Verordening behandeling bezwaar- en beroepschriften gemeentelijke belastingen en retributies

Geldend van 20-01-2006 t/m heden

Intitulé

Verordening behandeling bezwaar- en beroepschriften gemeentelijke belastingen en retributies

DE RAAD DER GEMEENTE DEURNE

  • Gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 6 april 2001, 016;

    gelet op het bepaalde in de Algemene wet bestuursrecht en de Gemeentewet;

    Besluit:

    vast te stellen de volgende Verordening behandeling bezwaar- en beroepschriften gemeentelijke belastingen en retributies.

Artikel 1 Begripsbepalingen

  • 1. In deze verordening wordt verstaan onder:a. beroepsorgaan: het gemeentelijk bestuursorgaan dat dient te beslissen op een bezwaar- of beroepschrift;b. het verwerend orgaan: het bestuursorgaan dat of de ambtenaar die het bestreden besluit heeft genomen;c. klager: de natuurlijke of rechtspersoon die een bezwaar- of beroepschrift heeft ingediend;d. belanghebbende: degene wiens belang rechtstreeks bij een besluit is betrokken;e. wet: de Algemene wet bestuursrecht.

Artikel 2 De commissie

  • 1. Er is een commissie ter voorbereiding van de beslissing op ingediende bezwaar- en beroepschriften met betrekking tot gemeentelijke heffingen en invorderingen, waarover burgemeester en wethouders een beslissing moeten nemen.

Artikel 3 Samenstelling van de commissie

  • 1. De commissie bestaat uit een voorzitter, zijnde het lid van het college van burgemeester en wethouders tot wiens portefeuille het ingediende bezwaar- of beroepschrift behoort, de adjunct-directeur van de dienst op wiens werkterrein het ingediende bezwaar- of beroepschrift betrekking heeft danwel een door hem aangewezen ambtenaar en een door burgemeester en wethouders aangewezen ambtenaar, die tevens optreedt als secretaris van de commissie.

  • 2. Bij afwezigheid van de voorzitter wordt hij vervangen volgens de regels die gelden voor de waarneming van taken van het college van burgemeester en wethouders.

Artikel 4 Ingediend bezwaar- of beroepschrift

  • 1. Op het ingediende bezwaar- of beroepschrift wordt de datum van ontvangst aangetekend.

  • 2. Het bezwaar- of beroepschrift met de daarbij overgelegde stukken wordt zo spoedig mogelijk in handen gesteld van de secretaris van de commissie.

  • 3. Bij het bericht van ontvangst als bedoeld in artikel 6:14 van de wet wordt vermeld dat een commissie over het bezwaar of beroep zal adviseren.

Artikel 5 Overdracht bevoegdheden

  • De bevoegdheden ingevolge de artikelen:

    - 2:1, tweede lid (verlangen van een schriftelijke machtiging van gemachtigde);

    - 6:6, voor wat betreft het de indiener stellen van een termijn, waarbinnen het verzuim in de zin van niet voldoen aan de vereisten als gesteld in artikel 6:5 van de wet kan worden hersteld;

    - 6:14, eerste lid ( schriftelijk bevestigen van de ontvangst van een bezwaar- of beroepschrift);

    - 6:17, (verzending van op de zaak betrekking hebbende stukken aan de gemachtigde);

    - 7:4, tweede en zesde lid (ter inzage leggen van het bezwaarschrift en de overige stukken gedurende tenminste een week voor de belanghebbenden en het al dan niet op verzoek van een belanghebbende afzien van ter inzage leggen, voor zover geheimhouding om gewichtige reden is geboden);

    - 7:6, vierde lid (indien belanghebbenden afzonderlijk zijn gehoord het al dan niet op verzoek van een belanghebbende niet op de hoogte stellen van andere belanghebbenden van het verhandelde tijdens het afzonderlijk horen, voor zover geheimhouding om gewichtige redenen is geboden);

    - 7:18, tweede en zesde lid (het ter inzage leggen van het beroepschrift en alle verder op de zaak betrekking hebbende stukken voorafgaand aan het horen gedurende tenminste een week en het al dan niet op verzoek van belanghebbenden afzien van ter inzage leggen, voor zover geheimhouding om gewichtige redenen is geboden);

    - 7:20, vierde lid (indien belanghebbenden afzonderlijk zijn gehoord het al dan niet op verzoek van een belanghebbende niet op de hoogte stellen van andere belanghebbenden van het verhandelde tijdens het afzonderlijk horen, voor zover geheimhouding om gewichtige redenen is geboden),van de wet worden voor de toepassing van deze verordening namens de voorzitter uitgeoefend door de secretaris van de commissie.

Artikel 6Vooronderzoek

  • 1. De voorzitter en de secretaris van de commissie zijn in verband met de voorbereiding van de behandeling van het bezwaar- of beroepschrift bevoegd rechtstreeks alle gewenste inlichtingen in te winnen of te doen inwinnen.

  • 2. De voorzitter en de secretaris kunnen uit eigen beweging of op verlangen van de commissie bij deskundigen advies of inlichtingen inwinnen en deze zo nodig uitnodigen daartoe in de zitting te verschijnen.

  • 3. Indien daaraan kosten zijn verbonden, is voorafgaande machtiging van burgemeester en wethouders vereist.

Artikel 7 Hoorzitting

  • De secretaris van de commissie bepaalt in overleg met de voorzitter plaats en tijdstip van de zitting waarin de klager, belanghebbenden en het verwerend orgaan in de gelegenheid worden gesteld zich door de commissie te doen horen.

  • 2. De voorzitter beslist over de toepassing van de artikelen 7:3 en 7:17 van de wet (afzien van het horen van belanghebbenden) indien:a. het bezwaar- of beroepschrift kennelijk niet-ontvankelijk is,b. het bezwaar of beroep kennelijk ongegrond is,c. de belanghebbenden hebben verklaard geen gebruik te willen maken van het recht te worden gehoord, ofd. aan het bezwaar of beroep volledig tegemoet wordt gekomen en andere belanghebbenden daardoor niet in hun belangen kunnen worden geschaad.

  • 3. Indien de voorzitter op grond van de in het tweede lid genoemde artikelen besluit van het horen af te zien doet hij daarvan mededeling aan:a. de klager;b. de belanghebbenden;c. het verwerend orgaan.d. in geval van behandeling van een beroepschrift, het beroepsorgaan.

Artikel 8 Uitnodiging zitting

  • 1. De secretaris deelt klager, belanghebbenden en het verwerend orgaan ten minste twee weken voor de zitting schriftelijk mede, dat zij in de gelegenheid worden gesteld zich te doen horen tijdens de zitting.

  • 2. Binnen drie dagen na de in het eerste lid bedoelde mededeling kunnen klager, belanghebbenden of het verwerend orgaan, onder opgave van redenen de secretaris verzoeken datum of tijdstip van de zitting te wijzigen.

  • 3. De beslissing van de secretaris op een verzoek als bedoeld in het tweede lid wordt zo spoedig mogelijk, doch in ieder geval een week voor het tijdstip van de zitting aan klager, de belanghebbenden en het verwerend orgaan meegedeeld.

  • 4. De voorzitter is bevoegd in bijzondere omstandigheden af te wijken of afwijking toe te staan van de termijnen als genoemd in het eerste, tweede en derde lid.

Artikel 9 Quorum

  • 1. Voor het houden van een zitting is vereist, dat de meerderheid van het aantal leden, waaronder in ieder geval de voorzitter dan wel zijn plaatsvervanger aanwezig is.

Artikel10 Niet deelneming aan de behandeling

  • De voorzitter en de leden van de commissie nemen niet deel aan de behandeling van een bezwaar- of beroepschrift, indien zij daarbij een persoonlijk belang hebben.

Artikel 11 Openbaarheid zitting

  • 1. De zitting van de commissie is openbaar

  • 2. De deuren worden gesloten indien de voorzitter van de commissie of een van de aanwezige leden het nodig oordeelt of indien klager of een belanghebbende daartoe een verzoek doet.

  • 3. Na het sluiten van de deuren beraadslaagt de commissie over het voorstel om de openbaarheid van de zitting op te heffen. De klager mag daarbij aanwezig zijn. Degene die het verzoek heeft gedaan om de deuren te sluiten wordt in de gelegenheid gesteld het verzoek te motiveren.

  • 4. Indien de commissie vervolgens beslist dat gewichtige redenen aanwezig zijn die zich tegen openbaarheid van de zitting verzetten, wordt de openbaarheid van de zitting opgeheven.

Artikel 12 Schriftelijke verslaglegging van hoorzitting

  • 1. Het verslag als bedoeld in de artikelen 7:7 en 7:21 van de wet vermeldt de namen van de aanwezigen, met daarbij een vermelding van hun hoedanigheid (van het horen dient een verslag te worden gemaakt).

  • 2. Het verslag houdt een korte vermelding in van hetgeen over en weer is gezegd en overigens ter zitting is voorgevallen.

  • 3. Indien de zitting geheel of gedeeltelijk met gesloten deuren plaatsvond of indien klager en belanghebbenden respectievelijk hun gemachtigden niet in elkaars aanwezigheid zijn gehoord, maakt het verslag hiervan melding.

  • 4. Het verslag verwijst naar de op de zitting overgelegde bescheiden, die aan het verslag worden toegevoegd.

  • 5. Het verslag wordt ondertekend door de voorzitter en de secretaris van de commissie.

Artikel 13 Nader onderzoek

  • 1. Indien na afloop van de zitting maar voordat het advies wordt opgesteld, nader onderzoek wenselijk blijkt te zijn, kan de voorzitter en/of secretaris uit eigen beweging of op verlangen van de commissie dit onderzoek houden.

  • 2. De uit het nader onderzoek verkregen informatie wordt in afschrift aan de leden van de commissie, aan klager en belanghebbenden en aan het verwerend orgaan toegezonden of op andere wijze ter kennis gebracht.

  • 3. De leden van de commissie, klager en belanghebbenden en het verwerend orgaan kunnen binnen een week na verzending van de in het het eerste lid bedoelde nadere informatie aan de voorzitter van de commissie een verzoek richten tot het beleggen van een nieuwe hoorzitting. De voorzitter beslist omtrent een dergelijk verzoek.

  • 4. Op een nieuwe hoorzitting, als bedoeld in het derde lid, zijn de bepalingen in deze verordening, die betrekking hebben op de hoorzitting zoveel mogelijk van overeenkomstige toepassing.

Artikel 14 Raadkamer en advies

  • 1. De commissie beraadslaagt en beslist in beslotenheid over het door haar uit te brengen advies.

  • 2. a. De commissie beslist bij meerderheid van stemmen over het uit te brengen advies.b. Indien bij een stemming de stemmen staken dan beslist de stem van de voorzitter.c. Van een minderheidsstandpunt wordt bij het advies melding gemaakt.d. Het advies is gemotiveerd en omvat een voorstel voor de te nemen beslissing op het bezwaar- of beroepschrift.e. Het advies wordt door de voorzitter en de secretaris van de commissie ondertekend.

Artikel 15 Uitbrengen advies

  • 1. Het advies wordt onder meezending van het verslag als bedoeld in artikel 12 en eventueel door de commissie ontvangen nadere informatie, tijdig uitgebracht aan het bestuursorgaan dat op het bezwaar- of beroepschrift dient te beslissen.

  • 2. Indien naar het oordeel van de secretaris van de commissie de termijnen, als bedoeld in artikel 7:10 of artikel 7:24, tweede lid, van de wet, ontoereikend zijn voor achtereenvolgens het uitbrengen van een advies door de commissie en het nemen van een beslissing verzoekt hij het in het eerste lid bedoelde bestuursorgaan tijdig de beslissing te verdagen.

  • 3. Van een besluit tot verdaging ontvangen de commissie, klager, belanghebbenden en het verwerend orgaan, een afschrift.

Artikel 16 Inwerkingtreding

  • 1. Deze verordening treedt in werking op de eerste dag van de maand, volgende op die waarin de bekendmaking heeft plaatsgevonden. Te zelfder tijd vervalt de Verordening behandeling bezwaar- en beroepschriften 1994.

  • 2. Laatstgenoemde verordening blijft evenwel van toepassing op de bezwaar- en beroepschriften die zijn ingediend voordat deze verordening in werking treedt.

Artikel 17 Citeertitel

  • Deze verordening kan worden aangehaald als: Verordening behandeling bezwaar- en beroepschriften gemeentelijke belastingen en retributies.

Ondertekening

Vastgesteld in de openbare vergadering van 17 april 2001.