Regeling tot verlening van bevoegheden krachtens attributie, delegatie, mandaat en volmacht gemeente Deventer

Geldend van 09-06-2005 t/m heden

Intitulé

REGELING TOT VERLENING VAN BEVOEGDHEDEN KRACHTENS ATTRIBUTIE, DELEGATIE, MANDAAT EN VOLMACHT GEMEENTE DEVENTER

    • -

      Besluit burgemeester en wethouder: 24 mei 2005

    • -

      Besluit burgemeester: 31 mei 2005

    • -

      Besluit heffingsambtenaar: 31 mei 2005

    • -

      Besluit ontvanger: 31 mei 2005

    • -

      Bekendmaking: 9 juni 2005

    • -

      Inwerkingtreding: 9 juni 2005

      HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1.1 Begripsbepalingen

  • In deze regeling wordt verstaan onder:

    • 1.

      Lijst van bevoegdheden: de bij deze regeling behorende lijst, waarin alle door de gemeentelijke bestuursorganen en functionarissen genomen en nog te nemen besluiten ten aanzien van attributie, delegatie, mandaat, ondermandaat en volmacht zijn opgenomen.

    • 2.

      Attributie: het in een wettelijk voorschrift in het leven roepen en rechtstreeks toekennen van een bevoegdheid aan een bestuursorgaan of functionaris.

    • 3.

      Bestuursorgaan: de raad, het college van burgemeester en wethouders, de burgemeester, de ambtenaar als bedoeld in artikel 231, tweede lid, onder b van de Gemeentewet (heffingsambtenaar) en de ambtenaar als bedoeld in artikel 231, tweede lid, onderdeel c van de Gemeentewet (ontvanger).

    • 4.

      Besluit: een besluit als bedoeld in artikel 1:3 van de Algemene wet bestuursrecht.

    • 5.

      Delegatie: het overdragen door een bestuursorgaan van zijn bevoegdheid tot het nemen van besluiten aan een ander bestuursorgaan, die deze bevoegdheid onder eigen verantwoordelijkheid uitoefent.

    • 6.

      Mandaat: het door een bestuursorgaan aan een functionaris opdragen van zijn bevoegdheid om in zijn naam besluiten te nemen.

    • 7.

      Ondermandaat: het door een gemandateerde op zijn beurt mandateren van een bevoegdheid aan een andere functionaris.

    • 8.

      Volmacht: het opdragen van de bevoegdheid aan een functionaris om de gemeente bij privaatrechtelijke rechtshandelingen te vertegenwoordigen.

    • 9.

      Gemandateerde: de functionaris aan wie mandaat of ondermandaat wordt verleend.

    • 10.

      Mandaatgever: het bestuursorgaan of de functionaris door wie mandaat of ondermandaat wordt verleend.

    • 11.

      Gevolmachtigde: de functionaris aan wie volmacht wordt verleend.

    • 12.

      Volmachtgever: het bestuursorgaan of de functionaris door wie volmacht wordt verleend.

Artikel 1.2 Lijst van bevoegdheden

    • 1.

      De op grond van deze regeling verleende bevoegdheden worden opgenomen in de Lijst van bevoegdheden.

    • 2.

      De door de afdelingshoofden en projectleiders genomen besluiten tot verlening van bevoegdheden worden niet opgenomen in deze lijst, maar worden bewaard door en onder verantwoordelijkheid van het betreffende afdelingshoofd en de projectleider.

    • 3.

      De Lijst van bevoegdheden wordt telkens na elke verkiezing van de raad opnieuw vastgesteld door de daartoe bevoegde bestuursorganen en functionarissen.

Artikel 1.3 Reikwijdte bevoegdheidsuitoefening

  • De uitoefening van bevoegdheden krachtens deze regeling omvat tevens de bevoegdheid tot het verrichten van procedurele en administratieve handelingen ter voorbereiding en uitvoering van besluiten en het verrichten van procedurele en administratieve handelingen anderszins, zoals:

    • -

      het voeren van correspondentie;

    • -

      het gevraagd en ongevraagd verstrekken of inwinnen van inlichtingen;

    • -

      het vragen van (nader) advies;

    • -

      het afgeven van ontvangstbevestigingen;

    • -

      het in ontvangst nemen van aangetekende stukken, deurwaardersexploten, expressestukken, e.d.

    • -

      het verzoeken om (aanvullende) gegevens, bescheiden, bewijsstukken en machtigingen;

    • -

      het horen van belanghebbenden en andere personen;

    • -

      het ter goedkeuring inzenden van aanvragen, (ontwerp)besluiten en documenten;

    • -

      het doorzenden van onjuist geadresseerde geschriften;

    • -

      het verdagen van beslistermijnen en het verzenden van voortgangsberichten;

    • -

      het publiceren en ter inzage leggen van (voorgenomen) besluiten en andere documenten;

    • -

      het bekendmaken en mededelen van besluiten.

    HOOFDSTUK 2 ATTRIBUTIE

Artikel 2.1 Aanwijzing gemeenteambtenaren

    • 1.

      Telkens na elke verkiezing van de raad nemen burgemeester en wethouders een afzonderlijk besluit tot aanwijzing van:

    • a.

      de gemeenteambtenaren als bedoeld in artikel 231, tweede lid, onder b,c en e van de Gemeentewet.

    • b.

      de gemeenteambtenaar als bedoeld in artikel 1, tweede lid van de Wet Waardering Onroerende Zaken.

    • c.

      de onbezoldigde gemeenteambtenaren als bedoeld in artikel 2.1 van de Arbeidsvoorwaardenregeling Deventer ten behoeve van deurwaarders- en/of invorderingsactiviteiten;

    • d.

      De gemeenteambtenaren jegens wie de verplichtingen gelden bedoeld in de artikelen 47, 49 en 50 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen en in de artikelen 58 en 60 van de Invorderingswet 1990, dan wel bedoeld of van toepassing verklaard in de algemene maatregel van bestuur krachtens artikel 246a van de Gemeentewet, dan wel artikel 31 van de Wet waardering onroerende zaken.

    • 2.

      Het in het eerste lid genoemde aanwijzingsbesluit wordt als bijlage bij de Lijst van bevoegdheden gevoegd.

      HOOFDSTUK 3 DELEGATIE

Artikel 3.1 Algemene voorwaarden

    • 1.

      Delegatie van bevoegdheden geschiedt schriftelijk.

    • 2.

      Het bestuursorgaan dat een bevoegdheid delegeert kan ter zake van de uitoefening van die bevoegdheid beleidsregels geven.

    • 3.

      Een op grond van een delegatiebesluit verleende bevoegdheid mag met inachtneming van het bepaalde in deze regeling omtrent mandaat en ondermandaat worden gemandateerd.

Artikel 3.2 Bekendmaking en kenbaarheid

    • 1.

      Een besluit tot delegatie van een bevoegdheid wordt overeenkomstig het bepaalde in artikel 139 lid 2 Gemeentewet bekendgemaakt in het Gemeenteblad.

    • 2.

      Een besluit dat op grond van een delegatiebesluit wordt genomen vermeldt overeenkomstig artikel 10:19 Algemene wet bestuursrecht het Gemeenteblad als vindplaats van dat delegatiebesluit.

    HOOFDSTUK 4 MANDAAT EN ONDERMANDAAT

Artikel 4.1 Vorm en strekking mandaat en ondermandaat

    • 1.

      De verlening van mandaat en ondermandaat geschiedt schriftelijk.

    • 2.

      Het mandaat omvat zowel de bevoegdheid tot het nemen van besluiten als de bevoegdheid tot het ondertekenen van deze besluiten.

    • 3.

      De uitoefening van bevoegdheden krachtens mandaat of ondermandaat omvat mede het geheel of gedeeltelijk weigeren of afwijzen van besluiten, het niet in behandeling nemen van aanvragen een besluit te nemen en het aan besluiten verbinden van voorschriften, voorwaarden, beperkingen en verplichtingen, tenzij dit bij de verlening van het mandaat of ondermandaat uitdrukkelijk is beperkt of uitgesloten.

Artikel 4.2 Instructies

    • 1.

      De mandaatgever kan aan het besluit tot verlening van mandaat per geval of in het algemeen bijzondere voorschriften, voorwaarden en beperkingen verbinden.

    • 2.

      De gemandateerde verschaft de mandaatgever op diens verzoek inlichtingen over de uitoefening van de gemandateerde bevoegdheid.

Artikel 4.3 Wijze van mandatering

    • 1.

      Bij mandaat geldt een systeem van getrapte ondermandatering. Dit houdt in dat, tenzij anders is bepaald,:

      • a.

        De directeur bevoegd is de door de bestuursorganen aan hem gemandateerde bevoegdheden te mandateren aan de betreffende sectorhoofden, of het projecthoofd van de Grachtengordel/Vijfhoek, of aan de Gemeentecontroller.

      • b.

        De sectorhoofden en de Gemeentecontroller bevoegd zijn de door de directeur aan hen gemandateerde bevoegdheden te mandateren aan de afdelingshoofden.

      • c.

        Het projecthoofd van de Grachtengordel/Vijfhoek bevoegd is de door de directeur aan hem gemandateerde bevoegdheden te mandateren aan de betreffende projectleiders.

      • d.

        De afdelingshoofden en projectleiders bevoegd zijn de aan hen gemandateerde bevoegdheden te mandateren aan de medewerkers.

Artikel 4.4 Gemandateerden

    • 1.

      Het bestuursorgaan of de functionaris die mandaat of ondermandaat verleent is te allen tijde bevoegd de bevoegdheid zelf uit te oefenen.

    • 2.

      Bij afwezigheid van een gemandateerde mag de aan deze gemandateerde bevoegdheid worden uitgeoefend door zijn plaatsvervanger. De plaatsvervanger is bevoegdheid het besluit onder eigen naam te nemen en te ondertekenen. Hij oefent deze bevoegdheden niet uit namens de functionaris die hij vervangt, maar namens het bevoegde bestuursorgaan.

Artikel 4.5 Algemene voorwaarden

    • 1.

      Bij de uitoefening van een gemandateerde bevoegdheid neemt de betrokken functionaris in acht:

      • a.

        de aan het mandaatbesluit verbonden bijzondere voorschriften, voorwaarden en beperkingen.

      • b.

        hetgeen daaromtrent is bepaald bij of krachtens wettelijk voorschrift, in beleidsregels, besluiten, verordeningen, circulaires en richtlijnen van rijks-, provinciale en gemeentelijke overheden of zelfstandige bestuursorganen.

      • c.

        de door de raad en het college vastgestelde of vast te stellen financiële- en beleidskaders.

Artikel 4.6 Uitsluitingen

    • 1.

      Een verleend mandaat geldt niet, indien:

      • a.

        een beleidskader voor besluitvorming ontbreekt, bijvoorbeeld omdat het besluit betrekking heeft op nieuw beleid.

      • b.

        sprake is van mogelijke strijdigheid met het beleid, richtlijnen of voorschriften

      • c.

        sprake is van onderling strijdige adviezen, indien inwinning daarvan is voorgeschreven.

      • d.

        sprake is van overschrijding van kredieten.

      • e.

        uit het te nemen besluit belangrijke financiële consequenties kunnen voortvloeien.

Artikel 4.7 Interne afstemming

    • 1.

      Indien de uitoefening van een gemandateerde bevoegdheid het belang van een andere sector raakt, dient de gemandateerde eerst overleg te plegen met het hoofd van de desbetreffende sector, alvorens te besluiten.

    • 2.

      Indien het in het eerste lid bedoelde overleg niet tot overeenstemming leidt, legt de gemandateerde de aangelegenheid voor aan het college van burgemeester en wethouders.

Artikel 4.8 Ondertekening

  • Indien een bevoegdheid krachtens mandaat of ondermandaat namens het college van burgemeester en wethouders wordt uitgeoefend, worden de uitgaande stukken geschreven in de “wij-vorm” en worden deze stukken als volgt ondertekend:

    Burgemeester en wethouders van Deventer,

    namens dezen,

    (naam , functieaanduiding en handtekening van de gemandateerde of diens plaatsvervanger)

    Indien een bevoegdheid krachtens mandaat of ondermandaat namens de burgemeester wordt uitgeoefend, worden de uitgaande stukken als volgt ondertekend:

    De burgemeester van Deventer,

    namens deze,

    (naam , functieaanduiding en handtekening van de gemandateerde of diens plaatsvervanger)

    Indien een bevoegdheid krachtens mandaat of ondermandaat namens de heffingsambtenaar wordt uitgeoefend, worden de uitgaande stukken als volgt ondertekend:

    De ambtenaar belast met de heffing van gemeentelijke belastingen;

    namens deze,

    (naam , functieaanduiding en handtekening van de gemandateerde of diens plaatsvervanger)

    Indien een bevoegdheid krachtens mandaat of ondermandaat namens de ontvanger wordt uitgeoefend, worden de uitgaande stukken als volgt ondertekend:

    De ambtenaar belast met de invordering van gemeentelijke belastingen;

    namens deze,

    (naam , functieaanduiding en handtekening van de gemandateerde of diens plaatsvervanger)

    HOOFDSTUK 5 VOLMACHT

Artikel 5.1 Vorm volmacht

  • De verlening van volmacht geschiedt schriftelijk.

Artikel 5.2 Instructies

    • 1.

      De volmachtgever kan aan het besluit tot verlening van volmacht per geval of in het algemeen bijzondere voorschriften, voorwaarden en beperkingen verbinden.

    • 2.

      De gevolmachtigde verschaft de volmachtgever op diens verzoek inlichtingen over de uitoefening van de in volmacht gegeven bevoegdheid.

Artikel 5.3 Wijze van volmachtverlening

    • 1.

      Bij volmacht geldt een systeem van getrapte volmachtverlening. Dit houdt in dat, tenzij anders is bepaald,:

      • a.

        De directeur bevoegd is de door de burgemeester aan hem in volmacht gegeven bevoegdheden in volmacht te geven aan de betreffende sectorhoofden, of het projecthoofd van de Grachtengordel/Vijfhoek, of aan de Gemeentecontroller.

      • b.

        De sectorhoofden en de Gemeentecontroller bevoegd zijn de door de directeur aan hen in volmacht gegeven bevoegdheden in volmacht te geven aan de afdelingshoofden.

      • c.

        Het projecthoofd van de Grachtengordel/Vijfhoek bevoegd is de door de directeur aan hem in volmacht gegeven bevoegdheden in volmacht te geven aan de betreffende projectleiders.

      • d.

        De afdelingshoofden en projectleiders bevoegd zijn de aan hen in volmacht gegeven bevoegdheden te mandateren aan de medewerkers.

Artikel 5.4 Gevolmachtigden

    • 1.

      Het bestuursorgaan of de functionaris die volmacht verleent is te allen tijde bevoegd de bevoegdheid zelf uit te oefenen.

    • 2.

      Bij afwezigheid van een gevolmachtigde mag de aan deze in volmacht gegeven bevoegdheid worden uitgeoefend door zijn plaatsvervanger.

    HOOFDSTUK 6 SLOTBEPALINGEN

Artikel 6.1 Wijziging wettelijke voorschriften

    • 1.

      Ingeval wettelijke voorschriften, waarop een verleende bevoegdheid berust, wijzigen, wordt de bevoegdheid geacht te zijn verleend op grond van de corresponderende bepalingen in de gewijzigde wetgeving.

    • 2.

      De wijzigingen worden zo spoedig mogelijk in de Lijst van bevoegdheden verwerkt.

Artikel 6.2 Geldigheidsduur regeling

  • Deze regeling wordt telkens na elke verkiezing van de raad opnieuw vastgesteld door de bestuursorganen van de gemeente Deventer genoemd in artikel 1.1 lid 3, ieder voor zover het zijn bevoegdheden betreft.

Artikel 6.3 Overgangsbepalingen

    • 1.

      Besluiten tot verlening van bevoegdheden krachtens attributie, delegatie, mandaat en volmacht, zoals die van kracht zijn voorafgaande aan de inwerkingtreding van deze regeling, blijven van kracht en worden geacht te zijn genomen op basis van deze regeling.

    • 2.

      De Lijst van ondermandateringen, zoals die van kracht is voorafgaande aan de inwerkingtreding van deze regeling, wordt aangemerkt als Lijst van bevoegdheden als bedoeld in artikel 1.2.

Artikel 6.4 Intrekking voorgaande besluiten

  • Bij de inwerkingtreding van deze regeling vervallen de algemene mandateringsvoorschriften, zoals die op 4 januari 2005 door de bestuursorganen zijn vastgesteld.

Artikel 6.5 Citeertitel en inwerkingtreding

  • Deze regeling kan worden aangehaald als "Regeling tot verlening van bevoegdheden gemeente Deventer" en treedt in werking terstond na bekendmaking in het Gemeenteblad.