Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Den Helder houdende regeles omtrent de commissie van onderzoek naar alle facetten en randvoorwaarden met betrekking tot de exploitatie van Willemsoord (Verordening onderzoekscommissie exploitatie Willemsoord 2013)

Geldend van 29-04-2013 t/m heden

Intitulé

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Den Helder houdende regeles omtrent de commissie van onderzoek naar alle facetten en randvoorwaarden met betrekking tot de exploitatie van Willemsoord (Verordening onderzoekscommissie exploitatie Willemsoord 2013)

Taak van de commissie

Artikel 1

  • 1. De commissie heeft tot taak een onderzoek te doen naar alle facetten en randvoorwaarden die van belang zijn voor de exploitatie van Willemsoord.

  • 2. De omschrijving kan hangende het onderzoek al dan niet op verzoek van de commissie, door de gemeenteraad worden gewijzigd.

Artikel 2

De commissie zendt het onderzoeksrapport, eventueel voorzien van conclusies en aanbevelingen aan de gemeenteraad.

Samenstelling van de commissie

Artikel 3

  • 1. De commissie bestaat uit zes raads- en/of commissieleden.

  • 2. De commissie kiest uit haar midden een voorzitter en een vicevoorzitter en doet hiervan zo spoedig mogelijk mededeling aan de gemeenteraad.

  • 3. De leden van de commissie functioneren zonder last van of ruggespraak met de fracties.

  • 4. Bij afwezigheid wordt een commissielid ter zitting vervangen door een plaatsvervangend lid.

Artikel 4

De voorzitter is belast met:

  • a)

    het leiden van de beraadslaging en zitting;

  • b)

    het handhaven van de orde;

  • c)

    het doen naleven van bij of krachtens deze verordening gestelde regels;

  • d)

    hetgeen deze verordening hem verder opdraagt.

Artikel 5

  • 1. Het lidmaatschap van de onderzoekscommissie eindigt indien:

    • a)

      de raad besluit tot opheffing van de onderzoekscommissie;

    • b)

      een lid ophoudt lid te zijn van de raad;

    • c)

      de onderzoekscommissie besluit een lid van zijn commissie te horen;

    • d)

      een lid ontslag neemt.

  • 2. Een lid van de onderzoekscommissie kan op elk moment ontslag nemen. Hiervan brengt hij de raad en de voorzitter van de onderzoekscommissie zo spoedig mogelijk schriftelijk op de hoogte.

  • 3. In openstaande vacatures wordt zo spoedig mogelijk voorzien.

  • 4. De leden 1 tot en met 3 zijn van overeenkomstige toepassing op de plaatsvervangende leden.

Artikel 6

De commissie wordt geacht te zijn ontbonden met ingang van de dag volgende op die waarin de gemeenteraad een besluit heeft genomen over het onderzoeksrapport als bedoeld in artikel 2.

Ambtelijke bijstand

Artikel 7

De griffier draagt zorg voor ondersteuning van de commissie en kan daarvoor een commissiegriffier aanwijzen.

Artikel 8

  • 1.

    De (commissie)griffier draagt zorg voor de verslaglegging van de zitting.

  • 2.

    Het verslag vermeldt de namen van de aanwezigen en hun hoedanigheid voor zover van belang.

  • 3.

    Het verslag houdt een zakelijke vermelding in van wat over en weer is gezegd en wat verder ter zitting is voorgevallen.

  • 4.

    Het verslag verwijst naar de op de zitting overgelegde bescheiden, die aan het verslag kunnen worden gehecht.

  • 5.

    Het verslag wordt ondertekend door de voorzitter en de commissiegriffier.

Werkwijze van de commissie

Artikel 9

  • 1. De commissie vergadert zo dikwijls de voorzitter dit nodig oordeelt of tenminste twee leden van de commissie hem dit schriftelijk en met opgaaf van redenen verzoeken.

  • 2. De voorzitter bepaalt dag en uur van de vergadering en zorgt voor de tijdige, zo mogelijk schriftelijke, oproeping van de leden.

Artikel 10

  • 1. De commissie kan niet beraadslagen of besluiten, indien niet meer dan de helft van het aantal van haar leden, de voorzitter inbegrepen, aanwezig is.

  • 2. Wanneer het vereiste aantal leden niet is opgekomen, kan de voorzitter met een tussentijd van tenminste 48 uren een nieuwe vergadering beleggen, waarin de aanwezige leden beraadslagen of besluiten over de aanhangige onderwerpen, tenzij hiertegen door de meerderheid van het aantal leden van de commissie schriftelijk bezwaar is gemaakt;

  • 3. De onderzoekscommissie besluit met meerderheid van stemmen.

Artikel 11

  • 1. De vergaderingen van de commissie zijn besloten.

  • 2. De commissie beslist over de openbaarmaking van de in die vergadering aan de orde komende stukken, voor zover die niet als geheim stuk ter hand zijn gesteld.

  • 3. De leden bewaren geheimhouding omtrent de inhoud van de bescheiden of gedeelten daarvan, die ingevolge een besluit bedoeld in het tweede lid, niet openbaar worden gemaakt.

  • 4. Voor zover de in het derde lid bedoelde bescheiden deel uitmaken van het onderzoeksrapport van de commissie, worden deze onder geheimhouding ter inzage gelegd bij de griffier.

Artikel 12

  • 1. De commissie kan besluiten derden in te schakelen voor het uitvoeren van opdrachten die zij in het kader van de onderzoeksopdracht en de uitoefening van haar taak nodig acht.

  • 2. De kosten van een eventueel in te schakelen derden komen ten laste van de algemene middelen van de gemeente.

Artikel 13

  • 1. De commissie is bevoegd tot het opvragen en inzien van gegevens in schriftelijke hetzij digitale vorm welke zij voor haar onderzoek nodig acht.

  • 2. De door de commissie voor een onderzoek benodigd geachte gegevens worden door of namens het college van burgemeester en wethouders aan de commissie ter beschikking gesteld.

  • 3. De commissie is bevoegd schriftelijke of mondelinge inlichtingen te vragen aan de burgemeester, het college van burgemeester en wethouders, een lid van dat college, andere leden van de gemeenteraad of aan ambtenaren in dienst van de gemeente.

  • 4. Voor het verkrijgen van mondelinge inlichtingen kan de commissie de burgemeester, het college van burgemeester en wethouders, een lid van dat college, andere leden van de gemeenteraad, een ambtenaar in dienst van de gemeente of derden ter vergadering uitnodigen.

  • 5. Van de uitnodiging van een ambtenaar geeft de commissie schriftelijk kennis aan het college van burgemeester en wethouders.

Artikel 14

  • 1. De vaststelling van het onderzoeksrapport zoals bedoeld in artikel 2 geschiedt bij meerderheid van stemmen.

  • 2. Indien één of meer leden dit nodig achten, kan aan het onderzoeksrapport een minderheidsstandpunt worden toegevoegd.

Artikel 15

Na de beëindiging van het onderzoek door de commissie, besluit de raad dat de verslagen en de overige bescheiden van het onderzoek worden vernietigd, dan wel gedurende een door hem te bepalen periode worden bewaard in het gemeentearchief. Bescheiden en aantekeningen, die ingevolge een besluit van de commissie geheim dienen te worden gehouden, maken geen deel uit van dit archief.

Artikel 16

De verordening op de raadscommissies 2010, vastgesteld op 12 april 2010, is niet van toepassing.

Slotbepalingen

Artikel 17

Ingeval van twijfel over de toepassing of de uitleg van een bepaling in dit reglement, en in gevallen waarin dit reglement niet voorziet, raadpleegt de voorzitter de gemeenteraad, die een beslissing neemt.

Artikel 18

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking op de dag na de publicatie.

  • 2.

    Deze verordening kan worden aangehaald als Verordening onderzoekscommissie exploitatie Willemsoord 2013.

Ondertekening

Aldus besloten in de raadsvergadering van 4 maart 2013.
Koen Schuiling, voorzitter
mr. drs. M. Huisman, griffier

Toelichting op de Verordening commissie van onderzoek naar alle facetten en randvoorwaarden met betrekking tot de exploitatie van Willemsoord 2013.

Taken van de commissie

Artikel 1

De omschrijving van de opdracht is ontleend aan de op 17 december 2012 aangenomen motie van de fractie van Behoorlijk Bestuur. Het is aan de onderzoekscommissie een plan van aanpak van het onderzoek te maken inclusief een nadere uitwerking van de vraagstelling.

Als lopende het onderzoek het wenselijk wordt geacht de onderzoeksopdracht aan te passen, dient hiertoe een separaat voorstel aan de raad te worden voorgelegd.

Artikel 2

De commissie rapporteert aan de gemeenteraad.

Als de bevindingen van het onderzoek daartoe aanleiding geven, kunnen er conclusies en aanbevelingen in de rapportage worden opgenomen.

Samenstelling van de commissie

Artikel 3

Gelet op de opdrachtformulering in de aangenomen motie, de hoeveelheid fracties in onze raad (10) alsmede het behouden van een werkbare situatie, stellen wij voor de onderzoekscommissie uit 5 raads- en/of commissieleden te laten bestaan.

Bij de samenstelling van de onderzoekscommissie zorgt de raad voor een evenredige vertegenwoordiging van de in de raad vertegenwoordigde groeperingen (art 82, lid 3, Gemeentewet). Deze bepaling in de gemeentewet beoogt een zekere spreiding van commissiezetels over de raadsfracties en dient ter voorkoming van het uitsluiten van raadsminderheden. Het is niet de intentie om álle raadsfracties te vertegenwoordigen in de onderzoekscommissie.

De commissie benoemt uit haar midden een voorzitter en vicevoorzitter. Voorwaarde is wel dat de voorzitter en zijn plaatsvervanger lid van de raad zijn (artikel 82, lid 4 Gemeentewet).

Lid 3 is opgenomen om een voortdurende terugkoppeling van commissieleden op de fracties te voorkomen.

Lid 4 is toegevoegd om de voortgang van de werkzaamheden te kunnen borgen.

De plaatsvervangende leden hebben toegang tot de beschikbaar gestelde informatie.

Artikel 4

De voorzitter is niet uitsluitend technisch voorzitter, maar maakt tevens deel uit van de onderzoekscommissie.

Artikel 5

Als een individueel lid van de onderzoekscommissie ophoudt lid te zijn van de raad eindigt ook zijn lidmaatschap van de commissie. Ook eindigt een lidmaatschap bij (tussentijdse) opheffing van de onderzoekscommissie en bij het nemen van ontslag.

Daarnaast eindigt het lidmaatschap als de onderzoekscommissie besluit het betreffende commissielid te horen.

Artikel 6

De onderzoekscommissie is een tijdelijke commissie. Na de besluitvorming over het onderzoeksrapport in de gemeenteraad is de taak van de commissie afgerond en wordt de commissie ontbonden.

Ambtelijke bijstand

Artikel 7

In de Instructie voor de griffier van de gemeente Den Helder 2008, vastgesteld op 9 juni 2008, is opgenomen dat de griffier zorgdraagt voor ondersteuning van door leden van de gemeenteraad gewenste onderzoeken, anders dan bedoeld in artikel 155a Gemeentewet.

De griffier kan een commissiegriffier aanwijzen en regelt de vervanging bij verhindering.

De (commissie)griffier is bij iedere zitting aanwezig.

Artikel 8

De commissiegriffier zorgt voor de verslaglegging van de vergaderingen. Het verslag is een korte bondige weergave van het besprokene en wordt ondertekend door de voorzitter en de commissiegriffier.

Werkwijze van de commissie

Artikel 9

In de commissie kunnen nadere afspraken worden gemaakt over de minimale termijn tussen de oproeping en de vergadering. Daarbij zou bijvoorbeeld aangesloten kunnen worden bij de termijn genoemd in artikel 10, lid 1, van het Reglement van Orde voor de vergaderingen en andere werkzaamheden van de gemeenteraad van Den Helder 2010, zijnde vijf kalenderdagen. Ook zou aangesloten kunnen worden bij de termijn genoemd in artikel 11, lid 1, van de Verordening op de raadscommissies 2010, zijnde twaalf kalenderdagen.

Artikel 10

De commissie kan alleen vergaderen en besluiten nemen indien minimaal drie commissieleden aanwezig zijn. Door de benoeming van plaatsvervangende commissieleden (bij verhindering) is de voortgang van de werkzaamheden van de commissie voldoende gewaarborgd.

Artikel 11

Beraadslaging vindt plaats achter gesloten deuren omdat de inhoud van een beraadslaging zich mogelijk niet voor openbaarheid leent. Er moet vrij gesproken kunnen worden over personen en hetgeen door hen naar voren is gebracht.

De commissieleden bewaren geheimhouding over hetgeen hen tijdens een vergadering ter kennis komt en over stukken die onder geheimhouding zijn aangeboden. De commissie beslist zelf over de openbaarmaking van stukken die niet onder geheimhouding zijn aangeboden.

Artikel 12

Het is denkbaar dat de commissie in het belang van het onderzoek gebruik wenst te maken van externe expertise. De commissie kan hiertoe besluiten mits het door de raad beschikbaar gestelde budget hiervoor toereikend is.

Artikel 13

De commissie is bevoegd bij het college van burgemeester en wethouders en de ambtelijke organisatie informatie op te vragen die hij in het belang van het onderzoek nodig acht.

Ook kan de commissie leden van het gemeentebestuur en de ambtelijke organisatie ter vergadering uitnodigen voor het verkrijgen van mondelinge informatie.

De commissie kan ook derden ter vergadering uitnodigen voor het verkrijgen van nadere informatie. Medewerking vindt dan plaats op basis van vrijwilligheid.

Artikel 14

De commissie beslist bij meerderheid van stemmen. Dat geldt ook voor de vaststelling van het onderzoeksrapport. Desgewenst kan een minderheidsstandpunt aan het rapport worden toegevoegd.

Artikel 15

Na beëindiging van het onderzoek beslist de raad over de vernietiging en archivering van de stukken.

Artikel 16

In de verordening op de raadscommissies 2010 zijn bepalingen opgenomen die niet opportuun zijn voor het functioneren van de onderzoekscommissie. Daarbij kan worden gedacht aan bepalingen over de samenstelling van de commissie, de vergaderfrequentie, de rol van de agendacommissie, spreekrecht burgers en spreektermijnen. De verordening op de raadscommissies 2010 is daarom niet van toepassing verklaard.

Slotbepalingen

Artikel 17

Als er onduidelijkheid is over de toepassing van deze verordening, legt de voorzitter de kwestie voor aan het presidium. Als een expliciet besluit van de raad wenselijk is, legt het presidium de kwestie voor aan de raad.

Artikel 18

De verordening treedt een dag na de publicatie in werking en kan geciteerd worden als de ‘Verordening onderzoekscommissie exploitatie Willemsoord 2013’.