Beleidsregel van de burgemeester van de gemeente Den Helder houdende regels omtrent bijtincidenten (Beleidsregel bijtincidenten honden Den Helder)

Geldend van 23-11-2019 t/m heden

Intitulé

Beleidsregel van de burgemeester van de gemeente Den Helder houdende regels omtrent bijtincidenten (Beleidsregel bijtincidenten honden Den Helder)

De burgemeester van de gemeente Den Helder overwegende;

dat er in de gemeente bijtincidenten met honden hebben plaatsgevonden;

dat het gewenst is om beleid vast te stellen omtrent de uitleg van het wettelijk voorschrift in de Algemene Plaatselijke Verordening, artikel 2:59 (gevaarlijke honden);

gelet op

de Algemene wet bestuursrecht (Awb), artikelen 1:3, lid 4, 4:81, lid 1, 4:83, 5:31, lid 2;

de Gemeentewet (Gw), artikelen 125 en 172;

de Algemene Plaatselijke Verordening (Apv), artikel 2:59 en 2:59a.

B E S L U I T

De beleidsregel ‘Beleid bijtincidenten honden Den Helder’ vast te stellen.

Artikel 1 Begripsbepalingen

Licht bijtincident: er wordt van een licht bijtincident gesproken wanneer een hond een ander dier of persoon bijt, waarbij er sprake is van geen of gering letsel waarbij geen medische behandeling noodzakelijk is.

Ernstig bijtincident: van een ernstig bijtincident is sprake:

  • 1. wanneer het bijtincident ernstige gevolgen heeft, doordat een persoon, hond of ander dier overlijdt als direct gevolg van het bijtincident;

  • 2. wanneer een hond ernstig letsel toebrengt aan een persoon, hond of ander dier;

  • 3. wanneer meer dan één keer binnen een periode van twee jaar een bijtincident zonder ernstig letsel of ernstige gevolgen plaatsvindt;

  • 4. bij een bijtincident door een hond dat vermeld staat op de lijst van hoog-risico honden van het ministerie;

  • 5. in ieder ander geval dat door de burgemeester als ernstig wordt aangemerkt.

Ernstig letsel: van ernstig letsel is sprake als bij een persoon, hond of ander dier

medische behandeling noodzakelijk is als gevolg van het bijtincident.

Gevaarlijke hond: een hond, die een ernstig bijtincident heeft veroorzaakt.

Hinderlijke hond: een hond, die een licht bijtincident heeft veroorzaakt.

Kort aanlijnen: aanlijnen van een hond met een deugdelijke lijn met een lengte, die

gemeten van hand tot halsband, niet langer is dan 1,50 meter.

Muilkorf: een muilkorf vervaardigd van stevige kunststof of van stevig leer, of van beide stoffen, die door middel van een stevige leren riem rond de hals zodanig is aangebracht dat verwijdering zonder toedoen van een mens niet mogelijk is en die zodanig is ingericht dat de drager geen mens of dier kan bijten, dat de afgesloten ruimte binnen de korf een geringe opening van de bek van de hond toelaat en dat geen scherpe delen binnen de korf aanwezig zijn.

Artikel 2 Hinderlijke hond

De burgemeester acht een hond hinderlijk, in de zin van artikel 2:59 Apv, als een hond een

persoon bijt of een ander dier, maar daarbij geen sprake is van ernstig letsel of ernstige

gevolgen. De burgemeester geeft de eigenaar of houder van de hond een waarschuwing en kan daarbij een aanlijngebod opleggen.

Artikel 3 Gevaarlijke hond

  • 1. De burgemeester verklaart een hond gevaarlijk, in de zin van artikel 2:59 van de Apv, als er sprake is van een ernstig bijtincident. Afhankelijk van de ernst van het incident kan worden overgegaan tot inbeslagname van de hond, of kan worden besloten tot het opleggen van een aanlijn- en muilkorfgebod.

  • 2. Indien er is besloten tot het opleggen van een aanlijn- en muilkorfgebod is artikel 2:59a van de Apv van toepassing.

  • 3. Het aanlijn- en muilkorfgebod geldt zo lang de hond in leven is, de uitzondering van artikel 5, lid 3 van deze beleidsregel in acht genomen.

Artikel 4 Muilkorven op eigen terrein

De houder of eigenaar van een hond – welde door de burgemeester als gevaarlijk is aangemerkt en/of die is opgeleid voor bewakings-, opsporings- en verdedigingswerk - is verplicht om de hond te muilkorven wanneer de hond op eigen terrein los loopt. Het in het eerste lid genoemde verbod geldt niet indien er aan de drie voorwaarden zoals in artikel 2:59a van de Apv is voldaan (1. op een vanaf de weg zichtbare plaats een naar het oordeel van de burgemeester duidelijk leesbaar waarschuwingsbord is aangebracht, 2. het mogelijk is een brievenbus te bereiken en aan te bellen zonder het terrein te betreden en; 3. het terrein voorzien is van een zodanig hoge en deugdelijke afrastering dat de hond niet zelfstandig buiten het terrein kan komen.)

Kanttekening hierbij is dat deze bepaling, net als alle bepalingen in de APV, gericht is op de veiligheid van de openbare ruimte. De maatregel is gericht op het voorkomen dat gevaarlijke honden op de openbare weg komen doordat ze van het erf ontsnappen, door het verplicht plaatsen van een waarschuwingsbord zorgen wij ervoor dat mensen die een erf betreden gewaarschuwd worden.

Artikel 5 Overtreding aanlijn- en muilkorfgebod

Overtreding van het opgelegde aanlijn- en/of muilkorfgebod in artikel 2 en 3 wordt op grond van artikel 2:59 juncto artikel 6:1, van de Apv, bestraft met een hechtenis van maximaal drie maanden of een geldboete van de tweede categorie.

Artikel 6 Gedragstest

  • 1. In opdracht van de eigenaar of houder kan bij de hond een gedragstest worden afgenomen om aan te tonen dat de hond niet hinderlijk of gevaarlijk is. Dit zogenaamde risico-assessment dient altijd te worden afgenomen door een door de Raad van Beheer op Kynologisch Gebied benoemde gedragskeurmeester dan wel een andere erkende en door de gemeente goedgekeurde onderzoeker of faculteit.

  • 2. De kosten voor het laten uitvoeren van een risico-assessment door de eigenaar of houder van de hond zijn voor rekening van de eigenaar of houder van de hond.

  • 3. De burgemeester kan op schriftelijk verzoek van de eigenaar of houder van de hond de opgelegde maatregel opheffen, wanneer de eigenaar of houder van de hond door middel van de in lid 1 genoemde gedragstest aannemelijk heeft gemaakt dat de hond niet hinderlijk of gevaarlijk is.

Artikel 7 Afstand doen of inbeslagname

  • 1. Als de eigenaar of houder van een hond, welke op grond van artikel 3 van deze beleidsregels door de burgemeester is aangemerkt als gevaarlijk, in strijd met het aanlijn en/of

  • 1. muilkorfgebod handelt en de hond een nieuw bijtincident veroorzaakt, wordt de houder of eigenaar gevraagd om vrijwillig afstand te doen van zijn hond.

  • 2. De burgemeester kan besluiten tot onvrijwillige inbeslagname van een hond op grond van artikel 5:31, tweede lid, van de Awb:

    • a.

      als de in het eerste lid genoemde situatie zich heeft voorgedaan en de eigenaar of houder hierop niet vrijwillig afstand doet van de hond, of;

    • b.

      bij (zeer ernstige vrees voor het ontstaan van) een zeer ernstig bijtincident.

  • 3. Bij het in het tweede lid, onder a en b, omschreven onvrijwillig in beslag nemen van de hond

  • 4. geeft de burgemeester opdracht de hond te laten onderwerpen aan een gedragstest uitgevoerd door een gedragskliniek van de faculteit diergeneeskunde van de Universiteit Utrecht.

  • 5. Wanneer uit de gedragstest, als bedoeld in het derde lid, blijkt dat de hond niet kan worden herplaatst bij een andere eigenaar of anderszins het risico op bijtincidenten kan worden voorkomen, wordt door de burgemeester besloten deze hond te laten euthanaseren. Euthanaseren wordt uitsluitend gedaan door een daartoe bevoegde dierenarts.

  • 6. De kosten van vervoer, opvang/verblijf, (medische) verzorging, gedragstest, eventuele overige noodzakelijke kosten na inbeslagname en eventueel de kosten voor het laten uitvoeren van euthanasie komen volledig voor rekening van de eigenaar of houder van de hond en worden op hem/haar verhaald.

Artikel 8 Uitzonderingen

In uitzonderlijke gevallen of zeer ernstige situaties is het mogelijk om van deze beleidsregels af te wijken en kan de burgemeester op grond van artikel 172, derde lid, van de Gemeentewet het bevel geven om direct over te gaan tot onvrijwillige inbeslagname van een hond, indien er vrees is voor de verstoring van de openbare orde en de eigenaar of houder van de hond geen vrijwillige afstand doet.

Artikel 9 Slotbepalingen

  • 1. Deze beleidsregels kunnen worden aangehaald als "Beleidsregel bijtincidenten honden Den Helder".

  • 2. In gevallen waarbij toepassing van deze beleidsregels gelet op het te beschermen belang leidt tot onevenredige gevolgen voor belanghebbenden, kan de burgemeester, ieder voor zover het zijn bevoegdheid betreft, afwijken van hetgeen in deze beleidsregels is bepaald.

  • 3. Dit besluit treedt in werking op de eerste dag na bekendmaking.

Aldus vastgesteld door de burgemeester van de gemeente Den Helder.

Ondertekening