dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.

3 De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.

Artikel 9

Het college van Burgemeester en Wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering van de forensenbelasting.

Artikel 10 Overgangsbepaling

De Verordening forensenbelasting 2011, vastgesteld bij Raadsbesluit van 1 november 2010, wordt ingetrokken met ingang van 1 januari 2012, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

Artikel 11 Inwerkingtreding

1 Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van de bekendmaking.

2 De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2012.

Artikel 12 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als "Verordening forensenbelasting 2012”.

Ondertekening

Aldus besloten in de raadsvergadering van 7 november 2011
Koen Schuiling, voorzitter
mr. drs. M. Huisman, griffier